Humanistisch Verbond wil onuitzetbaren toch het land uitwerken
In een in november 2010 verschenen brochure bekritiseert het Humanistisch Verbond (HV) “het vreemdelingenbeleid” dat “de menselijke waardigheid aantast” van mensen zonder papieren. Het HV stelt te willen opkomen voor illegalen die niet kunnen worden uitgezet, de onuitzetbaren, maar denkt in werkelijkheid mee met de overheid hoe deze mensen het land kunnen worden uitgewerkt.
Volgens het HV mogen “we” onuitzetbaren namelijk “een toekomst binnen onze samenleving ontzeggen, wanneer er een concreet en voldoende perspectief biedend alternatief is”. Dat alternatief zou volgens het HV moeten bestaan uit een “goed” terugkeerbeleid dat niet alleen zou moeten worden gericht op vertrek, “maar ook en vooral op het ontwikkelen van een realistisch plan” voor het leven van de uit te zetten personen. Zo sluiten de humanisten zich aan bij de lange reeks kerkelijke, levensbeschouwelijke en andere ngo’s die de overheid een helpende hand willen toesteken bij het effectiever maken van het deportatiebeleid.
Het beleid tegen illegalen “rust op de vooronderstelling dat wie terug wil, ook terug kan”, aldus het HV. “Detentie is een van de middelen om mensen onder druk te zetten om daadwerkelijk te vertrekken. Toch blijken velen niet uitgezet te kunnen worden. Is de druk niet hoog genoeg en vertrekken mensen daarom niet? Of is de druk weliswaar heel hoog opgevoerd, naar kunnen mensen om andere redenen niet vertrekken? Is dat laatste het geval, dan valt het nog verder opvoeren van die druk moreel niet te verantwoorden.” In de brochure zet het HV het onthutsende levensverhaal neer van vijf onuitzetbaren, waarmee men duidelijk wil maken dat het beleid “de moreel verantwoorde grenzen” al behoorlijk is gepasseerd. Die verhalen laten het beeld zien van wat de tienduizenden onuitzetbaren in Nederland overkomt: opgepakt, opgesloten, maandenlang gevangen zitten, vrijgelaten en op straat gegooid, opgepakt, opgesloten, opnieuw maandenlang gevangen zitten, weer op straat gegooid. Een gekmakende vicieuze cirkel die dringend doorbroken moet worden.
Maar in plaats van op te komen voor deze mensen, kiezen de humanisten de kant van de overheid die al deze ellende veroorzaakt. Onuitzetbaren kunnen per definitie niet worden uitgezet. Toch zet het HV vol in op terugkeer, in plaats van op strijd voor verblijfsrecht. De humanisten pleiten er voor om mensen die niet uitgezet kunnen worden, toch het land uit te werken. Logischer en vooral menswaardiger zou het zijn om aan te dringen op verblijfsrecht voor zoveel mogelijk en liefst alle onuitzetbaren. Overigens is een beroep op een technisch criterium als onuitzetbaarheid op zichzelf altijd politiek dubieus en risicovol. De strijd voor verblijfsrecht moet niet op formele en technische gronden, maar met politiek-inhoudelijke argumenten worden gevoerd. Radicaal-linkse activisten en steungroepen beroepen zich daarbij op vrije migratie en open grenzen, dus op het recht van alle mensen om te gaan en te staan waar ze willen.
Harry Westerink