Turkse Nederlanders worden op vliegvelden in Turkije tegengehouden en gedeporteerd door AKP-milities
Eind juli vertelde de Turkse Nederlander T. ons dat hij op weg naar zijn vakantiebestemming op een vliegveld in Turkije was tegengehouden. Hij werd in verband met de “binnenlandse veiligheid” tot “ongewenst vreemdeling” verklaard en op het vliegtuig terug gezet. Hij bleek niet de enige. Inmiddels zijn er in Nederland, Duitsland en Turkije vragen in het parlement over deze deportaties gesteld.
Ook van andere reizigers naar Turkije hoorden we dat toen ze daar uit het vliegtuig stapten, ze nog voordat ze bij de douane aangeland waren, gecontroleerd werden door een aparte militie in burgerkleding. Ze spraken van een AKP-militie. Die beschikt over een lijst met namen en foto’s, en weet vooraf precies wie men eruit gaat pikken. Bij sommige vluchten worden wel dertig mensen apart genomen. De andere reizigers mogen vervolgens gewoon door naar de douane.
De apart genomen reizigers krijgen vragen voorgeworpen als “ben je links?”. Hoe hun namen op die lijsten terecht komen, is nog onbekend. Mogelijk zijn ze door rechtse Turken in landen als Duitsland en Nederland verklikt. In het geval van T. mochten uiteindelijk alleen hij en een andere man, die op weg was naar een begrafenis, het land niet in. Hun paspoorten en telefoons werden in beslag genomen. De telefoons werden gekoppeld aan een apparaat om ze uit te lezen. T. werd twaalf uur zonder eten en drinken opgesloten in een kamer waarna hij op een vliegtuig terug werd gezet. Aan boord vroeg T. aan de stewards of het vaker voorkwam dat reizigers meteen weer gedeporteerd werden. Ze vertelden hem dat het gemiddeld per reis om maar liefst vijf mensen ging. Mensen die niet meer op bezoek kunnen bij hun familie of vrienden, niet meer aan het bed kunnen staan van zieke ouders, tantes of ooms, geen bruiloften of begrafenissen meer kunnen bijwonen van familieleden. Het gaat om veel meer dan voortaan een andere vakantiebestemming zoeken. Het gaat om een schandalige keiharde ingreep in het familie- en sociale leven van een hele groep progressieve Nederlanders.
HTIB
“Turkije moet vrijheid om te reizen respecteren”, eist de progressieve Turks-Nederlandse arbeidersorganisatie HTIB in een verklaring. “Vrijheid om te reizen is een van de fundamentele rechten van de mens welke is gewaarborgd door internationale verdragen. Artikel 13 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties uit 1948 bepaalt dat iedereen de vrijheid heeft om te reizen. Onder dit verdrag staat ook de handtekening van Turkije. Helaas houdt Turkije zich de laatste tijd niet aan dit artikel. Ons bereiken berichten dat velen de toegang tot Turkse luchthavens wordt ontzegd, ondanks het ontbreken van een rechterlijke beslissing. Onder deze mensen bevinden zich ook leden van de Turkse Arbeidersvereniging in Nederland (HTIB).”
Weinig Turkse Nederlanders komen tot nu toe met hun verhaal naar buiten. “Het werkelijke aantal is behoorlijk hoog”, aldus HTIB. “Om hun familie te beschermen doen de betreffende personen geen aangifte en houden ze hun volledige persoonsgegevens geheim (…) Wij doen een dringende oproep aan de Nederlandse regering, het ministerie van Buitenlandse Zaken en politieke partijen. Het merendeel van de personen die niet worden toegelaten en uitgezet, hebben hun Turkse nationaliteit opgegeven en hebben enkel de Nederlandse nationaliteit. Het is vanzelfsprekend dat Nederland de rechten van haar onderdanen bij andere landen moet beschermen.”
De HTIB doet ook een oproep aan mensen die Turkije zijn uitgezet: “Mocht u om vergelijkbare redenen Turkije zijn uitgezet, neemt u alstublieft contact met ons op. Mocht u daarom vragen, u kunt ervan uitgaan dat wij uw identiteit geheim zullen houden. Als HTIB zullen wij deze anti-democratische, willekeurige houding bestrijden en de kwestie nauwlettend in de gaten houden. Het is de plicht van ons allemaal om ons te verzetten tegen mensenrechtenschendingen, waar ook ter wereld. Als wij ons niet verweren tegen dit soort schendingen, moedigen we de schenders aan. Wij moeten niet onverschillig zijn en onrechtvaardigheid blijven bestrijden.”
Kamervragen
In Duitsland zijn de verhalen bekend van 54 Turkse Duitsers die gedeporteerd zijn. Er zijn vragen over gesteld door Die Linke. In Turkije zijn vragen gesteld door parlementsleden van de kemalistische sociaal-democratische oppositiepartij CHP. Die wilden onder meer weten om hoeveel mensen het inmiddels in totaal gaat.
In Nederland heeft SP-Kamerlid Sadet Karabulut op 10 augustus vragen gesteld aan minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken. Die kwam onlangs met volkomen nietszeggende antwoorden op de proppen: “Ik beschik niet over een volledig beeld van de omvang, noch over een eventuele trend. Wanneer een Nederlander aan een grens wordt tegengehouden, is dit in de eerste plaats een interne aangelegenheid waarover de Nederlandse overheid in de regel door de buitenlandse autoriteiten noch door betrokkene zelf wordt geïnformeerd. Incidenteel meldt een Nederlander die niet tot een ander land wordt toegelaten zich bij het ministerie van Buitenlandse Zaken met een hulpvraag.” Hij gaf ook aan dat er geen “sprake is van structureel contact met andere EU-landen over dit onderwerp”.
Een inreisbeperking kan “erg vervelend zijn”, erkende Blok. “Ieder land heeft echter, met inachtneming van de internationaalrechtelijke verplichtingen, het recht om personen wel of niet toe te laten op grond van de geldende regelgeving van dat land. Een Nederlander die niet tot een ander land wordt toegelaten en direct terugkeert naar Nederland, kan besluiten een klacht in te dienen bij de betreffende autoriteiten.” Klagen mag dus van hem, bij de Turkse autoriteiten. Vermoedelijk kan de extreem-rechtse Blok wel begrip opbrengen voor het weigeren van toegang aan linkse individuen.
Eric Krebbers