Toenemende kritiek op koloniaal standbeeld van Tilburgse missionaris

Peerke en een naamloze tot slaaf gemaakte man
Peerke en een naamloze tot slaaf gemaakte man.

Het standbeeld van de missionaris Peerke Donders, met een tot slaaf gemaakte man aan zijn zijde, moet weg uit de openbare ruimte, aldus Tilburger Herman Fitters. Daarover liet hij vandaag een opiniestuk publiceren in het Brabants Dagblad. De koloniale en religieus-paternalistische beeldengroep in het Tilburgse Wilhelminapark blijkt steeds meer bezwaren op te roepen. Het Brabants Dagblad is inmiddels een poll begonnen over het omstreden strandbeeld.

Petrus Donders leefde van 1809 tot 1887. Hij was een priester die voor de missie in 1842 naar Suriname vertrok om voor de rooms-katholieke kerk zieltjes te gaan winnen en te gaan werken onder tot slaaf gemaakte leprapatiënten. In 1982 werd Donders zalig verklaard, nadat paus Johannes Paulus II in 1979 had beweerd dat in 1929, toen Donders al 42 jaar dood was, een kind “op voorspraak” van de missionaris zou zijn genezen van botkanker. Het Vaticaan streefde onder het bewind van paus Johannes Paulus II, die sympathiseerde met de meest conservatieve en theocratische stromingen binnen de rooms-katholieke kerk, naar een christenfundamentalistisch Europa zonder islam.

Stadschauvinisme

“De meeste bezoekers van De Pont of het Textielmuseum zal het wel niks zeggen als ze erlangs lopen, komend vanaf het station”, zo begint Fitters zijn opiniestuk. “Maar ik schaam me, als wijkbewoner, elke keer weer als ik langs het Wilhelminapark fiets en die beeldengroep in mijn ooghoek zie: een fier rechtopstaande witte man die hooghartig neerkijkt op een knielende zwarte man. In zijn rechterhand houdt de geestelijke een crucifix hoog in de lucht, terwijl zijn linkerhand (in één verbonden lijn naar beneden) rust op de kruin van de armzalige op de grond. Het is niet enkel een standbeeld, het is ook een knielbeeld. Links en rechts zijn er meer mensen die zich aan het beeld storen. Sommigen lachen het weg, of proberen althans dat te doen. ,’Gelukkig valt het niet zo op’, zeggen ze dan. Inderdaad. Weliswaar staat de beeldengroep op een druk fietskruispunt (hoek Wilhelminapark-Smidspad), maar het staat zó hoog op zijn sokkel dat het bijna wegvalt tussen de bladeren van de monumentale bomen eromheen.”

Fitters legt uit hoe belangrijk Donders is voor het Tilburgse stadschauvinisme. “Nu de winter is ingetreden en de gevoelige decembermaand voorbij is, zien we wat er echt staat, daar in hartje Tilburg: een kolossaal, megakoloniaal beeld. Het is de beroemde Tilburgse missionaris én icoon van de barmhartigheid, samen met een onbekende Surinaamse slaafgemaakte die aan lepra lijdt. Een melaatse dus. Dat lees ik op het internet, maar dat is minder goed te zien, want de knielende ziet er best gezond uit. Bij nadere bestudering blijken zijn handen in doek gewikkeld, dus werken kan hij vast niet meer. De beeldengroep ontbeert helaas elke vorm van toelichting. Op de sokkel staat alleen: PETRUS DONDERS. Verder niks. Bij de onthulling van het standbeeld in 1926 werd die toelichting wel gegeven. En hoe. Alle kerkelijke en wereldlijke gezagsdragers waren erbij, vervuld van trots. Katholiek Tilburg was ’trots op Tilburg’. En het gemeentebestuur beloofde ‘eeuwig’ voor het beeld zorg te zullen dragen.”

(tekst gaat onder de foto verder)

Katholiek paternalisme en racisme van heel nabij
Katholiek paternalisme en racisme van heel nabij.

Comfortzone

Donders leefde in Suriname in een tijd dat daar de slavernij werd afgeschaft. Fitters geeft aan dat de missionaris niets heeft bijgedragen aan de strijd voor die afschaffing. “Gek genoeg wordt Peerke Donders tegenwoordig wel geframed als multicultureel, omdat hij zijn missiewerk in Suriname deed onder niet eerder bereikte groepen als de melaatsen, de in het bos gevluchte slaven (de Marrons) en de autochtone indianen. Feit is echter ook dat hij niets betekend heeft in de strijd voor afschaffing van de slavernij. Dat hoeven we Peerke niet kwalijk te nemen – protesteren hielp waarschijnlijk niet – maar merkwaardig is het wel. Peerke werkte namelijk in Suriname van 1842 tot zijn dood in 1887. In die tijd stond de slavernij internationaal ter discussie. Met ingang van 1 juli 1863 schafte Den Haag de slavernij in Suriname af, lang na de Engelsen en de Fransen. Daarbij bepaalde de regering dat plantage-eigenaren een forse schadevergoeding kregen en de ex-slaven nog tien jaar verplichte loonarbeid moesten leveren. In Suriname is 1 juli nu een nationale feestdag: Keti Koti, de ketenen verbroken. In Nederland wordt dit ook gevierd en Tilburg heeft al jaren een actieve Keti Koti-werkgroep. Maar in het Peerke Dondersmuseum in Tilburg Noord ontbreekt het jaar 1863 eenvoudigweg op de tijdbalk. Dat zegt genoeg. De slaveneconomie was gewoon geen issue voor Peerke, hij voelde alleen de noodzaak tot barmhartigheid en geloofsverkondiging.”

Volgens Fitters moet het beeld verdwijnen uit een publiek toegankelijk park. “Wat ons rest is een standbeeld dat oude koloniale en raciale verhoudingen representeert, alsmede de triomf van het katholicisme hier ter plaatse begin vorige eeuw. Dat hoort naar mijn mening niet thuis in de huidige openbare ruimte. ‘Geschiedenis’ is aan verandering onderhevig en sommige beelden moeten dan toch echt van het toneel. Daarbij is het Wilhelminapark geen museum. Het is een gemeentelijk park, dat wil zeggen een gemeenschappelijk park. In het ‘monoculturele’ katholieke Tilburg van 1926 was de beeldengroep misschien verbindend, maar dat is het nu niet meer. Integendeel. Aan de persoon van Peerke wil ik niets af doen; hij heeft niks verkeerd gedaan, veel goed werk geleverd en was ongetwijfeld authentiek. Toch moeten we accepteren dat hij allang niet meer de ‘heeroom van alle Tilburgers’ is. Als we even uit onze familiaire comfortzone, stappen zien we dat menig niet-Europese Tilburger en menig niet-Tilburger de wenkbrauwen fronst en een heel ander gevoel krijgt bij dit standbeeld. Ook en zélfs als ze katholiek zijn.”

Fitters hoopt dan ook dat het standbeeld niet zijn honderdste verjaardag gaat vieren in 2026, “in elk geval niet op deze plaats of in deze vorm”. En hij roept de gemeente Tilburg op om er wat aan te doen. Want “deze beeldengroep kan echt niet meer”. De Tilburgse Keti Koti-werkgroep deelt de mening van Fitters over de uitstraling van het monument. ”Wat het uitbeeldt, is superioriteit. De witte man, de katholieke kerk, die de zwarte man eronder houdt. Sta eens stil bij het effect dat dit nog steeds heeft”, aldus Mildria Mohaameth van Keti Koti.

Harry Westerink