Brief aan de Utrechtse gemeenteraad over de deelname van burgemeester Van Zanen aan de racistische Sinterklaasintocht

De Utrechtse Jan van Zanen heeft geen mening over Zwarte Piet, maar doet wel elk jaar mee aan de racistische optocht.
De Utrechtse burgemeester Jan van Zanen heeft geen mening over Zwarte Piet, maar doet wel elk jaar mee aan de racistische optocht.

In een eerder artikel schreef ik over de houding van de Utrechtse burgemeester Jan van Zanen ten opzichte van de jaarlijkse racistische Sinterklaasintocht met Zwarte Pieten waaraan hij zelf meedoet: hij heeft er geen mening over. Hij gaf ook aan dat de standpunten van de diverse mensenrechtenorganisaties, die de blackface-traditie unaniem veroordelen, hem niet van mening hebben doen veranderen. Het probleem is dat door mee te doen aan zo’n racistische parade de burgemeester dat racisme onderschrijft.

Vertaald door Eric Krebbers
Original text in English

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft onderzoek laten verrichten naar de mechanismen die mensen van Afrikaanse origine uitsluiten. In het rapport “Uitsluitingsmechanismes van mensen van Afrikaanse afkomst in Nederland: Wat is erover bekend?” (pdf) wordt melding gemaakt van een houding die veel voorkomt in de Nederlandse samenleving en die door Gloria Wekker “witte onschuld” is genoemd. Witte onschuld is een houding die veel Nederlanders kenmerkt, niet alleen weten ze niet wat discriminatie is, maar ze willen het ook niet weten om hun identiteit als onschuldigen te kunnen handhaven. Die houding wordt perfect geïllustreerd door burgemeester Van Zanen.

In de praktijk zorgt die houding van witte onschuld ervoor dat racisme blijft voortbestaan. Om iets te kunnen uitroeien, in dit geval racistische discriminatie, moet je eerst in staat zijn het te herkennen. Racistische discriminatie is een serieus probleem, maar er is iets absurd kinderachtigs aan Van Zanens opstelling. Een volwassen aanpak bij een beschuldiging van racisme is: is dit racisme? Want als er racisme bij komt kijken, dan moet ik het niet omarmen. Als het racistisch is, dan moet ik het afschaffen.

Maar Van Zanens opstelling is: ik heb geen mening. En zodoende kan hij gewoon blijven doen wat hij altijd al deed: aanwezig zijn bij de racistische optocht zonder verder onderzoek, zonder verder vragen te stellen. Geconfronteerd met standpunten van mensenrechtenexperts, antwoordt hij: dat verandert niets. Het zou niet moeten kunnen dat burgemeesters racistische beslissingen nemen die zijn gebaseerd op ondeugdelijke argumenten. Als een burgemeester het oordeel van deskundigen verwerpt, gewoon omdat hij dat kan, dan is dat een ernstig probleem.

Burgemeesters worden in Nederland niet gekozen, maar toch zouden ze ter verantwoording moeten kunnen worden geroepen. Daarom stuurde ik een brief aan alle gemeenteraadsleden, en officieel zouden ze me ook moeten antwoorden. Hier is die brief:

Geachte gemeenteraadsleden,

Deze brief bevat verschillende vragen naar aanleiding van een brief die ik heb ontvangen van burgemeester Van Zanen eerder dit jaar. Ik stel deze vragen namens mijn drie kinderen en uiteraard ook in het belang van andere kinderen in de stad Utrecht. Mijn brief gaat over de aanwezigheid van de Zwarte Piet-figuur bij Sinterklaasintochten en de rol van de gemeente en met name de burgemeester daarbij. De Zwarte Piet-figuur is een karikatuur van mensen van Afrikaanse herkomst.

Aan de ene kant stelt burgemeester Van Zanen geen mening te hebben over de kwestie of het fenomeen Zwarte Piet wel of niet discriminatoir is. Aan de andere kant neemt hij wel deel aan Sinterklaasintochten met (discriminatoire) Zwarte Pieten. De burgemeester doet nee aan dergelijke intochten als bestuursorgaan van de gemeente Utrecht. Wat vinden de gemeenteraadsleden van deze deelname? Is de gemeenteraad het met mij eens dat de burgemeester met zijn deelname aan intochten met Zwarten Pieten daarmee instemt met de aanwezigheid van die Zwarte Pieten? Zo ja, wat vinden de raadsleden van deze instemming?

Het College voor de Rechten van de Mens, de Kinderombudsvrouw, CERD (het anti-racisme comité van de Verenigde Naties) en vele zwarte en witte Nederlanders hebben zich uitgesproken tegen de Zwarte Piet-figuur. Naar eigen zeggen heeft dat bij burgemeester Van Zanen niet tot “een ander inzicht” geleid. Waarom niet? Op welke gronden wijst de burgemeester de deskundige standpunten van mensenrechtenorganisaties af en waarom houdt hij geen rekening met de groeiende groep Nederlanders, onder wie ook inwoners van Utrecht, die pleiten voor afschaffing van de Zwarte Piet-figuur? En waarom houdt burgemeester Van Zanen ook geen rekening met de meer dan 60 Utrechtse scholen, waaronder het bestuur van SPO Utrecht (meer dan 30 scholen) en PCOU (29 scholen), twee schoolbesturen die Zwarte Piet in de ban hebben gedaan?

Volgens het internationale Kinderrechtengedrag moeten de belangen van het kind de eerste overweging zijn bij alle beleidsmaatregelen betreffende kinderen. Het is in het belang van alle kinderen, zwarte en witte, om niet geconfronteerd te worden met de Zwarte Piet-figuur, omdat deze figuur een karikatuur is van mensen van Afrikaanse herkomst. Gezien dit Kinderrechtenverdrag en andere mensenrechtenverdragen verzoek ik de gemeenteraadsleden om de vragen in deze brief te beantwoorden. Ik verzoek u bovendien om er vanuit uw positie toe bij te dragen dat de Zwarte Piet-figuur niet langer meer deel uitmaakt van de jaarlijkse lokale intocht van Sinterklaas in Utrecht.

Graag ontvang ik een reactie van u.

Zal de gemeenteraad blackface serieus nemen? Zullen de raadsleden transparant en aanspreekbaar zijn over hun besluiten? Zullen ze zich inzetten tegen discriminatie of zullen ze racisme omarmen? Wordt vervolgd.

JvL