Mijn ervaringen als flexwerker

Afwas.
Afwas.
Na het versturen van tig sollicitatiebrieven en het voeren van een aantal sollicitatiegesprekken vond ik eindelijk een baan in de thuiszorg. Nu poets ik keukens, schrob ik wc’s, dweil ik vloeren en drink ik heel veel thee bij mensen die wel wat extra hulp in hun huishouding kunnen gebruiken. Inmiddels werk ik ook in een verzorgingshuis. Hoewel ik blij ben dat ik eindelijk werk en dus een inkomen heb, hebben beide banen één groot nadeel: ik moet daar werken als flexwerker.

Kort gezegd houdt flexwerken in dat beide bazen mij kunnen inzetten wanneer zij willen en ook weer op elk moment kunnen uitroosteren wanneer zij mij toch niet nodig blijken te hebben. Ook word ik geacht altijd beschikbaar te zijn tussen 8:00 uur ’s ochtends en 17:00 uur ’s middags. Toen ik aan mensen uit mijn omgeving vertelde dat ik dit werk ging doen, reageerden sommigen heel positief: “Dat is relaxed! Als je dan een keer niet wil werken, dan zeg je gewoon nee.” Nou, in de praktijk werkt dat zo dus niet. In het contract dat ik bij de thuiszorg kreeg, staat dat ik word geacht extra werk aan te nemen als ze mij bellen. Weliswaar staat het er in andere bewoordingen, maar daar komt het op neer. Mij bekroop meteen het gevoel dat ik eigenlijk geen “nee” kon zeggen en dat gevoel blijkt te kloppen.

Whatsapp-groep

Het thuiszorgbedrijf vond het vervelend om ons te bellen als er ergens een invaller of nieuwe vaste medewerker nodig was. Daarom kwamen ze met een Whatsapp-groep op de proppen, waaraan iedereen verplicht is om mee te doen. Overigens hebben daardoor heel veel mensen die ik niet ken, nu mijn telefoonnummer. Achteraf moest ik nog wel een handtekening zetten dat ik toestemming geef voor deelname aan die groep, maar ja, toestemming geven voor iets dat én verplicht is én al gebeurd is, dat slaat natuurlijk nergens op. De Whatsapp-groep werkt trouwens niet zo goed omdat iedereen reageert, waardoor er totaal geen overzicht meer is van wie nou naar welk adres kan.

Daarom appen ze niet alleen, ze bellen en sms-en ook, dagelijks. Dat doen ze ook als ik al aan het werk ben, maar dan hoor ik mijn telefoon niet altijd doordat ik aan het stofzuigen ben, of kan ik niet opnemen omdat ik net met mijn handen in het sop zit. Daarnaast vind ik het erg vervelend om op mijn telefoon te kijken bij elk geluidje dat dat ding maakt, zeker als ik net een gesprek voer met de cliënt. Kortom: ik mis hun telefoontjes, appjes en smsjes wel eens. En elke keer krijg ik op mijn kop: “Je moet wel je telefoon opnemen. Waarom nam je niet op? We moeten je kunnen bereiken.” Ook in mijn vrije uren moet ik altijd beschikbaar en bereikbaar zijn, en zelfs als ik op mijn andere werk ben, blijven ze het proberen. Zelfs nu ik dit schrijf – na 17:00 uur op een doordeweekse dag – stromen de appjes binnen.

Mijn andere baas mailt altijd met de vraag of ik wil werken. En zo komt het dat ik de hele dag door bezig ben met het checken van mijn mail, Whatsapp, smsjes en eventuele gemiste oproepen. Ik ben altijd bang dat ik iets heb gemist, waardoor ik ze moet terugbellen, want zo’n gesprek begint altijd met geklaag over mijn bereikbaarheid.

Dwingend

Zo moeilijk als ze doen over altijd bereikbaar zijn, zo moeilijk doen ze dus ook over “nee” zeggen tegen werk. Zeker het thuiszorgbedrijf is daarin erg dwingend, omdat zij een schreeuwend tekort aan medewerkers hebben. Dat komt dan weer doordat ze geen vaste contracten willen geven, en zojuist heel veel medewerkers (via een smsje) hebben ontslagen.

Juist doordat ik van al mijn cliënten hoor hoeveel huishoudelijke hulpen al zijn ontslagen, durf ik extra werk niet te weigeren. Er is continu een stem in mijn achterhoofd die mij eraan herinnert dat “nee” zeggen kan leiden tot het niet verlengen van mijn contract, en ik heb deze baan nou eenmaal nodig.

Toen ik mijn tweede baan erbij kreeg, moest ik bij de thuiszorg aangeven dat ik niet meer elk moment beschikbaar was. Dat vinden ze niet leuk en ze blijven me dan ook bellen en zelfs al inroosteren op de dagen en tijden dat ik in het verzorgingshuis werk. Als ik dan opbel om mijzelf weer van dat rooster af te halen, dan geven ze aan dat ze het daar te druk voor hebben, en dat ik toch wel een paar keer naar dat betreffende adres kan gaan. Of ze zeggen dat ik het dan maar in delen moet doen, bijvoorbeeld elke dag een uurtje.

Druppel

Zo kwam het dat ik een paar keer voor negen dagen en één keer zelfs voor twaalf dagen achter elkaar stond ingeroosterd, omdat dat de enige manier was om beide banen te combineren en beide bazen tevreden te houden. Echter, na één keer negen dagen achter elkaar te hebben gewerkt, wist ik zeker dat ik dat niet structureel vol zou kunnen houden. Ik was moe, gestresst en was in mijn hoofd alleen maar bezig met werk. Op de negende dag van die werkreeks belde ik mijn thuiszorgbaas op met het verzoek één cliënt van mijn rooster af te halen, zodat ik elke week in ieder geval één vrije dag zou hebben. Ik kreeg een preek over hoe onprofessioneel dat verzoek was en, vraag me niet waarom, ook hield ze een heel verhaal over cliënten die zo arm waren dat ze elke dag rijst moeten eten. Dit gesprek was de druppel die mijn stressemmer deed overlopen, ik moest huilen en heb de telefoon maar snel opgehangen.

Toen ik later mijn andere baas een mailtje stuurde met hetzelfde verzoek – in ieder geval één dag vrij per week – kreeg ik overigens meteen bericht terug dat ze dat zou regelen. Zo kan het dus ook, gelukkig.

Zoë Smit