Bijstandsbond: “we moeten maar eens kappen met dwangarbeid”

Logo van de Bijstandsbond.
Logo van de Bijstandsbond.

Het praatje van de Bijstandsbond, gisteren vooraf aan het blok van baanlozen en flexwerkers tijdens de 1 mei-demonstratie van de FNV in Amsterdam.

Goedemiddag dames en heren, meisjes en jongens, vriendinnen en vrienden. Vandaag is het 1 mei, de feestdag van de arbeidersbeweging over de gehele wereld.

In Nederland heeft de vakbeweging gekozen voor de leuze “Dag van de echte banen”. Daar ben ik blij mee, want dat betekent dat men bij de vakbeweging ook door heeft dat het aan echte banen schort. We hebben te veel precaire banen en flexbanen, waarmee je nauwelijks of helemaal niet kan rondkomen, of gewoon gezegd: in je levensonderhoud kan voorzien.

Een ander punt zijn de zogenaamde trajecten, waar werklozen werkervaring moeten opdoen voordat ze aan het echte werk mogen beginnen. Ja, u hoort het goed: waar werklozen werkervaring moeten opdoen. En dat geeft precies aan waar het aan schort, namelijk aan voldoende werk voor iedereen.

Want een maatschappij die het zich kan veroorloven om mensen weg te stoppen om werkervaring op te doen, heeft geen tekort aan werkzoekenden, maar heeft juist een tekort aan werk. En kan juist daardoor absurde eisen stellen aan zowel werkenden als werkzoekenden. De werkzoekende doet alles om het werk te behouden en de werkloze om eventueel werk te krijgen.

Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is het niet meer gebruikelijk om werkloosheid te zien als een maatschappelijk probleem. We zijn zogenaamd vergeten dat veel werk naar lagelonenlanden is gegaan of stomweg weggeautomatiseerd is. Nee, werkloosheid zien we nu als een persoonlijk probleem. Als een probleem van het individu. Die beschikt zogenaamd niet over werkervaring, en moet weer wennen aan het arbeidsritme.

Maar daar heeft de reïntegratiemaffia wel iets op gevonden. Je wordt weggestopt in een namaakwerkomgeving en via allerlei trajecten leren ze je wel om op tijd te komen, te doen wat je wordt opgedragen en domweg je kop te houden. Maar vooral geen eisen te leren stellen over werk en/of beloning.

Kortom, werkloosheid moet in de schoenen van de werkloze geschoven worden. Moet persoonlijk worden en mag vooral niet gezien worden als een maatschappelijk probleem. Dat maakt het voor een politicus ook wel makkelijk. Hij hoeft niet na te denken over hoe werk en/of inkomen eerlijker verdeeld kan worden. Werkloosheid is de schuld van het individu immers.

Bijkomend voordeel – ja, en dan weet ik niet of ik dat vandaag hier kan zeggen – van deze mensonterende redenering is ook dat het moeilijker wordt om mensen op het thema werkloosheid te mobiliseren. Dat heb je immers als het ware aan jezelf te wijten. Ja, dat had ik beter even kunnen weglaten, want er zijn genoeg mensen hier om het tegendeel te bewijzen.

Soms vinden die trajecten plaats in een namaakwerkomgeving. Maar steeds vaker vinden die trajecten in een echte werkomgeving plaats. Daar staan werkloze trajecters zij aan zij met betaalde krachten. Daar doen werklozen precies hetzelfde werk als iemand met een vaste baan en salaris. De werkloze echter krijgt geen salaris, maar moet het doen met zijn uitkering. Dit noemen wij verdringing van betaald werk.

En let op: niet meedoen is geen optie. Want dan verlies je je uitkering en welke uitkeringsgerechtigde kan zich dat permitteren? Niemand toch?! En daarom noemen wij dit dwangarbeid. Nou, en daar moeten we maar eens mee kappen. We gaan voor echt werk of anders een leefbaar inkomen.

Bijstandsbond