Blamage: voorzittersverkiezing FNV met slechts 1 kandidaat
Laat ik daarover voor mijzelf spreken. De papieren van Han Busker roepen een hoogst onaangenaam gevoel op. Met in gehoorzaamheid aan de macht gesocialiseerde leden van de Koninklijke Marechaussee heb ik niets vriendschappelijks, laat staan kameraadschappelijks. Ook niet als zij doorstromen naar de gezagsgetrouwe functie als opsporingsambtenaar. Dat hoeft misschien ook niet, maar een voorzitter staat al zo ver weg voor een vakbondslid. Bijna twintig jaar vakbondsbestuurder in een dergelijk centralistisch georganiseerde omgeving die rust op hiërarchie, compenseert dat onbehagen en wantrouwen niet. De geruststellende woorden over zijn voorganger Ton Heerts (een overeenkomstige socialisatie doorgemaakt) doen dat ook niet: “Hij is een gedreven man die enorme stappen heeft gemaakt met de vakbond. Dat was goed en nodig. Ik ben anders, ik zoek meer naar verbinding.” Overigens, om misverstanden te voorkomen. Dat politieagenten en militairen zich in een vakbond als de FNV organiseren is hun volle recht, de vraag is in welke fase de vakbeweging zich bevindt met de keuze voor voorzitters met de genoemde achtergrond. Nog los van hun PvdA-gehalte dat politiek gezien steeds schraler wordt. Welke interne verhoudingen en discussies zijn daarvoor verantwoordelijk? Een ernstige bezinning daarop is uiteindelijk van meer belang dan kritiek op de persoonlijke geschiedenis van de twee betrokken functionarissen. Het zal toch niet zo simpel zijn dat we ‘een sterke leider’ willen? (…) De procedures zijn op de letter gevolgd. Maar één resterende kandidaat is echt een aanfluiting voor als democratisch beschouwde verkiezingen. Gebeurt het elders, vroeg of laat, dan is de afschuw terecht. En helemaal als het vooral gissen is naar de afwijzingsgronden van de andere kandidaten. Er druppelt wat naar buiten en er zal bijvoorbeeld kritiek zijn in het Ledenparlement, maar waarom horen we daar niks van.
Hans Boot in Een blamage (Solidariteit)