Na de tweede aanslag in korte tijd in het centrum van Ankara
Na slechts een maand werd de Turkse hoofdstad Ankara zondag opnieuw opgeschrikt door een bomaanslag. Net als de vorige keer was ook deze keer het drukke centrum gekozen als plek voor de aanslag. Het enige verschil was dat nu niet militairen het doelwit waren, maar gewone dagjesmensen, studenten en winkelend publiek. Turkije is beland in een geweldsspiraal die niet meer te stoppen lijkt.
En dat is nu precies het scenario dat president Recep Erdogan wenste, omdat hij daarmee aan de macht kan blijven. Hij verklaarde onlangs dat de definitie van “terrorisme” aangepast zal worden: niet alleen diegenen die het geweer ter hand nemen, maar ook diegenen die schrijven en hun mening verkondigen, zoals schrijvers, journalisten en academici, zullen voortaan worden aangeduid en vervolgd als terroristen. De scheiding tussen het plegen van “terrorisme” en ertoe aanzetten zal ook verdwijnen. Zo kan uiteindelijk iedereen die niet op de lijn van Erdogan zit, worden opgepakt. De president formuleerde het als Bush destijds: of je bent met ons, of je hoort bij de terroristen. De volgende stap is het massaal uit de weg ruimen van de overgebleven oppositie. Er circuleerden al voor de recente bomaanslag geruchten dat de immuniteit van parlementsleden van de oppositiepartij HDP opgeheven zal worden.
Die ontwikkeling gaat hand in hand met de wetteloosheid die de staat toepast om het Koerdische verzet in het oosten van het land te onderdrukken. Er vielen al honderden doden in de steden Cizre en Diyarbakir. Er zijn volkomen kapotgeschoten steden en wijken. Om de haverklap wordt de noodtoestand uitgeroepen. Allemaal het gevolg van Erdogans oorlog tegen het terrorisme. Na de verkiezingen van vorig jaar werd steeds duidelijker dat zijn politieke toekomst sterk verbonden is met oorlog, omdat hij in die uitzonderingstoestand alle kritische stemmen kan onderdrukken en steeds meer macht naar zich toe kan trekken.
Buitenlands beleid
Ondertussen is Erdogans buitenlandse beleid uitgelopen op een totaal fiasco. De relaties met buurlanden als Rusland, Iran en Irak zijn op een dieptepunt beland. Ook met VS zijn de banden moeizaam. De EU en Turkije proberen van beide kanten over de ruggen van vluchtelingen concessies van elkaar af te dwingen. Turkije wil geld zien in ruil voor minder vluchtelingen. Om misselijk van te worden. Goede relaties met de EU hangen er dus vanaf of Turkije haar beloften kan nakomen. Het gevaar dat daarin schuilt, is dat Turkije, dat het woord mensenrechten niet in haar vocabulaire heeft, er geen moeite mee zal hebben om de repressie op vluchtelingen op te voeren om zo de doorstroom naar Europa te stoppen.
Ondanks de Turkse bedreigingen en bombardementen hebben de troepen van “de coalitie”, die voor het grootste deel uit de Syrisch-Koerdische YPG bestaat, terrein veroverd tussen Afrin en Kobane, en Al Nusra en ISIS teruggedrongen. De totale controle van de grens van Syrië met Turkije door de Koerden is een horrorscenario voor Erdogan. De coalitie zet hem echter juist onder druk om die YPG te steunen in de strijd tegen ISIS, of de Koerden in ieder geval niet in de weg te blijven staan. Erdogan heeft de jihadistische groepen Al Nusra en ISIS steeds gesteund, maar lijkt nu op het punt te staan om zijn beleid ten aanzien van deze terroristische bewegingen te herzien. Dat zal niet makkelijk gaan, gezien de nauwe banden die de regeringspartij AKP en de Turkse staat de afgelopen jaren hebben opgebouwd met deze meedogenloze moordenaars. De honderden jihadistische groepen en hun slapende cellen van militanten die rondlopen op Turks grondgebied slikken dat mogelijk ook niet zomaar. Daarom is nu cruciaal voor Erdogan om intern de gelederen bij elkaar te houden, breuken te proberen te lijmen en de oppositie zoveel mogelijk te onderdrukken. En dat is alleen mogelijk als hij de macht kan behouden.
Oorlog in het westen van Turkije?
De Koerdische gewapende partij PKK heeft talloze keren gewaarschuwd dat men de strijd in de lente zal opvoeren. Tot nu toe heeft de PKK ervoor gekozen om geen aanslagen te plegen in het westen van Turkije. Maar in het licht van de desastreuze aanvallen van Turkse militairen en paramilitairen in onder andere Cizre en Sur is het niet ondenkbaar dat de PKK de strijd alsnog naar het westen zal transporteren. Als de aanslag van zondag het werk zou zijn van de PKK – de aanslag is nog niet opgeëist door een organisatie -, dan zou dat een radicale politieke koerswijziging betekenen. Het was immers een aanslag met het karakter van een wraakactie om zoveel mogelijk (Turkse) burgerslachtoffers te maken.
Hoort de PKK bij Turks links?
Naar aanleiding van dit artikel en met name de alinea hiernaast, twitterde Wim Zwijnenberg: “Interessante reflectie op aanslag Turkije, al deel ik analyse niet dat PKK nooit burgers heeft aangevallen.” De redactie reageerde: “Bülent Yilmaz beweert dat toch ook niet? Hij zegt dat de linkse vrienden van de PKK nooit massa-aanslagen op burgers pleegden.” Zwijnenbergs reactie: “’Turks links zich [..] nooit schuldig gemaakt aan willekeurige massa-aanslagen.’ PKK (Turks links) doodde 100en leraren, bakkers. Correct me if I’m wrong, maar neem aan dat auteur PKK onder ‘Turks links’ schaart.” We vroegen Yilmaz om een korte verheldering. Yilmaz: “Om verwarring tegen te gaan: de PKK vormt natuurlijk geen onderdeel van Turks links. Het is immers een Koerdische organisatie. Wel heeft de PKK een linkse traditie, en volgens henzelf nu zelfs een anarchistische. De PKK heeft historisch gezien bovendien nauwe banden met Turks links. De leider, Öcalan, was voordat hij de PKK oprichtte, zelf actief bij de Turkse studentenbeweging. En momenteel vechten leden van bijvoorbeeld de MLKP (een Turkse maoïstische linkse organisatie) en ook wat anarchisten aan het front samen met de Koerden tegen ISIS. Mocht de PKK inderdaad over zijn gegaan tot zelfmoordaanslagen op willekeurige mensen, waarvan ze niet kunnen weten of het Turken zijn of Koerden, dan hebben ze aan Turks links als bondgenoot in hun strijd echt iets uit te leggen. Het tweede punt is dat de PKK inderdaad eerder vergeldingsacties heeft uitgevoerd op mensen of zelfs families, zeg maar Koerdische clans, die collaboreerden met Turkije. Maar voor zover ik me kan herinneren, heeft men nooit een bomaanslag gepleegd op willekeurige mensen, bijvoorbeeld om wraak te nemen via het maken van zoveel mogelijk slachtoffers onder Turken. Mocht de PKK achter deze aanslag blijken te zitten, dan betekent dat dus een definitieve breuk met links in Turkije. Deze misdaad kan en zal niet vergeven worden. Onder de slachtoffers blijken zich, nu de identiteiten bekend zijn geworden, ook alevieten, een CHP-burgemeester van een deelgemeente van Ankara, en heel veel studenten te bevinden. Kizilay is van origine een linkse wijk.” |
Zou de aanslag inderdaad het werk blijken te zijn van de PKK – en nogmaals: dat is verre van zeker -, dan dringt de vraag zich op hoe die dan te rijmen valt met haar ambities van een “democratisch confederalisme”. De PKK zal zich dan moeten verantwoorden aan alle anarchistische en andere linkse kameraden die hen steunen in hun rechtvaardige strijd. Turks links zal forse kritiek uitoefenen, want het is ondenkbaar dat links zo’n aanslag ooit kan rechtvaardigen, ook niet bij de gewapende strijd. In haar lange geschiedenis heeft Turks links zich, zelfs in het heetst van de gewapende strijd, nooit schuldig gemaakt aan zulke willekeurige massa-aanslagen.
Burgeroorlog
Erdogan hoopt via de steeds verder uitbreidende burgeroorlog zijn macht te consolideren. Tot nu toe heeft zijn strategie in zijn voordeel gewerkt. Voor wat betreft de binnenlandse politieke machtsverhoudingen heeft hij een comfortabele positie. Hij geniet zonder enige wettelijke basis van de alleenheerschappij van het presidentschap. Dat kan hij nog verstevigen via een referendum. De oppositie is grotendeels verzwakt. De media en de rechterlijke macht heeft hij, enkele uitzonderingen daargelaten, onder zijn controle. De escalerende oorlog geeft weer aanzien aan het leger en andere ‘veiligheidstroepen’. Vooral het leger kan in deze tijden haar besmette imago weer oppoetsen. Wat natuurlijk altijd het gevaar in zich bergt dat dat leger zich tegen hem keert wanneer zijn positie verzwakt zou raken. Maar dat is momenteel nog lang niet het geval. Ook de oppositie binnen zijn eigen partij ruimt hij behendig uit de weg. Het wissen van de AKP-mede-oprichter en ex-premier Abdullah Gül van de website van de partij doet denken aan de zuiveringsprocessen van Stalin. Multinationals van de rijke vriendenkring van Gul worden ook aangepakt als waarschuwing naar hem toe.
De Grijze Wolven van de partij MHP helpen, zoals zo vaak in de geschiedenis, de gevestigde machthebbers om de bestaande democratische structuren te vernietigen. De nationalisten van de MHP vormen nu de trouwe bondgenoot van de AKP in de oorlog tegen de Koerden. Erdogan hoeft niet bang te zijn dat ze zich tegen hem zullen keren. En dat geldt min of meer ook voor de sociaal-democratische CHP. Die heeft al haar vertrouwen gesteld in de parlementaire democratie en in verkiezingsuitslagen, en reageert helemaal verlamd, nu Erdogan het parlement en de wettige macht zowat compleet buiten werking heeft gesteld en regeert met een permanente uitzonderingstoestand die hem de absolute macht verschaft. De CHP heeft daar geen enkel antwoord op.
Linkse oppositie
De linkse radicale oppositie heeft de moeilijke taak om aan de ene kant het gevecht aan te gaan met Erdogan en zijn kliek, en aan andere kant te proberen om de versplinterde linkse krachten bij elkaar te brengen. Daartoe werden wel pogingen ondernomen, en de toekomst zal uitwijzen of ze succesvol zijn. Hoop is in ieder geval te putten uit het massale verzet van vrouwen tegen de vrouwenonderdrukking die sterk toeneemt onder het AKP-regime. En ook uit de opkomende ecologische strijd, zoals die van de bevolking van Hopa. Dat is een stad aan het uiterste oosten van de Zwarte Zee. De bevolking daar strijdt al jaren tegen het delven van grondstoffen waardoor de natuur onomkeerbaar vernietigd wordt. Ondanks alle wettelijke maatregelen probeert een met Erdogan bevriend bedrijf alsnog haar zin door te zetten, met als gevolg massaal verzet door de lokale bevolking, gesteund door mensen van buiten. Er is enorme repressie door de politie en het leger, maar toch is het de bedrijven tot nu toe niet gelukt om te beginnen met delven. Hoop is er ook door de dappere Koerden, die ondanks honderden doden, nog veel meer gewonden en talloze vernederingen, hun verzet voortzetten en niet buigen voor het fascisme van Erdogan. We buigen voor hun moed en hun strijd in deze donkere dagen in Turkije. Lang leve het verzet.
Bülent Yilmaz