De lotgevallen van de kostendelersnorm, oftewel: de mantelzorgboete
Het valt mij op dat er in de publiciteit en in maatschappelijke discussies waaraan belangenorganisaties en politieke partijen deelnemen, zo weinig te horen is over de “kostendelersnorm” van de op 1 januari ingevoerde Participatiewet. Een analyse van de stand van zaken, mede op basis van ervaringen van bijstandsgerechtigden.
De kostendelersnorm heeft volgens de regering tot doel om ‘stapeling’ van uitkeringen te voorkomen en een lagere uitkering te geven wanneer de kosten van het huishouden met iemand anders kunnen worden gedeeld. Wanneer je een bijstandsuitkering hebt en je hebt iemand anders bij je inwonen die ouder is dan 21 jaar, dan wordt, als je verder alleenstaand bent, je uitkering gekort van 70 procent van het wettelijk minimumloon (wml) tot 50 procent van het wml of nog lager. Dit geldt ook voor bloedverwanten in de eerste of tweede graad, dus ouders en kinderen die samenwonen of twee samenwonende broers. Daarbij doet het er niet toe of degene die inwoont, ook een inkomen heeft. Kinderen of andere inwonenden die studiefinanciering hebben, vallen erbuiten. Ook geldt de norm niet voor AOW-ers. De kostendelersnorm is van toepassing op alle mensen die bij elkaar inwonen en die een bijstandsuitkering hebben. De kostendelersnorm geldt niet als er sprake is van commerciële onderhuur. Als een bijstandsgerechtigde voor een commerciële prijs een kamer huurt bij iemand anders, is de kostendelersnorm niet van toepassing. Voor mensen die al een bijstandsuitkering hadden, gaat de kostendelersnorm in per 1 juli 2015.
Gevolgen
Op het spreekuur van de Amsterdamse Bijstandsbond, waar ik werk, krijgen we nu al de schrijnende gevallen binnen van mensen die straks niet of nauwelijks meer kunnen overleven. Bijvoorbeeld een vader met zijn inwonende zoon die er straks minstens 240 euro op achteruit gaat. Hoe moet die man straks zijn hoofd boven water houden? Of een vrouw met een Franse vriend die geen werk en geen inkomen heeft. Zij zakken ver beneden het bestaansminimum. Per 1 juli gaan gemeenten die mensen meedelen: “Er woont iemand bij u in, dus u wordt gekort”. Ook bijstandsgerechtigden die mantelzorg doen – voor hun ouder die nog geen 65 is of voor iemand anders die bij hen inwoont – zullen worden gekort. De kostendelersnorm wordt daarom ook wel “de mantelzorgboete” genoemd.
De kostendelersnorm is ingevoerd na agressieve propaganda van de VVD met in haar kielzog rechtse media. Men kwam met zegge en schrijve één voorbeeld van vijf mensen die in dezelfde woning woonden, die allemaal een bijstandsuitkering voor een alleenstaande hadden en die daardoor met z’n vijven zo’n vijfduizend euro zouden opstrijken. Daar sprak men schande van. Een VVD-Kamerlid stelde er vragen over aan de minister en kreeg zo veel publiciteit. Tegenargumenten waaruit bleek dat er in heel Nederland slechts enkele van die gevallen waren te vinden, mochten niet baten. Bij deze en andere argumenten in de ideologische discussie waren linkse en andere belangenorganisaties en de vakbonden in het defensief. Ze werden op een effectieve wijze uit elkaar gespeeld. De hetze tegen bijstandsgerechtigden, die vaak opduikt wanneer weer nieuwe destructieve maatregelen worden genomen, deed haar werk.
Compromispolitiek
Een voorbeeld daarvan. Tijdens de discussie over de kostendelersnorm riep de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO) de Eerste Kamer op om de kostendelersnorm helemaal uit de AOW te laten verdwijnen indien er sprake is van mantelzorgsituaties. Uit hun verklaring: “We zien schrijnende gevallen: ouders die al jaren zorgen voor een kind met een handicap of ziekte bijvoorbeeld. Deze mensen hebben geen keuze, maar worden als het aan de politiek ligt, voor hun zorgen gestraft met een inkomenskorting. Dat kan echt niet meer. Je kunt wel een participatiesamenleving ambiëren, maar dan moet regelgeving dat stimuleren in plaats van tegenwerken. Het kabinet moet zelf ook eens gaan rekenen en bedenken wat op de lange termijn voordeliger is: voor elkaar zorgen of, uit angst voor inkomensdaling, extern zorg en hulp inroepen.”
De ANBO gebruikt weliswaar goede argumenten, maar beperkt het verzet tot mensen die mantelzorg verlenen en tot die gevallen waarin een van de inwonenden een AOW-uitkering heeft. En dan komt het: “ANBO vindt dat er een fundamenteel verschil is tussen bijvoorbeeld een bijstandsuitkering en de AOW-uitkering, hoewel de kostendelersnorm ook in de bijstand volgens ANBO niet de meest voor de hand liggende manier is om de mensen uit een gezin te stimuleren om te gaan werken. Maar waar er bij meerdere bijstandsuitkeringen nog sprake kan zijn van schaalvoordeel, is dat in de AOW zelden het geval. Kinderen die voor hun ouders zorgen of andersom hebben een flinke zorgtaak. Die wordt niet gecompenseerd met een volledige AOW, laat staan met een korting van ruim 300 euro.”
Ja, maar ANBO, zijn jullie argumenten ineens niet meer geldig bij kinderen die hun ouders verzorgen die nog geen 65 jaar zijn? Zo raakt links in het defensief, ontstaan er verdeelde belangenorganisaties en wordt er een compromispolitiek gevoerd waarbij alleen wordt opgekomen voor de eigen specifieke doelgroep. De rechtse hetze wordt niet beantwoord, en de vakbonden sluiten een deal met de werkgevers en de regering over de uitvoering van de Participatiewet. Over de inhoud daarvan wordt in het sociaal akkoord niets gemeld. Die deal vond overigens plaats met instemming van de oppositie in de vakbonden. Die oppositie zag aankomen dat afspraken van de vakbonden met de regering en de werkgevers over de Participatiewet wel eens desastreus zouden kunnen uitpakken. Men hoopte dat een zekere bewegingsvrijheid voor de vakbonden zou leiden tot het van de grond komen van verzet.
Huishoudinkomenstoets
Hoe anders ging het een paar jaar geleden bij de invoering van de huishoudinkomenstoets! Die toets was in veel opzichten vergelijkbaar met de kostendelersnorm. De huishoudinkomenstoets was een per 1 januari 2012 ingevoerde aanscherping van de gezinsbijstand. De regels ervan vloeiden voort uit het regeerakkoord van het kabinet-Rutte I. De VVD, het CDA, de PVV en de SGP stemden ervoor. Naast gehuwden golden als gezin onder meer de volgende twee groepen volwassenen die hun hoofdverblijf in dezelfde woning hadden: gehuwden met hun meerderjarige kinderen, en een alleenstaande ouder met een of meer meerderjarige kinderen. Er werd getoetst op het inkomen en het vermogen van de hele groep samen.
Het totale norminkomen en het vrijgelaten vermogen voor drie of meer personen was volgens de huishoudinkomenstoets gelijk aan dat voor twee personen. Als bijvoorbeeld iemand met een voltijdse baan nog bij zijn of haar ouders woonde, kregen die ouders geen bijstand, en als iemands bejaarde ouders bij hem of haar inwoonden, dan kreeg hij of zij in het algemeen geen bijstand omdat de ouders AOW kregen. De huishoudinkomenstoets was dus wel veel strenger dan de kostendelersnorm, die uitgaat van “het kunnen delen van de kosten” en niet van het gezinsinkomen. Bovendien verliezen bij de kostendelersnorm de bijstandsgerechtigden hun uitkering niet volledig. Maar toch gaat het bij beide regelingen voor velen om een aanzienlijke achteruitgang in inkomen.
Protesten
De huishoudinkomenstoets deed veel stof opwaaien. In de aanloop naar de invoering van de toets was er veel publiciteit over mensen die erdoor in grote moeilijkheden zouden komen. Gemeenten trokken aan de bel dat ze de toets zo niet konden uitvoeren. Fracties van sociaal-democratische partijen en andere partijen, zoals de PvdA, Groen Links en de SP, protesteerden ertegen en haalden minstens de lokale media. Belangenorganisaties van uitvoerders, zoals DIVOSA, trokken aan de bel. Er verschenen in kranten uitgebreide interviews met slachtoffers. Na invoering van de norm was het niet afgelopen met het protest.
Vaak wordt door gematigde oppositiegroeperingen beweerd: “De Tweede Kamer heeft gesproken, verzet heeft nu geen zin meer, we kunnen het besluit toch niet meer veranderen”. Maar dat gebeurde niet bij de huishoudinkomenstoets. De publiciteit over de slechte maatregel ging door en de politieke verhoudingen veranderden. De VVD en het CDA, die samen de regering vormden, verloren de steun van de PVV en sloten een akkoord met D66, GroenLinks en de ChristenUnie. Onderdeel van dat akkoord was de afschaffing van de huishoudinkomenstoets. Er werd een nieuwe wet aangenomen die de huishoudinkomenstoets met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 deed vervallen. De toets stierf een stille dood, evenals overigens de meer omvattende Wet Werken naar Vermogen, die na jarenlang voortslepende onderhandelingen tussen dwarsliggende gemeenten en maatschappelijke organisaties uiteindelijk van tafel verdween.
Absurd
Nu is de situatie heel anders. Van protesten horen we nauwelijks iets. Gemeenten voeren de kostendelersnorm in de aanloop naar 1 juli gewoon uit. Sterker nog, een gemeente als Amsterdam voert de maatregel nog strenger uit dan de rijksoverheid voorschrijft, terwijl er toch een SP-wethouder aan het bewind is. Zoals hierboven al aangegeven, zou de kostendelersnorm niet mogen worden toegepast als er sprake is van commerciële onderhuur waar ook een schriftelijk contract over is opgesteld. De gemeente Amsterdam blijkt nu op eigen houtje allerlei extra strenge voorwaarden te verbinden aan de beoordeling of er sprake is van onderhuur. Die voorwaarden worden niet in de Participatiewet genoemd. Zo moet er volgens de gemeente sprake zijn van indexering (jaarlijkse verhoging van de huur overeenkomstig de prijsontwikkeling). Verder moet de huurprijs per bank worden betaald. En er moet een zeer uitgebreide – en in feite absurde – omschrijving zijn van het gehuurde en de rechten en plichten die eraan zijn verbonden, zoals een bepaling van het gebruik van gemeenschappelijke ruimten en douche en toilet, of bezoek en logé’s zijn toegestaan, enzovoorts.
Op het Bijstandsbond-spreekuur komen wekelijks mensen die juridische procedures moeten beginnen, omdat ze onmogelijk aan de strenge voorwaarden van de gemeente kunnen voldoen. Daarbij heeft de gemeente dan aangegeven: “De kostendelersnorm is op u van toepassing”. Geen indexering van de huur de afgelopen jaren? Kostendelersnorm. Terwijl die mensen gewoon een kamer huren en toch onderhuurder zijn. Neem het voorbeeld van een alleenstaande vrouw met twee jonge kinderen, die een grote kamer huurt bij derden. De huurovereenkomst voldoet niet aan de voorwaarden van de gemeente Amsterdam en de verhuurder wil niet meewerken aan een nieuw huurcontract. Volgens de regels is in haar zaak de kostendelersnorm van toepassing, want zij zou de kosten met nog twee anderen kunnen delen, namelijk met haar verhuurder en zijn vrouw. Ze betaalt maandelijks echter al 350 euro huur. Maar omdat de huurovereenkomst volgens de gemeente niet aan de voorwaarden voldoet die men zelf heeft opgelegd, wordt haar bijstandsuitkering verlaagd en moet zij met haar twee jonge kinderen zien rond te komen van 594,80 euro per maand.
Het grote verschil
Uit een vergelijking van de gang van zaken bij de huishoudinkomenstoets en de kostendelersnorm blijkt de nog steeds zeer grote invloed van de top van de sociaal-democratie in het algemeen en van de PvdA in het bijzonder. Terwijl bij de huishoudinkomenstoets en de voorbereidingen van de Wet Werken naar Vermogen gemeenteraadsfracties van de PvdA samen met op de PvdA georiënteerde onderhandelaars van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) mede leiding gaven aan het protest tegen de toets, is het nu doodstil in die kringen. Want de PvdA zit nu in de regering. En de invloed van die partij in de vakbonden is ook nog steeds zeer groot.
Daarbij valt op hoe gemakkelijk bestuurders en uitvoerende organisaties op lokaal niveau zich voegen naar de opportunistische politiek van de leiding, hoewel ze het er vaak nog steeds niet mee eens zijn. Vergeet daarbij niet dat er onder gemeente-ambtenaren nog steeds veel PvdA-stemmers zijn. Het lijkt er nog steeds op dat de top van de overheid dicteert en dat de meesten in de lagere regionen van de staat en van aanverwante organisaties braaf de maatregelen uitvoert, ook al bestaan er analyses die dat bestrijden en die uitgaan van toenemende mondigheid van de burger. Een brede coalitie van protest tegen bepaalde onderdelen van het neo-liberale bezuinigingsbeleid is in de ogen van velen blijkbaar niet mogelijk of wenselijk zonder de inbreng van de PvdA.
Interne oppositie
Weliswaar zijn er in de partij en de vakbonden oppositiegroeperingen, maar hun invloed naar buiten toe en de door hen teweeggebrachte koerswijzingen van de organisaties als geheel, zijn gering en weinig effectief. Er wordt van alles intern uitgevochten, maar naar buiten toe is het stil. Ook oppositiegroeperingen buiten de sociaal-democratie kunnen nauwelijks een georganiseerde vuist maken. Wat me in mijn omgeving daarbij opvalt, is hoe belangenbehartigers zich blind staren op de agenda van de heersende politici, gemeenteraden en Tweede Kamer. Ze richten al hun energie op het lezen en becommentariëren van beleidsstukken, waarbij vaak dezelfde kritiek naar voren wordt gebracht als wanneer de PvdA in de oppositie zit, en vervolgens… gebeurt er niets.
Duidelijk is dat het streven naar de opbouw van verzetsstructuren wordt verwaarloosd. In het verlengde daarvan blijkt in de media nauwelijks aandacht te zijn voor de gevolgen van de kostendelersnorm en de Participatiewet, terwijl die toch even schrijnend zijn als bij de huishoudinkomenstoets. De meest positieve interpretatie van die mediastilte houdt in dat mainstream media slechts weerspiegelen wat er aan reuring in de maatschappij is, en dat ze geen zelfstandig beleid hebben om structurele misstanden via eigen onderzoek aan de kaak te stellen. Ook hier werkt het neo-liberalisme door. Journalisten moeten in het algemeen razendsnel en met weinig handelingsvrijheid binnen de financiële grenzen werken die door de eigenaren van de media worden opgelegd. Ze hebben nauwelijks ruimte voor onderzoek buiten de uitgangspunten van de machtigen.
Piet van der Lende
“De ANBO gebruikt weliswaar goede argumenten, maar beperkt het verzet tot mensen die mantelzorg verlenen en tot die gevallen waarin een van de inwonenden een AOW-uitkering heeft.”
Ja, dat merk je aan meer dingen, ook bijvoorbeeld aan de hoogte van de AOW versus die van de bijstand, die beide op het bestaansminimum heten te zijn gebaseerd. Het bestaansminimum bij de eerste uitkering is echter een dikke 100 euro hoger dan bij de tweede. De gedachte erachter is, dat bijstandsgerechtigden profiteurs zijn en de uitkering uit gepest moeten worden en AOW’ers na een lang en werkzaam leven van hun welverdiende rust mogen genieten.
Nu de werkelijkheid:
– in beide situaties gaat het om omstandigheden, waar de betrokkene niets aan kan doen: de bijstandsgerechtigde is werkloos, arbeidsongeschikt of heeft de zorg voor jonge kinderen, terwijl de andere ouder vaak goed verdient en ‘buiten beeld’ is, zoals dat zo mooi heet. De AOW’er heeft een leeftijd bereikt, waarvan we vinden, dat hij of zij niet meer behoeft te werken.
– een AOW’er hoeft niet per se iemand te zijn, die zijn leven lang gewerkt heeft.
– een groep AOW’ers heeft betaald werk en zijn gewilde krachten, omdat de AOW’er formeel geen werknemer is en loondoorbetaling bij ziekte niet geldt. Ook hoeft de werkgever maar een aanvullend inkomen te betalen en kan hij bij de bepaling van het bruto-inkomen uitgaan van een lagere belasting.
Zou de SP met de VVD en D66 gaan regeren, zal het echt niet beter worden. In de oppositie is het wel heel erg gemakkelijk om te scoren door voor de zwakkeren op te komen, maar zodra de SP in het kabinet zal deelnemen, zal die partij zich ook als een blad aan de boom omdraaien.
Dus wanneer een rechts kabinet harde bezuinigingen en hervormingen doorvoert, terwijl de PvdA in de oppositie zit, is het maatschappelijk protest veel groter dan wanneer een kabinet met de PvdA daarin dezelfde soort maatregelen neemt. Ik kan mij nog de protesten wel herinneren toen Lubbers met de VVD regeerde en dat er onder het vorige kabinet met de VVD en het CDA ook meer protesten waren dan onder dit kabinet.
“In de oppositie is het wel heel erg gemakkelijk om te scoren door voor de zwakkeren op te komen, maar zodra de SP in het kabinet zal deelnemen, zal die partij zich ook als een blad aan de boom omdraaien.”
Gebeurd nu al, kijk maar naar Amsterdam enm Leiden waar de SP keihard meewerkt aan dwangarbeid.
SP rotterdam boeit het ook voor geen meter, grote muil, maar doen niets.
Wat er niet bij verteld word is dat de bijstandsuitkering per persoon ( een individueel) al het bestaansminimum is. Dus ieder persoon heeft zelf niet meer te besteden dan het bestaansminimum.
Dat is een aanname, niet een feit. Mij zijn ze niet komen vragen of ik kosten met anderen kan delen.
Het bestaansminimum die geldt voor iedere individuele Nederlander is nog altijd in de grondwet beschreven, net zo als in andere wet en regelgevingen, ook op Europees niveau en in andere verdragen.
http://www.nederlandrechtsstaat.nl/module/nlrs/script/viewer.asp?soort=commentaar&artikel=20
In 1 huis wonen moeder+ vader + zoon. Zoonlief (had ook dochter kunnen zijn) betaal kostgeld. Hier geldt de kostendelers norm omdat de zoon of dochter 1e graads familie zijn.
Zelfde situatie, maar nu vervang ik de zoon of dochter door iemand die geen familie is of 3e graads of lager is. Opeens is hier geen kostendelersnorm van toepassing.
Dit lijkt me toch een flink geval van rechtsongelijkheid. Puur omdat je 1e of 2e graads familie bent val je altijd onder de kostendelersnorm, de andere personen dus niet.
Daarnaast is er nog iets. Onderhoudsplicht. Wat de overheid zegt met de kostendelersnorm is dat ouders of andere inwonende, de bijstandsgerechtigde moeten ondersteunen door de kosten te delen. Alleen, mijn ouders hebben geen financiële onderhoudsplicht voor mij, net zo als ik geen financiële onderhoudsplicht heb voor hun.
Maar puur omdat ik een uitkering heb worden andere nu gedwongen mij financieel te ondersteunen? Dit zou zelfs in strijd zijn met de participatiewet die zegt dat alle inkomsten opgegeven dienen te worden en verrekend worden met de uitkering. Het is dus nutteloos om financiële ondersteuning aan mijn ouders kunnen vragen als deze verrekend worden met de uitkering.
Er hoort nog bij te staan: kostgeld.
En wie bepaald wat mijn ouders mij aan kostgeld of huur vragen. Dat is hun eigen vrije beslissing, niet die van de overheid. Als je de regels iets verder door leest kom je er achter dat het de SD medewerker is die dan gaat bepalen of de huur of kostgeld die jij betaald bij je eigen ouders, te laag is of niet. Zoveel SD medewerkers en dus ook zoveel bepalingen.
Nu heb je alvast wat munitie om de kostendelersnorm aan te vechten.
Als je mee doet met de leerstage van Arjan Vliegenhart, dan krijg je nog steeds minder dan dat je daarvoor kreeg. Je krijgt maar 84 euro per maand erbij. Ik hoop dat er perspectiefbanen komen waar je het minimumloon krijgt.
Dus je moet verplicht 32 tot 40 uur werken voor je uitkering van 538 euro (in het gunstigste geval met de kostendelersnorm) en zelfs met die 84 euro, waarvan niet zeker is of je die wel krijgt, en tel daarbij ook nog eens dat je zelf voor bv reis en andere onkosten opdraait, dan zit je nog altijd ver onder het bestaansminimum.
Ik quote me zelf even. Wij dachten altijd dat het bestaansminimum per individueel een harde grens was. Dat schijnt niet meer zo te zijn. Het bestaansminimum en ook de toeslagenwet bestaat nog, maar alleen niet meer voor inwonende (familieleden). Voor hen gelden andere regels.
Hier word een rekensom los gelaten gebaseerd op de gehuwde/samenwonende norm, natuurlijk in het nadeel van de inwonende.
Je kunt dus stellen dat er nu een rechtsongelijkheid optreed tussen mensen die onder de kostendelersnorm vallen en de mensen die er niet onder vallen.
U krijgt te maken met de kostendelersnorm en dat brengt u en de overige inwonende in de problemen? Vertel uw verhaal hier:
http://www.internetwerkt.nl/forum/topic/13742-kostendelersnorm-vertel-uw-verhaal-hier/
De kostendelersnorm is op zichzelf al zeer onrechtvaardig. Maar als je daarbij optelt dat deze niet op werkenden van toepassing is dan is dat helemaal wel het toppunt van onrechtvaardigheid. Neem nu de zogenaamde tweeverdieners waar Nederland vol mee zit. Die kunnen samen wel aan 5000 euro per maand komen en meer ook nog. Maar neem nu als voorbeeld dat er 5000 euro per huishouden binnenstroomt. En zet dat dan eens af tegen een bijstandsgerechtigde die alleen woont of tegen bijstandsgerechtigden die met de kostendelersnorm te maken hebben. Nou mooie boel dan in Nederland. De ongelijkheid spat er vanaf. En dat is nou de reden waarom ik zo mijn bedenkingen heb bij tweeverdieners. Niet omdat ik ongeëmancipeerd zou zijn (integendeel zelfs). Maar wel omdat dit gewoon niet klopt. Er zijn huishoudens zonder baan en er zijn huishouden waar een dubbel inkomen binnenstroomt. Dat is geen eerlijke verdeling van banen. Zoiets kan niet. En toch zeker niet als men dan ook nog een kostendelersnorm voor de zwakste groep in gaat voeren. Bang dat de zwakste groep een tientje ruimer komt te zitten. Waar komt die haat jegens bijstandsgerechtigden toch vandaan vraag ik me af?
Volgens diverse wet en regelgevingen hoort de overheid er voor te zorgen dat uitkeringsgerechtigden een adequate levensstandaard hebben = het bestaansminimum.
Het bestaansminimum wordt ook wel het sociaal minimum of leefloon genoemd. Het bestaansminimum is het bedrag waarvan de overheid vindt (in dit geval op basis van berekeningen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) dat een persoon minimaal nodig heeft om van te kunnen leven.
Wat gebeurd er nu met de kostendelersnorm? Men neemt als norm de gehuwde norm, dat is voor 2 personen, ieder 1 keer het bestaansminimum. Maar omdat er meer mensen onder 1 dak wonen laat men er nu een rekensom op los.
Bij 3 personen is dit 43,33% per persoon. Bij 4 personen word dit 40%, en bij 5 personen krijgt men 38% Van het WML per persoon. Je ziet, als individueel, kom je dus ver onder het bestaansminimum. Men heeft opeens voor inwonende uitkeringsgerechtigden, een negatieve flexibele bestaansminimum gecreëerd terwijl bij andere groepen het bestaansminimum gehanteerd word.
Nu zegt die zelfde kostendelersnorm dat als jij aantoonbaar kostgeld of huur betaald, de kostendelersnorm niet van toepassing is, behalve als je 1e of 2e graads familie bent en jij aantoonbaar kostgeld of huur betaald, dan val je wel onder de kostendelersnorm.
Je kunt dus met recht spreken dat hier sprake is van rechtsongelijkheid en dat de overheid jou, als inwonende uitkeringsgerechtigde, een adequate levensstandaard ontneemt en daarmee ook sociaal uitsluit.
Inderdaad, is er maar 1 inwonende die een uitkering heeft en de rest heeft wel een inkomen uit bv werk, dan hebben die mensen nergens last van, behalve de uitkeringsgerechtigde, dat is de enigste die gekort word.
En wat zegt de overheid dan: je moet de kosten maar delen of andere moeten de kosten met jou delen.
Jij word flink gekort en kunt dus veel minder bijdragen en anderen zijn niet verplicht om bij te dragen. Zij zijn niet verantwoordelijk voor jou en hebben ook geen onderhoudsplicht. Er valt dus niks te delen ook al woon je onder 1 dak en al word er door de andere bijgedragen, dit moet je opgeven en word vervolgens gekort op de uitkering. Met andere woorden, de andere inwonende betalen jou uitkering terwijl iedereen ook nog eens belasting betaald voor het sociale stelsel. En de overheid stopt ook dat geld nog eens een keer in haar zak.
Een triest voorbeeld. 1 moeder leeft samen met haar 2 kinderen, beide zijn tussen de 21 en 27 jaar. De kinderen hebben geen inkomsten omdat 1 net ontslagen is en de WW is ook beëindigt en bijstand krijgt hij niet, de andere is net van school en heeft geen werk. Die moeder had eerst een uitkering van 920 euro en moet ze het nu gaan doe met 594 euro. Een achteruitgang van 326 euro.
Wist je dat het Nibud berekend heeft dat je als een 3 persoonsgezin, 150 euro per persoon, per maand minimaal uitgeeft aan eten? Die vrouw zit in een sociale flatje met een huur van 600 euro. Je zit het probleem al, ze kan niet eens de huur betalen, laat staan dat er nog wat te eten is. Ze heeft het probleem kenbaar gemaakt bij de gemeente en de gemeente weigert ook maar iets te doen want het is beleid opgelegd door de overheid.
Ondertussen krijg ik steeds meer schrijnende verhalen te horen maar ik krijg ook verhalen van mensen die eigenlijk niet onder de kostendelersnorm zouden vallen omdat ze kostgeld of huur betalen en ook geen familie zijn, maar door de gemeentes toch de kostendelersnorm opgelegd krijgen. Een voorbeeld daar van was een man die met 3 wild vreemde in een anti kraak pand wonen en daar ook huur voor betalen, die werden alle 4 aangemerkt voor de kostendelersnorm. De kostendelersnorm word dus ook opgelegd terwijl daar geen rede voor is. Antwoord van de gemeente: vecht het maar aan.
Ik benadruk het nog maar eens. U krijgt te maken met de kostendelersnorm en dat brengt u en de overige inwonende in de problemen? Vertel uw verhaal hier:
http://www.internetwerkt.nl/forum/topic/13742-kostendelersnorm-vertel-uw-verhaal-hier/
hmm best een punt raven, het lijkt me idd niet passend dat er gezinnen zijn met twee normale looninkomens terwijl andere gezinnen iedereen baanloos is omdat die zo schaars zijn. blijkt maar weer dat werk hebben een privelege is. belachelijk dat er zo’n heksenjacht op werlozen gevoerd word. laten ze de banen maar es eerlijker verdelen, waarom niet gewoon de tweeverdienerij verboden maken ipv dat te doen met twee-uitkering gezinnen? dan hebben ze lef, degene die dat in een wet probeert te vatten kan gelijk gaan emigreren want die zal nergens meer veilig zijn.
Voor mij maakt het niet uit wat en hoe hoog iemands inkomen is of dat zij ook samenwonen met verdienende familieleden. Ook hier kun je spreken van een stapeling van inkomsten en ook zij kunnen kosten delen. Maar alleen om het feit dat zij werk hebben zijn zij overal van gevrijwaard. Dat steekt dus. De overheid veroorzaakt doelbewust een 2 deling tussen werkende en niet werkende in de maatschappij.
De kostendelersnorm is niks anders dan een ordinaire bezuiniging over de rug van mensen die noodgedwongen een uitkering hebben en dus al op het bestaansminimum leven.
mij vriendin ( woont niet bij mij ) heeft ook een bijstand zelfde probleem
ik ben naar een advocaat gestapt zij krijgt toevoeging voor een advocaat en nog mooier hier komt ie , de eigenbijdragen 197 euro voor de advocaat die betaald de bijstand genaamd bijzondere bijstand
haha nu betaald de gemeente amsterdam haar advocaat om straks te verliezen en haar gewoon weer de normale bijstand terug te betalen
Mijn schoonmoeder kan door medere tia’s met dementie tot gevolg niet meer zorgen voor zichzelf. Door dat haar AOW tje bij ons wordt opgeteld wonen we schreef. Allerlei toeslagen zijn we kwijt en elk jaar 4% extra huurverhoging. Ik ben afgekeurd met nog geen 1000 euro in de maand. Ook mijn vrouwt is 100% afgekeurd (spierdystrofie) met ongeveer de helft. Wij klaagde niet en konden ons redden. Nu het inkomen van mijn schoonmoeder er bij opgeteld wordt krijgen we helemaal niets meer. Alle toeslagen zijn weg en de huur stijgt de pan uit. Mijn dochter heeft bepaalde medicatie nodig die niet is de basis en aanvullende verzekering zit. We hebben een dure zorg verzekering moeten nemen om nog iets vergoed te krijgen. Maar daardoor betaal ik aan zorg al zo’n 386 euro per maand. Deze regering moet nu stoppen met het financieel uitkleden van de burgers. Anders moeten we mijn schoonmoeder in een verpleeghuis stoppen wat vele malen meer kost. Dit moet nu stoppen
wilfred naar de rechter stappen gewoon doen en door gaan tot het eind