Overheid zegt gedumpte vrouwen te helpen, maar werkt hen in de praktijk vaak tegen
In december kraakte actiegroep Zij Is Hier in Amsterdam een pand om opvang te kunnen bieden aan vrouwen met afhankelijk verblijfsrecht die te maken hebben met huiselijk geweld. De kraakactie was ook bedoeld als een protest tegen de weigering van de reguliere hulpverleningsinstellingen en de gemeente Amsterdam om deze mishandelde en gedumpte vrouwen veiligheid en bescherming te geven. Het in 2014 verschenen onderzoek “Zo zijn we niet getrouwd” gaat dieper in op de achtergronden van huwelijksdwang, huwelijkse gevangenschap en achterlating, en het overheidsbeleid op dat gebied.
De problemen waar de vrouwen mee worden geconfronteerd, zijn divers. Wat ze gemeen hebben, is dat ze in een onveilige relatie en thuissituatie verkeerden en bij het verbreken daarvan of een poging daartoe vastlopen in de bureaucratie en de regels rond huisvesting, rechtshulp, opvang, bijstand en verblijfsrecht. In Nederland hebben heel veel mensen te maken met een vorm van geweld in huiselijke kring. Het treft vrouwen, mannen, kinderen, ouderen, homo’s en hetero’s, mensen van alle rangen en standen en alle culturele achtergronden. Het kan gaan om lichamelijk geweld, geestelijk geweld, seksueel misbruik, verwaarlozing, het ontnemen van rechten, en het schenden van de persoonlijke integriteit.
In de loop der jaren heeft de overheid allerlei maatregelen genomen om huiselijk geweld tegen te gaan. Zowel de slachtoffers als de plegers van huiselijk geweld dienen nu begeleid te worden om de spiraal van geweld te doorbreken. De praktijk is echter weerbarstig. Sommige situaties vragen een eigen aanpak, zoals de problemen rond huwelijksdwang, huwelijkse gevangenschap en achterlating. Met deze problemen hebben de vrouwen van Zij Is Hier in Amsterdam te maken, een zelforganisatie van slachtoffers van huiselijk geweld en achterlating. Ook in de rest van het land komen die problemen voor, wat dan ook vraagt om een landelijke aanpak. Het lijkt echter aan de politieke wil te ontbreken om tot structurele oplossingen te komen die in het belang zijn van de slachtoffers van deze vormen van huiselijk geweld. Via actie zet Zij Is Hier de betrokken organisaties, ambtenaren en politici onder druk om hen niet langer in de kou te laten staan.
Dwang
Uit het omvangrijke onderzoek “Zo zijn we niet getrouwd” blijkt dat er een sterke samenhang bestaat tussen huwelijksdwang, huwelijkse gevangenschap en achterlating. Dwang vormt daarbij het centrale element. De dwang om een bepaalde partner te kiezen of een huwelijk aan te gaan met een door de familie gekozen partner, wordt huwelijksdwang genoemd. Dat overkomt zowel jongens als meisjes, zowel mannen als vrouwen. Blijvend verzet tegen een dergelijk huwelijk kan leiden tot geweld en gedwongen achterlating. Volgens schattingen van beroepskrachten waren er in Nederland in 2011 en 2012 tussen de 674 en 1.914 slachtoffers van huwelijksdwang. Vooral jongeren en jongvolwassenen krijgen daarmee te maken.
Er is sprake van huwelijkse gevangenschap als er dwang is om een huwelijk voort te zetten. Wanneer iemand zijn of haar huwelijk wil beëindigen, dan wordt dat in dit soort gevallen tegengehouden door de partner of omdat religieuze autoriteiten geen medewerking verlenen aan een scheiding. Vaak is er sprake van twee huwelijken die ontbonden moeten worden: een Nederlands burgerlijk huwelijk en een religieus of buitenlands huwelijk. Geschat wordt dat er tussen de 447 en 1.687 mensen in 2011-2012 slachtoffer waren van een dergelijke situatie. Voor zover bekend komt huwelijkse gevangenschap vrijwel alleen bij volwassenen voor. De leeftijd van de slachtoffers blijkt zeer divers te zijn.
Slachtoffers van achterlating worden door een echtgenoot of door familie tegen hun zin teruggestuurd naar het land van herkomst of voor een langere periode achtergelaten, waarbij paspoort en verblijfsvergunning van het slachtoffer worden afgenomen om terugkeer naar Nederland te verhinderen. Dat overkomt ook ongehuwde jongeren en jongvolwassenen: zij worden achtergelaten door hun ouders. Getrouwde vrouwen die worden achtergelaten door hun echtgenoot, zijn vaak relatief jongen: tussen de 20 en 35 jaar oud. Naar schatting werden er in 2011-2012 tussen de 364 en 1.631 mensen in het buitenland gedumpt.
Autonomie
Het is duidelijk dat er vaak sprake is van een probleem dat de landsgrenzen overstijgt. Het komt voor bij zowel christenen, moslims, joden als hindoes. De oorzaken liggen in patriarchale en vaak sterk religieuze gemeenschappen waarin het individu, de jongere en de vrouw, weinig tot geen zeggenschap heeft over het eigen leven. De opvattingen van de gemeenschap zijn de norm, die meestal ook is vastgelegd in de seculiere en religieuze wetgeving van het land van herkomst.
Familietradities kunnen bij deze onderdrukking een rol spelen, maar het kan ook gaan om een manier om de familie-eer in stand te houden of te herstellen bij vermeend oneervol gedrag. Het “verwesterd zijn” speelt zowel bij gedwongen huwelijken als bij achterlating van jongeren een rol. Homoseksualiteit en crimineel of ander vermeend wangedrag kunnen aanleiding zijn voor dwangmaatregelen. Het gebrek aan autonomie weerspiegelt zich ook in een afhankelijke financiële positie: de slachtoffers beschikken zelden over een eigen inkomen. Ook hebben ze vaak geen zelfstandig verblijfsrecht, maar een verblijfsrecht dat afhankelijk is van de ouder of de huwelijkspartner.
Overheidsbeleid
De overheid heeft de laatste jaren nieuwe maatregelen getroffen die dwangpraktijken zouden moeten voorkomen, dan wel een juridische aanpak mogelijk zouden moeten maken als dwang voorkomt. In juli 2013 is het strafrecht gewijzigd, waardoor beter opgetreden kan worden tegen huwelijksdwang en tegen huwelijkse gevangenschap, ook als dat in het buitenland heeft plaatsgevonden. Huwelijken die door dwang tot stand zijn gekomen of op een jonge leeftijd, worden niet langer als rechtsgeldig erkend en kunnen nietig worden verklaard. Huwelijken tussen neven en nichten worden verboden. Achtergelaten volwassenen en hun kinderen, die tegen hun wil in het buitenland verblijven, kunnen een aanvraag doen voor voortgezet verblijf in Nederland. Verder worden er in het onderwijs en op internet bewustwordingscampagnes gevoerd, bedoeld voor de jeugd en voor beroepskrachten en gericht op het signaleren en voorkomen van achterlating en huwelijksdwang. Enkele weken geleden is bovendien het landelijk knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating van start gegaan. Dat moet fungeren als kenniscentrum, met een ondersteunende en adviserende rol naar hulpverleners toe en een aanspreekpunt voor het ministerie van Buitenlandse Zaken, zodat onder meer facilitering bij terugkeer naar Nederland wordt verbeterd.
Maar gedumpte vrouwen en kinderen kennen niet altijd de wegen die ze moeten bewandelen. De overheid bemoeilijkt dat ook, zoals blijkt uit de stopgezette subsidies voor lokale, nationale en transnationale ngo’s en zelforganisaties. Zo heeft de overheid de subsidie voor het steunpunt van stichting Steun Remigranten in Berkane in Marokko stopgezet. Sindsdien draait het steunpunt met veel minder medewerkers. Hetzelfde geldt voor bezuinigingen op wijkprojecten die zijn gericht op het doorbreken van sociaal isolement bij kwetsbare ouderen en vrouwen.
Drempels
Hoewel de overheid op papier lijkt op te komen voor de belangen van achtergelaten vrouwen en kinderen, verzwakt men in de praktijk van alledag hun maatschappelijke positie en blokkeert men mogelijkheden om weerbaar en strijdbaar te worden. Zo worden ze achter hun rug om uit het bevolkingsregister geschreven, waardoor ze bij terugkeer worden beschouwd als migranten zonder rechten. Paspoorten worden afgenomen en zijn niet snel weer te krijgen bij de autoriteiten in het buitenland en in Nederland. Terugkeer in de oude woning blijkt onmogelijk vanwege de onveiligheid of de scheiding, terwijl er allerlei bureaucratische drempels worden opgeworpen voor onderdak en permanente huisvesting, en voor juridische en andere ondersteuning.
Daar komt bij dat de overheid de periode van de afhankelijke verblijfsvergunning, het verblijfsrecht op basis van het verblijf bij de partner, heeft verlengd van drie naar vijf jaar. De persoon met afhankelijk verblijfsrecht blijft dus langer afhankelijk van de partner. Met deze regel kan het aantal gevallen van achterlating in het buitenland nog meer toenemen, evenals het aantal mensen dat onvrijwillig in een huwelijk vastzit. In de praktijk komt het erop neer dat achtergelaten jongeren, vrouwen, en in een klein aantal gevallen ook mannen, met een migrantenachtergrond zoveel mogelijk worden ontmoedigd en tegengewerkt om zelfstandig een voortgezet verblijf in Nederland op te bouwen. In plaats van hun belangen te beschermen is de overheid vooral bezig om de huwelijksmigratie te beheersen en in te perken.
Druk op de ketel
In januari werden de Zij Is Hier-vrouwen uit hun gekraakte woning gezet, waarmee ze opnieuw dakloos werden gemaakt. Inmiddels hebben ze een vervangende woning gekregen, waar ze maximaal een jaar kunnen blijven. De Amsterdamse stadsdeelvoorzitter heeft toegezegd de vrouwen ook verder te willen helpen, met een taalcursus, betaald werk of andere zaken die ze nodig hebben om uit hun nijpende situatie te geraken. Druk op de gemeente en op het gevoerde beleid blijft broodnodig om te kunnen komen tot structurele oplossingen. Het vergt veel doorzettingsvermogen van de vrouwen om aanspraak te maken op rechten en bescherming en om de weg weten te vinden in de hulpverleningsbureaucratie. Dat zou juist andersom moeten zijn: de overheid en de reguliere hulpverleningsinstellingen zouden er alles aan moeten doen om deze slachtoffers van dwang en onderdrukking tegemoet te komen en veiligheid te bieden.
Ellen de Waard