Zonder papieren: ziekmakende bureaucratie
Fethullah, een vluchteling zonder verblijfsrecht, heeft al enige jaren knieklachten. Tijdens een aantal orthopedische behandelingen blijkt dat hij blijvend kruisbandletsel heeft. Zijn huisarts zegt dat hij daaraan echt geopereerd moet worden. Gewapend met een verwijsbrief bezoekt Fethullah vervolgens het inloopspreekuur van De Fabel van de illegaal, een illegalensteungroep in Leiden. Daar maakt een medewerkster voor hem een afspraak bij het Leidse Diaconessenziekenhuis. Maar dan zegt dat ziekenhuis dat hij wel alle operatiekosten zelf moet betalen. Men heeft namelijk geen contract afgesloten met het College van Zorgverzekeringen (CVZ). Dat is de uitvoerende instelling van de nieuwe financiële regeling voor medische zorg aan illegalen, die begin 2009 is ingegaan. Het ziekenhuis kan zodoende de kosten van deze “planbare zorg” niet declareren bij dat college. Bij navraag blijkt dat geen enkel Leids ziekenhuis zo’n contract heeft met het CVZ. Leidse illegalen moeten hun zorg dus maar in ziekenhuizen buiten Leiden gaan zoeken.
De Fabel-medewerkster neemt vervolgens contact op met het CVZ en vraagt welk ander ziekenhuis in de regio dan wel een contract afgesloten heeft. Genoemd wordt het Medisch Centrum Haaglanden (MCH) in Den Haag. Daarop schrijft Fethullahs huisarts een nieuwe verwijsbrief. Maar wat blijkt tijdens het maken van een afspraak? Ook bij het MCH moeten illegalen zelf opdraaien voor de kosten. Hoewel Fethullah uitlegt dat hij geen geld heeft, weigert het MCH hem te helpen. Opnieuw belt de Fabel-medewerkster naar het CVZ. Dat college legt uit dat ziekenhuizen weliswaar verplicht zijn om een financiële bijdrage te vragen van de onverzekerbare illegale patiënt, maar dat dat geen motief mag zijn om niet te helpen. Wel mag een ziekenhuis na onderzoek van de patiënt bepalen dat de zorg “niet noodzakelijk genoeg” is. Maar aan zo’n onderzoek is Fethullah niet eens toegekomen.
De polikliniek orthopedie van het MCH blijkt sowieso helemaal niets van de CVZ-regeling af te weten. En van een contract met het CVZ dus ook niet. Een afspraak maken voor een behandeling blijkt simpelweg onmogelijk. En dat is ook volkomen logisch, volgens een uiterst onvriendelijke medewerkster van de polikliniek. “Ik ga ook niet naar het buitenland om me als illegaal gratis te laten opereren!”, merkt ze nijdig op, zonder ook maar iets te weten van Fethullahs moeilijke leven als afgewezen vluchteling. Na veel telefoontjes, gezeur en gedoe meldt de MCH-debiteurenafdeling dat “meneer” eerst een bewijs van “een instantie, bijvoorbeeld een advocaat” moet overhandigen aan het ziekenhuis om aan te tonen dat hij geen geld heeft. Fethullah moet dus een advocaat gaan lastig vallen met de vraag om op papier te zetten wat hij zelf al talloze malen heeft verklaard. Maar veel illegalen hebben geen advocaat en geen geld om er een te betalen. En wat zegt zo’n verklaring nu eigenlijk? Maar door deze irritante paternalistische en bureaucratische aanpak loopt Fethullah nog steeds met flinke pijn in zijn knie rond. De Fabel blijft zich inzetten om deze door het ziekenhuis opgelegde bewijslast van tafel te krijgen.
Harry Westerink