Nederlandse staat dreigt met deportatie vluchteling blind te maken

Koné met zijn zoontje.
Koné met zijn zoontje.

Niet alleen de vluchteling Diallo dreigt morgen naar Guinee te worden uitgezet. De Dienst Terugkeer en Vertrek (DTV) is ook van plan om aanstaande woensdag de ernstig zieke vluchteling Koné in dat land te dumpen, in het volle besef dat hij door gebrek aan medicijnen het levensgrote risico loopt om volledig blind te worden.

Koné heeft nog twee verblijfsprocedures lopen, een op medische gronden en een wegens verblijf bij zijn driejarige zoontje. Toch probeert de DTV voor de vierde keer om hem te deporteren naar Guinee. De derde keer mislukte, omdat de rechtbank net op tijd besliste dat hij zijn verblijfsaanvraag in Nederland mocht afwachten. Maar de IND vroeg daarop met succes aan dezelfde rechter of men hem alsnog mocht uitzetten. De rechtbank ging in zijn uitspraak voorbij aan een medisch rapport over Koné van Amnesty International en een pedagogisch rapport van de Groningse universiteit. De rechter beoordeelde de zaak niet inhoudelijk en gaf daarmee aan uitzetting belangrijker te vinden dan mensenrechten.

Oogdruppels

In drie maanden tijd heeft de DTV al vier keer geprobeerd om Koné uit te zetten, die in 2001 vanuit Guinee naar Nederland vluchtte. De eerste twee uitzettingen zijn uiteindelijk door de DTV zelf afgeblazen. De vluchteling heeft ernstige medische problemen waarvoor nog onderzoeken aan de gang zijn. Hij is blind aan één oog. Met het andere oog kan hij nog maar voor vijftig procent zien. Om het – toch al verminderde – zicht met dat oog nog te kunnen behouden moet hij dagelijks drie soorten oogdruppels gebruiken. Als hij dat niet doet, dan wordt hij ook aan dat oog volledig blind. Ook het Bureau Medische Advisering (BMA), het eigen adviesbureau van de IND waarop advocaten en steungroepen voor mensen zonder verblijfsrecht al jarenlang kritiek leveren, erkent dat. Maar volgens het BMA zouden de oogdruppels ook in Guinee verkrijgbaar zijn. Dat klopt niet, aldus de Stichting Noodopvang Dakloze Vreemdelingen Utrecht (SNDVU) die Koné ondersteunt. Want de Guinese apotheek waarnaar het BMA verwijst, heeft schriftelijk aan de SNDVU verklaard dat twee van de drie soorten oogdruppels niet beschikbaar zijn.

Koné zit al negen maanden opgesloten in een uitzetgevangenis, in Kamp Zeist. In die tijd is hij maar liefst drieëntwintig keer naar het ziekenhuis vervoerd. Zelfs op de dag dat de rechter besloot dat hij mag worden gedeporteerd, moest hij allerlei medische onderzoeken ondergaan en kreeg hij te horen dat hij op korte termijn geopereerd moet worden aan zijn mogelijke slaapapneu. Hoewel hij al weken bij de medische dienst van de gevangenis aangeeft dat hij steeds meer zwarte vlekken voor zijn oog ziet en ook pijn heeft, is hij sinds 3 december niet meer doorgestuurd naar een specialist. Daarover heeft hij geklaagd bij de medische dienst, de Inspectie Gezondheidszorg en het Meldpunt Vreemdelingendetentie.

Valse papieren

Net als bij de vluchteling Diallo twijfelen de ondersteuners van Koné sterk aan de geldigheid van het reisdocument waarmee de DTV hem wil deporteren. Dat document, het “titre de voyage”, is onder bijzonder dubieuze omstandigheden tevoorschijn gekomen. Medewerkers van de Guinese ambassade hebben Koné zelf verteld dat het document absoluut niet van hen afkomstig is en dat hij zelfs gevaar kan lopen als hij met een dergelijk papier wordt uitgezet. Ook tegenover een drietal medewerkers van de SNDVU hebben consul Touré en ambassadeur Sylla dat verklaard. Vermoedelijk gaat het dus om een vals document, waarmee de DTV eerder al vluchtelingen probeerde te deporteren. De Nederlandse staat neemt niet alleen willens en wetens het risico dat Koné blind wordt, maar brengt zijn leven nog meer in gevaar door te proberen om hem uit te zetten met valse papieren.

Als de staat de deportaties niet volgens de eigen regels kan laten plaatsvinden, dan doet men dat blijkbaar wel op een illegale manier. Maar ook zogenaamd legale uitzettingen zijn fundamenteel onrechtvaardig en gewelddadig. De Commissie Integraal Toezicht Terugkeer (CITT), die moet controleren of de staat zijn eigen deportatieregels naleeft, schrijft in zijn jaarverslag over 2012 dat “het uitzetproces in het algemeen en voor zover waargenomen humaan, integer en correct verloopt”. Niets is minder waar. De activiteiten van de deportatiemachine van de staat verlopen uit de aard der zaak juist mensonwaardig, frauduleus en corrupt. Er bestaat simpelweg geen “humane” of “beschaafde” deportatie, ook al willen beleidsmakers en politici ons dat maar al te graag op de mouw spelden.

Harry Westerink