Vrijwilligerswerk mag geen dwangarbeid zijn

Je bent vrij om onder de brug te gaan slapen...
Je bent vrij om onder de brug te gaan slapen…

Wie verplicht wordt om te werken voor een uitkering, krijgt geen salaris. Nu al worden werklozen die in principe wel kunnen werken, verplicht om dwangarbeid te verrichten. Dat systeem bestaat in vrijwel alle gemeenten. Per 1 juli 2014 wordt “de tegenprestatie” waarschijnlijk in alle gemeenten ingevoerd. Dan worden ook werklozen of arbeidsongeschikten die niet kunnen werken of waarvan duidelijk is dat ze nooit meer betaald werk zullen verrichten, gedwongen om ‘iets’ terug te doen voor hun uitkering.

De klantmanagers van de werklozen wijzen aan waar ze welk werk moeten gaan doen. Ze hebben geen keus en kunnen niet weigeren. De gemeente bepaalt, zo komt het in de wet te staan. Als de werkloze weigert, kan zijn uitkering worden stopgezet en dan mag hij in alle vrijheid verhongeren onder de brug.

Vernederend

Deze vormen van arbeid zijn in strijd met het verbod op dwangarbeid, zoals gedefinieerd in internationale verdragen. Veel bijstandsgerechtigden worden in allerlei gemeenten onder slechte voorwaarden tewerkgesteld in vernederende disciplineringsprojecten. Daar moeten ze onder slechte arbeidsomstandigheden veel te veel uren zware monotone arbeid verrichten. Sommige wethouders geven openlijk toe dat ze de werklozen als spotgoedkope arbeidskrachten willen gebruiken om de bezuinigingen op te vangen.

Dat leidt er uiteindelijk toe dat salarissen worden verlaagd, omdat gewone arbeiders moeten concurreren met dwangarbeiders die voor de bazen gratis zijn. Mensen met een baan worden ontslagen, omdat hun werk wordt gedaan of kan worden gedaan door dwangarbeiders met een uitkering. Dat heet verdringing. Een voorbeeld is een grote GGZ-instelling, die de betaalde krachten in een flexpool voor receptiewerk vervangt door dwangarbeiders met een participatieplaats.

Verder hebben dwangarbeiders geen arbeidsrechten, zoals een arbeidscontract, een cao of een pensioenopbouw. Dus ook al werken ze, toch worden ze niet behandeld als werkenden in loondienst met de daarbij behorende rechten, maar als rechteloze werklozen. Bovendien zijn ze niet verzekerd voor de sociale verzekeringswetten. Dus als de dwangarbeiders ziek worden, of als er een bedrijfsongeluk plaatsvindt, dan zijn ze niet verzekerd. Als ze door het bedrijfsongeval arbeidsongeschikt worden, dan krijgen ze geen ziektewetuitkering, maar zijn ze hun hele verdere leven aangewezen op de bijstand.

Stigmatisering

Veel bijstandsgerechtigden die nooit meer betaald werk zullen verrichten, doen al zelfgekozen zinvol vrijwilligerswerk dat op hun mogelijkheden is afgestemd. Waarom dan de invoering van een door de gemeente te bepalen generieke verplichte tegenprestatie zonder onderscheid des persoons voor mensen die nooit meer betaald werk zullen verrichten? En nog wel op straffe van uitsluiting uit de uitkering gedurende een langere periode? Het nieuwe wetsvoorstel van PvdA-staatssecretaris Jetta Klijnsma, waar de tegenprestatie deel van uitmaakt, gaat uit van een vooral op het rechtse politieke spectrum heersend diep ingekankerd wantrouwen jegens “de bijstandstrekkers”, die worden gestigmatiseerd als nietsnutten, klaplopers en fraudeurs. Beleidsmakers vinden bijstandsgerechtigden in het algemeen erger dan frauderende bankiers die miljoenen achterover drukken ten koste van de gemeenschap.

Aan het daadwerkelijk scheppen van voor mensen geschikte banen wordt bijna niets gedaan. De meeste werklozen willen dolgraag betaald werk. Werkloosheid is een gevolg van het tekort aan werkgelegenheid waardoor honderdduizenden geen perspectief meer hebben in hun leven, met op de achtergrond de dreiging om dakloos te worden en geen eten meer te hebben. Daardoor zien arbeidsongeschikten en werklozen een groot zwart gat voor zich opdoemen met alle ellendige gevolgen van dien.

Piet van der Lende
Dit artikel verscheen in een wat andere versie eerder in het Brabants Dagblad.