Steunverklaring voor HTIB-voorzitter Mustafa Ayranci die wordt bedreigd omdat hij de Armeense genocide erkent
Doorbraak en de Turks-Nederlandse organisatie Vrijheid en Solidariteit Nederland (ÖDH) verklaren zich solidair met voorzitter Mustafa Ayranci van de linkse Turks-Nederlandse migrantenorganisatie HTIB naar aanleiding van de bedreigingen die hij ontvangt van Turks extreem-rechts na een persbericht over de Armeense genocide van precies 100 jaar geleden. Wij roepen organisaties en individuen op om zich ook solidair te verklaren en ons dat te laten weten.
Ayranci wordt onder vuur genomen door diverse rechtse en nationalistische Turkse organisaties in Nederland sinds hij namens HTIB een persbericht heeft verstuurd over het honderd jaar na dato nog steeds niet erkennen van de Armeense genocide door de Turkse overheid.
Voorzitter Ali İhsan Ünal van de Stichting Turks Nederlandse Vriendschap, bijvoorbeeld, spuwt zijn gal over Ayranci in Turkstalige media. Hij waarschuwt hem voor de prijs voor die hij gaat betalen voor zijn verraad. Ook de Turkse organisaties die nog met Ayranci om de tafel zouden gaan zitten, worden door hem gewaarschuwd.
Göksel Soyugüzel van de Stichting Turks Islamitische Culturele Federatie en vice-voorzitter Denizhan Murat Uresin van de Turkse Jongeren Federatie (bekend van het geweld tegen een Koerdisch centrum in Amsterdam) beschuldigen Ayranci van landverraad, het oprakelen van oude vetes, het verspreiden van leugens en het creëren van haat.
Ze waarschuwen hun achterban om zich niet door Ayranci en de HTIB te laten provoceren. Dat mag ‘positief’ klinken, maar de ervaring leert dat zulke oproepen door Turks extreem-rechts juist worden opgevat als startsein voor meer geweld. “Niet laten provoceren” is feitelijk codetaal voor het omgekeerde.
In het persbericht veroordeelt HTIB het geweld en de vijandigheid tegen de Armenen, en roept op om daar een einde aan te maken.. Ayranci vraagt de Turkse overheid om te stoppen met de extreem chauvinistische politiek, om de grens met Armenië te openen, en alle historische archieven volledig open te stellen zodat onderzoek naar en een democratisch debat over de Armeense genocide beter mogelijk wordt. HTIB wil ook dat er een open dialoog komt die de vriendschap tussen de twee bevolkingsgroepen moet bevorderen, dat achtergelaten en geroofde bezittingen aan nabestaanden worden teruggegeven en dat schade vergoed wordt. Ook moet er de mogelijkheid komen voor kleinkinderen van gevluchte Armeniërs om het Turkse burgerschap te krijgen zodat ze kunnen terugkeren naar de gebieden waar hun voorouders ooit leefden.
Ayranci heeft inmiddels aangegeven dat het niet de eerste keer is dat hij zulke heftige beledigingen en bedreigingen heeft ontvangen. Hij gaat nader onderzoek doen naar de bedreigers en aangifte tegen hen doen.
Bülent Yilmaz
Persbericht van HTIB van 23 april 2015
De pijn van de Armeniërs is de pijn van ons allen.
Precies honderd jaar geleden, op 24 april 1915, heeft de Ottomaanse overheid alle Armeense intellectuelen in Istanboel gearresteerd. De toenmalige regering werd geleid door Talat, Enver en Cemal Pasha van het Comité voor Eenheid en Vooruitgang.
Deze arrestatie was het begin van een reeks pijnlijke en tragische gebeurtenissen. Honderdduizenden Armeniërs in Anatolië, kinderen, vrouwen en ouderen, werden verdreven naar de Syrische woestijnen. Lokale bestuurders hebben aanvalsgroepen samengesteld om de burgerbevolking aan te vallen en te vermoorden. Honderdduizenden onschuldige mensen werden op een barbaarse wijze gedood. De achtergebleven vermogens van de Armeniërs werden geplunderd. Dit was een daad van etnische zuivering.
De Verenigde Naties hebben in 1948 besloten dat “genocide” en etnische zuiveringen een misdaad tegen de menselijkheid zijn. Dit besluit heeft geen terugwerkende kracht. Daarom vechten de Armeniërs tot op de dag van vandaag voor de erkenning van de gebeurtenissen van 1915 als genocide. Echter, nationalistische kringen in Turkije verzetten zich daartegen.
Ongeacht de vraag of de gebeurtenissen in 2015 onder de definitie van “genocide” vallen, kan niemand de omvang verhullen van deze tragische gebeurtenissen. Het mag niet vergeten worden dat honderdduizenden burgers vermoord zijn. De pijn van hun kleinkinderen, die verstrooid zijn over de hele wereld, kan niet genegeerd worden. Onze taak als kinderen van dit land is:
- 1: om ons in te leven in hun ervaringen,
- 2: hun verdriet te delen,
- 3: ervoor te zorgen dat de feiten kunnen worden besproken,
- 4: onze geschiedenis onder ogen te zien.
Dit moeten we doen om herhaling van soortgelijke gebeurtenissen te voorkomen, opdat onze kinderen weer vrienden kunnen zijn en samen kunnen leven. We hebben samen te leven in vrede als buren. Vijandigheid is altijd onhoudbaar. Het komt niemand ten goede.
In dit verband mag de Republiek Turkije, als erfgenaam van het Ottomaanse Rijk, het georganiseerde karakter van deze tragische gebeurtenissen niet ontkennen en haar toevlucht nemen tot chauvinisme. Op basis van het ideaal van broederschap tussen de volkeren moeten goede betrekkingen met de Republiek Armenië en de Armeense diaspora worden aangeknoopt. De grenzen met Armenië moeten worden geopend en gemeenschappelijke culturele projecten moeten worden ontwikkeld. Om alle aspecten van de gebeurtenissen van 1915 op te helderen moeten alle archieven worden geopend. Tevens moeten onafhankelijke wetenschappelijke studies ondersteund worden. De schoolboeken moeten gezuiverd worden van geschiedvervalsing en er moet een eind komen aan de vijandige houding jegens Armeniërs. Geconfisqueerd vermogen moet worden teruggegeven aan de Armeniërs en als dit niet mogelijk is, moet hun verlies worden gecompenseerd. Kinderen en kleinkinderen van de Armeense slachtoffers moeten, als ze dat willen, het staatsburgerschap krijgen. Echter, met deze inspanningen worden vrede en vriendschap hersteld.
Wij achten het onze plicht om het lijden van onze Armeense broeders te delen. Wij veroordelen de regering van de Turkse Republiek voor hun chauvinisme. Wij zullen doorgaan met onze inspanningen om vrede en vriendschap te sluiten met onze Armeense broeders.
Nederlands Turkse Arbeiders Vereniging (HTİB)
De internationale Socialisten steunen Mustafa ook:
http://socialisme.nu/blog/nieuws/45388/steun-htib-voorzitter-mustafa-ayranci-bedreigd-om-erkenning-armeense-genocide/
Ik ben het volledig eens met de verklaring en vind de woorden goed gekozen !
Los dat conflict op in alle eerlijkheid en openheid.
de turken moeten de armeense genocide accepteren, punt. maar dat willen ze niet omdat de meesten gewoon een stelletje nationalisten zijn waar de nazi’s van de ’40/45 oorlog nog een puntje aan kunnen zuigen.
Fix, je kan van Turken niet zeggen dat ze de Armeense genocide niet erkennen, want je kan niet zeggen dat Turken een homogene groep zijn. Diegene die dit blijven volhouden zijn Turkse nationalisten, racisten, fundamentalisten die eeuwig trouw blijven aan de staat, hoe crimineel die ook is. Want er zijn heel veel gewone Turkse mensen, maar ook intellectuelen, schrijvers en onderzoekers die hebben gezegd dat er een genocide heeft plaatsgevonden, die hun excuses hebben uitgesproken en hebben gezegd dat Turkije de genocide moet erkennen. We moeten ook niet vergeten dat het feit dat de Turkse staat nu erkend dat er een gedwongen deportatie heeft plaatsgevonden, waarbij duizenden Armeniërs zijn doodgegaan, het resultaat is van de inzet van deze mensen, en natuurlijk van sommige dappere Armeniërs, zoals Hrant Dink, die dit met zijn leven moest bekopen. Hiervoor wisten heel veel mensen niet eens dat er ooit Armeniërs op het Turkse grondgebied hadden geleefd. Alle sporen waren uitgewist.
Naast dat veel mensen en organisaties ons bericht hebben geretweet en geliked op Facebook (en daarmee hun solidariteit hebben aangegeven), hebben zich ook de Nijmeegse organisaties Stichting Regenboog en DHD solidair verklaard.
@Bülent; bedankt voor de nuance. overigens spreekt de turkse staat nog steeds van ‘de armeense kwestie’ en weigeren ze nadrukkelijk het woord genocide te noemen, ik hoop dat je dat detail wel hebt opgemerkt ondanks dat je het niet vermeld. ook worden turken die de genocide erkennen door nationalistische turken als geen echte turken beschouwd, dus dat is dan ook weer betrekkelijk. iig bedoel ik met de turken die ik aanhaal natuurlijk diegenen die de genocide niet willen erkennen. nogthans mijn excuses voor wie zich ten onrechte aangesproken voelt. en hierbij wil ik het laten, ik heb geen zin me verder semantiek uit te putten.
Tikje raar, Fix:
“overigens spreekt de turkse staat nog steeds van ‘de armeense kwestie’ en weigeren ze nadrukkelijk het woord genocide te noemen, ik hoop dat je dat detail wel hebt opgemerkt ondanks dat je het niet vermeld.”
Natuurlijk weet Bülent dat, daar heeft hij het artikel over geschreven dat hierboven staat.
Solidair met HTIB en met Mustafa Ayranci.
Kanttekening – maar dat doet aan die solidariteit niks af! – in het persbericht noemt HTIB de massamoord zelf geen genocide, zoals in de titel van het stukje wel wordt gesteld. Die titel klopt daarmee niet helemaal. Er staat in de tekst, na de schets van de gebeurtenissen: “Dit was een daad van etnische zuivering.” En even verderop, nadat is vastgesteld dat Armeniërs voor erkenning van de gebeurtenissen als genocide vechten: “Ongeacht de vraag of de gebeurtenissen in 2015 onder de definitie van “genocide” vallen, kan niemand de omvang verhullen van deze tragische gebeurtenissen.” De tekst pleit voor erkenning van de tragedie, maar gaat in de typering ervan niet verder dan etnische zuivering en massamoorden. Nergens in de verklaring lees ik dat HTIB zèlf de mening is toegedaan dat er van genocide sprake was.
Des te wranger dat ook déze verklaring al tot dreigementen uit Turks-nationalistische hoek leidt. De tekst is een verademing, en HTIB en Ayranci horen dit onbedreigd te kunnen zeggen. Vandaar: solidariteit.
Chapeau, dat Mustafa Ayranci zich heeft durven uitspreken over de Armeense genocide. Daarmee de (politieke) Turkse dubbelhartigheid aan de kaak stellend. Japan doet in feite precies het zelfde over hun rol in de 2de wereldoorlog, zij beweren sinds jaar en dag de slachtoffers te zijn. Wat Turkije het liefst vergeet en negeert dat indertijd een Duitse militaire delegatie toeschouwer was bij de gedwongen deportaties van de Armeense bevolking. Zij hebben hiervan nauwkeurig verslag gemaakt doormiddel van verslagen, foto’s en filmmateriaal. Los van het feit dat zij dit zelf hebben toegepast een aantal jaren later op de Joodse enclaves in Oost-Europa.
Waarom de Turken dit blijven ontkennen blijft een raadsel!
tja erik ik miste dat gewoon even in z’n reactie, waarmee het aanhalen van de turkse staat als argument z’n inhoud verloor
o ik zie dat ik het verkeerd gelezen heb, excuus, het is idd al heel wat dat de turkse staat uberhaupt al zover is het over ‘een armeense kwestie’ te willen hebben.
Perter, dit is ook een discussie onder de onderzoekers van de Armeense genocide, wanneer iets wel als “genocide” bestempeld kan worden en wanneer niet. Het is een juridische discussie die Turkse nationalisten vaak proberen in te zetten om kracht bij te zetten bij hun ontkenning van de genocide. De HTIB spreekt het inderdaad niet heel expliciet uit, maar wijst er wel naar in de tekst.
Bovendien ben ik geen voorstander van het voeren van een juridische discussie. Zo benoemt men, wat ik weet, het uitroeien van bepaalde groepen geheel of gedeeltelijk wegens een bepaalde politieke opvatting of ideologie niet altijd als genocide. In 1948 kwam dat grote machtige landen niet bepaald handig uit, maar ze hebben er later gretig gebruik van gemaakt.
De HTIB zegt: “De Verenigde Naties hebben in 1948 besloten dat “genocide” en etnische zuiveringen een misdaad tegen de menselijkheid zijn. Dit besluit heeft geen terugwerkende kracht. Daarom vechten de Armeniërs tot op de dag van vandaag voor de erkenning van de gebeurtenissen van 1915 als genocide. Echter, nationalistische kringen in Turkije verzetten zich daartegen.”
Ik ga ervan uit dat ze hiermee willen zeggen dat ze de etnische zuivering van de Armeniërs wel als genocide zien.
Trouwens in het bericht “HTIB’s verklaring in het Turks” wordt wel bovenaan de oproep de genocide expliciet genoemd.
“HTİB Başkanı Türkiye’ye ‘soykırımı inkar etme, tanı’ çağrısında bulundu.”
Vertaald:
“De voorzitter van HTIB roept Turkije op om de genocide te erkennen.”
Ben zeker solidair.
Dank voor de toelichting, Bülent. Verhelderend. Ik ben zelf ook geen voorstander van een puur juridische discussie, althans: de zaak maar daar niet in opgesloten blijven. Maar mij viel gewoon op dat de titel van het stuk heel stellig was, terwijl de verklaring zelf veel terughoudender was, niet expliciet. Het citaat dat jij leest als erkenning, is volgens mij strikt genomen niet meer dan een vaststelling: Armeniërs vragen erkenning, Turkse nationalisten verzetten zich daar tegen.
Dat de Turkstalige titel wél expliciet om erkenning vroeg maakt natuurlijk wel uit maar, dat wist ik weer niet voordat je het hier vermeldde 🙂