Crisis in Bosnië-Herzegovina
Tuzla of zoutstad, de derde stad van Bosnië, was ooit de zoutmijn voor de ganse regio en een belangrijk industrieel knooppunt. In Tito’s Joegoslavië bezat de stad een belangrijk culturele status. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bevrijdden partizanen de stad en al in 1943 was het de grootste bevrijde plaats in Europa. Meša Selimović, een van de belangrijkste schrijvers uit het taalgebied en geboren in Tuzla had zich er net als veel andere inwoners van de stad aangesloten bij Tito’s partizanen. In 1990 was het de enige stad waar de nationalisten geen overwinning behaalden. Geen toeval dat enkele jonge beeldenstormers net hier in 1999 het internetportaal en radiostation fmjam.com uit de grond stampen. Een platform voor hip-hop muzikanten die radicaal breken met de oorlogsretoriek en turbofolk van hun ouders. Meest gedisciplineerde scheenschopper is Adnan Hamidović, artiestennaam Frenkie. Als een levend machinegeweer ratelt hij ondertussen al vijftien jaar teksten af gericht aan extremisten, populisten, religieuze leiders en al wie het wil horen. Een belangrijk imam noemt hij “de grootste showbizzster van Bosnië” en Wall Street is “een groot casino dat de wereld regeert”. In 2006, lang voor de Occupy-bewegingen ontstaan tracht hij een tegenstem te organiseren in de beweging Dosta!(Genoeg!), maar hij ergert zich mateloos aan de lethargie van de Bosnische jeugd die “liever in de tuin koffie zit te slurpen dan op straat te komen voor verandering”. Frenkie werkt samen met vredesactivisten en sociaal werkers en in zijn columns pleit hij voor dialoog tussen de verschillende bevolkingsgroepen. “Zolang men in angst leeft is er geen vrede. Maar de mensen moeten het zélf doen, politici en de high representatives kunnen het niet.”
Thomas Aumann in Crisis in Bosnië-Herzegovina (MO)