Anatomie van het conspiratieve denken
Er is bij dit alles vrijwel geen systeemkritiek. Er is vooral het aanwijzen van de ultieme vijand. Dat heeft vaak tot gevolg dat er geen begin is van doordachte strategie om de heersers echt de voet eens dwars te zitten. Onthullen wat de vijand doet… maar hoe weet je dat de onthuller zelf niet voor de vijand werkt en alleen maar onthullingen doet om ons in de war te brengen? Met een almachtige vijand kan dat ook erg moeilijk want zijn wij dan ook niet compleet in de macht van die vijand? Het hele concept is geen recept tot strijd en verzet, maar een excuus voor passiviteit en eindeloze speculaties op internet over hoe machtig die vijand is, wat die vijand allemaal aan het uitvreten is, en ons af te vragen of X dan wel Y eigenlijk niet ook werkt voor de vermaledijde Illuminati is. Want dat is dus lastig: je weet nooit helemaal zeker of die vijand niet ook haar vermeende tegenstanders aan een touwtje heeft. Zo neemt ruzie tussen aanhangers van de verschillende conspiratie-goeroes – Alec Jones, David Ickes, de Hollandse mini-goeroe Martin Vrijland die in het conspiracy-wereldje zowel fanatieke adepten als furieuze vijanden heeft – nogal eens de vorm aan van de beschuldiging dat de ander stiekem de Illuminati dient, ‘gatekeeper’ is van de NWO of, jawel ‘eigenlijk’ gewoon een Zionist. Paranoia heerst, ook bij mensen die in gangbare klinische zin ‘gezond’ zijn. En als mensen breken met de ene goeroe, dan is er genoeg goedgelovigheid over om een andere goeroe het vertrouwen te schenken. Het zijn godsdienstige geschillen binnen een irrationele, als kritisch vermomde maar hoogst onkritische religieuze denkwereld. Dat er desondanks kritische en linkse mensen delen van dit vertoog accepteren en uitdragen, is helaas onmiskenbaar. Het klinkt ook best radicaal, die superelite die bevochten moet worden. En er is – naast het feit at de crisis uitbrak als bankencrisis waardoor het aanwijzen van een bankierskliek als boosdoeners relatief makkelijk was – nog een reden dat het conspiratieve denken om zich heen greep in kringen die zochten naar een radicaal antwoord op de crisis. Serieuze systeemkritiek van linkse en radicale strekking was nauwelijks voorhanden.
Peter Storm in “Anatomie van het conspiratieve denken”, deel 1, deel 2 en deel 3 (Ravotr)