In De Oost blijft de Indonesische bevolking lijdend voorwerp

De bevolking van Java en Sulawesi, waar de film zich afspeelt, krijgt amper spreektijd, en dan vooral bij monde van sekswerker en oriëntalistisch cliché Gita. De lokale bevolking is lijdend voorwerp, geterroriseerd door onzichtbare revolutionaire troepen, rovende bendes en Nederlandse militairen. Buiten de Nederlanders mogen alleen de Molukse KNIL-militairen hun motivering onder woorden brengen, al doen ook die woorden de Molukse onafhankelijkheidsbeweging tekort, zoals Geronimo Matulessy betoogde in De Volkskrant. De film kiest wel voor een waarheidsgetrouwe weergave van de racistische mentaliteit van de Nederlandse legerleiding, die de Indonesische revolutionairen simplistisch beschouwde als barbaarse marionetten van Japan, en een “onzichtbare, laffe, wrede, verraderlijke en sluwe tegenstander die zich permanent van terreur bediende, onrust zaaide en zich aan geen enkele politieke of militaire afspraak hield”. Maar dit is tegelijkertijd het enige perspectief op de revolutionairen dat wij te zien krijgen: hun eigen beweegredenen, hun politieke project, en de eeuwen aan koloniale onderdrukking die hieraan vooraf gingen, blijven volledig uit beeld, waardoor zij nooit menselijk of tastbaar worden.

Sander Philipse in In De Oost blijft de Indonesische bevolking lijdend voorwerp (Overdemuur.org)