Leiden kan niet zonder opvang van mensen zonder papieren, wethouder Damen!
Eerder deze week publiceerden wij een tweeluik over de Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV) en over hoe deze nieuwe opvangstructuur wordt gebruikt voor het verbloemen van nog immer hardvochtig beleid, het inkapselen van steungroepen en het intensiveren van terugkeermanipulatie tegen vluchtelingen en migranten zonder verblijfsrecht. Het Leidse Doorbraak-spreekuur De Fabel van de illegaal knokt al jaren voor en met de mensen zonder papieren in Leiden, voor hun recht op gezondheidszorg, verblijfsvergunningen en opvang. De kaalslag waartoe het Leidse college van B&W eind vorig jaar heeft besloten, door te stoppen met eigen opvang, maakt het nog moeilijker voor Leidenaren zonder verblijfsrecht om de hulp te krijgen die zij nodig hebben. Afgelopen woensdag werd bekend dat de lokale opvangorganisatie Stichting Uitgeprocedeerde Vluchtelingen (STUV) zichzelf met pijn in het hart per 1 januari 2021 opheft. De reden? Het stopzetten van opvang in Leiden door de gemeente.
Volgens PvdA-wethouder Marleen Damen zouden alle Leidse inwoners zonder verblijfsrecht naar de LVV kunnen. Opvang in Leiden zou daarmee overbodig worden. Daarom wil de gemeente alle opvang sluiten, en weigert men om STUV nog langer van subsidie te voorzien. Zelfs één klein opvanghuis voor noodgevallen is al teveel gevraagd. In het afgelopen jaar hebben zowel De Fabel van de illegaal en diaconaal centrum De Bakkerij als stichting Gezondheidszorg Illegalen Leiden (GIL) hier krachtig tegen geprotesteerd. Maar alle brandbrieven, raadsvragen en door de SP en Partij Sleutelstad ingediende moties om de opvang open te houden, langer open te houden, tenminste vanwege corona te heropenen, mochten niet baten. Op 1 mei sloot de Leidse BBB-opvang, en daarmee kwamen zo’n negen mannen per direct op straat te staan. Naast deze ex-BBB-bewoners zijn er ook nog anderen zonder verblijfsrecht in de stad die dak- of thuisloos zijn. Door corona werd het voor iedereen veel moeilijker om hulp te krijgen in het eigen netwerk. Slaapplekken, eten, aan alle kanten kwamen mensen in de problemen. Zowel de voormalige BBB-bewoners als andere mensen zonder verblijfsrecht waren de afgelopen periode soms dakloos en sliepen op straat. Op andere momenten vonden ze iemand bij wie ze tijdelijk mochten blijven, al betekende dat in een aantal gevallen telkens opnieuw te moeten verkassen, en telkens opnieuw te moeten smeken om onderdak. Bij elke wisseling dreigde opnieuw de dakloosheid. Deze situatie is veelvuldig besproken, in overleggen met de gemeente, eigen publicaties en interviews met de reguliere media. Zowel De Fabel van de illegaal en De Bakkerij als GIL hebben voortdurend aan de bel getrokken. Toch beweerde wethouder Damen in juli dat er “bij de gemeente vooralsnog geen signalen bekend zijn dat deze doelgroep op straat zou slapen”.
Dat de gemeente een loopje met de waarheid neemt, of ingewikkelde redeneringen bedenkt om niet over de brug te hoeven komen voor mensen zonder verblijfsrecht die in nood zitten, dat is helaas niet nieuw voor ons. Het is onze taak als ondersteuners van mensen zonder papieren en als activisten tegen migratiebeheersing om telkens de werkelijkheid van de straat tegenover de propaganda van de staat te zetten.
Leidse dimensie
Uit het in juli gepubliceerde evaluatierapport over de LVV’s blijkt dat 32 procent van de aanmeldingen voor de Rotterdamse LVV aan de poort zijn geweigerd. Dat betekent dus dat 1 op de 3 mensen die opvang nodig heeft, in Rotterdam wordt weggestuurd. Bij de andere LVV’s (in Amsterdam, Eindhoven, Groningen en Utrecht) gaat het overigens ook om hele hoge percentages. Het is dus geen Rotterdams probleem, maar een probleem met de opzet van de LVV’s.
Op 4 mei dit jaar meldde wethouder Damen in een brief (pdf) aan de gemeenteraad: “In totaal hebben zich er van de totale groep vijf mensen willen aanmelden voor de LVV, vier daarvan zijn toegelaten. Een persoon is afgewezen omdat hij uit een veilig land komt (Algerije). Opvang in de LVV is dan wel mogelijk, enkel indien aanmelding verloopt via een terugkeerorganisatie. De betreffende persoon heeft zich nog niet willen melden via zo’n organisatie, hij is echter wel nog in gesprek.” Bij medewerkers van De Fabel van de illegaal is bekend dat de terugkeerorganisatie hem niet verder wilde begeleiden. Hij is daarom de afgelopen tijd afwisselend dak- en thuisloos geweest.
De gemeente Rotterdam stelde volgens het evaluatierapport bij aanvang van de LVV’s dat zij een “duurzame uitstroom” (legalisatie, doormigratie of terugkeer) zouden willen bewerkstelligen van maar liefst 60 procent. Uit het rapport blijkt echter dat van de instroom slechts 9 procent “duurzaam” is uitgestroomd. Daarmee scoort de Rotterdamse LVV minder laag dan het landelijk gemiddelde (6 procent), maar dat komt volgens de schrijvers van het rapport omdat er in Rotterdam in de eerste periode relatief veel “makkelijke” ‘gevallen’ waren. Het streefcijfer van 60 procent “duurzame uitstroom” wordt dus bij lange na niet gehaald.
Op 14 mei beweerde wethouder Damen echter dat “uit de voortgangsbrief van de LVV die de raad zal ontvangen blijkt dat de succesratio in Rotterdam niet laag is”. Zou het kunnen dat ze over het totaal onrealistische streefpercentage van 60 procent sprak? Of haalde ze de uitstroom van de Rotterdamse LVV door de war met die van STUV? Die uitstroom was volgens haar brief van 4 mei zo’n 43 procent, maar dat was inclusief mensen die voor een herhaalde asielaanvraag naar azc’s vertrokken en waarvan er ondertussen al meerdere mensen na een nieuwe afwijzing zijn teruggekeerd naar Leiden.
Rotterdam hanteert een maximale verblijftermijn van zes maanden, en maximaal drie voor mensen uit zogenaamde “veilige landen”. Er zijn mogelijkheden voor verlenging, zo blijkt uit het rapport. De opvang blijft echter tijdelijk. Terwijl er een grote groep mensen muurvast zit. Ze komen niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning en ze kunnen ook niet terug. Tijdelijke opvang biedt géén oplossing, dat is slechts valse hoop van Damen en haar ambtenaren.
Die grote groep perspectieflozen is terug te vinden in de uitstroomcijfers. Van alle uitstroom in Rotterdam gaat 46 procent, dus bijna de helft(!), de straat op. Dat is de categorie “met onbekende bestemming vertrokken, opvang gedwongen beëindigd, voldeed toch niet aan de voorwaarden”. Er is voor hen geen vervolgopvang geregeld, en het is onbekend waar mensen blijven. Die mensen worden dak- of thuisloos, en vallen in de ergste gevallen ten prooi aan uitbuiting en (seksuele) exploitatie.
Terugkeer naar Leiden
Uit de brieven van de Leidse wethouder is op te maken dat er ondertussen alweer mensen uit de Rotterdamse LVV zijn teruggekeerd naar Leiden. Op 14 juli schrijft Damen (pdf): “Eén persoon is vanuit de LVV weer teruggekeerd naar Leiden en verblijft tevens binnen het eigen netwerk.” Over iemand die al eerder naar de Rotterdamse opvang was vertrokken, schrijft ze (pdf) afgelopen dinsdag 15 september: “Eén persoon werd toegelaten tot de LVV Rotterdam, maar bleek na juridisch onderzoek toch niet te voldoen aan de criteria (was ongewenst verklaard en had een zwaar inreisverbod). Er is vervolgens wel gekozen om de persoon op humanitaire gronden op te vangen en te begeleiden, dit omdat er ook sprake was van medische problematiek. Na de tijdelijke opvang is deze persoon vertrokken uit de LVV Rotterdam en teruggekeerd naar Leiden. STUV probeert deze persoon over te dragen naar de Medische Opvang in Amsterdam.” Hieruit valt op te maken dat er in totaal zes mensen naar Rotterdam zijn vertrokken, waarvan één aan de poort geweigerd en alweer twee teruggekeerd, oftewel de helft. Zijn dit de “mooie” resultaten waar Damen op doelde?
Naast de cijfers valt er nog wel wat meer af te dingen op de Leids-Rotterdamse aanpak. Uit het evaluatieonderzoek blijkt dat 24-uurs opvang nodig is voor mensen zonder papieren. Voor het kunnen werken aan een verblijfsprocedure, bijvoorbeeld, is rust en stabiliteit nodig. De stress die het op straat moeten overleven met zich meebrengt, staat begeleiding in de weg. Toch hebben de meeste LVV-locaties in Rotterdam in principe alleen nachtopvang. Vanwege corona is dat tijdelijk anders, maar normaal gesproken worden mensen ‘s ochtends op straat gezet, en mogen ze pas aan het eind van de middag weer naar binnen. Overdag moeten ze zich elders in de stad ophouden. Naast dat 24-uursopvang belangrijk is, blijkt uit het onderzoek ook dat medische behandeling onontbeerlijk is. Flink wat mensen zonder verblijfsrecht hebben ernstige medische klachten, zowel fysiek als psychisch. Echter, er bestaat bij alle LVV-gemeenten een lange wachtlijst voor de benodigde (ggz-) behandeling. Hierdoor ontstaat er vertraging in de begeleiding. Het is daarom uitermate vreemd dat mensen die in Leiden al een behandelaar hebben, of al een flinke wachttijd voor een behandeling hebben opgebouwd, toch moeten verkassen naar Rotterdam, en daar weer helemaal overnieuw moeten beginnen. En dan is er ook nog de vertrouwensband tussen begeleider en persoon zonder verblijfsvergunning. Die vertrouwensband is cruciaal volgens het rapport, maar de al bestaande vertrouwensbanden in Leiden moeten van de gemeente Leiden worden doorgeknipt, en helemaal opnieuw worden opgebouwd in Rotterdam.
Uit het rapport blijkt ook dat alle partijen (gemeenten, rijksdiensten én steungroepen) ontevreden zijn over de resultaten tot nu toe. De samenwerking tussen de steungroepen en overheidsdiensten verloopt niet bepaald soepel. Over de Rotterdamse steungroepen schrijven de onderzoekers dat zij het niet eens zijn met bepaalde onderdelen van de LVV, zoals het op straat zetten van mensen. Wij hoorden daarnaast maanden geleden al van een medewerker van een Rotterdamse steungroep dat de gemeente daar alle beslissingsbevoegdheid naar zichzelf toetrekt, en de steungroepen, die toch op de vloer met de mensen werken, te weinig te zeggen hebben over de toelating van mensen die misschien niet helemaal aan de voorwaarden voldoen, maar waarvoor wel een uitzondering gemaakt zou kunnen worden, over de richting van de begeleiding van LVV-bewoners, en over de duur van de opvang.
Wrange constatering
Dat de samenwerking tussen gemeente, rijksdiensten en steungroepen niet goed verloopt, is overigens niet vreemd. De rollen van belangenbehartiger, beslisser en uitvoerder zijn moeilijk met elkaar te verenigen, en er is sprake van enorme machtsverschillen. “Aan tafel” zitten met elkaar maakt niet dat je elkaars samenwerkingspartner bent. Dat is heel duidelijk voor medewerkers van De Fabel van de illegaal, die de afgelopen jaren heel wat conflicten hebben gehad over de opvang van mensen zonder papieren in Leiden. De gemeente Leiden heeft weliswaar altijd de mond vol van de “partners in de stad”, maar in de praktijk worden wij niet geïnformeerd en moeten wij keer op keer in de krant lezen wat de gemeente nu weer heeft bedacht. Ook van de op handen zijnde opheffing van STUV hoorden wij niet van de gemeente. Pas na een brief aan de raad, en na een persbericht van STUV, kregen wij de dag nadat het in lokale media was verschenen een mailtje van de verantwoordelijke ambtenaar, als een soort nagedachte.
“Het is een wrange constatering dat STUV moet stoppen, met de wetenschap dat deze uitgeprocedeerde asielzoekers met hun uitzichtloze problemen, binnen de stadsgrenzen van Leiden blijven bestaan”, schrijft STUV op 16 september in het persbericht. “Het aanbod van de gemeente om samen met VluchtelingenWerk een loketfunctie uit te voeren (zonder huisvesting), sluit niet aan op de visie en missie van STUV. Zonder huisvesting kan STUV niet die hulp bieden die daadwerkelijk nodig is aan de meest kwetsbare uitgeprocedeerde asielzoekers met ernstige medische en/of psychische klachten.” In de brief aan de raad van 15 september schreef wethouder Damen met krokodillentranen: “STUV heeft tevergeefs geprobeerd zelfstandig deze opvang open te houden met behulp van structurele bijdragen uit fondsen, hetgeen helaas niet gelukt is. Het gevolg hiervan is dat STUV niet in staat is om het opvanghuis veel langer open te houden.”
Dat STUV het opvanghuis niet open kan houden, zal de wethouder echter eerder deugd doen, aangezien ze zich de hele tijd uitermate strak op het standpunt heeft gesteld dat Leiden alle opvang zou sluiten. Dat STUV zich ook terugtrekt uit het gemeenteplan voor een “loket voor ongedocumenteerden” zal meer pijn doen, aangezien “de gemeente steeds de wens heeft uitgesproken dat STUV en VluchtelingenWerk het loket gezamenlijk inrichten. Deze organisaties hebben een jarenlange expertise en de gemeente ziet de meerwaarde van het bundelen van deze kennis.” In de overleggen met de gemeente, waar De Fabel van de illegaal bij was, werden STUV en VluchtelingenWerk expliciet “professionals” genoemd door wethouder Damen, de andere organisaties niet. Dat wekte bij ons en andere organisaties de indruk dat kennis en ervaring pas worden gewaardeerd als je je niet te kritisch opstelt ten opzichte van de gemeente, in ieder geval niet openlijk, iets dat STUV tot nu toe niet heeft gedaan. Maar nu, met de aangekondigde opheffing van STUV, kunnen wij in ieder geval concluderen dat de gemeente Leiden zich ondertussen heeft vervreemd van vrijwel alle organisaties in de stad die zich met ongedocumenteerden bezighouden.
Kwetsbaarder
Ondertussen zijn er overigens twee mensen toch opnieuw in Leiden toegelaten tot de opvang. Beiden nadat De Bakkerij over hun specifieke situatie aan de bel trok. De eerste is de LVV-terugkeerder waarbij STUV probeert om hem in Amsterdam geplaatst te krijgen. Daarnaast meldt Damen in haar brief van 15 september: “Voor één persoon van deze groep waarbij corona is vastgesteld, wordt een tijdelijke plek in de regio gedurende de revalidatieperiode gezocht.” Met deze persoon is dus gebeurd waar wij al sinds het begin van de coronacrisis voor waarschuwen. Mensen zonder vaste woon- en verblijfplaats hebben noodgedwongen met veel meer mensen contact, kunnen niet altijd voldoende afstand houden, krijgen onvoldoende informatie mee over de risico’s en de besmettingsgraad in de regio. Zij hebben gemiddeld een slechtere gezondheid, en dus een lagere weerstand. En zijn dus kwetsbaarder voor het coronavirus. Het blijft voor ons onbegrijpelijk dat gemeente Leiden mensen laat rondzwerven ten tijde van een pandemie.
Dat de gemeente deze twee mensen nu opvangt, is absoluut nodig. Maar deze twee gevallen bewijzen precies waar het om gaat: Leiden kan niet zonder opvang voor mensen zonder papieren. De gemeente heeft besloten om opvang te geven voor de twee mensen in de meest schrijnende situaties, maar zonder structurele opvang zullen er telkens opnieuw dit soort schrijnende gevallen komen. Opvang is noodzakelijk, en mensen hiervan onthouden is een schending van hun mensenrechten. Slechts structureel willen verwijzen naar de LVV is de ogen en oren dichthouden voor de realiteit.
Mariët van Bommel