De uitkering als vagevuur: de irrationele logica van activering en sancties
Ontwerpen beleidsmakers uitkeringssystemen om hen die er recht op hebben te straffen? Baanlozen worden in toenemende mate blootgesteld aan vernederende maatregelen door de uitbetalingen afhankelijk te maken van het voldoen aan de aanwijzingen van medewerkers van uitkeringsinstanties, op straffe van boetes die kunnen leiden tot honger, armoede of erger. Het is een serieus bedoelde vraag: zijn onze beleidsmakers opzettelijk wreed? Of zijn zij slechts de pionnen van het neo-liberalisme, vastberaden om een gestage stroom van sollicitanten op gang te houden voor precaire arbeid?
Overal in de OESO zagen we in de afgelopen decennia hoe het actieve arbeidsmarktbeleid om zich heen greep en een bouwwerk van maatregelen op het gebied van toezicht, sancties en dwangarbeid tot stand bracht over het oudere naoorlogse sociale vangnet heen. Pleitbezorgers van dit type beleid stellen dat het economisch efficiënt is met zijn omscholing en druk op nietsnutten om werk te zoeken. Er zijn wat bewijzen dat de “menselijk kapitaal”-benadering goed is voor de economie vanwege het verbeteren van de competenties van arbeiders, maar druk en dreigementen lijken geen positief effect te hebben op uitkeringsgerechtigden. Critici stellen dat dit soort maatregelen wreed zijn en dat het effect van sancties niet alleen financieel van aard is, maar als constante psychologische bedreiging fungeert en daarmee negatieve gevolgen heeft voor gezondheid en welbevinden van werkzoekenden. De kans bestaat zelfs dat de staat op de lange termijn haar eigen belang schaadt door nu geld te besparen, maar toekomstige problemen te creëren.
Vertaling door Petra de Jong van “Welfare as Purgatory: The irrational rationality of activation and sanctions” op Discover Society |
Hoewel er vele factoren meespelen – neo-liberale economische theorieën, technocratie, psychologische controle en meer – is onze stelling dat beleidsmakers gemotiveerd worden door diepere elementen in onze cultuur. We doelen dan op het idee van het vagevuur, het idee dat straf loutert.
Beleidsmakers, medewerkers van uitkeringsinstanties en zelfs werkzoekenden bezien hun situatie niet neutraal of objectief, maar via diepgewortelde culturele denkkaders. Zeker wanneer mensen zich geconfronteerd zien met zaken als complexe, grootschalige economische processen, of de verbijsterende ervaring van het baanloos zijn, interpreteren mensen hun wereld met behulp van diepere culturele ideeën – en dit beïnvloedt hun gedrag. Hervormingen in het uitkeringsstelsel zijn niet gebaseerd op bewijzen, maar op het idee van het vagevuur. Dit idee, hoe verborgen ook, vormt al tijden een inspiratie voor hen die toezicht houden op de baanlozen, van werkhuis tot arbeidsbureau.
Dit historische argument werd ook verwoord door Max Weber, die suggereerde dat het protestantse idee van de wereld als beproeving voor de ziel maakte dat geluk werd gezien als een teken van goddelijke voorzienigheid. Binnen dit wereldbeeld wordt een individu aangemoedigd om hard te werken in beroep of onderneming, met als doel niet enkel een hogere sociale status of de vervulling van hebzuchtige verlangens, maar vooral ten behoeve van het eigen zielenheil. Binnen deze logica kunnen de armen nog enigszins verlost worden door hard werken, maar zijn nietsnutten moreel verwerpelijk.
Het is een bekend gegeven dat Luther het geven van aalmoezen ten behoeve van hen die zich in het vagevuur bevinden, bekritiseerde. En toch zijn het desondanks juist de protestantse en calvinistische landen waar de middeleeuwse vorm van bijstand – liefdadigheid die rechtstreeks ten goede kwam aan de armen – door middel van staatsarbeidsprogramma’s en werkhuizen omgevormd werd tot een soort vagevuur.
Het vagevuur is een overgangsfase na het leven waarin een individuele ziel moet lijden voor begane zonden. De tijd gedraagt zich er anders, het gaat langzamer, zoals de vervelende dagen van het baanloos zijn. Er zijn straffen, niet zo erg als in de hel, maar kritiek punt is dat ze zijn ontworpen om de ziel te reinigen, zodat die de verlossing waard wordt. De straffen zijn op maat gemaakt voor de aard van de zondaar, die als individu hervormd moet worden, min of meer parallel aan de manier waarop baanlozen beoordeeld en ingedeeld worden voor specifieke behandelingen – werk zoeken, stages, omscholing, enzovoorts.
Naast het idee dat straffen noodzakelijk is voor zondaars, is de centrale gedachte achter het vagevuur dat lijden een positief effect heeft; het reinigt individuen van hun zondige verlangens en gebrek aan weerstand tegen verleidingen, het bouwt hen op en transformeert hen tot waardige zielen. Het beproeven van individuen, hen onderwerpen aan een versie van de bijbelse “beproevingen van Job” wordt nu het voorrecht van de bedenkers van uitkeringsprocedures.
Maar zijn uitkeringsprocedures gemodelleerd naar het vagevuur? In economisch jargon is baanloosheid een “arbeidsmarktovergang” en werk zoeken vormt een tussenfase tussen de hemel van een baan en de hel van totale armoede. Het is overduidelijk dat moderne opvattingen en de institutionele logica van uitkeringsbeleid het individu beschouwen als schuldig aan de eigen baanloosheid – velen worden onderworpen aan psychologische tests en dwang, alsof ze een karakterfout hebben. In de praktijk wordt baanloosheid gezien als een individueel probleem en niet als een structureel probleem. Een uitkering wordt niet gezien als een recht, maar als een schuld in ruil waarvoor de uitkeringsgerechtigde moet toestaan dat zijn leven nader wordt onderzocht door anderen en in ruil waarvoor hij nederig moet worden en elke aanbieding voor wat voor baan dan ook moet accepteren. Werkzoekenden moeten hun schuld aflossen door voortdurende inspanningen om een baan te zoeken. Ze zijn niet langer economische rechtspersonen met keuzevrijheid, ze worden subjecten die zonder repercussies gecommandeerd, onder druk gezet en gestraft mogen worden.
De druk richting activering is in het Verenigd Koninkrijk tientallen jaren oud, en het negatieve effect op uitkeringsgerechtigden heeft geleid tot letterlijk duizenden doden wegens slechte gezondheid en zelfmoord, hetgeen leidde tot een VN-onderzoek in 2016. Er is echter veel maatschappelijke steun voor het steeds maar strenger maken van uitkeringsprodures en voor het gebruik door de media van imaginaire “uitkeringsfraudeurs” als zondebokken. De vagevuurlogica is duidelijk in speeches van Iain Duncan Smith, toenmalig Minister voor Werk en Pensioenen, die zorgde voor een buitengewone toename in uitkeringssancties in de periode 2010-2013:
“…niemand zal over het hoofd gezien worden of zonder hulp worden achtergelaten… maar we zeggen tegen iedereen dat er geen mogelijkheid meer is om je te onttrekken aan een streng werkzoekregime. Als mensen vast zitten in een positie van afhankelijkheid van de staat, worden hun talenten te vaak verspild… enerzijds aan pogingen om meer geld van de staat te krijgen… anderzijds om de staat te ontlopen wanneer individuen geduwd worden richting de schaduweconomie of de donkere wereld van de kleine misdaad.”
Hier komen werkzoekenden uit de bus als potentiële misdadigers, als luie bedelaars, als sluwe klaplopers die misbruik maken van veel te vrijgevige uitkeringsstelsels en die op die manier hun talenten vergooien. De morele boventonen zijn duidelijk: zelfs “vergooide talenten” spiegelen de bijbelse “Parabel van de Talenten”, waarin het niet gebruiken van je gaven zondig is. Het is opvallend dat, hoewel deze speech een heel gebruikelijk onderscheid maakt tussen oprechte en dubieuze werkzoekenden, alle werkzoekenden worden onderworpen aan een “streng” regime. Straf is verplicht. Het nieuwe systeem verwacht dat werkzoekenden de nodige inspanningen hebben verricht nog voordat ze zich inschrijven, als bewijs van hun toewijding aan het proces.
In 2015 gaf premier David Cameron ook uiting aan de vagevuurlogica door uitkeringshervormingen te presenteren als een manier om problemen op te lossen die gecreëerd waren door voorgaande systemen, met name “afhankelijkheidscultuur”: “Dat het loont om niet te werken. Dat je iets verdient voor niets. Het bracht ons miljoenen mensen die thuis zaten nog voordat de recessie toesloeg. Het creëerde een cultuur van denken dat je ergens recht op hebt.”
Hier komen we de zonde hoogmoed tegen, weigeren te werken, naast de zonde ledigheid – “thuis zitten”. Deze individuen hebben een overtreding gemaakt tegen de “protestantse moraal” die werken beschouwt als de enige manier om geluk te verdienen. Hoewel Cameron dit deels poneert als de uitkomst van perverse prikkels binnen vorige uitkeringsstelsels, beschouwt hij het ook als persoonlijk moreel falen: “Eerst moeten we armoede bij de bron aanpakken, of het nu schulden zijn, een gezin dat uiteen valt, falen in het onderwijssysteem of verslaving. Daarna moeten we erkennen dat de enige lange termijn-oplossing voor armoede werk is.”
Individuen schuldig achten aan krachten in het systeem die met tussenpozen voor werkloosheid zorgen, is weliswaar bekritiseerd op ideologische gronden, maar het punt hier is om de gedachtegang achter deze uitkeringshervormingen te begrijpen. Werk wordt gepresenteerd als verlossend, een lapmiddel voor morele tekortkomingen, ook al neemt het aantal werkende armen toe. Uiteindelijk stelt Cameron voor dat werkzoekenden zonder betaling gemeenschapswerk zouden moeten verrichten, zoals het schoonmaken van parken. In plaats van het bestrijden van werkloosheid door daadwerkelijk schoonmakers of tuiniers in te huren, grijpt het uitkeringssysteem om zich heen als een vagevuurcomplex voor het tot stand brengen van straffen.
Werkzoekenden die wij hebben gesproken over hun ervaringen omschrijven baanloosheid niet zelden in termen die doen denken aan het vagevuur: bijvoorbeeld “niets doen”, “limbo”, “in de ijskast gezet”, enzovoorts. Velen zagen de interacties met medewerkers van de uitkeringsinstantie als vernederend en zinloos. En toch, wanneer ze werden gedwongen tot sollicitaties, cursussen en stages die vrijwel zinloos leken, aanvaardden velen van hen deze behandeling als goed voor hen: het “gaf structuur”, “zorgde dat ze uit bed kwamen” of “hield ze gewoon bezig”. Dus hoewel het regime onplezierig, pijnlijk en soms zelfs dodelijk is, aanvaarden veel individuen het liever dan dat ze ertegen in opstand komen, omdat zij het morele idee van het vagevuur delen: de straf zal uiteindelijk de moeite waard blijken. Veel werkzoekenden die wij spraken, stelden dat zij geen ‘echte’ werklozen waren, dat het anderen waren die sancties verdienden.
Weinig beleidsmakers of medewerkers van uitkeringsinstanties denken letterlijk aan het vagevuur, maar toch is het idee van hervormende straf het centrale idee achter sancties jegens de baanlozen. Onze theorie is bedoeld om licht te werpen op de culturele logica die zaken als activering en de bredere hervormingen van de verzorgingsstaat drijft. Natuurlijk kan de vagevuurlogica ideologisch bekritiseerd worden, maar zelf binnen dit idee is er ruimte voor een humanere en meer rationele manier om met mensen om te gaan en een wat barmhartiger soort vagevuur tot stand te brengen. In plaats van activering stellen wij een onvoorwaardelijke uitkering voor, waar individuen hun eigen transformatie vorm kunnen geven zonder de dreiging van sancties, zodat elk aanbod van ondersteuning en training optioneel is. Oftewel, het herontwerpen van uitkeringsstelsels met in gedachten een ander religieus idee – namelijk: niet oordelen over anderen.
Tom Boland en Ray Griffin
(De auteurs geven beiden les aan het Waterford Institute of Technology, waar ze leiding geven aan het Waterford Unemployment Experiences Research Collaborative (WUERC), onderdeel van het Centrum voor de Studie van de Morele Grondslagen van Economie en Maatschappij. Hun werk bestudeert de huidige ervaring van baanloosheid, uitkeringen en de arbeidsmarkt. Hun in 2015 herdrukte werk over de sociologie van baanloosheid werd gepubliceerd door Manchester University, en momenteel onderzoeken ze de morele en culturele betekenissen van arbeid en bijstand.)
Ook allerlei werkprojecten in het kader van Arbeidsmatige Dagbesteding valt onder het activeren van uitkeringsgerechtigden en wat voor je uitkering terugdoen voor de samenleving. Wel heb je daar van de gemeente een WMO-indicatie bij nodig, anders kom je daar niet voor in aanmerking.
Als je echt uit het systeem wilt, dan moet je ook geen aanspraak maken op uitkeringen. Deze uitkeringen maken je afhankelijk van dit soort dwangmaatregelen. In Rusland zeggen ze: alleen de kaas op een muizenval is gratis.
O P R O E P : Dan ook nog sexueel misbruikt worden / zijn door ambtenaar gemeente sociale dienst en / of door werkmeester in de dwangarbeid. De #metoo berichtgeving gaat veel al over de showbiz . Niks hoor je in die tv programma over verkrachting en sexueel misbruik van Bijtand afhankelijken door ambtenaren met name sociale dient door werkmeester in de dwangarbeid en op andere plekken waar Bijstanders in een afhankelijke ondergeschikte positie zijn.
Mijn dringend verzoek DOE AANGIFTE ALS JE SLAXCHTOFFER BENT EN TREED OOK NAAR BUITEN ALS JE DAT NAAR BUITEN TREDEN AAN DENKT TE KUNNEN . Zoek een advocaat en steun. Mogelijk wil Doorbraak je helpen en / of doorverwijzen.
Ik ga er van uit dat er vele slachtoffers zijn . In Leeuwarden kon je in de vijftiger jaren als vrouw makkelijker aan een sociale huurwoning komen als je je liet misbruiken door een ambtenaar. Er is niks verandert denk ik wat betreft machtsmisbruik door ambtenaren .
@Jingfan : elders met name in betaald werk zijn er geen dwangmaatregelen ? Bovendien wat moet je als je geen betaald werk kunt vinden. Je krijgt immers alleen Bijstand als je geen betaald werk kunt vinden. Geen Bijstand dan blijft je alleen de misdaad . Jingfan ga trollen op je eigen planeet en laat ons met rust op de Doorbraak site.
Aanvulling OPROEP : betreft sexuaal geweld door ambtenaren en anderen tegen Bijstand afhankelijken. Met name mensen die de Nederlandse taal niet beheersen en niet de weg weten letterlijk en figuurlijk in Nederland zijn in gevaar denk ik.
Zelf maak ik typ fouten als ik emotioneel ben en dit is een emotioneel onderwerp. Maar die typ fouten en emotie maken het onderwerp niet minder belangrijk. We worden niet gehoord wij Bijstanders weggehoond als onbelangrijk beschouwd en we mogen niet klagen door de gevestigde orde en aanhang. Als we onze nood niet goed kunnen verwoorden dan worden we weggezet als verstandelijk beperkt.
Ik bedoel maar hoe komt sexueel geweld tegen Bijstanders zo ooit naar buiten hoe krijgen we ons recht.
Zinnen en woorden in het ‘debat’
Een opmerking over de betekenis van zinnen en woorden in het ‘debat’ over het opvoeren van de druk op uitkeringsgerechtigden door verplichte activering. De neoliberale rechtse coalities willen gewoon bezuinigen op de uitgaven van onze zwaarbevochten sociale zekerheid. Maar, laat ik mij nu eerst beperken tot een zin in dit artikel. Ik besteed ook aandacht aan een zin in het regeerakkoord 2017-2021: ‘Vertrouwen in de toekomst’.
Druk en zelfmoord
In dit artikel staat de zin: ‘De druk richting activering is in het Verenigd Koninkrijk tientallen jaren oud, en het negatieve effect op uitkeringsgerechtigden heeft geleid tot letterlijk duizenden doden wegens slechte gezondheid en zelfmoord, hetgeen leidde tot een VN-onderzoek in 2016.’ Ik heb op deze zin een interpretatie. Uitkeringsgerechtigden in het Verenigd Koninkrijk plegen geen zelfmoord. Maar, uitkeringsgerechtigden in het Verenigd Koninkrijk worden door de druk van de activering gezelfmoord.
Sociaal isolement en schulden
In het regeerakkoord ‘Vertrouwen in de toekomst’ staat op pagina 26 de zin: ’Het kabinet wil dat mensen in de bijstand meer perspectief krijgen om weer aan het werk te komen, vooral omdat langdurige afhankelijkheid van de bijstand kan leiden tot sociaal isolement en de kans op schuldenproblematiek vergroot.’ Ik heb op deze zin ook een interpretatie. Langdurige afhankelijkheid van de bijstand kan leiden tot sociale uitsluiting. Sociale uitsluiting kan leiden tot sociaal isolement. Uitkeringsgerechtigden worden door de neoliberale rechtse coalities (en door mensen met dezelfde opvattingen) uitgesloten van het maatschappelijke, het sociale, het culturele en het sportieve leven. De zin stelt tevens dat langdurige afhankelijkheid van de bijstand de kans op schuldenproblematiek vergroot. In mijn overtuiging is het vergroten van de kans op schuldenproblematiek een politieke keuze van de uitvaartcoalitie VVD, CDA, D66 en Christenunie.
Dreigende escalatie
Sociale uitsluiting, gezelfmoord worden en het dreigen met schuldenproblematiek zijn instrumenten van neoliberale rechtse coalities om de druk van activering op uitkeringsgerechtigden op te voeren.
Update (post-)coronavirus: een verkenning voor de tegenprestatie
Het coronavirus heeft het politieke en het ambtelijke speelveld van de participatiewet drastisch veranderd. De invulling van de tegenprestatie dreigt zich te verplaatsen naar de thuissituatie. Tevens wordt gelijktijdig aan werkenden met een betaalde baan thuiswerken opgelegd. Hierdoor vervaagt de diffuse grens tussen individueel en communaal, tussen betaald werk en onbetaalde tegenprestatie, tussen privé en maatschappelijk en tussen veilig en gezond en onveilig en ongezond. Een chaos, als voorbode, in theorie, in filosofie en in de praktijk is mogelijk. Toch biedt zich tegelijkertijd een nieuw perspectief aan.
De realiteit
Door het coronavirus is de langdurige werkloosheid sterk toegenomen wat de druk op een mogelijke plaatsing in tegenprestatie flink toe doet nemen. De conclusie van de realiteit dringt zich op dat volledige werkgelegenheid en de volledige invulling van een tegenprestatie voor het gigantische volledige bestand werkzoekenden definitief niet langer realistisch is. In de noodzakelijke corona-thuissituatie zeker niet. De ruimte voor potentie van en aan mogelijkheden ontbreekt eenvoudig.
De theorie
Het echte probleem is de doorgeslagen individualisering en de verdampte solidariteit onder invloed van de filosofie van F. Hayek (The road to serfdom) en de theorie van M. Friedman (Capitalism and freedom). Zij geven geen oplossing indien de maatschappelijke en medische randvoorwaarden, zoals noodzakelijk opgedwongen door het coronavirus, in het neoliberale economische model worden ingebracht. Ook de onzichtbare hand van Adam Smith (De welvaart van landen) geeft voor de post-corona in de geglobaliseerde en gecamoufleerd neofobische economie geen bevredigende oplossing voor een terminale terugkeer naar de imperialistische pre-coronasamenleving. Een stabiel optimaal evenwicht (sub en top) wordt dan op internationaal collectief communaal niveau namelijk niet binnen een menselijk redelijke termijn bereikt.
De oplossing
De oplossing naar entropie op wel-acceptabel niveau in theorie, praktijk en filosofie is met de doctrine van shock ( N. Klein: De shockdoctrine) naar pro-co-communale samenlevingsvormen (M. Stikker: Het internet is stuk , S. Heijne en H. Noten: Fantoomgroei). Klein beginnen kan met een concrete buurtbarbecue, de relatief veilige beperkte groupsessions of een pro-co-kinderboerderij als voorbode van collectief bezit, pro-co-beheer en ruime bevrediging in groep. Door de communale wederkerigheid is de eenzijdige tegenprestatie dan weggeschreven uit de theorie, de wetenschap en de filosofie en definitief ondergespit in de opgedroogde ambtelijke en de overgelopen politieke moestuin van de participatiewet.
De moestuin
Ook de moestuin als vegetarisch en veganistisch perspectief (verse biologische groente) lijkt als optie overigens als positieve druk op de theoretische randvoorwaarde van duurzaamheid (K. Raworth: Doughnut economics) in het te kiezen model, ook post-corona, noodzakelijk. Dit is echter niet de plek en de plaats om de variabele moestuin nu verder in theorie, filosofie en praktijk uit te werken (zie: eventueel verder de niet-wetenschappelijke aanzet van M. Mizee: Moord in de moestuin). Overvloedig om tot slot te vermelden dat tuinieren (niet-werken) in de pro-co-communale moestuin logischerwijs dan wel conform het nieuwe pro-co-communale-post-coronasamenlevingsmodel is en niet als tegenprestatie bedoeld is conform de participatiewet (zie: hierboven).
Update part 2 (post-)coronavirus: een verkenning voor de uitkeringsgerechtigden
De update (post-)coronavirus van Lukes P. L. bij het artikel ‘De uitkering als vagevuur: de irrationele logica van activering en sancties’ geeft een eerste aanzet tot debat en visie in een tijd van corona (coronaal) en daarna (post-coronaal). Deze bijdrage doet een poging om verder en ruimer te kijken naar, met name vooral ook op pragmatisch operationeel niveau, de positie van uitkeringsgerechtigden: pre-coronaal, coronaal en post-coronaal. Eerst echter twee aanvullingen op de bijdrage van Lukes P. L. (zie: hierboven).
De moestuin als verzet
De eerste aanvulling betreft de opmerking over de moestuin door Lukes P. L. (zie: hierboven). Vele uitkeringsgerechtigden hebben in kleine tuin, op beperkt balkon of binnenhuis een moestuin. Dit is geen wonder! Verse (biologische) groente is immers relatief neoliberaal duur en uitkeringsgerechtigden proberen met een moestuin te besparen op de uitgaven voor eerste levensbehoeften. De moestuin zal naar verwachting, overeenkomstig Lukes P. L. (zie: hierboven), mogelijk aan belang winnen. De moestuin is echter ook, pre-coronaal, coronaal en (eventueel) post-coronaal, te benaderen als een daad van verzet tegen het neoliberale economische systeem (zie: verderop in deze bijdrage).
Niemandsland
De tweede aanvulling betreft de bronvermelding van de publicatie ‘Fantoomgroei’ van S. Heijne en H. Noten uit 2020 door Lukes P. L. (zie: hierboven). De publicatie ‘Niemandsland, biografie van een ideaal’ van M. van Dam is vergelijkbaar en deels inhoudelijk overeenkomstig. Lukes P. L. haalt ‘Niemandsland, biografie van een ideaal’ helaas niet aan, maar wijst terecht wel op ‘Fantoomgroei’. ‘Niemandsland, biografie van een ideaal’ van M. van Dam verscheen echter wel reeds in 2009!
Neoliberaal en pre-coronaal
Indien de stemgerechtigden neoliberaal stemmen, komt, zoals te voorzien, een rechtse neoliberale coalitie (VVD, CDA, D66, ‘Christenunie’) aan de politieke macht. Het gevolg is dat er flink bezuinigd wordt op de zorg in ruimere zin, bijvoorbeeld op IC-bedden, op IC-apparaten, op IC-verpleegkundigen, op de reguliere zorg, op testcapaciteiten, op vaccinontwikkeling, op medicijnenontwikkeling en op de wijkverpleging. Privatisering van de communaal noodzakelijke medische zorg is de neoliberale norm. Meer patiënten betekenen in de neoliberale economie meer inkomsten voor onder andere ziekenhuizen en geldschieters. Uitkeringsgerechtigden betalen de hoge neoliberale prijs voor noodzakelijke zorg, als deze überhaupt nog beschikbaar en bereikbaar is.
Neoliberaal en coronaal
Indien zich in de neoliberale economie een te verwachten en te voorzien coronavirus aandient, bijvoorbeeld COVID-19, dan gaat de maatschappij politiek rechtsom en niet politiek linksom uit de medische en uit de, in essentie, samenlevingscrisis. Neoliberaal loopt coronaal achter de feiten aan omdat pre-coronaal anticiperen op een nieuw dodelijk coronavirus, bijvoorbeeld COVID-19, neoliberaal niet-rendabel is. Vooral grote multinationals ontvangen, na beïnvloeding van de politiek, via de door arbeiders en uitkeringsgerechtigden opgehoeste inkomstenbelasting, de financiële steun. Door grote particuliere beleggers wordt mogelijk coronaal veel geld verdient bij een sterk neergaande effectenbeurs. De belangen van de uitkeringsgerechtigden worden in het neoliberale bonuscircus vrijwel en bij voorkeur ondergeschoven. Particuliere vaccin- en medicijnenontwikkelaars beloven gouden bergen en eisen vooruitbetaling van de belastingbetaler. Het neoliberale medische geneeskundige systeem is vooral ook noodzakelijk gericht op winst en macht en is mogelijk eventueel te vergelijken met het militair-industriële complex. De prioriteit bij de neoliberale weg uit de coronacrisis begint en eindigt bij de beperkte gevestigde economische belangen en niet bij het geestelijke en lichamelijke welzijn van de mens, individueel en communaal (samen) in ruimere zin.
Uitkeringsgerechtigden, neoliberaal en coronaal
Een minimale extra financiële steun voor de extra noodzakelijk gemaakte kosten door het dodelijke coronavirus ontbreekt in de neoliberale visie coronaal voor de neoliberaal uitgeperste uitkeringsgerechtigden. De noodzakelijke coronamaatregelen leiden opgeteld tot hoge extra kosten voor de vele uitkeringsgerechtigden. Hierbij een aantal concrete voorbeelden, zonder de ambitie te hebben volledig te zijn, ter illustratie:
-Een investering in: een voorraad niet-medicinale mondkapjes, een voorraad optionele houdbare noodrantsoenen voor quarantaine, een noodzakelijke extra voorraad handzeep (bijvoorbeeld enkele jerrycans), een flinke voorraad noodzakelijke papieren zakdoekjes en een optioneel extra voorraad wc-papier (wel- of niet-noodzakelijk) brengt voor de uitkeringsgerechtigden hoge extra uitgaven mee. De noodzakelijke hygiënische opslagfaciliteiten kosten aan de uitkeringsgerechtigden relatief ook veel geld.
-Een onvermijdelijke coronaboete is een zogenoemd onverwacht onbetaalbaar bedrag voor een uitkeringsgerechtigde. De neoliberale macht houdt bij het opleggen van een coronaboete geen rekening met de hoogte van eventuele inkomsten, schulden en uitkeringen van de ontvanger van de coronaboete. Neoliberaal ontbreekt coronaal de menselijke maat.
-De noodzakelijke potentieel hoge investeringen om in de thuissituatie de coronamaatregelen te handhaven zijn voor de uitkeringsgerechtigden eveneens relatief hoog. Het gaat om optionele spatschermen, persoonlijke professionele digitale thermometers, optionele looproutemaatregelen, optionele informatieborden en noodzakelijke professionele flessen (spuit- en drukflacons) voor medicinale handzeep met uitrusting.
-Bij een onverwacht overlijden door het coronavirus kunnen voor de uitkeringsgerechtigde relatief hoge neoliberale kosten aan crematie of begrafenis volgen. Een overlijden door corona kan een uitkeringsgerechtigde neoliberaal onverwacht in de uitzichtloze schulden storten.
-Veel openbare publieke internetcomputers in bibliotheken en in overheidsinstellingen zijn voor uitkeringsgerechtigden afgesloten door de ingevoerde noodzakelijke coronamaatregelen. Uitkeringsgerechtigden worden bijgevolg coronaal min of meer neoliberaal gedwongen om op dure thuiscomputers en op dure neoliberale internetaansluitingen over te gaan op de neoliberale digitale systemen.
-De vrijwillige corona-app dwingt de uitkeringsgerechtigden tot de aanschaf van dure smartphones met onlosmakelijk verbonden bijbehorende neoliberale abonnementen.
-Door de coronaal neoliberale economische neergang, met sterk gestegen banenverlies, wordt het perspectief om via een betaalde baan de armoede van de participatiewet te ontsnappen eveneens voorlopig en waarschijnlijk definitief gedecimeerd.
-De hoge uitgaven aan coronasteun aan multinationals leiden tot financiële schulden en tot financiële tekorten en moeten vroeg of laat door iemand betaald en opgehoest worden. De neoliberale economie wentelt deze uitgaven af op de sociale zekerheid waardoor hoge neerwaartse druk op de toch al lage neoliberale participatiewetnormen ontstaat.
-Het geadviseerde testen op het coronavirus bij een GGD-instelling kan voor een uitkeringsgerechtigde tot extra neoliberale reiskosten leiden. Deze kosten kunnen bij herhaaldelijk testen sterk oplopen.
-Indien een uitkeringsgerechtigde vanzelfsprekend vrijwillig in quarantaine gaat of neoliberaal in quarantaine moet, dan zijn hier vanzelfsprekend ook neoliberaal relatief hoge kosten aan verbonden.
Oplossingen voor uitkeringsgerechtigden (post-)coronaal
Protesteren is, ook coronaal, zeggen dat je ergens niet mee eens bent. Het maatschappelijke protest tegen de coronamaatregelen is weliswaar direct gericht, maar kent diepere en bredere onderliggende oorzaken van maatschappelijke onvrede tegen het neoliberale economische systeem. Maatschappelijke verandering kan, ook (post-)coronaal, plaatsvinden via verzet in de zin van daadwerkelijk (!) iets (!) doen (!). De moestuin kan, overeenkomstig deze definitie van verzet, als daad van verzet gelden tegen het neoliberale economische systeem. De stemgerechtigden hebben eveneens (post-)coronaal de door het coronavirus, nog steeds, onaangetaste macht via de stembus. Stemmen op niet-neoliberale politieke partijen kan (post-)coronaal voor de vele uitkeringsgerechtigden uitkomst, oplossing en vooral ook hoop en verlossing bieden. Ook (post-)coronaal tellen, op dit moment, nog steeds, de meeste stemmen communaal (samen).
Update 3 (post-)coronavirus: een verkenning van tuinieren in een moestuin & de tegenprestatie
Lukes P. L. en Wendy van H. wijzen deductief in hun reacties bij dit artikel op de potentie van het coronaal tuinieren in een moestuin als een mogelijke doorbraak tot verandering van de huidige failliete coronale neoliberale samenleving.
Correlatie & oorzakelijk verband
Een zeer beperkte empirische analyse geeft inductief een kleine aanwijzing dat er waarschijnlijk inderdaad een generale significante positieve correlatie is tussen de verspreiding van het coronavirus en het tuinieren in een moestuin. Een recente coronale reportage van OOGTV wijst hier uitdrukkelijk op ( zie: OOGTV: “Ik heb mijn eigen paradijsje in coronatijd hier op Golden Raand” , 11 september 2020, door Sebastiaan Scheffer: https://www.oogtv.nl/2020/09/ik-heb-mijn-eigen-paradijsje-in-coronatijd-hier-op-golden-raand/ ). Een toename van de verspreiding van het coronavirus leidt kennelijk in oorzakelijk verband tot een toename in de primaire menselijke behoefte aan het tuinieren in een moestuin.
Tuinieren, moestuin & coronavirus
Het tuinieren in een moestuin lijkt bij te dragen aan collectieve actie, solidariteit, communaliteit en verantwoordelijkheidszin voor moeder aarde. Tevens draagt het gezellig collectief verblijven in een moestuin bij aan het beperken van het verspreiden van het verschrikkelijke coronavirus (zie: reportage OOGTV).
Tuinieren & tegenprestatie
Het communaal tuinieren in een moestuin kan politiek en ambtelijk gekwalificeerd worden als een tegenprestatie zoals omschreven in de participatiewet. Aan de neoliberale maatschappij wordt immers een tegenprestatie geleverd in de vorm van duurzaamheid en coronaal in de vorm van volksgezondheid.
Verse groente & participatiewet
De verse (biologische) groente uit een moestuin kan bij verkoop neoliberaal financiële inkomsten opleveren. De uitkeringsgerechtigde dient deze inkomsten, volgens de participatiewet, ter ambtelijke beoordeling op te geven aan de uitkeringsverstrekkende instantie. Een uitkeringsgerechtigde kan, na overleg met de uitkeringsverstrekkende instantie, de verse (biologische) groente uit een moestuin ook formeel laten kwalificeren tot eigen gebruik in natura.
Doorbraak & ideologie
Een grote doorbraak kan gelukkig met een kleine stap beginnen, in dit geval een stap in een moestuin. Deze stap kan, ondanks de tegenprestatie, (post-)coronaal een grote revolutionaire afbraak van de neoliberale ideologie veroorzaken.
Tuinieren & Marcel van Dam
Wendy van H. wijst in haar reactie Lukes P. L. op de publicatie ‘Niemands land’ van Marcel van Dam. Zij wijst Lukes P. L. helaas niet ook op de ‘De Steigerberg’ van Marcel van Dam. Dit boek gaat over tuinieren.
Update 4 (post-)coronavirus: ‘Alleen samen krijgen we corona onder controle’
De corona-epidemie is niet onopgemerkt gebleven voor de vele uitkeringsgerechtigden en de uitkeringsverstrekkende instanties. Wat blijkt namelijk in de praktijk? De participatiewet vormt een hindernis op de weg in de strijd tegen het coronavirus. Ik geef in deze reactie twee voorbeelden.
Corona-epidemie en tegenprestatie
In de strijd tegen het coronavirus is het van cruciaal belang dat het aantal contacten tussen mensen drastisch wordt beperkt. Want meer contacten tussen mensen leiden, volgens epidemiologische inzichten, tot meer coronabesmettingen. De invulling van de vrijwillige tegenprestatie en de invulling van de onvrijwillige tegenprestatie kunnen leiden tot meer contactmomenten tussen mensen. Een belangrijk wapen in de strijd tegen het coronavirus is, naar mijn zelfverklaarde epidemiologische inzicht, dan ook het afschaffen van de onvrijwillige tegenprestatie.
Corona-epidemie en vrijwilligerswerk
Vele uitkeringsgerechtigden willen graag een zinvolle bijdrage leveren aan de zware strijd tegen het coronavirus. Zij willen zich massaal aanmelden als vrijwilliger bij bijvoorbeeld het Rode Kruis of de GGD. Indien een uitkeringsgerechtigde echter vrijwilligerswerk wil doen dan dient hij of zij vooraf toestemming te vragen aan de uitkeringsverstrekkende instantie op grond van de participatiewet. Anders is de uitkeringsverstrekkende instantie verplicht om een sanctie of een strafkorting op te leggen aan de uitkeringsgerechtigde. Vele uitkeringsgerechtigden krijgen van de uitkeringsverstrekkende instantie geen toestemming voor het doen van vrijwilligerswerk omdat zij beschikbaar moeten blijven voor de arbeidsmarkt. Of een mogelijke invulling van de tegenprestatie krijgt van de uitkeringsverstrekkende instantie prioriteit boven de strijd tegen het coronavirus. De terreur van sancties en strafkortingen beperkt dus de strijdkracht van een brede maatschappelijke coalitie in de oorlog met het coronavirus.
Corona-epidemie en bullshit
Extra wrang is het dat tegenwoordig veel betaalde banen zogenoemde bullshit banen zijn (zie boek: David Graeber, Bullshit Jobs). Waarom moet een uitkeringsgerechtigde, in de coronacrisis, zich beschikbaar houden voor een bullshit baan? Tevens zijn er gewoon niet genoeg betaalde banen voor de vele uitkeringsgerechtigden. Waarom moet een uitkeringsgerechtigde, in de coronacrisis, zich beschikbaar houden voor banen die er niet zijn? Ook is de volledige zinvolle invulling van de vrijwillige tegenprestatie voor de vele uitkeringsgerechtigden een illusie. Waarom moet een uitkeringsgerechtigde prioriteit geven aan een illusie tijdens de coronacrisis? Ondertussen zitten bijvoorbeeld het Rode Kruis en de GGD te springen om vrijwilligers. En vele uitkeringsgerechtigden willen graag vrijwillig helpen.
Corona-epidemie en participatiewet
Willen wij samen uit de coronacrisis komen dan zijn grote en kleine maatschappelijke doorbraken noodzakelijk. Het verwijderen van de onvrijwillige tegenprestatie uit de participatiewet is zo’n doorbraak. Het verwijderen van de terreur van sancties en strafkortingen uit de participatiewet is ook zo’n doorbraak. Mijn zelfverklaarde epidemiologische inzicht zegt dat de participatiewet dus beter helemaal de prullenbak in kan. Nood breekt wet. Alleen samen krijgen we corona onder controle.
Update 5 (post-)coronavirus: ‘Alleen samen krijgen we corona onder controle’ (part 2)
Veel met corona besmette mensen worden opgenomen in het ziekenhuis. Bij thuiskomst staat hen helaas een koude douche te wachten. Want ook thuis heeft de coronapatiënt nog veel hulp en zorg nodig. Coronapatiënten vragen uit nood geboren aan uitkeringsgerechtigden om mantelzorger te worden. Vele uitkeringsgerechtigden willen met liefde een coronapatiënt graag helpen. Zij komen vervolgens helaas van een koude kermis thuis bij de uitkeringsinstantie. De oplossing is het veranderen van de participatiewet.
Corona-mantelzorg en vrijstelling tegenprestatie
Gemeenten benaderen uitkeringsgerechtigden om een tegenprestatie te doen. Dit hoort bij de uitvoering van de participatiewet. Op basis van een gemeentelijke verordening kunnen uitkeringsgerechtigden gelukkig vrijstelling krijgen van de tegenprestatie als zij mantelzorg doen. Want het combineren van een tegenprestatie met mantelzorg is onmogelijk. De tijd ontbreekt daarvoor.
Corona-mantelzorg en meldingsplicht
Een mantelzorger brengt veel tijd door bij de hulpbehoevende. Dat is onlosmakelijk verbonden met het doen van mantelzorg. De uitkeringsinstantie kan dit zien als het gezamenlijk voeren van een huishouding door de hulpbehoevende en de uitkeringsgerechtigde. Een uitkeringsgerechtigde moet vooraf het gezamenlijk voeren van een huishouding melden bij de uitkeringsinstantie. Als een uitkeringsgerechtigde dit niet doet dan kan de uitkeringsinstantie een zware sanctie opleggen. Want het gezamenlijk voeren van een huishouding heeft direct gevolgen voor de hoogte van de uitkering.
Corona-leuze en misselijkheid
Uitkeringsgerechtigde mantelzorgers komen nu helaas voor een onmogelijk dilemma te staan. Kies je voor het behoud van je uitkering of kies je voor het doen van mantelzorg? Maar je wordt geen mantelzorger, dat ben je opeens. Je hebt geen keuze. Want aan wijkverpleegkundigen is een schreeuwend tekort. Voor een maaltijdvoorziening is er een wachtlijst. Voor de thuiszorg gelden allerlei regeltjes. En voor de onvermijdelijke opvang bij een noodsituatie zijn er te weinig plekken. Kortom, je moet als uitkeringsgerechtigde gewoon voor je dierbaren kunnen zorgen. Net als iedereen. De leuze ‘Alleen samen krijgen we corona onder controle’ is misselijkmakend als je een sanctie krijgt omdat je mantelzorg doet voor een coronapatiënt.
Corona-mantelzorg en doorbraak
Een verandering van de participatiewet is noodzakelijk. Deze doorbraak bestaat uit het onmiddelijk buiten werking stellen van de participatiewet voor mantelzorgers. De uitkeringsinstantie kan dan met liefde de vrije hand geven aan een uitkeringsgerechtigde mantelzorger. Want alleen samen krijgen we corona onder controle.
De communale wederkerigheid, het strenge neoliberale bijstandsregime en het tuinieren in een moestuin
De communale wederkerigheid komt in combinatie met het tuinieren in een moestuin de laatste tijd voor in de reacties bij een paar artikelen op deze site. Ik wijs op een reactie bij dit artikel “Het bijstandsregime wordt nog geraffineerder en strakker: de recente voorstellen van minister Schouten” (https://www.doorbraak.eu/het-bijstandsregime-wordt-nog-geraffineerder-en-strakker-de-recente-voorstellen-van-minister-schouten/#comment-24237). En ik wijs op enkele reacties bij dit artikel “De uitkering als vagevuur: de irrationele logica van activering en sancties” (https://www.doorbraak.eu/uitkering-als-vagevuur-irrationele-logica-activering-en-sancties/). Ik probeer om, in deze reactie, hier verder naar te kijken.
Een basis in het verleden
De communale wederkerigheid is in de loop van de tijd geëvolueerd uit ontwikkelingen in gemeenschappen op het platteland. Bij deze prekapitalistische gemeenschappen ontstonden vroeger gemeenschappelijke weidegronden, gemeenschappelijke moestuinen en gemeenschappelijke voedselbossen. De gemeenschappelijke gronden werden gezamenlijk beheerd. De gemeenschappelijke gronden worden in de Engelse taal “the commons” genoemd (https://nl.wikipedia.org/wiki/Commons). De communale wederkerigheid en de commons worden in de vakliteratuur als synoniemen gebruikt.
Een toekomst in het heden
De communale wederkerigheid heeft stevig wortel geschoten in de huidige tijd. Zij wordt tegenwoordig gezien als een alternatief voor het neoliberalisme. Ook wordt de communale wederkerigheid in de huidige tijd gezien als een alternatief voor de onbeperkte macht van de overheid. De toenemende interesse in de communale wederkerigheid kan ook samenhangen met de ambities van de participatiesamenleving. De communale wederkerigheid laat in de huidige tijd zeker resultaten zien. Op basis van de communale wederkerigheid zijn bijvoorbeeld voedselbossen en moestuinen uit de grond gestampt.
De communale wederkerigheid en het tuinieren in een moestuin
De communale wederkerigheid gaat uit van het vrijwillig tuinieren in een moestuin. In de communale wederkerigheid is het tuinieren in een moestuin niet-vrijblijvend. In de communale wederkerigheid worden gezamenlijk afspraken gemaakt over het tuinieren in een moestuin. En in de communale wederkerigheid wordt gezamenlijk verantwoordelijkheid genomen voor het tuinieren in een moestuin. De communale wederkerigheid gaat bij het tuinieren in een moestuin per definitie uit van het principe van de wederkerigheid.
Het neoliberale bijstandsregime en het tuinieren in een moestuin
Het neoliberale bijstandsregime betekent dat een uitkeringsdienst een activiteit op kan leggen aan een bijstandsgerechtigde. Deze activiteit kan bestaan uit het tuinieren in een moestuin. Een bijstandsgerechtigde kan het weigeren om deze activiteit te doen. Indien een bijstandsgerechtigde een voorstel voor een activiteit van een uitkeringsdienst weigert dan kan dit consequenties hebben voor een bijstandsgerechtigde.
Een bijstandsgerechtigde kan bij een uitkeringsdienst zelf met een voorstel tot een activiteit komen. Een bijstandsgerechtigde wil bijvoorbeeld graag tuinieren in een moestuin. Een bijstandsgerechtigde kan dit dan als een activiteit aan een uitkeringsdienst voorstellen. Een uitkeringsdienst kan vervolgens aan een bijstandsgerechtigde toestemming geven om te tuinieren in een moestuin.
Indien een bijstandsgerechtigde zonder toestemming van een uitkeringsdienst tuiniert in een moestuin dan is een bijstandsgerechtigde wettelijk verplicht om dit direct te melden aan een uitkeringsdienst. Het tuinieren in een moestuin kan namelijk onder de inlichtingenplicht van een uitkeringsdienst vallen. Want een uitkeringsdienst kan het tuinieren in een moestuin zien als een activiteit die op geld is te waarderen. Ook kan een uitkeringsdienst het tuinieren in een moestuin zien als regulier betaald werk. Indien een bijstandsgerechtigde zich niet aan de inlichtingenplicht houdt dan kan dit consequenties hebben voor een bijstandsgerechtigde.
De ideologie en het tuinieren in een moestuin
Het tuinieren in een moestuin zonder ideologische basis is gewoon het tuinieren in een moestuin. Het gaat hier om de ideologische benadering. De grond wordt in het neoliberalisme voornamelijk benaderd vanuit een oogpunt van macht. Het communaal wederkerig tuinieren in een moestuin bindt grondig de strijd aan, zonder in machtsdenken te vervallen, met de neoliberale machtsbasis van de grond. Door het communaal wederkerig verantwoorde tuinieren in een moestuin ontstaat een soort verandering van de rol van de grond in de samenleving. Dat komt doordat de grond met een andere geesteshouding wordt benaderd.
De vinger aan de pols
Een verband is mogelijk tussen de toenemende interesse in de communale wederkerigheid en de ambities van de participatiesamenleving. De participatiesamenleving kent een streng bijstandsregime en kent een harde participatiewet. Daarom is het, naar mijn mening, van belang om de vinger aan de pols van de communale wederkerigheid te houden.
Een bron van inspiratie
Ik denk dat de communale wederkerigheid in de kern een zogenoemde revolutie van de geest is. De communale wederkerigheid kan daarom, naar mijn mening, een bron van inspiratie zijn voor maatschappelijke verandering(en).