Vakkenvullers verdienen beter dan een uurloon van een paar euro
Tijdens de coronacrisis krijgen ook vakkenvullers applaus voor het waardevolle werk dat ze doen. Maar hoe zit het met de waardering in geld en met hun arbeidsomstandigheden? Een ervaringsverhaal van een zestienjarige vakkenvuller bij Albert Heijn.
Lana werkt als vakkenvuller bij een Albert Heijn-filiaal ergens in het land. Toen ze 15 jaar was, solliciteerde ze bij de supermarktketen voor een parttime-baan. Ze moest met 15 andere sollicitanten naar een groepsactiviteit komen. Er is een groot verloop onder het winkelpersoneel, en Albert Heijn heeft daarom regelmatig nieuwe vakkenvullers nodig. Tijdens de groepssollicitatie moest alle jongeren een “collage” van zichzelf laten zien. Ze moesten zichzelf presenteren aan de hand van een aantal foto’s en daarbij een verhaal over zichzelf vertellen. Die groepsactiviteit vormt voor het management een ideale gelegenheid om de beste kandidaten eruit te pikken. Naast voldoende enthousiasme en een actieve houding wordt er vooral gelet op communicatieve vaardigheden en ook op uiterlijk. Wie kassamedewerker wil worden, moet kunnen beschikken over een verzorgd en “representatief” uiterlijk. Dat werk verdient ook wat beter dan dat van vakkenvuller. Vakkenvullers krijgen het minimumloon, kassamedewerkers krijgen een wat minder laag loon.
Propaganda
“Werken bij Albert Heijn is niet zomaar een baan”, aldus de propaganda van het bedrijf, waarmee men jongeren probeert te lokken die op zoek zijn naar een “bijbaan”. “Nee, je zorgt er toch maar mooi voor dat er in al die Nederlandse huiskamers elke dag weer iets lekkers op tafel staat.” Het is “misschien wel de belangrijkste baan van Nederland”, durft de supermarktketen er zelfs nog aan toe te voegen. Dat blijkt zeker niet uit het loon dat Lana krijgt. Toen ze werd aangenomen, verdiende ze 3,57 euro bruto per uur. Een schijntje dus, waaruit in elk geval geen waardering en respect spreekt voor het harde werk dat Lana verricht. Toen ze 16 jaar werd, werd haar loon mondjesmaat verhoogd naar 4,22 euro bruto per uur.
Nadat Lana was aangenomen bij het bedrijf, moest ze een online cursus gaan doen. Voor het doornemen van die cursus kreeg ze vier uur de tijd. Daarna volgde een overhoring op het kantoor van Albert Heijn. Ze ging werken in een filiaal dat in een wat sjiekere buurt is gevestigd. Dat valt terug te zien in het personeelsbestand van dat filiaal. Relatief veel vakkenvullers en kassamedewerkers zijn daar wit, omdat ook het klantenbestand relatief wit is. In Albert Heijn-filialen in wijken met veel niet-witte inwoners werken ook vaak veel niet-witte winkelmedewerkers. De stedelijke zwart-wit segregatie zet zich dus ook voort in het personeelsbestand van Albert Heijn.
Gedrild worden
Lana heeft een parttime-contract waarbij ze vier dagen per week 2,5 tot 3 uur per dag werkt. De vakkenvullers werken in ploegen onder een teamleider. Die teamleiders zijn in het filiaal waar Lana werkt, uitsluitend mannen van 26 jaar en ouder. Ze laten duidelijk merken dat ze de baas zijn en dat de vakkenvullers moeten doen wat hen wordt opgedragen. Het verschilt per teamleider hoe er wordt gereageerd op de vakkenvullers. Als een teamleider je niet aardig vindt, dan loop je het grote risico dat je slechter wordt behandeld en ook meer wordt gecontroleerd. Zo word je gedrild om braaf en gehoorzaam te zijn.
Toen Lana haar arbeidscontract ging ondertekenen, moest ze twee dagen in de week opgeven waarop ze niet zou gaan werken bij Albert Heijn. De rest van de week wordt ze via een rooster ingedeeld om te komen werken. Ze moet dus steeds vijf dagen per week beschikbaar zijn, op elk uur van de dag. Wie te laat op het werk komt, wordt belachelijk gemaakt en krijgt al snel een stempel opgedrukt. Er wordt van je verwacht dat je juist standaard te vroeg komt, namelijk 10 minuten van tevoren, vanwege de werkinstructie die je dan krijgt. Die 10 minuten worden niet uitbetaald. Op een keer kon Lana niet op tijd met haar werk beginnen, omdat haar naamkaartje was gestolen. Ze kreeg een grote mond van haar teamleider die haar de schuld ervan gaf.
Nachten van 5 uur slaap
Vakken vullen is best zwaar werk. Het komt voor dat de kratten met producten die op de schappen in de winkel moeten worden uitgestald, zo hoog op de trolleys worden opgestapeld dat de vakkenvullers er niet bij kunnen. Ze kunnen die kratten dan amper van de trolleys tillen, waarbij het risico dan bestaat dat de producten uit de kratten op de grond vallen en beschadigd raken. Jongeren van 15, 16, 17 jaar moeten de afgeladen trolleys door de winkel voortduwen en de enorme hoeveelheid producten in de schappen zetten. Ze raken daardoor behoorlijk snel vermoeid. Toch moeten ze doorwerken en deadlines halen.
Hoe vermoeiend het kan zijn, blijkt ook uit de tijden waarop Lana soms moet werken. Het kan gebeuren dat ze de ene dag tot 23:00 uur moet werken, om 23:30 uur thuiskomt en om 00:30 uur gaat slapen, terwijl ze de volgende dag al om 6:00 uur staat ingeroosterd, waardoor ze al om 5:00 uur moet opstaan. Ze heeft dan een korte nacht van nog geen vijf uur slaap achter de rug. Als ze daarover klaagt, dan krijgt ze te horen dat ze ook om 3:00 uur zou kunnen worden ingeroosterd. Met andere woorden: haar teamleider dreigt haar dan te straffen met werken op een nog vroeger tijdstip. Wie volgens de teamleiders “moeilijk doet” en zich niet voldoende bereidwillig toont, die kan dus rekenen op een extra vervelende behandeling.
Niet alleen klappen, maar ook flappen
Een te korte periode om te slapen en uit te rusten is vanzelfsprekend slecht voor de gezondheid van de vakkenvullers, en al helemaal tijdens de coronacrisis. Het personeel in supermarkten moet juist voldoende weerstand kunnen opbouwen om zich te wapenen tegen het coronavirus. De kassamedewerkers worden weliswaar beschermd met een stuk plastic tussen hen en de klanten. Maar de vakkenvullers dragen alleen een rood hesje met de tekst “houd afstand” en hebben verder wat handgel. Om de haverklap houden de klanten geen rekening met de eis van anderhalve meter afstand en komen ze te dicht in de buurt van de vakkenvullers, met vragen over waar in de winkel bepaalde producten te vinden zijn.
De vakkenvullers en kassamedewerkers hebben geen recht op extra geld voor hun werk in deze tijd van grote besmettingsrisico’s. Hooguit geeft het bedrijf hen heel af en toe wel eens een cadeaubon, een zoethoudertje waarmee het management goede sier kan maken. Zo ontving Lana deze week een cadeaubon van 25 euro. In de begeleidende brief schreef Marit van Egmond, algemeen directeur van Albert Heijn: “Het zijn uitzonderlijke tijden en ook jij zal je de start van het voorjaar anders hebben voorgesteld. Ik wil je graag laten weten dat ik trots ben, op jouw inzet en betrokkenheid en hoe we dit samen doen als Albert Heijn. We zijn er ook juist nu voor onze klanten. Met Pasen voor de deur ontvang je daarom deze cadeaubon.” Het cadeautje blijkt ook nog eens een sigaar uit eigen doos, want de bon kan alleen worden verzilverd bij Albert Heijn, Bol.com, Etos en Gall & Gall, allemaal onderdelen van het Ahold Delhaize-concern. De oproep aan de aandeelhouders van dat concern om 826 miljoen euro te besteden aan een forse loonsverhoging voor minimumloonwerkers heeft geresulteerd in eenmalige cadeaubonnen van 25 euro. Zo zijn de manieren van de bazen en de rijken.
Net als zorgwerkers en andere werkers in “vitale beroepen” krijgen vakkenvullers wel applaus voor wat ze doen, maar geen loonsverhoging. “Niet alleen klappen, maar ook flappen!”, dat eisen activisten van de Voor 14-campagne dan ook. Het wordt hoog tijd dat vakkenvullers meer geld krijgen dan een uurloon waarmee ze amper een kop koffie kunnen betalen. Een verhoging van het minimumuurloon naar 14 euro is dan ook een bittere noodzaak.
Lana is een schuilnaam.
Steun de campagne voor een minimumloon van minstens 14 euro en teken hier de petitie voor een hoger loon voor onder meer vakkenvullers.
Harry Westerink