Weerstand tegen controlestaat neemt toe
Eind november 2009 lanceerde de regering het plan voor rekeningrijden. Daarbij moet er in elke auto een GPS-kastje geïnstalleerd worden dat het aantal afgelegde kilometers nauwgezet bijhoudt. Het gros van autorijdend Nederland schreeuwt sindsdien terecht moord en brand. Men is bang om de privacy te verliezen. Ook andere privacybeperkende maatregelen liggen inmiddels onder vuur.
De laatste jaren zijn er onder het mom van de bestrijding van terrorisme, illegaliteit en criminaliteit allerlei maatregelen ingevoerd die de privacy ondermijnen, hoewel dat toch een grondrecht is. Daarbij kan gedacht worden aan de Koppelingswet, de legitimatieplicht, het alom aanwezige cameratoezicht, het biometrische paspoort, de OV-chipkaart, de verplichte afname van DNA en de bewaarplicht voor telecombedrijven. Al deze gegevens worden door de overheid aan elkaar gekoppeld en opgeslagen in digitale databases. De voormalige Oost-Duitse Stasi zou er de vingers bij aflikken.
Rekeningrijden
De maatregelen werden tot voor kort vrij geruisloos ingevoerd. Afgezien van protesten van enkele linkse politieke partijen, burgerrechtengroeperingen en het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), kraaide er geen haan naar. “Zolang je niets te verbergen hebt, is er toch geen probleem”, was het credo. Maar de overheid heeft met het rekeningrijden nu autominnend Nederland de gordijnen ingejaagd. Autorijders zitten er niet op te wachten dat de overheid al hun bewegingen nauwlettend volgt en centraal opslaat. Minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin probeert de boel te sussen. Alleen in het geval van zware vergrijpen zouden politie en Justitie toegang tot de gegevens uit het kastje kunnen krijgen. Maar de geschiedenis leert dat de overheid de bevoegdheden altijd oprekt en dat iedereen moet vrezen voor een inbreuk op de privacy. Vooral de Telegraaf en de VVD keren zich tegen het rekeningrijden. Het doet natuurlijk wel wat bizar aan dat juist zij daarbij hameren op de privacy. Beide hebben zich immers nog nooit bijzonder bekommerd om de inperking van de privacy, integendeel. Enig opportunisme is hen dan ook niet vreemd.
Vingerafdrukken
Ook de opname van digitale vingerafdrukken in het paspoort leidde onlangs tot het nodige rumoer. Een actiegroep verspreidde namelijk in diverse steden op grote schaal huis-aan-huis-folders. Het ging om nepfolders die sterk leken op die van de overheid zelf. Daarin werd gemeld dat burgers gratis hun burgerservicenummer op hun arm konden laten tatoeëren. Dat zou identificatie een stuk makkelijker maken. De actie beoogde de burger te confronteren met de risico’s van de opslag van vingerafdrukken in een centrale database. En de actievoerders wilden een brede discussie aanwakkeren over het nut en de juridische legitimiteit van de database en de toenemende verzameldrift van de overheid in het algemeen. Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Ank Bijleveld zat vanzelfsprekend niet te wachten op zo'n discussie, en bestempelde de folder wegens associaties met de Shoah als “smakeloos”. Ze deed aangifte tegen de makers ervan. Die aangifte is kansloos, omdat het een persiflage betreft. Op internet-fora veroorzaakte de folder veel ophef. Een enkeling noemde de associatie met de Shoah ongepast, en daar zit ook wel iets in. Maar de meeste mensen, zelfs die op rechtse websites als de Telegraaf, begrepen de intenties van de actievoerders dondersgoed en gaven uiting aan hun afschuw over de doorgeslagen controledrift van de overheid.
Afluisterpraktijken
In november werd er in de Tweede Kamer ook gedebatteerd over de afluisterpraktijken van de staat. Daarbij bleek dat het Openbaar Ministerie in 2008 maar liefst 26.425 telefoonnummers heeft laten afluisteren. Dat kwam neer op een gemiddelde van 1.946 taps per dag. In de eerste helft van 2009 tapte de staat gemiddeld zelfs 2.254 telefoonnummers per dag. Overigens zijn de taps van inlichtingen- en veiligheidsdiensten als de AIVD nog niet eens in de cijfers opgenomen. Deze aantallen taps zijn veel hoger dan in buurlanden. België luisterde in 2008 bijvoorbeeld in totaal 3.603 telefoonnummers af en het Verenigd Koninkrijk 1.881. In heel de VS werd er slechts 2.208 keer getapt. Nederland is daarmee wereldkampioen afluisteren, en dat is niet iets om trots op te zijn. Voorafgaand aan het debat stuurde de privacywaakhond Bits of Freedom (BoF) een brief aan de Tweede Kamerleden. Daarin stelde de organisatie dat “het Nederlandse aftapbeleid schadelijk is voor de privacy, de rechtsstaat en de veiligheid”. De Kamerleden moeten het beleid dan ook “op de schop nemen”, aldus BoF. Een aantal politieke partijen zette tijdens het debat grote vraagtekens bij de afluisterpraktijken. Maar minister Hirsch Ballin lijkt van geen wijken te weten. Hij wil enkel een onderzoek starten naar de effectiviteit van de taps.
Elektronisch patiëntendossier
Ook de invoering van het elektronisch patiëntendossier (EPD) ligt weer onder vuur. Uit uitgelekte notulen blijkt dat de computersystemen van ziekenhuizen onvoldoende beveiligd zijn tegen hackers. Zo zouden alle gegevens van patiënten op straat kunnen komen te liggen. Daarbovenop krijgen maar liefst 500 duizend zorgverleners toegang tot het EPD. Die kunnen dus alle gegevens van alle patiënten in Nederland inzien en dat garandeert misbruik. Na invoering van het EPD zal het hoogstwaarschijnlijk een paar uur duren voordat een van de pasjes en pincodes om in het systeem te kunnen inloggen in verkeerde handen valt. Gezien alle risico’s hebben Nederlandse huisartsenverenigingen inmiddels aan minister van Volksgezondheid Ab Klink gevraagd om voorlopig van het systeem af te zien. Maar die houdt vooralsnog voet bij stuk. De invoering van het EPD moet nog door de Eerste Kamer geloodst worden. Meerdere senatoren dreigen het wetsvoorstel hun steun te onthouden, mede omdat huisartsen het praktisch onuitvoerbaar vinden.
Gerrit de Wit