Hoe een Afro-Amerikaanse soldaat tijdens de Tweede Wereldoorlog grafdelver werd in Zuid-Limburg
Het boek “Van Alabama naar Margraten” vertelt het verhaal van de zwarte Amerikaanse soldaat Jefferson Wiggins, die tijdens de Tweede Wereldoorlog als grafdelver werkte op de oorlogsbegraafplaats in Margraten. De auteur van het boek, Mieke Kirkels, wil vooral duidelijk maken welke belangrijke rol Afro-Amerikaanse soldaten in die oorlog hebben gespeeld. Een rol die in de geschiedschrijving veelal werd genegeerd en daardoor onderbelicht is gebleven.
In 1942 meldde de toen vijftien- of zestienjarige Jeff zich aan bij het Amerikaanse leger. Hij woonde op dat moment met zijn familie in het racistische Dothan in Alabama. Jeff had nooit eerder overwogen om bij het leger te gaan, maar het vooruitzicht van drie maaltijden per dag, zorg bij ziekte en 21 dollar per maand trok hem aan. Jeff en zijn familie woonden op een katoenplantage waar ze lange dagen werkten. Hij had geen mogelijkheid om naar school te gaan. Ook was er het voortdurende gevaar van de Ku Klux Klan (KKK).
Brandend kruis
Toen Jeff zeven jaar oud was, dreigde de extreem gewelddadige en racistische KKK zijn vader Clem iets aan te doen. Hij zou een baal katoen hebben gestolen. In werkelijkheid zat dat verhaal anders in elkaar. De arbeiders kregen een deel van de opbrengst van de katoenverkoop. De plantage-eigenaar vond de marktprijs echter te laag, en wilde wachten met het verkopen van de balen katoen. Arbeiders kregen helemaal niets betaald, en het gezin Wiggins leed daardoor honger. Vader Clem besloot daarom zelf een baal katoen te verkopen en kon met dat geld eten bemachtigen voor het gezin. Dat leidde tot repressie van de KKK. Jeff zegt daarover: “Ik denk dat het kort na middernacht was. Het was een groep van zo’n veertig man. Ze liepen gewapend heen en weer voor ons huis. Mijn oma Dawson ontdekte het toen ze geluiden hoorde die ze niet vertrouwde. Ze zag dat de Klan-leden een groot brandend kruis hadden opgericht. Ze deed de deur dicht en maakte mijn vader wakker. Die verliet het huis bliksemsnel via de achteruitgang.” De KKK had heel veel macht, en zwarte Amerikanen leefden in voortdurende angst. Ze voelden zich verplicht om te leven volgens de ‘Klan-regels’ en durfden nooit openlijk over deze groep racisten te praten. “Als je het al over de Klan had, was dat op fluistertoon. Niemand wist wie erbij hoorde. Nooit was er een openlijke uiting van verontwaardiging, want de gevolgen daarvan konden vreselijk zijn.”
Gescheiden legers
Zonder zijn ouders op de hoogte te stellen, meldde Jeff zich aan bij het leger. Eigenlijk was hij daar nog te jong voor. Daarom loog hij op het aanmeldingsformulier dat hij achttien jaar was. In totaal namen 1,2 miljoen zwarte Amerikaanse soldaten deel aan de Tweede Wereldoorlog, waarvan er 900 duizend naar Europa gingen. Jeff was er daar een van. Het grootste deel van hen had zich vrijwillig aangemeld, maar wel onder druk van “de omstandigheden thuis: vernedering, honger, armoede, gebrek aan medische zorg”. Veel van de soldaten zeiden ook dat ze het leger in gingen uit loyaliteit met hun land. Maar Jeff had geen idee wat dat precies inhield. “Ik had weinig gelegenheid gehad om naar school te gaan, maar de paar keer dat ik ging, moesten we het welbekende patriottische lied zingen: ‘My country ‘tis of thee, sweet land of liberty… land of the pilgrims’ pride… land where my father died…’ Mijn vader was bijna dood geweest, ja, maar om een andere reden. Het voelde niet helemaal goed om te zingen: ‘Dit is mijn land’.”
Het Amerikaanse leger kende in die tijd nog een scheiding tussen witte en zwarte soldaten. Witte soldaten waren er om te vechten, zwarte soldaten waren er voor de ondersteuning. Deze ondersteuningsgroepen heetten Quarter Master Service Companies (QMSC). Jeff maakte deel uit van het 960-ste QMSC. De scheiding van zwarte en witte soldaten was een weerspiegeling van de scheiding tussen zwarte en witte mensen in de samenleving. Mensen die in het gewone leven niet met elkaar spraken en niet met elkaar in één ruimte mochten zitten, konden dat in het leger ook niet. En dit leger, waarin zwarte en witte soldaten niet gelijk werden behandeld, moest de strijd aangaan met het racisme van het naziregime. Jeff zegt daarover: “Als ik mijn achterkleinkind Malcolm, en met hem alle schoolkinderen van dit moment, zou moeten uitleggen waarom er twee legers waren, dan zou ik in de eerste plaats uitleggen dat ons land de transatlantische slavenhandel nooit te boven is gekomen. Nooit het feit te boven is gekomen dat ooit, ergens aan de kust van Afrika, Europese handelsbedrijven Afrikaanse chiefs omkochten, zwarte mensen gevangen namen en ze als slaven aan boord brachten van hun schepen. Onder onmenselijke omstandigheden werden ze naar de VS vervoerd en daar verkocht aan slavenhandelaren en plantage-eigenaren. Stel je maar eens voor wat er gebeurt als iemand gevangen wordt genomen. De gevangene wordt vanaf dat moment de mindere van degene die gevangen neemt. De gevangene heeft niets meer te vertellen. Vanaf de allereerste keer dat deze Afrikanen voet aan wal zetten op onze kusten, werden ze als minderwaardig beschouwd. Dat ging zo in de vijftiende eeuw en zestiende eeuw en de gevolgen daarvan zijn er tot op de dag van vandaag.”
Lokale bevolking
Volgens Jeff werden zwarte en witte soldaten wel enigszins gelijk behandeld. Toch waren er wel degelijk duidelijke verschillen in behandeling merkbaar. Op het schip waarmee Jeff en andere soldaten naar Europa werden gebracht, bevonden zich zowel zwarte als witte soldaten. De witte soldaten hadden betere plekken aan boord waar ze minder last hadden van de hitte. Ook hadden ze recreatieruimten ter beschikking, waar zwarte soldaten niet mochten komen. Toen het schip was aangekomen in Europa, mochten de witte soldaten van boord, terwijl de zwarte soldaten nog een extra nacht moesten blijven. Wanneer de soldaten vrij waren en op stap gingen, werden de zwarte soldaten naar uitgaanscentra gedirigeerd waarvan bekend was dat daar weinig of geen blanke manschappen waren. Ook door de lokale bevolking werden de zwarte soldaten anders gezien en behandeld. Nadat het schip in Engeland was aangekomen en de zwarte soldaten mochten uitstappen, kwamen veel mensen hun huis uit om hen te bekijken. De gekste verhalen deden de ronde waarin zij werden afgeschilderd als gevaarlijke wilde beesten.
In september 1944 kregen Jeff en zijn compagnie de opdracht om graven te delven in Margraten, een boerendorp in Zuid-Limburg. Daar bevindt zich een grote begraafplaats voor Amerikaanse soldaten die zijn omgekomen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Veel soldaten die er zijn begraven, waren daarvoor al een keer in Duitsland begraven. Omdat dat vijandig grondgebied was, moesten ze daar worden opgegraven. Ook deze opgravingen werden gedaan door zwarte soldaten. Vervolgens werden de doden naar Margraten vervoerd waar ze opnieuw werden begraven. De rol die zwarte soldaten hierbij hebben gespeeld, wordt in de geschiedschrijving nauwelijks benoemd.
Eurocentrisme
Jeff vertelt over zijn aankomst in Margraten: “We reden vanuit Gronsveld over modderige wegen naar Margraten. Het was er koud en nat, zo’n beetje tussen regen en sneeuw in. De paden waren eigenlijk onbegaanbaar. Ik merkte dat er een geweldig smerige stanklucht hing, maar realiseerde me in het begin niet dat de stank van een begraafplaats kwam. Toen we in Margraten aankwamen, zag ik uitgestrekte akkers. Ze lagen vol met lijken. Niets dan lijken. Ik schrok vreselijk.” En ook: “Ik was negentien jaar! Ik was helemaal de kluts kwijt en was misselijk, kotsmisselijk van alles wat ik daar zag.” Een maand lang werkten Jeff en andere zwarte soldaten op de begraafplaats. De weersomstandigheden waren slecht en ze maakten lange dagen. Het werk dat ze moesten doen, was gruwelijk en heeft op hen een diepe indruk achtergelaten.
In de geschiedschrijving wordt nauwelijks iets vermeld over de rol van Afro-Amerikanen in de strijd tegen het fascisme. Kirkels heeft daar verschillende verklaringen voor. Deels kan het komen doordat veel dossiers over de soldaten uit die periode verloren zijn gegaan tijdens een brand in het gebouw waar ze werden bewaard. Er zijn ook andere oorzaken. Zo zijn de verhalen van Afro-Amerikanen die van de oorlog terugkeerden niet vastgelegd. Ook werden ze nauwelijks lid van de veteranenorganisaties die de herinnering aan de oorlog levend hielden. Vrijwel alle leden waren wit. Ook het feit dat zwarte soldaten geen geweer droegen en geen deel mochten uitmaken van de gevechtsgroepen maakt dat ze nauwelijks werden genoemd en dat hun aandeel in de strijd werd verzwegen. Ook uit ander onderzoek blijkt dat lange tijd stelselmatig is genegeerd wat niet-witte mensen, met name afkomstig uit Azië, Afrika en Latijns-Amerika, hebben bijgedragen aan de strijd tegen het fascisme. In berichtgeving, films, boeken en publieke discussies over de Tweede Wereldoorlog viert eurocentrisme veelal hoogtij. De bijdrage die Surinamers, Antillianen, Indonesiërs en Marokkanen indertijd hebben geleverd aan de bevrijding van Nederland, komt ook nog steeds nauwelijks aan de orde.
Video over de boekpresentatie van 5 november vorig jaar, met historische beelden. Ondanks het ietwat nationalistische karakter is de video, gemaakt door de ambassade van de VS, toch wel informatief.
Tweedeling
Kirkels heeft het verhaal van Jeff mooi beschreven. Het boek bevat veel foto’s en kaders waarin de context wordt aangegeven waarmee ze het verhaal van Jeff verduidelijkt. Verder bestaat het boek vooral uit interviewteksten van Jeff. Zijn verhaal maakt dan ook veel indruk. Toch ontbreekt er wel wat strijdlust in het boek. Zo wordt er wel beschreven hoever de macht van de KKK wel niet reikte, en dat er in het leger een scheiding was tussen zwarte en witte soldaten, en het is ook wel duidelijk dat Jeff daar verandering in wilde. Maar je leest nergens dat Jeff echt boos is over al dat racisme. Noch lees je veel over hoe de zwarte soldaten de tweedeling in het leger ervoeren, of ze er met elkaar over spraken en of ze ertegen wilden strijden.
En wanneer er in het boek oorzaken worden aangegeven voor het negeren van de rol van Afro-Amerikaanse soldaten als Jeff in de Tweede Wereldoorlog, dan wordt er niet gesproken over racisme, terwijl dat toch de belangrijkste oorzaak is. Kirkels zet echter de brand waarbij alle dossiers zijn vernietigd, als de hoofdoorzaak neer. Dat impliceert dat als er geen brand was geweest, er in de geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog wel veel meer aandacht zou zijn geweest voor de rol van zwarte soldaten. Maar het valt zeer te betwijfelen of witten zonder die brand wel voldoende recht zouden hebben gedaan aan het belang van de bijdrage van zwarte soldaten. Niettemin is “Van Alabama naar Margraten” een indrukwekkend boek voor iedereen die iets meer te weten wil komen over de rol van Afro-Amerikaanse militairen in de Tweede Wereldoorlog.
“Van Alabama naar Margraten”, Mieke Kirkels. ISBN: 9789090285221, € 19,95.
Shirley de Vet
Zie ook de aflevering van Andere Tijden over “Tweederangs Bevrijders”.
Ze waren onze maatjes maar niemand wist, dit pas ja na 65 jaar. Waarom zweeg iedereen en altijd weer de verkeerde informatie.