Vernederde Leidse dwangarbeider protesteert tegen korting op uitkering

Logo van het Leidse dwangarbeidcentrum.
Logo van het Leidse dwangarbeidcentrum.
De 53-jarige dwangarbeider Achmed, zijn vrouw Marianne en hun kinderen zijn met honderd procent gekort op hun bijstandsuitkering. Ze zouden namelijk hebben geweigerd om deel te nemen “aan een specifiek op arbeidstoeleiding gericht project”. Samen met Doorbraak en advocaat Marc van Hoof maken Achmed en Marianne bezwaar tegen het afpakken van hun inkomen.

In een hemeltergend gesprek met reïntegratieconsulente Angelique van Delft kreeg Achmed enige tijd geleden te horen dat hij met tien procent gekort zou gaan worden op zijn uitkering. Hoewel hij zich nadrukkelijk beschikbaar stelde voor reïntegratie-activiteiten, vond Van Delft toch dat hij zich onwillig gedroeg. Een bij het gesprek aanwezige Doorbraak-activist was er getuige van hoe respectloos en kleinerend de ambtenaar de werkloze behandelde. Amper een week later ontving Achmed een gemeentelijke brief waarin werd gemeld dat hij zelfs was gekort met honderd procent, voor één maand. Zo zet de gemeente de bestaanszekerheid van een heel gezin op het spel.

In het bezwaarschrift dat de advocaat daarop namens Achmed en Marianne naar de gemeente stuurde, wijst hij erop dat Achmed volgens de gemeentelijke regels maar maximaal zes weken in het dwangarbeidcentrum van de DZB hoeft te werken. Na die zes weken dient er een plan te worden gemaakt dat hem op weg helpt naar betaald werk. Maar evenals heel wat andere werklozen die hem voorgingen, werd ook Achmed er door reïntegratie-ambtenaren toe gedwongen om voor onbepaalde tijd dwangarbeid te doen. Op de twee afspraken- en voorwaardenformulieren die hij bij twee verschillende ambtenaren heeft moeten ondertekenen, wordt er geen einddatum van zijn dwangarbeid vermeld. Zo kan hij dus worden verplicht om in principe tot aan zijn pensioen onbetaald te werken voor zijn uitkering. Omdat dergelijke standaardformulieren ook bij andere werklozen worden gebruikt, lopen zij al sinds de opening van het dwangarbeidcentrum in 2011 hetzelfde risico.

Schuursponsjes

Achmed heeft sinds de zomer van 2012 een bijstandsuitkering. Zijn advocaat vraagt zich in zijn bezwaarschrift af waarom hij nog steeds verplicht onbetaald werk zou moeten doen, omdat hij de termijn van zes weken dwangarbeid al heeft voltooid. Achmed heeft “geen lange afstand tot de arbeidsmarkt”, want hij heeft ruim dertig jaar hard gewerkt. Maar op straffe van verlies van inkomen wordt hij toch verplicht om in het dwangarbeidcentrum stickers te plakken, schuursponsjes in zakjes te doen en schroefjes te wegen. Het valt volgens zijn advocaat niet in te zien waarom dat soort simpel productiewerk voor hem “de beste opmaat” zou zijn “om terug te keren naar de arbeidsmarkt”. Achmed heeft behoefte aan taalles en aan hulp bij het schrijven van sollicitatiebrieven. Dat heeft hij meerdere keren aan Van Delft laten weten. Maar daar bleek ze hem niet bij te willen helpen, zo is de ervaring van Achmed.

Verder wil zijn advocaat weten wat de gemeente verstaat onder “een specifiek op arbeidstoeleiding gericht project”. “Arbeidstoeleiding is immers een zeer breed begrip, en betekent alle activiteiten die gericht zijn op het vinden van een betaalde baan”, schrijft hij. Hij wijst er ook nog op dat in de Maatregelenverordening van de gemeente Leiden de veronderstelde weigering van een bijstandsgerechtigde om mee te werken aan zijn reïntegratie volgens de ene bepaling bestraft wordt met tien procent korting op de uitkering en volgens een andere bepaling met honderd procent. Die verordening leidt zo tot “willekeur”, aldus de advocaat, die inmiddels bij de rechter wegens het spoedeisende belang van de zaak om “een voorlopige voorziening” heeft gevraagd.

Achmed was zo gestresst geraakt door het contact met zijn reïntegratieconsulente dat hij haar verzocht om een andere ambtenaar te krijgen. Toen hij op dat verzoek eerst geen antwoord kreeg, stuurde hij een herinneringsmail. Daarop werden hij en zijn vrouw uitgenodigd voor een gesprek met de twee vertrouwenspersonen die binnen de DZB zijn aangesteld voor bijstandsgerechtigden. Later adviseerde een van de vertrouwenspersonen hem om “weer rustig aan het werk te gaan”, als de problemen met zijn reïntegratie-ambtenaar zouden zijn opgelost. Hij zou bij de DZB dus “rustig” dwangarbeid moeten blijven doen. Maar de gemeente mag hem helemaal niet tot dat werk verplichten, als het langer duurt dan zes weken. Het valt te hopen dat dat nu eindelijk eens tot de bovenkamers van alle gemeente-ambtenaren doordringt. Inmiddels hebben Achmed en Marianne een andere reïntegratieconsulent toegewezen gekregen.

LET OP: DEZE RECHTSZAAK GAAT NIET DOOR! MEER NIEUWS VOLGT BINNENKORT

De zaak van Achmed en Marianne zal op 23 juli vanaf 10:10 uur worden behandeld tijdens een zitting van de rechtbank aan de Prins Clauslaan 60 in Den Haag. Je bent van harte welkom om hen te komen steunen.

Achmed en Marianne zijn schuilnamen.

Harry Westerink