De soldaten van de sultan
Niet voor het eerst trad het veiligheidspersoneel van Recep Tayyip Erdoğan zelfstandig op in Duitsland. Het Openbaar Ministerie is een onderzoek gestart naar aanleiding van het bezoek van de Turkse president aan Keulen, maar verder heeft de staat weinig belangstelling voor diens dubieuze aanhangers.
De opening van de centrale Ditib moskee door de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan, eind september, bracht Keulen in een noodtoestand – zowel politiek als politioneel. Keulens partijloze burgemeester Henriette Reker bleef, net als veel andere lokale politici, uit de buurt van de festiviteiten, en ook de Noordrijn-Westfaalse premier Armin Laschet (CDU) wilde niet deelnemen. Duizenden politieagenten beveiligden het moskeeterrein in de wijk Ehrenfeld en blokkeerden de toegangswegen. Zij hielden manifestaties voor Erdoğan in de buurt van de moskee tegen. De paar demonstranten tegen de autocraat vormden geen probleem voor de agenten.
Dat was echter niet van toepassing op het veiligheidspersoneel van Erdoğan. Mannen van de militie van de Hamburgse Nuri Harmankaya blokkeerden zelfstandig een toegangsweg naar de moskee met een wit-rood wapperend lint met het opschrift “Afgezet door politie”. Harmankaya heeft geen veiligheidsbedrijf, maar verdient zijn geld met een winkel voor mobiele telefoons. Hij heeft een strafblad voor illegaal wapenbezit. Zijn troepen noemen zich “Team Yörükoğlu Europa”. De mobiele telefoondealer noemt zichzelf op sociale netwerken een “soldaat van Erdoğan”. Zijn motto: “Wie onze leider ongelukkig maakt, gaan wij ongelukkig maken”. Wie de opdracht aan zijn mensen gaf, is niet bekend. Het Openbaar Ministerie in Keulen doet onderzoek naar “Amtsanmassung” (onbevoegde uitoefening van officiële bevoegdheden).
Het bezoek van Erdoğan was niet de eerste gelegenheid waarbij de militie van Harmankaya van zich lieten horen. Vorig jaar bij de G20-top in Hamburg traden de leden van het Team Yörükoğlu Europa op bij de landingsbaan waar Erdoğans vliegtuig aankwam, als lijfwachten voor de Turkse president. Harmankaya vertelde aan de omroep NDR dat hij en zijn militie vaker door het Turkse consulaat-generaal in Hamburg of door de Turkse regeringspartij AKP voor veiligheidsopdrachten worden ingeschakeld. Dat wordt ontkend door de vermeende opdrachtgevers.
Gedoe met Erdoğans veiligheidsmensen is echter niets nieuws bij bezoeken van de Turkse president aan het buitenland. De gebeurtenissen in Keulen zijn zelfs nog relatief onschuldig. Toen Erdoğan in mei 2017 de VS bezocht, viel zijn veiligheidsdienst in Washington onder toeziend oog van de politie demonstrerende tegenstanders aan en sloeg hen in elkaar. Zelfs op de grond liggende demonstranten werden geschopt. Pas toen de politie er met wapenstokken tussen kwam, lieten de Turkse veiligheidsagenten hun slachtoffers gaan. Er waren arrestaties en aanklachten. De Amerikaanse regering trok zelfs verdergaande consequenties: Erdoğan wilde in de VS 1,2 miljoen dollar aan inkopen doen bij de wapenproducent Sig Sauer, wat de regering verbood.
Voor Ali Ertan Toprak, voorzitter van de Koerdische gemeenschap in Duitsland, past het optreden van het Turkse veiligheidspersoneel in een groter plaatje: “Erdoğan vertrouwt in Turkije en in Duitsland op particuliere veiligheidsorganisaties. Het leger en de politie vertrouwt hij nog steeds niet, ondanks de zuiveringen van de afgelopen jaren.” In Turkije werd Sadat opgericht, een “beveiligingsbedrijf”. Een de facto privémilitie die direct onder Erdoğan valt en die voor hem ook in het buitenland actief is. In Syrië trainde Sadat strijders tegen de Koerdische milities. Adnan Tanriverdi, een voormalig generaal en oprichter van het bedrijf, adviseert Erdoğan en neemt deel aan vergaderingen van staatsveiligheidsorganen.
Toprak roept de Duitse regering op om het niet bij het lopende onderzoek naar Amtsanmassung te laten: “Er moet worden onderzocht of de vermeende veiligheidstroepen contact met Sadat hebben en of ze deel uitmaken van Erdoğans maatregelen tegen oppositieleden.” Nu al worden in Duitsland tegenstanders van Erdoğan vervolgd en kunnen ze via een App verklikt worden. Imams bespioneren leerlingen en ouders en de inmiddels verboden rockgroep “Osmanen Germania” terroriseert tegenstanders van Erdoğan. Ook de rockers stonden in contact met de Turkse regering en werden bij het referendum dat het autoritair bewind van Erdoğan verstevigde, in Duitsland ingezet als beveiligers bij de stembureaus van de consulaten. Toprak vreest dat organisaties die verbonden zijn aan Sadat straks ook in Duitsland met geweld zouden kunnen optreden als de staat hen geen grenzen stelt.
Vorig jaar stelden parlementsleden van Die Linke in de Bondsdag vragen over de dubieuze aanhangers van Erdoğan. Ze vroegen onder andere naar wat de regering over Sadat weet en over de activiteiten van het bedrijf die zijn gericht op training voor asymmetrische oorlogvoering. De regering gaf het standaardantwoord: “Hierover heeft de regering geen informatie die verder gaat dan de openbaar toegankelijke informatie.” Ook op vragen over de contacten van Sadat met de Turkse regeringspartij AKP en over Duitse veiligheidsbedrijven was het antwoord dat de regering daarover geen kennis heeft. Als dat inderdaad het geval is, dan hebben politie en inlichtingendiensten hun werk niet bijzonder goed gedaan.
Stefan Laurin
(Dit is een vertaling door Gerard Zijlstra van het artikel “Die Soldaten des Sultans” dat op 18 oktober 2018 verscheen in het Duitse weekblad Jungle World.)
Natuurlijk niet. De vijand voor de Bondsrepubliek Duitsland staat op links, revolutionair links. Turkse fascisten, Duitse fascisten, ze doen er niet toe. Het Bondsministerie voor Grondwettelijke Bescherming lijkt alleen bang te zijn voor de politieke islam en revolutionair links als vijanden van de Duitse burgerlijke-republiek. Daarom kon de Nationaal-Socialistische Ondergrond ook haar moorden plegen, omdat de veiligheidsdienst geen oog had voor extreemrechts.
Sterker nog, delen van de veiligheidsdienst maakten de de NSU-moorden mede mogelijk.