Uit de oude doos: Afshin Ellian, de profeet van “de westerse superioriteit”
Veel van Ellians kritiek op de islam zou overigens best te verteren zijn, wanneer hij niet steevast in een adem het veelal even reactionaire christendom een veer in de reet zou steken. “Mohammed zelf was een krijgsheer, geen figuur als Christus. Mohammeds macht werd gevestigd door geweld en terreur. Ze hebben de islam niet met woorden verspreid maar met wapens. Ze zijn landen binnengevallen en hebben geplunderd, verkracht en gemoord. Mohammed pleegde rooftochten. Gewelddadigheid is diep verbonden met de ontstaansgeschiedenis van de islam.” Maar het christendom is ook verre van vreedzaam en kent eveneens een uiterst misdadige geschiedenis. Daar wil Ellian echter niets van weten: “de westerse cultuur” is voor hem per definitie “superieur”. En dus gaan Amerikanen die in Irak martelen volgens hem tegen “hun cultuur” in, terwijl een “moslimstrijder” die een gevangene de keel doorsnijdt “de kern van zijn offercultuur op meesterlijke wijze ten uitvoer brengt, en zich in de systematische, cultuurgebonden, gewelddadige ondeugdzaamheid plaatst”. En daar zal volgens Ellian weinig verandering in komen, want “zie je in het Midden-Oosten, in Noord-Afrika of in Europa moslims met zelfkritiek? Niet een!” Enige nuance lijkt de rechtsgeleerde vreemd. Overigens zijn christenen en conservatieven als Ellian met zelfkritiek ook niet bepaald dik gezaaid. Ellian hanteert regelmatig een klassiek koloniaal vertoog. Zo zou het “beschaafde” Europa volgens Ellian “een decadente ziel” hebben en te lief zijn. Men zou de onmetelijke slechtheid niet willen zien van de barbaren die nog in een “gewelddadige natuurtoestand” verkeren. “Voor 11 september 2001 leefden zowel de Europeanen als de Amerikanen in een fantasiewereld”, beweert hij dan ook. Maar juist Ellian lijkt in een “fantasiewereld” te leven, zonder enig benul van de al ruim 500 jaar durende gewelddadige praktijken van die “beschaafde” westerse landen in de “Derde Wereld”. Integendeel, in de ogen van de rechtsgeleerde bedoelt het “beschaafde” westen het altijd goed. Zo zouden de VS in Irak streven naar “een democratische rechtsorde waarin respect voor mensenrechten buiten kijf staat”. Ook de westerse steun destijds aan de Taliban in Afghanistan was loffelijk. Maar “de goede bedoelingen van het westen in de strijd tegen de Sovjet-bezetter zijn misbruikt voor het bevorderen van het islamitisch terrorisme.” Zelfs de onmenselijke toestanden in de Amerikaanse gevangenis Guantánamo Bay doen Ellian niet twijfelen, want de kwestie is volgens hem juridisch goed afgedekt.
Eric Krebbers in De profeet van “de westerse superioriteit” (Gebladerte)