Turkse verkiezingsuitslag maakt einde aan linkse illusies
De Turkse verkiezingen van afgelopen zondag werden met ongeveer vijftig procent van de stemmen gewonnen door de moslimfundamentalistische AK-partij van president Recep Erdogan. Hij maakte zo het verlies dat hij leed bij de verkiezingen van juni weer goed. De komende vier jaar heeft hij het alleen voor het zeggen.
Zijn strategie om de kiezers voor de keuze te stellen van óf ik, óf oorlog en geweld, heeft zo te zien gewerkt. Nadat het duidelijk werd dat hij bijna de helft van de stemmen had gekregen, was de ontgoocheling in linkse en sociaal-democratische kringen groot. Men had geen rekening gehouden met zo’n enorme overwinning voor de AKP. De enige troost was dat de linkse en pro-Koerdische HDP opnieuw net de kiesdrempel had gehaald. Dat betekent dat de AKP steun van andere partijen nodig heeft om de Grondwet te wijzigen in het voordeel van de president. Natuurlijk mag niet vergeten worden dat de situatie waaronder verkiezingen plaatsvonden, bepaald niet in het voordeel van de HDP waren. Wanneer men naast al het geweld, de aanslagen en de oorlog in Koerdistan ook nog eens het verschil in zendtijd en geld tussen de oppositie en de AKP in ogenschouw neemt, kan je concluderen dat de verkiezingen niet bepaald eerlijk zijn verlopen.
Meteen verklaarde Erdogan dat hij door zal gaan met de oorlog in Turks Koerdistan. Moslimfundamentalistische organisaties in Syrië toonden zich blij met zijn overwinning en sommige daarvan spraken zelfs via videoboodschappen hun steun en medewerking uit aan de AKP. De toekomst van Turkije ziet er dus niet al te rooskleurig uit. Het zal vanaf nu veel moeilijker worden voor de linkse oppositie, waarvan de bewegingsruimte toch al enorm was ingeperkt sinds het oplaaiende geweld, om de macht van Erdogan in te perken, laat staan terug te dringen.
Illusies
Wel kunnen we concluderen, terugkijkend op de alweer dertien jaar durende regeringsperiode van Erdogan, dat de zege van zondag in essentiële opzichten verschilt van vorige overwinningen. Het meest in het oog springende verschil is dat niemand meer de illusie heeft dat Erdogan erop uit is om Turkije te democratiseren. Ook liberale ideologen die eerder aan zijn kant stonden, geloven daar nu niet meer in. Het is nu voor iedereen duidelijk dat Erdogan geweld en bloedvergieten niet schuwt om zijn macht te behouden en om zijn streven naar alleenheerschappij kracht bij te zetten. Eerder deed hij dat niet zo openlijk. Hij maakte bekend dat hij het regime al had veranderd zonder dat er een grondwetswijziging aan te pas was gekomen. Het moest nu alleen nog formeel vastgelegd worden.
De tweede illusie die mensen nu kwijt zijn, is dat Erdogan de Koerdische kwestie zou oplossen. De Koerden en de HDP hebben de afgelopen jaren de fout gemaakt om te geloven dat die kwestie opgelost kon worden door te onderhandelen met de AKP zonder te streven naar democratisering van Turkije als geheel. Om die onderhandelingen niet te verstoren, liet men de Gezi-opstand links liggen en greep men dus de kans niet om voorgoed af te rekenen met het regime van Erdogan. Nu rest de HDP niets anders dan samen met de rest van de linkse oppositie frontaal de strijd aan te gaan met de AKP. Alleen gezamenlijke linkse strijd van onderop kan een wezenlijke democratie teweeg brengen. Met moslimfundamentalisten kan je geen vrede sluiten, zo laat ervaring keer op keer zien.
Die andere belangrijke Koerdische politieke opponent, de gewapende organisatie PKK, zag helaas niet in dat de wapenstilstand in het nadeel werkte van de AKP. En dat de hervatting van de oorlog en het geweld in het oosten van Turkije ingezet zou worden in de nationalistische propaganda van de AKP. De linkse oppositie, inclusief de HDP, zagen door de oplaaiende oorlog hun bewegingsruimte ingeperkt. Zelfs de deelname van de HDP als enige andere partij in de voorlopige regering van de AKP kon dat tij niet keren.
Parlementair
De derde illusie was dat de hele oppositie, met naast de sociaal-democraten en de HDP ook buitenparlementair links, de focus volkomen richtte op de verkiezingen, terwijl meteen al duidelijk was dat Erdogan en zijn AKP lak hadden aan het parlementair-democratische systeem. Dat maakte de ontgoocheling na het verlies ook zo groot. En zelfs als ze gewonnen hadden, dan was het probleem blijven bestaan, omdat de AKP inmiddels zeer diep is genesteld in het staatsapparaat. Dat is ook te zien aan de oorlog en de aanslagen van het afgelopen half jaar. De AKP verslaan met verkiezingen was belangrijk geweest, maar verre van voldoende. De linkse oppositie heeft het nagelaten om een gezamenlijke strategie tegen de AKP te ontwikkelen buiten de verkiezingen om. En die partij heeft daar goed gebruik van gemaakt. Sowieso zou bij winst van de HDP en de sociaal-democratische CHP het vormen van een coalitie zeer problematisch zijn geweest. Ze zouden dan samen hebben moeten gaan regeren met de AKP of zelfs met de extreem-rechtse MHP. In beide gevallen een hopeloze missie, die ook nog eens een enorm gezichtsverlies voor beide progressieve partijen zou hebben betekend.
De linkse euforie na de vorige verkiezingen was van korte duur. De MHP wilde onder geen beding samenwerken met de HDP, en ook de pogingen van de CHP om samen met de MHP een minderheidscoalitie te vormen werden afgewezen. Ondertussen speelde de MHP bewust diverse keren de AKP in de kaart door strategisch in te zetten op voortzetting van de AKP-regering, zoals bijvoorbeeld bij de verkiezingen van een parlementsvoorzitter. Toch ging er bij de CHP geen bel rinkelen dat de AKP en de MHP – dan niet op papier, maar in de realiteit al wel – ideologisch en strategisch gezien een coalitie vormden. De CHP ging tenslotte opnieuw in de fout door onderhandelingen te beginnen met de AKP voor een nieuwe regering. Zo kon die regeringspartij tijd rekken, naar buiten toe doen alsof ze serieus aan het onderhandelen waren, en nadat bleek dat het op niets uitliep nieuwe verkiezingen uitroepen. Prominente MHP-figuren stapten ondertussen over naar de AKP en extreem-rechtse stemmers schoven in de peilingen richting de AKP. Bij de recente verkiezingen won de AKP zo de stemmen die men de vorige keer verloren had aan de MHP weer terug. Al met al is de verkiezingstactiek van de CHP uitgelopen op een groot fiasco.
Gezi
De situatie voor links ziet er nu veel slechter uit dan een half jaar terug. De verkiezingen zijn een morele nederlaag voor heel links, dat moet wel duidelijk zijn. Wel is links een ervaring rijker. Er zijn fouten gemaakt waarvan geleerd kan worden. Wat niet vergeten moet worden, is dat de AKP zijn eerste nederlaag niet in het parlement heeft geleden, maar op straat, met de Gezi-opstand. En het is voor iedereen duidelijk dat de overwinning van de AKP met bloed besmeurd is en dat was je niet zomaar af. De partij kan moeilijk ontkennen dat haar overwinning te danken is aan het geweld van de jihadisten en van de Grijze Wolven van de MHP. Dat moet toch een eye-opener zijn voor alle liberalen, linkse intellectuelen en pseudo-socialisten die werkelijk geloofden dat Erdogan democratie zou brengen. De contouren van zijn coalitie zijn goed duidelijk geworden en links weet nu precies wie de vijanden zijn. Nu is het aan de oppositie om gelederen te sluiten en een tegenblok te vormen dat niet alleen in het parlement, maar vooral ook op straat de macht van de AKP af kan breken. Ongeveer tachtig procent van de Turken in Nederland hebben op de coalitie van AKP, MHP en jihadisten gestemd. We kunnen internationale solidariteit betonen met onze kameraden in Turkije door hier in Nederland nog nadrukkelijker de strijd aan te gaan met die hele nationalistische en moslimfundamentalistische AKP-kliek.
Bülent Yilmaz
Deze zinnen snap ik niet helemaal
Die andere belangrijke Koerdische politieke opponent, de gewapende organisatie PKK, zag helaas niet in dat de wapenstilstand in het nadeel werkte van de AKP. En dat de hervatting van de oorlog en het geweld in het oosten van Turkije ingezet zou worden in de nationalistische propaganda van de AKP.
Natuurlijk was de wapenstilstand in het nadeel van de AKP. Dat is de reden dat de hervatting van het geweld op instigatie van de AKP is geschied. De PKK heeft daarop gereageerd met tegengeweld, ook wel zelfverdediging genoemd, maar hadden ze zich dan moeten laten afslachten?
Hai 6822,
Het is niet juist dat PKK zich beperkte tot zelfverdediging. Anders was effect van de oorlogsverklaring van Erdogan tegen de Koerden wel heel anders geweest, vermoed ik. Ik leg hier de nadruk op Koerden. Want door deze tactische fout van de PKK werd deze oorlog door Erdogan gepropageerd als een oorlog tegen de PKK terwijl de HDP het eigenlijke doelwit was. Erdogan zag heel goed in dat de groeiende populariteit van de HDP in het westen van Turkije uiteindelijk zijn ambities zou gaan ondermijnen. Er was een sfeer van optimisme ontstaan t.o.v. de Koerdische kwestie en de HDP. De HDP kreeg ook steun van Turkse kiezers in het westen. Ze kregen zelfs in gebieden waar nationalisme van oudsher sterk is, de gelegenheid om hun verhaal te doen, ze kregen meer ruimte voor propaganda. Het enige wapen dat de AKP nog had om de groeiende sympathie voor de HDP te doen stoppen was een oorlog beginnen met de PKK. De PKK had, om de tactiek van de AKP te ontmaskeren en deze uiteindelijk te doen mislukken, zich inderdaad moeten beperken tot zelfverdediging. De PKK reageerde echter meteen met een tegenaanval en in korte tijd vielen aan beide zijden tientallen doden. De PKK had ook geen oren naar vredesinitiatieven die opriepen tot een staakt het vuren, om te stoppen met geweld en oorlog, en zelfs pogingen vanuit de HDP om tot een staakt het vuren te komen werden door de PKK genegeerd. Pas vlak voor de verkiezingen kondigde de PKK een eenzijdig staakt het vuren aan. Maar het was al veel te laat. Er waren in 6 maanden meer dan 500 doden gevallen. De media, die grotendeels in handen zijn van de AKP, gebruikten beelden van gesneuvelde soldaten als propaganda om nationalisme weer aan te wakkeren, om mensen die snakken naar rust en veiligheid weer naar de AKP te trekken. De HDP en andere politieke partijen konden door oorlog en geweld geen normale verkiezingscampagne voeren.
Dank voor je uitleg. Toch zit het zinnetje me dwars en dat komt door meer dan alleen het niet willen oordelen vanuit mijn spreekwoordelijke luie stoel.
Je rept zelf al over een tegenaanval. Nou begrijp ik dat je zelfverdediging in gradaties hebt en dat zelfs de tegenaanval als verdediging nog gradaties heeft, maar toch is het verdediging. En vergeet daarbij niet de bombardementen die de Turkse luchtmacht al langer dan tijdens dit nieuw ontstane geschil uitvoert op stellingen van bijv. het YPG.
Ik begrijp het strategische oogpunt van waaruit jij het bekijkt en afkeurt. Maar toch….