Ook werklozen met een WW-uitkering worden aan de dwangarbeid gezet

Logo.
Logo.
In de op stoom komende campagne tegen dwangarbeid voor werklozen en het aan de kaak stellen van misstanden in dat kader hebben we tot nu toe vooral gekeken naar de positie van bijstandsgerechtigden en onze pijlen gericht op de gemeenten. Daardoor is in mijn ogen de dwangarbeid die WW-ers soms moeten verrichten een beetje onderbelicht gebleven. Want WW-ers hebben te maken met de dwangarbeiderswet PAWA.

Velen hebben nog niet van deze wet gehoord, denk ik. Dat is geen wonder. Weliswaar heeft de wet, voordat hij werd ingevoerd, wel tot verontruste geluiden en publiciteit geleid, maar werd hij toch geruisloos aangenomen door de Tweede Kamer. Daarna werd er lange tijd niets meer van vernomen. De reden voor die stilte is dat het UWV de wet in eerste instantie nauwelijks uitvoerde. Op de UWV-website staat daarover het volgende. “UWV mag langdurig werklozen verplichten te solliciteren op een baan onder het niveau van hun vorige baan of opleiding, maar vanwege de crisis gebeurde dit nog niet of nauwelijks. Doordat de werkloosheid het afgelopen jaar sterk steeg, moesten alle zeilen bijgezet worden om deze instroom te verwerken.” Het UWV legt uit waarom de wet PAWA nu wel uitgevoerd gaat worden. “Nu de ergste crisis achter de rug lijkt, gaan we ons weer meer richten op mensen die langer dan een jaar werkloos zijn.” Hoe de ergste crisis achter de rug kan zijn bij het huidige recordaantal werklozen dat naar verwachting ook nog gaat stijgen, dat is uiteraard een groot raadsel. Hoe dan ook, de laatste tijd komen bij de Amsterdamse Bijstandsbond de eerste klachten binnen van WW-ers die met de wet PAWA te maken hebben. Straks iets over die klachten. Eerst is het tijd voor een korte uitleg van de wet.

Wet PAWA

Wie werkloos wordt, ontvangt een WW-uitkering die afhankelijk is van leeftijd en arbeidsverleden en moet zich inschrijven bij het UWV-werkbedrijf. In het eerste jaar mag de werkloze vasthouden aan het zoeken naar werk op het niveau van zijn laatste betrekking. Na drie maanden beoordeelt de werkcoach of de werkloze voldoende zijn best heeft gedaan om op dat niveau aan het werk te komen. Dat noemt men “de poortwachterstoets”. Heeft de werkloze volgens de werkcoach onvoldoende zijn best gedaan, dan kan hij een korting krijgen. Sinds 1 juli 2009 geldt voor de werkloze die minstens een jaar onafgebroken werkloos is geweest, de wet PAWA, wat staat voor Passend Werk Aanbod. Wat is in het kader van de wet PAWA passend? Het antwoord: alles is passend voor iedereen. Er wordt niet meer gekeken naar het opleidingsniveau van de werkloze en ook de laatst genoten inkomsten uit werk zijn niet meer van belang. Bovendien mag het loon van nieuw werk lager zijn dan de WW-uitkering. De werkloze kan dus tot werk worden verplicht waarmee hij minder inkomen krijgt dan met zijn uitkering. Wel kan het UWV in sommige gevallen het verschil tussen het loon en de WW-uitkering vergoeden. Volgens de wet PAWA mag het UWV de werkloze minstens twee banen aanbieden die aan de nieuwe normen voldoen. De werkloze is verplicht om dat aanbod te aanvaarden. Weigering kan leiden tot uitsluiting van de WW-uitkering. Ook tijdelijk werk via een uitzendbureau moet worden geaccepteerd. Banen met een reistijd van meer dan drie uur moeten al na een half jaar WW-uitkering worden geaccepteerd. Zo kunnen werklozen zich gedwongen zien om in verband met werk te verhuizen naar een heel andere streek van Nederland.

Het UWV beweert dat men de wet PAWA soepel uitvoert. Naar eigen zeggen zou men rekening blijven houden met het opleidingsniveau, de mogelijkheden van de werkloze, en zijn sociale omstandigheden en eventuele belemmeringen. Uit de klachten die bij de Bijstandsbond binnenkomen, blijkt echter dat er sprake is van dwangarbeid onder slechte omstandigheden, mogelijk gemaakt door de wet PAWA. Vaak is er een uitzendbureau of particulier reïntegratiebedrijf in het spel. De werkloze wordt dan bijvoorbeeld voor negen maanden aangenomen, waarbij hij de eerste drie maanden werkt met behoud van WW-uitkering. Het gaat vaak om zeer slecht betaalde banen, waarbij de WW-uitkering van de werkloze moet worden aangevuld, omdat hij anders onder het sociale minimum komt. Die aanvulling doet zich bijvoorbeeld voor bij deeltijdwerk. De WW-er is dan voor een deel werkloos en voor een deel aan het werk. Hij blijft dus afhankelijk van de uitkering en van een werkcoach of begeleider van het uitzendbureau. Als de werkloze niet doet wat ze zeggen, dan komt zijn WW-uitkering in gevaar. Dat zet de deur wagenwijd open naar misbruik.

Een voorbeeld

Een voorbeeld uit de praktijk illustreert dat. Een vrouw heeft drie jaar op Schiphol gewerkt en is daarna in de WW terechtgekomen. Na een jaar WW werd ze door het UWV opgeroepen voor een informatie- en matchbijeenkomst in het kader van de wet PAWA. Dat leidde ertoe dat ze op basis van een nulurencontract ging werken voor een uitzendbureau dat huishoudelijk medewerkers in de thuiszorg uitzendt. Ze verdiende bij dat uitzendbureau iets meer dan 9 euro bruto per uur en kreeg nauwelijks een reiskostenvergoeding, hoewel ze op basis van het nulurencontract heen en weerk moest reizen van de ene kant van Amsterdam naar de andere, bij 10 cliënten in de week. In de praktijk werkte ze daardoor wel 20 uur in de week, maar kwam ze toch niet verder dan een salaris van ongeveer 720 euro bruto. En dan moesten van het netto bedrag dat overbleef ook nog de reiskosten eraf. Ze kreeg dan ook een aanvullende WW-uitkering. Het ging in eerste instantie om een contract voor zes maanden. Ze was op het aanbod ingegaan, omdat men bij het UWV tegen haar had gezegd: “Je WW loopt door, dus dat is geen probleem. Het is een reïntegratietraject om te kijken of het wat voor je is. Zo niet, dan kijken we verder.” De vrouw werkte zich bijna kapot. Ze kreeg dikke opgezette handen door het schoonmaakwerk, maar ze wilde erg graag werken en zette stug door.

Tot begin 2013. Het oude contract liep af en ze kreeg opnieuw een contract aangeboden, weer een oproepcontract voor zes maanden. De vrouw concludeerde dat de werkzaamheden niets voor haar waren. Ze werd er ziek van. Bovendien liep het aantal uren dat ze werkte terug. Ze wilde geen nieuw contract, want dat bood haar geen perspectief. Tot in lengte van dagen zwaar werk doen met een aanvullende uitkering en afhankelijk zijn van het UWV, zolang de WW-uitkering zou doorlopen. En geen vast contract met een behoorlijk loon waar ze van zou kunnen leven. Dat wilde ze niet. Bovendien lag het uurloon in het nieuwe contract iets lager dan in het oude. Het UWV dreigde: “Als je het niet doet, dan krijg je problemen met je WW. Hou er rekening mee dat wij zullen zeggen dat je ontslag hebt genomen, dus dat je verwijtbaar werkloos bent. Dan word je uitgesloten van de WW-uitkering.” Daarop stapte de vrouw naar het spreekuur van de Bijstandsbond. Wij adviseerden haar om zich ziek te melden. De vrouw was aan het eind van haar Latijn. Ze had steeds maar voortgeploeterd, bang als ze was om haar WW-uitkering te verliezen. Bovendien wilde ze bewijzen dat ze graag wilde werken.

Klachten

Uit het verhaal van de vrouw bleek dat haar contacten met het UWV moeizaam verliepen. Als ze vragen had, bijvoorbeeld over het nieuwe contract, dan werd tegen haar gezegd: “Hierover corresponderen gaat alleen via de werkmap op de website.” Na verloop van tijd werd duidelijk waarom de hoeveelheid werk voor haar afnam. Bij het uitzendbureau gingen namelijk ook bijstandsgerechtigden met behoud van uitkering aan de slag, en nieuwe werkende werklozen met een aanvullende WW-uitkering. Daardoor was er minder werk voor iedereen. Dat had ook gevolgen voor de dienstverlening. De mensen die verzorgd moesten worden, kregen hun hulp niet meer. De arbeidskrachten meldden zich soms ziek en er kwam dan geen vervanging. Sommige werkende werklozen kwamen om wat voor reden dan ook niet opdagen. De vrouw kwam bij mensen thuis die al langer geen verzorging meer hadden gehad. Het regende klachten over het tekortschieten van de zorg. Op het spreekuur van de Bijstandsbond zijn nog meer mensen langs geweest met kritiek op het UWV en op de dwangarbeid voor WW-ers. De vrouw uit het voorbeeld verdiende nog een loon, na een maand proeftijd. Maar het komt ook voor dat WW-ers onder dezelfde slechte voorwaarden de eerste drie maanden met behoud van uitkering moeten werken.

Piet van der Lende