Groningse vragenlijst voor baanlozen: vinden je familie, vrienden en buren ook dat je werk moet gaan zoeken?

In actie tegen keukentafelgesprekken (stukje van de flyer van de actie van 29 juni).
In actie tegen keukentafelgesprekken (stukje van de flyer van de actie van 29 juni).

“Mensen die met een uitkering thuis zitten, zijn beter af als ze wel vrijwilligerswerk doen of op een andere manier actief zijn”, aldus de Groningse GroenLinks-wethouder Gijsbertsen. En dat is ook gunstig voor zorgverzekeraars, want “mensen die actief zijn, voelen zich beter over zichzelf en voelen zich ook gezonder en doen daarom minder een beroep op zorg”. Bijstandsgerechtigde stadjers worden nu opgeroepen om thuis “in gesprek” te gaan met de gemeente Groningen. Die wil van zo’n zevenduizend “kansarmen” uitvogelen waar hun “talenten en mogelijkheden” liggen. Sprak men eerder nog van “keukentafelgesprekken”, tegenwoordig noemt men deze massascreening “Kansen in Kaart” (KiK). Bij de uitnodigingsbrief (pdf) voor de screening zit een pakketje papieren. Actiecomité DwangArbeid Nee Groningen (DANG), waaraan ook Doorbraak meedoet, nam het pakketje door. Voor wie onbekend is met dit soort vragenlijsten: val niet van je stoel! Keep calm, keep reading and get angry.

Een inleidend A4-tje (pdf) introduceert de KiK-gesprekken. Ze zouden louter uit nieuwsgierigheid worden gevoerd, “want iedereen wil uiteindelijk toch zinvol bezig zijn?” Zo begint de gemeente al meteen met de vervelende suggestie dat bijstandsgerechtigden nog niet zinvol bezig zouden zijn. Maar dat wil men natuurlijk het liefst van de baanloze zelf horen. En wat vinden ze van hun wijk en van de activiteiten die daar plaatsvinden? En hoe zien ze zichzelf binnen dat geheel? De baanlozen mogen het de gemeente nu vertellen, want “het woord is nu aan u”, en “de gemeente volgt!” Maar wat meteen opvalt, is dat de vragenlijst feitelijk meer een lijst stellingen is. Maar waarom wordt die dan als vragenlijst opgevoerd?

Typerend voor het type samenleving dat we inmiddels geworden zijn, worden ook baanlozen uitsluitend nog benaderd met economiserende termen als “talenten en mogelijkheden”. Iedereen moet immers “meedoen” en iedereen heeft “capaciteiten”. Zo moeten baanlozen naar zichzelf gaan kijken. Maar bovenal moeten ze gaan “participeren”. Want baanlozen leven volgens dit soort denken niet echt in de maatschappij. Nee, ze staan daar buiten. Ze zijn naar buiten gewerkt, want ze zijn onrendabel, ze kosten geld. De uitkering, de bestaanszekerheid van de baanlozen, moet voortaan worden “verdiend”. Maar nogmaals, de gesprekken zijn echt uitsluitend in het belang van de baanloze stadjers, hoor!

Het pakketje papier op de keukentafel. Om het inleidende A4-tje dat bovenop ligt beter te kunnen lezen (in pdf) kan je op de foto klikken.
Het pakketje papier op de keukentafel. Om het inleidende A4-tje dat bovenop ligt beter te kunnen lezen (in pdf) kan je op de foto klikken.

Baanlozen als probleem

Alsof de gemeente daadwerkelijk zou gaan “luisteren” naar mensen die “een probleem” vormen voor de gemeente. Sterker nog, baanloze bijstandsgerechtigden vormen een “enorm probleem” voor de gehele maatschappij! Daarom worden ze al decennialang bestreden. Baanloosheid en het recht op sociale zekerheid vormen een “gigantisch probleem” dat moet worden op-ge-lost.

Liefst zou men “het probleem” willen doen verdwijnen zoals jaren terug het “probleem van arbeidsongeschiktheid/profiterende niet echt zieke WAO-ers” grondig werd “opgelost”. Meerdere ronden van massale herkeuringen brachten het aantal “rechtmatige” WAO-uitkeringen sterk terug. En nog steeds zetten politiek, wetenschap en professionals in op het terugbrengen van het “probleem” van de chronisch zieke mensen en hun recht op bestaanszekerheid, nu binnen de Participatiewet.

Enkele van de vragen.
De volledige lijst vind je hier (pdf).De volgende vragen gaan over de bezigheden die u mogelijk doet op een doorsnee dag.

13. Heeft u lichamelijk moeite met:
– een tafel verplaatsen, stofzuigen, zwemmen of fietsen
Ja Nee Een beetje
– een paar trappen oplopen
Ja Nee Een beetje

14. Bent u in het afgelopen half jaar behandeld voor psychische problemen?
Ja Nee

18a. Hoe vaak heeft u contact met een of meer familieleden?
1 of meerdere keren per week
1 keer per maand
2 keer per maand
3 keer per maand
zelden of nooit

18b. Hoe vaak heeft u contact met vrienden, vriendinnen of goede kennissen?
1 of meerdere keren per week
1 keer per maand
2 keer per maand
3 keer per maand
zelden of nooit

18c. Hoe vaak heeft u contact met buren of mensen die bij u in de straat wonen?
1 of meerdere keren per week
1 keer per maand
2 keer per maand
3 keer per maand
zelden of nooit

19. Zelfredzaamheid
a. Ik vind het makkelijk om anderen om hulp te vragen.
Mee eens Neutraal Mee oneens

b. Ik weet hulp te vinden als buren, vrienden of familie mij niet kunnen helpen.
Mee eens Neutraal Mee oneens

20. Activiteiten
a. Als ik zie dat mensen hulp nodig hebben, dan bied ik dat aan.
Mee eens Neutraal Mee oneens

b. Om bezig te zijn, zou ik graag op vrijwillige basis iets willen doen.
Mee eens Neutraal Mee oneens

c. Ik ben actief en vind dat leuk om te doen.
Mee eens Neutraal Mee oneens

21. Schulden
a. Een lening en rood staan vind ik niet erg.
Mee eens Neutraal Mee oneens

23. Doet u momenteel vrijwilligerswerk?
b. Hoeveel uren per week doet u vrijwilligerswerk?
1-5 uur per week
5-10 uur per week
10-20 uur per week
20 uur per week of meer

c. Zou u meer uren vrijwilligerswerk willen doen?
Ja, ik kan en wil meer uren vrijwilligerswerk doen
Nee, ik ben tevreden met het aantal uren wat ik nu heb
Nee, het aantal uren wat ik nu heb is maximaal

d. Zo ja, in welke sector zou dat dan zijn?
Zorg (bijv. verzorgingshuis, ziekenhuis, verpleeghuis etc.)
Maatschappelijke organisatie (bijv. buurthuis, Stip, Humanitas etc.)
Vereniging
Sportclub
School

De volgende vragen gaan over hoeveel steun u krijgt uit uw omgeving bij het zoeken naar een betaalde baan.

28. a. Ik ken mensen die mijn kunnen helpen bij het vinden van een baan.
Ja
Nee

c. Anderen moedigen mij aan om werk te vinden.
Vaak Soms Nooit

De volgende vragen gaan over uw werkvermogen. Met “werkvermogen” bedoelen wij de mate waarin u lichamelijk en psychisch in staat bent om te werken. Waarbij 1 een laag werkvermogen is en 10 een hoog werkvermogen.

29. Welk cijfer zou u momenteel aan uw werkvermogen toekennen?
Slecht 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Goed

33. Hoe belangrijk vinden de volgende personen het dat u aan het werk gaat/betaald werk zoekt?
a. Naaste familie en partner
Belangrijk Neutraal Onbelangrijk

b. Uw vrienden en kennissen
Belangrijk Neutraal Onbelangrijk

c. Mensen bij u in de buurt
Belangrijk Neutraal Onbelangrijk

Vragen voor baanlozen

In de vragenlijst, en waarschijnlijk ook tijdens het persoonlijke gesprekje met een ingehuurde getrainde professional, wordt de baanloze van top tot teen gescreend. Er wordt gekeken naar hun “praktisch functioneren”: hoe hoog is iemands opleiding, hoe taalvaardig is iemand, kan een baanloze met een computer en internet omgaan? Kan een baanloze huishoudelijke klussen doen? Misschien nog andere dingetjes?

Er wordt gescreend op “psychisch functioneren”, ofwel “welbevinden”. Heeft de baanloze een psychiatrische achtergrond, stoornis, is de persoon in behandeling, aan de medicijnen? Er wordt ook gekeken naar verslavingsgedrag: is iemand verslaafd (geweest) en daarvoor behandeld? Zo ja, bij wie en hoelang, enzovoorts. En hoe is dan het contact met de hulpverleners? Is de baanloze in aanraking geweest met Justitie, gedetineerd geweest? Alsof deze informatie niet superpersoonlijk is.

Wat doet de baanloze zoal overdag? Dagbesteding heet dat. Opvallend aan de vragenlijst is dat er wordt gestuurd richting vrijwilligerswerk. Geeft een baanloze aan vrijwillig iets te doen, dan wordt dat meteen verder uitgeplozen. Ook moeten ze aangeven hoeveel uur vrijwilligerswerk ze zouden willen doen. En fijn: de makers van de lijst met stellingen hebben de soorten vrijwilligerswerk al voorgekookt. Activisme staat er alvast niet bij.

Is de baanloze kapot?

Of de baanloze lichamelijk nog een beetje “functioneert”, wordt ook goed bekeken: doet ie het nog, of is ie kapot? Kan de baanloze stofzuigen, tafels verplaatsen, traplopen of zwemmen? En hoe schat de baanloze het zelf in: kan hij of zij fysiek werk doen? Daarbij moeten baanlozen zichzelf nota bene inschalen. Dat geldt ook voor de zogenaamde psychische belasting: baanlozen moeten zichzelf een cijfer toekennen.

Er wordt gevraagd naar kansen op betaald werk, en of de baanlozen überhaupt nog betaald of onbetaald willen werken. Of ze hun kansen op de arbeidsmarkt hoog of laag inschatten. Kunnen ze de website van het UWV wel vinden…

Uiteraard wordt er ook gescreend op consumptiegedrag en financiële schulden. Hoe denkt de baanloze over rood staan? Over geld lenen? Die twee worden trouwens onlosmakelijk met elkaar verbonden bij de stelling. Alsof het goed mogelijk is om met een bijstandsuitkering uiteindelijk niet in financiële problemen te geraken. Ook wordt er gevist naar hoe druk baanlozen zich maken over hun financiële situatie: liggen ze wel eens wakker om geldzorgen? En zijn ze bekend met de “armoede-verlichtende” maatregelen van de gemeente Groningen? Willen ze daar informatie over ontvangen?

Er wordt gekeken naar hoe baanlozen “sociaal functioneren”. Heeft de baanloze contact met gezin, familie, vrienden en de woonomgeving? Hoe is dat contact? Hoe vaak ziet de baanloze familie, vrienden, kennissen en buurtgenoten? Wat doet de baanloze allemaal voor die mensen? Doet die sociale omgeving ook wel eens iets voor de baanloze? En oh, doet u soms aan mantelzorg? En zo ja, voor wie dan? Hoe wederkerig is de sociale omgeving, en hoe beziet de baanloze wederkerigheid.

Vooral de stellende vragen over sociale contacten zijn schandalig. Er wordt ijskoud gevraagd of mensen in de omgeving van de baanloze het erg vinden dat hij of zij geen baan heeft! Hoe groot is de sociale druk om “iets te gaan doen”? Zien vrienden en familie de baanloze ook als lamzak, profiteur, zinloos mens? Het stigma wordt bevestigd binnen de vragen, de baanloze wordt er nog eens fijntjes op gewezen dat zijn of haar omgeving dat vast ook erg vindt! En ga nou eens iets doen, maak jezelf nuttig, want dat vinden je familie, vrienden, kennissen en omgeving ook erg belangrijk!

Baanlozen moeten zichzelf “oplossen”

Waar het om gaat, is dat baanlozen zich van hun baanlozenschande ontdoen. Ze moeten het stigma voortdurend zelf ontkrachten. Ze moeten voortdurend gaan bewijzen dat ze in de samenleving staan. Alleen zo mogen ze nog in die maatschappij leven. Bijstandsgerechtigden moeten hun armoede – veroorzaakt onder andere door de absurd lage uitkeringen – aanvaarden en zo als het ware “oplossen”. Immers, wanneer armoede geen “probleem” meer is, dan bestaat het eigenlijk ook niet meer.

Maar baanlozen moeten meer “problemen” gaan oplossen. Ze moeten gratis het werk gaan doen dat voorheen betaald gedaan werd, door ‘werknemers’. Baanlozen moeten verpauperde – want minder budget – buurten gaan opleuken en opknappen. Baanlozen moeten hulpbehoevende mensen gaan ondersteunen. Baanlozen moeten zichzelf ook gaan onderscheiden van andere baanlozen. Dat doen ze door mee te werken aan de screening. Bij die screening worden de gevolgen van de “problemen” als stellingen geponeerd. De baanloze moet de gevolgen erkennen en aangeven ermee aan de slag te willen gaan. Over de oorzaken, over de “problemen” zelf, wordt vanzelfsprekend niet gesproken. Nee, de baanlozen gaan elk individueel de gevolgen aanpakken.

Laat je niet in jouw kaarten kijken

Gijsbertsen meldde op 23 maart vol trots op RTVnoord dat 31 uitkeringsgerechtigden na een “Kansen in Kaart”-gesprek een programma “mogen” volgen bij het Centrum naar Werk, waarna ze zes maanden “stage gaan lopen” bij een werkgever. Dat riekt natuurlijk naar dwangarbeid!

Wat er met de antwoorden van de baanlozen gebeurt? Die worden netjes digitaal verwerkt en in sommige gevallen kan men heel snel “matchen”. Zo weten we dat een baanloze, niet lachen, is doorgestuurd naar een heus reïntegratietraject. Terwijl die juist aangegeven had al meerdere reïntegratietrajecten achter de rug te hebben zonder een door haar gewenst resultaat: een betaalde baan.

We hoorden van baanlozen dat ze simpelweg niet mee willen doen, zich afmelden en dan te horen krijgen: “Oh, nou, belt u maar als u behoefte heeft aan een gesprek…” Maar het is niet waarschijnlijk dat er baanlozen bestaan die “behoefte” hebben aan een gesprek met een uitzendkracht aan de hand van een meer dan dubbelzinnige en smerige stellingenlijst. Of “behoefte” hebben aan nog meer druk, zoals die wordt opgevoerd door professionals uit de reïntegratie-industrie. Ja, een industrie. Want ook via dit project worden weer bakken geld verdiend door de mensen die de baanloze stadjers screenen, bekloppen, bestempelen, bemeten en in hokjes proppen.

Het advies van DANG: laat je niet in je kaarten kijken. Bel af, massaal! Weiger mee te werken aan het “oplossen” van jezelf als was je het “probleem”. En dan maar zien hoe nieuwsgierig en voorkomend de gemeente Groningen blijft. Vooralsnog levert het niet meewerken aan de vragenlijst en het gesprek geen sancties op. Het “vergeten” van het gesprek ook niet, zo blijkt uit herinneringsbrieven (pdf) van de gemeente. Wel heeft Gijsbertsen inmiddels te kennen gegeven dat de gemeente nadenkt “over een manier om de mensen die een gesprek weigeren toch te stimuleren iets te gaan doen”.

PS Heb jij een afspraakbrief voor een gesprek ontvangen? Of al een “Kansen in Kaart”-gesprek gehad? Wij horen graag van jou hoe dat is gegaan en wat jij ervan vindt. Of moet je binnenkort dat gesprek voeren en wil je dat eigenlijk niet? Heb je andere vragen over de gesprekken of de vragenlijst? Neem contact met ons op via dwangarbeidneegroningen@gmail.com of bel: 06 57 33 52 39.

DANG