Strijd van onderop beloond
De schoonmakers hebben hun zin gekregen. Dat is de belangrijkste conclusie die links zou moeten trekken uit de nieuwe cao die ze hebben bevochten. Door te strijden hebben de schoonmakers nu 10 euro per uur, een betere reiskostenregeling, taalcursussen in werktijd voor wie daar behoefte aan heeft, en bovendien een cao waar dat in begrijpelijke termen in staat.
De komende maanden zullen de organisers van FNV Bondgenoten trainingen geven aan werkers in de schoonmaak, om te zorgen dat de zelforganisatie van de schoonmakers sterk blijft en zij zélf kunnen zorgen dat de gemaakte afspraken ook worden nageleefd.
Het is in de eerste plaats een overwinning dat er nu een cao is waarin aan alle eisen van de schoonmakers wordt voldaan. Veel belangrijker is het dat met deze campagne een bres is geslagen in de poldercultuur die Nederland, als het gaat om arbeidsverhoudingen, ‘rijk’ is. Er lijkt een begin aan te komen van een besef dat rechten niet zonder strijd tot stand komen, danwel behouden blijven, kortom een besef van de belangentegenstellingen tussen bazen en werknemers.
Maar zoals bij elke stap in de strijd voor een betere wereld, moet men zich ook bij deze vragen durven te stellen. Allereerst geldt de nieuwe cao voor alle 135.000 schoonmakers in Nederland. Maar slechts zo’n 150 tot 200 daarvan zijn actief betrokken geweest bij de totstandkoming ervan. Wat zegt dit over de strijd?
De cao geldt voor twee jaar en met de duidelijke bewoording zal er weinig manouvreerruimte zijn voor de individuele bazen. Dat de schoonmakers op hun rechten worden gewezen is ook alleen maar voordelig, gezien het feit dat het velen aan strijdervaring ontbreekt. De logische conclusie is dat er nog veel te winnen valt, maar dat de kiemen van een omslag bínnen de vakbond zich hebben getoond in de campagne én zijn uitkomst.