Een inspirerende 1 mei-viering
Zaterdag 3 mei organiseerde Doorbraak in samenwerking met 3 Turkse zelforganisaties in café Wilhelmina in Oss een 1 mei-bijeenkomst met als thema "Hoe te strijden aan de onderkant van de arbeidsmarkt?". Het werd een zinvolle avond, die begon met een minuut stilte voor mensen die gestreden hebben voor een betere wereld en er niet meer zijn en werd afgesloten met poëzie van Dwarsligger en een Turkstalige ode aan met name de revolutionaire jongeren die in 1972 door het Turkse leger werden vermoord. Gitaarmuziek besloot de avond, die veel over de vakbond en weinig specifiek over de aanvallen op de rechten van migranten ging.
Zo`n 60 mensen bezochten deze bijeenkomst op een van de eerste warme avonden van het jaar. De bijeenkomst was het resultaat van een succesvolle samenwerking tussen Doorbraak, de Arbeidersunie Oss (EBO), de Democratische Vereniging van de Turkse gemeenschap in Oss (ODTD) en de Haci Bektas Veli Culturele Vereniging Oss. Meriç Esin, voormalig vakbondsbestuurder, en Herrie Hoogenboom, organizer bij FNV Bondgenoten, bespraken hun ervaringen met vakbondswerk. Aan de onderkant van de samenleving knappen “autochtonen” en "allochtonen", zoals schoonmakers, het vuilste, zwaarste en laagstbetaalde werk op. Zij moeten zichzelf van onderop organiseren voor hogere lonen en betere werkomstandigheden, want de ingekapselde vakbondstop loopt niet warm voor arbeidersstrijd.
Esin en Hoogenboom spraken kritisch over de rol van de vakbeweging. Esin benadrukte het belang van 1 mei als strijddag van de arbeiders en zette uiteen hoe de vakbonden zich in 1982 met het akkoord van Wassenaar neerlegde bij een nullijn in de lonen. Hij hekelde de pacificerende opstelling van de bonden. De bonden lijken meer een stootkussen dat de strijd van arbeiders tegen de bazen opvangt. Veel te weinig steunen en organiseren ze de strijd van arbeiders zelf. De reële inkomens van met name mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt zijn lager geworden, mede door de uitzendbureaus. Het is aan de onderkant moeilijker een inkomen te verdienen waarmee je een gezin kunt onderhouden.
In bijvoorbeeld de schoonmaaksector zijn deze problemen duidelijk waarneembaar. Dat is een van de slechtste sectoren van de arbeidsmarkt om in te werken. Bedrijfsleven en overheidsinstellingen hebben de schoonmaak uitbesteed, en de schoonmaakbedrijven zijn in een heftige concurrentiestrijd verwikkeld om de opdrachten te verkrijgen. Daardoor staan de werkomstandigheden zwaar onder druk. Het salaris is bizar laag en lag op 8,63 euro per uur, toen een campagne van schoonmakers daartegen van start ging. Een bedrag waar de schoonmakers nauwelijks zichzelf van kunnen onderhouden, laat staan hun gezinnen. Ziekteverlof wordt gedeeltelijk ingehouden op hun loon, of simpelweg niet geaccepteerd. Veel schoonmakers werken met een constante angst voor hun baas of voorman, die veelal met intimidatie en repressie het werkritme opkrikt, en de vakbond buiten de deur houdt. Daarbij is een grote meerderheid van de schoonmakers migrant uit vele windstreken, waardoor communiceren moeilijk is en velen niet op de hoogte zijn van hun rechten. Hoogenboom vertelde over een nieuw concept bij de FNV, het organizen van schoonmakers. Deze campagne VAN schoonmakers en niet VOOR schoonmakers – een essentieel verschil, benadrukte Hoogenboom – om een betere CAO af te dwingen werd gevoerd met minder traditionele vakbondsacties. De opdrachtgevers, zoals Schiphol en ministeries, werden onder druk gezet met bezoeken van schoonmakers die eisten dat de opdrachtgevers de schoonmaakbedrijven zouden aansporen om de eisen van de schoonmakers in te willigen.
In de zaal leefde nogal wat skepsis tegenover de vakbond, die "niks doet als het er op aankomt". Hoogenboom beaamde dit. Hij hoort het ook vaak in zijn werk als organizer. De vakbond moet je zelf zijn, zo bleek uit het voorbeeld van de schoonmakers. Met een campagne waarin een paar honderd mensen actief waren, hebben ze de beste CAO die er ooit in deze sector is afgesloten, voor elkaar gekregen. De zo gewenste arbeiderssolidariteit kwam ter sprake vanuit de zaal. Hoe reageerden andere arbeiders op dit organizingconcept, bijvoorbeeld in de industrie of het openbaar vervoer (sectoren met een traditioneel sterkere vakbondsaanhang)? De vakbondstraditie blijkt geen vanzelfsprekende solidariteit met deze onderkant van de arbeidsmarkt in te houden. Niet onlogisch aangezien de vakbonden er ook niet of nauwelijks op gericht zijn om sectoroverstijgende solidariteit te promoten. In potentie zou die arbeiderssolidariteit er wel zijn, betoogden Esin en Hoogenboom. Kijk naar de maanden van protest tegen het kabinet-Balkenende eind 2004, waarbij uiteindelijk 300.000 mensen op en rond het Museumplein in Amsterdam betoogden tegen de aanvallen op verworven rechten. In deze sfeer pastte ook de bijdrage van een bezoeker die steun vroeg voor een Turkse vakbond die met repressie te maken heeft. Deze 1 mei-viering in Oss heeft mensen bij elkaar gebracht. Er werden veel contacten gelegd of verstevigd. Het lijkt Doorbraak zinvol om dit soort debatten over de rol van vakbonden en over arbeidersstrijd van onderop ook in andere steden te organiseren.
Tijdens de bijeenkomst was er ook ruimte voor inspirerende politieke poëzie. De Turkstalige vind je hier (in word, klik hier voor een Nederlandse vertaling van het gedicht) En de Nederlandstalige staat hier op de website van De Fabel van de illegaal.