Strijd tegen Leidse dwangarbeid: na repressie nu een halfwas poging tot inkapseling?

Logo.
Logo.

Naast een inkomstenbron voor gemeenten is dwangarbeid natuurlijk vooral een inmiddels beproefde methode om baanlozen te disciplineren. Wie tegen die dwangarbeid in verzet gaat, krijgt te maken met repressie, zo is ook onze ervaring in Leiden. Onze successen en vooral onze ongrijpbaarheid daar maken de burgemeester, de politie, de wethouder en de directie van het dwangarbeidcentrum nerveus, zo blijkt uit stukken die we in handen kregen via de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB). Was dat ook de verklaring voor de halfwas poging tot inkapseling die men vorig jaar deed? Of ging dat om de zoveelste poging tot intimidatie?

Op 1 juni vorig jaar krijgt Doorbraak in Leiden een merkwaardig telefoontje. De secretaresse van PvdA-wethouder Marleen Damen van Werk en Inkomen, Wijken en Financiën wil weten bij wie ze moet zijn om een afspraak te maken. De gemeente wil namelijk met ons in gesprek over onze acties en werkwijze. Ze gaat er als vanzelfsprekend vanuit dat wij akkoord gaan met zo’n gesprek. Wij stellen voor dat ze ons er een mail over stuurt.

Die komt een week later: “De burgemeester en wethouder Marleen Damen zouden graag vanuit gemeente Leiden een afspraak willen maken met Doorbraak. Kunt u mij de naam van de contactpersoon doorgeven zodat ik dit kan organiseren? Onderwerp van gesprek: in gesprek gaan over uw visie, idealen en hoe u dit uitdraagt.” Meer staat er niet in.

Inkapseling of intimidatie

Na enkele halfhartige pogingen om ons tot meedenken te verleiden is de gemeente Leiden jaren geleden al snel overgegaan tot repressie richting elk verzet tegen dwangarbeid. Dat was niet bijzonder effectief en ook niet altijd even houdbaar. Zo lagen bijvoorbeeld het gebieds- en flyerverbod dat PvdA-burgemeester Henri Lenferink uitvaardigde voor het plein voor het dwangarbeidcentrum DZB onder vuur van de bezwaarschriftencommissie. Het verbod werd dan ook na verloop van tijd stilletjes afgeschaft. Een beknopt overzicht van alle gemeentelijke repressie tot nu toe lees je hier.

De mail van de wethouder kan het begin zijn van een hernieuwde inzet om ons in te kapselen, bijvoorbeeld in een of andere overlegstructuur. Of het is een poging om te komen tot ‘afspraken’ met ons over hoe we ons verzet vorm mogen geven. In ieder geval tekent het contactverzoek de behoefte bij de gemeente om meer invloed op ons te krijgen. En kennelijk zijn ze niet blij met de invloed en kracht die we hebben, anders zouden ze niet hun zwaarste kanonnen in stelling brengen: de burgemeester en de wethouder. Het is vast ook geen toeval dat contact wordt gezocht kort nadat de Raad van State uitspraak deed in een van onze lopende WOB-zaken. De gemeente werd door de rechter opnieuw opgedragen om ons meer stukken te overhandigen met betrekking tot dwangarbeid. Stukken waarvan men het bestaan steevast had ontkend of die men simpelweg weigerde te overhandigen.

Gesprekken

Er waren overigens de afgelopen jaren al eerder voorstellen gedaan tot gesprekken tussen Doorbraak en de burgemeester. Maar die kwamen dan van de SP. “Als jullie gewoon eens in gesprek gaan met de burgemeester, dan zal hij zien dat jullie best goeie lui zijn, dan zal zijn vertrouwen groeien en zal hij die maatregelen tegen jullie vast verder achterwege laten. Ik kan zo’n gesprek best regelen als jullie dat willen”, zeiden SP-raadsleden meer dan eens tegen ons. Ze brachten dat als een gunst, maar de partij hoopte zo waarschijnlijk de spanningen, ook binnen de eigen gelederen, wat te verminderen. Als coalitiepartner is de Leidse SP namelijk medeverantwoordelijk voor de dwangarbeid, en mogelijk heeft een aanzienlijk deel van haar achterban wel sympathie voor onze strijd daartegen, en nog erger: wel oren naar onze kritiek op het SP-beleid. En dat zou natuurlijk stemmen kunnen kosten. Als het conflict nu maar binnenskamers, in overleggen, en niet op straat zou worden uitgevochten, dan zou dat voor die lokale afdeling al een flinke vooruitgang betekenen.

Doorbraak discussieert zoals bekend graag over strategie. We publiceren onze ervaringen en overwegingen, strategieën en tactieken openlijk op onze website, in de hoop dat andere linkse organisaties en activisten erop reageren of er in ieder geval iets aan hebben bij hun eigen strijden. Dat is niet ongebruikelijk. Wel ongebruikelijk is het voor activisten om hun visie, idealen en hoe ze die uitdragen – om de woorden van de gemeente maar te gebruiken – te bespreken met hun tegenstanders. Met een burgemeester die al jarenlang en op allerlei manieren ons protest tegen dwangarbeid probeert te bemoeilijken, en een wethouder die baanlozen dwingt te werken onder het minimumloon en zonder arbeidsrechten op straffe van het verlies van bestaanszekerheid.

Transparant

We staan overigens best open voor een debat met de burgemeester en de wethouder, maar dan wel publiek en transparant en niet in achterkamertjes. Daar hebben we niets bij te winnen. In een achterkamertje zou de gemeente opnieuw kunnen proberen om ons te intimideren, iets dat in de openbaarheid natuurlijk een stuk moeilijker is. Niet dat wij het ooit in ons hoofd zouden halen om hen uit te nodigen op een bijeenkomst die wij organiseren – de autoriteiten hebben al voldoende platforms om hun mening kwijt te kunnen – maar wanneer wij gevraagd zouden worden voor een publieke bijeenkomst en op basis van gelijkwaardigheid met hen zouden kunnen debatteren, dan zouden we daar zeker gehoor aan geven. We zijn niet bang voor hen en zijn ervan overtuigd dat we goed kunnen verdedigen dat dwangarbeid onrechtvaardig is en afgeschaft moet worden. Het zou ook best een mooie gelegenheid zijn om weer eens mee te krijgen hoe irritant de gemeente ons wel niet vindt, wat hen het meeste dwars zit aan ons en hoe ze verder met ons om willen gaan. Daar kunnen wij dan rekening mee houden bij het verder ontwikkelen van onze strategie.

Mocht het ooit komen tot een open debat met de burgemeester en de wethouder, waar we zeker niet van uitgaan, dan zouden niet zozeer onze visie, idealen en hoe we die uitdragen ter discussie gesteld moeten worden, maar de visie en de idealen van de gemeente en hoe men die uitdraagt. De gemeente acht immers dwangarbeid geen probleem, en legt die op aan baanlozen via de dreiging met kortingen. En men pakt mensen die daartegen protesteren aan met bedreigingen en gebiedsverboden, en met leugens en laster in de raadszaal en de rechtszaal. Ons verzet is volkomen legitiem, in tegenstelling tot de repressie van de gemeente. Daar moet het dan dus over gaan.

Geen reactie

Op 20 juni sturen we de wethouder een reactie op haar mail. “Bedankt voor uw uitnodiging om ‘in gesprek gaan over uw visie, idealen en hoe u dit uitdraagt’ met de burgemeester en wethouder Marleen Damen. We vragen ons echter af op welke idealen u precies doelt, en daarnaast, waarom u juist op dit moment (nadat we al jarenlang actief zijn in Leiden en op verschillende onderwerpen onze visie en idealen uitdragen) met ons in gesprek wil. Met andere woorden: wat is precies het doel van het gesprek? Wij ontvangen graag meer informatie over deze zaken, dan kunnen we besluiten of we een gesprek zinvol achten of niet.”

Een reactie komt er merkwaardig genoeg niet. Ook niet op een herinneringsmail die we op 23 december nog sturen. Vermoedelijk is het specificeren van hun vragen voor de gemeente al te riskant, en wil men liever niets op papier. Geen transparantie en geen schriftelijke bewijzen van hun intimidatiepogingen.

Schrik

Wie zich even verplaatst in de positie van de burgemeester, de wethouders en dwangarbeiddirecteur Bas van Drooge kan wel begrijpen waarom die steeds hun toevlucht nemen tot repressie dan wel pogingen tot inkapseling. Onze strijd brengt hun louche project van afpersing van gratis arbeid van baanlozen in diskrediet en hopelijk uiteindelijk zelfs in gevaar. Vanaf de opening van hun centrum in 2011 hebben we allerlei succesjes behaald met onze strijd tegen hun dwangarbeid. We hebben met succes individuele dwangarbeiders gesteund, informatie naar buiten gebracht die de wethouder en directie in verlegenheid brachten en dwongen tot beleidswijzigingen, profiterende bedrijven onder vuur genomen waardoor mogelijk enkele er de brui aan hebben gegeven, en de situatie in het dwangarbeidcentrum regelmatig minder beheersbaar gemaakt. Het is goed om te beseffen dat onze successen natuurlijk hun nederlagen zijn. En dat zijn ze niet gewend, de hoge heren en dames, om het vuur aan de schenen gelegd te krijgen door een zelfbewuste en onverschrokken groep baanlozen en sympathisanten die zich niet laten inpakken of intimideren.

En de schrik zit er af en toe goed in bij de wethouder en de directie. Iedere keer als wij de afgelopen jaren een protest organiseerden, kwam dat uitgebreid aan de orde in het “driehoeksoverleg” met de burgemeester, de districtschef, de officier van Justitie, andere mensen van de gemeente en de politie, en iemand van de veiligheidsregio. Dat kunnen we opmaken uit stukken die we in handen kregen via een WOB-procedure. Redelijk absurd, aangezien het gaat om manifestaties met hooguit enkele tientallen mensen, met wat toespraken en muziek, en zo vriendelijk als maar mogelijk opgezet opdat ook dwangarbeiders zich veilig kunnen voelen om mee te doen. Dat weerhoudt de burgemeester er niet van om er bij ieder protest steeds bovenop te zitten en zich “stand by” te houden. Een keer was zelfs de afspraak dat de directie hem direct kon bellen mocht dat ‘nodig’ zijn. Ze kregen zelfs zijn mobiele nummer, wat naar eigen zeggen bijzonder ongebruikelijk was. En hij besluit ook steeds hoogstpersoonlijk of er bij onze protesten bij de DZB of het Werkplein hekken bij de ingang van het gebouw geplaatst moeten worden.

Om maar niets te hoeven missen heeft iemand bij de politie zich op onze digitale [Doorbraak Info]-nieuwsbrief geabonneerd. Zo wil men op alles voorbereid zijn. Het absurde smalle gele vakje op de stoep langs het plein voor de DZB waarvan burgemeester Lenferink in 2013 wilde dat wij daar voortaan in zouden gaan staan bij acties en bij onze reguliere wekelijkse gesprekken met dwangarbeiders, blijkt volgens de WOB-documenten ook afkomstig uit de koker van de politie. Overigens vond de DZB-directie dat behoorlijk ver van het gebouw gelegen vakje letterlijk nog niet ver genoeg gaan: men wilde ons namelijk zelfs verbieden om op die stoep te komen. Als het aan PvdA-er Van Drooge en co lag, mochten we uitsluitend nog voorbij een perkje op het asfalt van de autoweg staan. Helaas voor de dwangarbeiddirecteur kwam hij te laat aankakken met dat plannetje voor een verdere verscherping, toen de burgemeester het politieplan van het gele stoepvakje al per brief aan ons bekend had gemaakt.

Beheersbaar

Het dwangarbeidcentrum is naast een inkomstenbron voor de gemeente natuurlijk vooral ook een instrument waarmee baanlozen gedisciplineerd worden. Voor de directie en hun bewakers op de werkvloer staat de beheersbaarheid van het centrum en de dwangarbeiders daarom te allen tijde voorop. Als baanlozen willen wij het centrum vanzelfsprekend juist zoveel mogelijk onbeheersbaar maken. En daar lijken we bij tijd en wijle best in te slagen. In 2013 schreef de politie eufemistisch na afloop van onze 1 mei-manifestatie op het plein voor de DZB: “In vooroverleg had de directie besloten om de specifieke afdeling, waartegen het protest was gericht, naar huis te sturen. Dit onder andere vanwege het feit dat er mogelijk op die afdeling wat spanning zat.” En ook in een interne werkinstructie van het centrum die we in handen kregen, wordt erkend dat onze acties de beheersbaarheid niet ten goede komen. Die acties “maken het werk voor in het bijzonder onze collega’s op de SWL en de consulenten er niet makkelijker op”, zo staat er te lezen. Dat “werk” van de collegabewakers en consulenten is disciplinering.

Nadat DZB-medewerkers een aantal keer geprobeerd hebben om ons op het plein voor de DZB fysiek te intimideren, en wij politici en media daarvan uitgebreid in kennis stelden, heeft Van Drooge eieren voor zijn geld gekozen en alle bewakers opgedragen om ons uit de weg te gaan. “Je zou in gesprek kunnen raken met Doorbraakleden. Besef daarbij wel dat je in dat geval DZB vertegenwoordigt en dat er in het verleden regelmatig foto’s van collega’s met zogenaamde ‘citaten’ op de website van Doorbraak en/of in de pers zijn verschenen. Wij verzoeken jullie daarom liever af te zien van contact. We weten uit ervaring dat de aanwezigheid van Doorbraak voor ons pand door sommigen als ergerlijk kan worden ervaren, maar we weten ook dat elke vorm van handhaving en confrontatie door deze organisatie wordt aangegrepen om DZB en vaak ook collega’s persoonlijk in een kwaad daglicht te stellen”, aldus een interne werkinstructie.

Natuurlijk gaat het grotendeels weer om de bekende stemmingmakerij. We hebben inderdaad één keer een foto gebruikt van een medewerker en dat was voor dwangarbeiders en sympathisanten om pluizige ballen tegenaan te gooien bij een spel op een van onze acties. Dat ging om de beruchte hoofdbewaker op de werkvloer, Emiel Gommans. Verder noemen we alleen de namen van bewakers en consulenten als ze het er echt naar maken, zoals Angelique van Delft. En we citeren alleen uitspraken die echt gedaan zijn, anders dan de DZB doen we niet aan suggestieve ‘alternatieve feiten’. Maar wat de instructie vooral aantoont, is dat het opkomen voor onszelf als baanlozen en activisten flink succes heeft gehad. Sindsdien kunnen we ter plekke weer ongestoord praten met dwangarbeiders over hun ervaringen, temeer daar de bewaking uit zicht moet blijven van de directie. “Zorg dat de zichtbaarheid van de beveiliging niet als uitdaging kan worden gezien. Teveel mensen in uniform tegelijk in de hal of voor het pand kan als provocerend worden ervaren”, aldus de werkinstructie. Dat scheelt, want veel dwangarbeiders zijn bang om binnen problemen te krijgen als de bewakers gezien hebben dat ze met ons in gesprek gingen.

Rest de vraag wat de wethouder nu precies met haar uitnodigingsbrief voor ogen had, en waarom ze toch afgezien heeft van verder contact. Wie weet doen we ooit nog wel eens een WOB-verzoek en krijgen we daar dan de antwoorden op.

Eric Krebbers