Anti-fascisme voorbij machismo: gender, politiek en de strijd tegen het fascisme (deel 1)
Een vertaling in drie delen van de brochure “Anti-Fascism Beyond Machismo: Gender, Politics, and the Struggle Against Fascism” (pdf) uit 2019 van Petronella Lee. “Deze brochure verkent de politiek, praktijken, en geschiedenissen van fascisme en militant verzet met de nadruk op gender. Hij onderzoekt de gendergebonden dimensies van hedendaagse extreem-rechtse bewegingen en anti-fascistische strijd; presenteert een geschiedenis van de deelname van vrouwen aan anti-fascistisch verzet in de twintigste eeuw; en beschouwt de uitdagingen en mogelijkheden van het ontwikkelen van een expliciet feministisch anti-fascisme”, aldus de uitgever. Hier deel 1. (en hier deel 2 en deel 3).
Inleiding: De opkomende vloed van het fascisme
“Het is een genaturaliseerd, door de staat gesanctioneerd, genormaliseerd en zich verdiepend fascisme, waarvan de golven van geweld reuzenstappen lijken te nemen (…) Hier staat dus deze vraag centraal: wat bedoelen we als we het over feminisme hebben? Feminisme kan niet oppervlakkig worden gedefinieerd (…) Het is een strijd die alleen vernieuwd wordt door het historisch geheugen van onze vrouwelijke strijders te herstellen, zij die vergeten zijn in de vuilnisbakken van revoluties (…) We kunnen niet denken aan een feminisme, een anti-patriarchaat, zonder anti-kapitalisme, zonder anti-fascisme, zonder anti-racisme en zonder klassenstrijd.” (1)
In het voorjaar van 2017 ging een video viraal van een anti-fascist die werd geslagen tijdens een tegendemonstratie in Berkley. Op de video was te zien hoe tegendemonstrant Louise Rosealma een klap in het gezicht kreeg en tegen de grond werd geslagen door wit-suprematist en oprichter van Identity Evropa, Nathan Damigo. Op sociale media, in de voornaamste nieuwsberichten en in kringen van de beweging was de video het onderwerp van uitgebreid commentaar. Dit incident en de verschillende reacties erop vertellen ons veel over onze huidige tijd. Ze laten zien dat we in een tijd leven waarin extreem-rechtse, wit-nationalistische en neo-nazistische krachten aan macht winnen en zich steeds sterker gaan manifesteren. Terwijl de video circuleerde, legde de reactie van extreem-rechts de diepte van hun vrouwenhaat bloot en illustreerde die tevens nadrukkelijk de mate waarin patriarchale ideologie een belangrijk onderdeel is van extreem-rechtse politiek. Louise werd gedoxxed en online genadeloos neergehaald – haar persoonlijke gegevens, waaronder haar huisadres en telefoonnummer, werden wijd verspreid en haar carrière als sekswerker werd in de publiciteit gebracht. Ze werd uitgemaakt voor walgelijk en een hoer, en werd overspoeld met zowel verkrachtings- als doodsbedreigingen. Foto’s van de klappen die ze kreeg en foto’s van haar pornowerk werden het decor voor een overvloed aan memes die zowel op internet als op straat verschenen. In de straten van Berkley verschenen bijvoorbeeld grote posters met daarop het naakte lichaam van Louise naast het lachende gezicht van Damigo, met daarop de tekst “I’d hit that”.(2) De aanval op haar, en geweld tegen vrouwen in het algemeen werden gepromoot en gevierd. Anderen reageerden ook op de video en hun reacties waren al even onthullend.
De reactie van liberale feministen was voorspelbaar teleurstellend en benadrukte de vele tekortkomingen van hun politieke project. Sommigen speculeerden over de vraag of de aanslag wel of niet zou hebben plaatsgevonden als Hillary Clinton president was geweest. Anderen zagen Louise als slachtoffer en in veel gevallen als niet-gewelddadig. Er circuleerden verhalen waarin werd beweerd dat zij was aangevallen terwijl zij probeerde het geweld van anderen te deëscaleren en te voorkomen, of dat ze zonder aanleiding was aangevallen terwijl ze vreedzaam protesteerde. Er werd een gendergebonden pacifisme gesuggereerd, en geweld werd voorgesteld als iets dat Louise (als vrouw) was aangedaan, maar niet iets dat Louise (als vrouw) kon of zou doen. Die beweringen gingen gepaard met oproepen tot politieoptreden en de arrestatie van Damigo. In de typische stijl van het repressie-feminisme werden meer politie, criminalisering en opsluiting voorgesteld als de gepaste reactie op het incident. De reacties van links waren niet veel beter, en legden het seksisme bloot dat in de anti-fascistische politiek is ingebakken. Berichten, foto’s en memes over het incident waren zeer neerbuigend en bekritiseerden Damigo op grond van het feit dat hij een lafaard was omdat hij een vrouw had geslagen (die als zwakker en minder bedreigend werd beschouwd). Ondanks een lange geschiedenis van vrouwen die hun lichaam op het spel zetten om het fascisme te bestrijden, werd fysieke confrontatie impliciet voorgesteld als het domein van mannen.
Zelfs in zogenaamd progressieve kringen is het populaire beeld van de anti-fascist een mannenlichaam; vaak een wit mannenlichaam dat sterk leunt op de esthetiek van antifa-bewegingen in Europa. Gebaseerd op een stilzwijgende ontkenning van de macht van vrouwen, werden gesprekken over Louise een kwestie van identiteit (van haar vrouw-zijn), eerder dan een kwestie van politiek of activiteit. Ten slotte, en zeker niet in de laatste plaats, spreekt dit incident en het feit dat het zoveel aandacht kreeg, over het diepgewortelde racisme dat zowel links als rechts kenmerkt. Vrouwen worden de hele tijd aangevallen, wit-suprematisten slaan voortdurend, en vrouwen van kleur krijgen het onevenredig zwaar te verduren. Louise’s ervaring ging viraal en kreeg zoveel belangstelling, ongetwijfeld omdat ze een witte, conventioneel aantrekkelijke cis-vrouw is.
Extreem-rechts is in opkomst en in de loop van de laatste jaren hebben hun ideeën steeds meer aanhang gekregen. Eerst op het grassroots-niveau, en nu meer en meer op het niveau van de institutionele politiek, heeft de extreem-rechtse ideologie duidelijk voet aan de grond gekregen. Het is niet alleen zo dat extreem-rechtse bewegingen zijn gegroeid, maar ook dat extreem-rechtse ideeën uit de marge zijn doorgesijpeld naar de mainstream. De situatie is somber, maar niet hopeloos. We moeten onze vijand kennen en we hebben veel werk te verzetten, maar veel van de mogelijkheden die ons worden aangereikt schieten tekort. We krijgen de keuze tussen een pacificerend liberaal feminisme van “pussy hats” en “beschermende repressie”, en een beperkend anti-fascisme dat gedefinieerd wordt door machismo en seksisme. Tegen die achtergrond wil dit artikel de genderdimensies van fascistische bewegingen en anti-fascistische strijd onderzoeken, en de mogelijkheden nagaan voor een anti-fascisme dat geworteld is in revolutionair feminisme. In dit artikel gebruik ik de term fascisme/fascist in brede zin om te verwijzen naar een gecompliceerd en divers fenomeen dat een veelheid aan extreem-rechtse groeperingen, ideologieën en bewegingen omvat, waaronder wit-nationalisten, neo-nazi’s, ultra-patriotten, alt-right, identitairen en traditionalisten.(3) Het artikel is verdeeld in drie afzonderlijke, maar onderling samenhangende delen, die bedoeld zijn om de politiek, praktijken en geschiedenis van fascisme, gender en militant verzet te bestrijken. In deel 1 wordt de huidige genderpolitiek van het fascisme onderzocht, in deel 2 de geschiedenis van de deelname van vrouwen aan het anti-fascistisch verzet, en deel 3 sluit af met een beschouwing over de uitdagingen en vooruitzichten voor de ontwikkeling van een uitgesproken feministisch anti-fascisme.
Deel 1 – De genderpolitiek van het fascisme: de volle breedte van fascistische seksismen
“Het fascisme is dus een verergering, een militantere uitbreiding van de patriarchale verhoudingen tussen mannen en vrouwen die eeuwenlang hebben standgehouden. Het is een verergering van de fantasieën, van het geweld, van de misvormde verlangens die symptomatisch zijn voor het hele systeem van sekseverhoudingen dat lange tijd heeft bestaan in de Europese samenlevingen en die in de nieuwe wereld, die daarvan afstammen. In plaats van een ding, dat zich categorisch onderscheidt van andere sociale en politieke systemen, is het fascisme een proces, dat zich gemakkelijk kan herhalen, en waarin we mannen, en groepen mannen, kunnen zien die aan de reis zijn begonnen”.(4)
Na de dood van Heather Heyer in Charlottesville merkte een organisator van het “Unite the Right”-evenement op dat Heather een “dikke, walgelijke, communist” was en dat haar dood een “wraakactie” was.(5) In een soortgelijke geest werden online commentaren geplaatst waarin haar moord werd gevierd en ze een “nutteloze slet” werd genoemd op grond van het feit dat “een 32-jarige vrouw zonder kinderen een last voor de samenleving is en geen waarde heeft”.(6) Behalve dat Heather werd aangevallen vanwege haar anti-fascistische politiek, werd ze ook aangevallen omdat ze een vrouw was. Tijdens de 2018 Women’s March in Seattle doken posters op met de tekst “Maak vrouwen weer eigendom”.(7) In diezelfde tijd, tijdens een soortgelijke mars in Providence, kwamen leden van de wit-nationalistische groep Vanguard America opdagen met een spandoek met de tekst “Feministen verdienen de galg.” (8) Op Internationale Vrouwendag stelde een artikel op een populaire neo-nazi website voor om een “Internationale Verbrand een Heks Dag” en een “Internationale Verneder een Hoer Dag” te vieren, omdat “het niet meer dan eerlijk is dat we belonen EN straffen”.(9) Een paar jaar eerder vielen neo-nazi’s tijdens een viering van Internationale Vrouwendag in Zweden de menigte aan en verwondden vijf vrouwen ernstig.(10) Meer recentelijk werd afgelopen juli in Santiago een feministische mars ter ondersteuning van vrije en legale abortus in Chili aangevallen door de fascistische groepering de Sociale Patriottische Beweging. Enkele honderden leden van deze groep – die berucht is om het feit dat ze feministen als dieren bestempelen en pleiten voor hun sterilisatie – probeerden de mars te blokkeren en bedekten daarbij de straten met dierenbloed, vielen de demonstranten fysiek aan en staken drie vrouwen neer.(11) Er lijkt een eindeloze rij van zulke voorbeelden te zijn.
Dergelijke incidenten doen zich meer en meer voor, nu uiterst rechts de rol van het feminisme bij het propageren van “cultureel marxisme” en het vernietigen van “de westerse beschaving” steeds vaker aan de kaak stelt.(12) In navolging van het in nazi-Duitsland gepropageerde idee dat vrouwenemancipatie “het Duitse ras zou vernietigen en zou leiden tot de invoering van het bolsjewisme”, zijn feminisme (en vrouwen) nog steeds de vijand.(13) Het patriarchaat was toen, net als nu, fundamenteel voor het fascisme. Met deze stelling als uitgangspunt wordt in dit hoofdstuk nagegaan waar en hoe de genderkwestie in het fascisme past. Daartoe verken ik de opkomst van alt-right, onderzoek ik de verschillende perspectieven op gender en seksualiteit die we bij extreem-rechts aantreffen, en bekijk ik ten slotte de rol van de troop “witte vrouw als slachtoffer” bij het in stand houden van witte suprematie.
Mannenrechtenactivisme, “de manosphere”, en de opkomst van alt-right
De huidige opleving en snelle groei van extreem-rechtse bewegingen in Noord-Amerika wordt vaak in verband gebracht met de opkomst van alt-right. Alt-right, de afkorting van alternatief rechts, kan worden opgevat als een losjes georganiseerde verzameling ideologische tendensen, groepen, podcasts, websites, denktanks en boegbeelden die een nieuw soort witte suprematie hebben gecreëerd. De beweging is geïnspireerd door de identitaire ideeën van Europees Nieuw Rechts en wordt bijeengehouden door “een minachting voor zowel liberaal multiculturalisme als mainstream conservatisme “(14) en een “scherp verzet tegen alle sociaal-economische, culturele en politieke voorstellen die gebaseerd zijn op egalitarisme en collectiviteit”.(15) Hoewel de beweging vooral bekend staat om hun wit-nationalisme en antisemitisme, is ook hun politiek van vrouwenhaat bepalend. Patriarchale ideologie ligt aan de basis van alt-right en vrouwenhaat is zonder twijfel een van de centrale pijlers.(16) Alt-right pleit niet alleen voor witte suprematie, maar meer specifiek voor witte mannelijke suprematie.(17) Seksisme, eerder dan racisme, is de toegangsweg die velen ertoe heeft gebracht zich aan te sluiten bij alt-right.(18) Romano legt uit: “Het basisidee dat ‘vrouwen niet meer in de hand te houden zijn’ is de patriarchale gemene deler. En dat sluit perfect aan bij de woede van mannen tegen het activisme voor ‘sociale rechtvaardigheid’, dat op zijn beurt de weg vrijmaakt voor wit-nationalisme en witte suprematie om voet aan de grond te krijgen”.(19) Om deze dynamiek te begrijpen, is het nuttig om te kijken naar enkele voorlopers van de alt-right-beweging.
Talloze waarnemers hebben een verband gelegd tussen alt-right en de zogeheten “manosphere”, en stellen dat alt-right er deels uit ontstaan is en er nog steeds nauw mee verweven is.(20) De manosphere, die in en rond de jaren 2010 is ontstaan, kan het eenvoudigst worden gedefinieerd als “een online anti-feministische mannelijke subcultuur die de afgelopen jaren snel is gegroeid, grotendeels buiten traditioneel rechtse” kringen.(21) Het gaat om een uiteenlopend netwerk van websites, internetfora, blogs en video’s die zich richten op mannenzaken, een chauvinistische oriëntatie delen, en die elkaar vinden in een nadruk op mannelijk slachtofferschap. De betrokkenen spreken zich uit tegen de tirannie van de SJW’s (social justice warriors) en de PC (politiek correcte) cultuur, en veroordelen het feminisme, samen met andere naar gelijkheid strevende bewegingen, als aanstichters van maatschappelijk verval. De manosphere kwam voor het eerst in de publieke schijnwerpers in 2014 met de “Gamergate”-controverse, waarin een grote online campagne werd gevoerd tegen een aantal vrouwen die in de videogame-industrie werkten en die zich hadden uitgesproken tegen seksisme. Voorstanders van Gamergate beweerden dat de campagne ging over het verdedigen van vrije meningsuiting en het vechten voor journalistieke ethiek, maar in de praktijk markeerde de campagne een schaamteloze aanval op vrouwen in die bedrijfstak. In de woorden van een onderzoeker: “Deze campagne nam de diffuse online intimidatie van vrouwen en verscherpte die in gecoördineerde aanvallen tegen specifieke vrouwen, die te maken kregen met een stroom van misogyne beschimpingen, verkrachtings- en doodsbedreigingen, en doxxing”.(22) Deze gebeurtenis was een voorbode van de dingen die nog zouden komen, een voorbode van de opkomst van alt-right, en bood een blik in de toekomst.(23) De door Gamergaters gesmede tactieken, zoals online pesterijen, gericht misbruik en doxxing, werden door alt-right opgepikt en zijn een gangbaar instrument geworden van extreem-rechts.(24)
Het universum van de manosphere bestaat uit een verscheidenheid van verschillende en overlappende kringen, waaronder mannenrechtenactivisten (MRA’s), vrouwenversierders (pickup artists), “Mannen Die Hun Eigen Weg Gaan” (MGTOW), en “onvrijwillig celibatairen” (incels). De eersten daarvan, mannenrechtenactivisten, beweren dat het rechtssysteem, de media en de maatschappij in het algemeen mannen ten onrechte discrimineren. Ze hebben het over mannenhaat, beweren dat mannen (en niet vrouwen) worden onderdrukt en anderszins benadeeld, en zijn actief rond een aantal verschillende kwesties, zoals zelfmoord, huiselijk geweld en voogdij over kinderen. De metafoor van “de rode pil” staat centraal; die wordt gebruikt om te omschrijven hoe iemand ontwaakt en de duistere waarheden van onze wereld begint te zien, zoals “feminisme is giftig, seksisme is nep, mannen hebben het moeilijker dan vrouwen, en alles wat de media ons leert over relaties is een leugen”.(25) Paul Elam, oprichter van de invloedrijke mannenrechtenactivisme-website A Voice for Men heeft het slaan van vrouwen gepromoot (26) en de beruchte opmerking gemaakt “Er zijn een heleboel vrouwen die geslagen en verkracht worden omdat ze dom (en vaak arrogant) genoeg zijn om door het leven te lopen met het equivalent van een ‘Ik ben een stomme, achterbakse trut – verkracht me alsjeblieft’ lichtende neonreclame boven hun lege kleine narcistische hoofden”.(27) Hun giftige haat tegen vrouwen is onmiskenbaar.
De volgende categorie zijn de vrouwenversierders, die mannen helpen vrouwen te versieren en hen tot seks te manipuleren. Ze hebben het over “het spel”, zijn geobsedeerd door de notie van een alfa/bèta mannelijke hiërarchie, en pleiten voor een roofzuchtige seksualiteit gebaseerd op het doen gelden van dominantie.(28) Een van hun bekendste figuren, Daryush Valizadeh die schrijft onder de naam Roosh V op de vrouwenversierderswebsite Return of Kings, heeft gepleit voor de legalisering van verkrachting als die plaatsvindt op privéterrein.(29) In mei 2014 verwondde Elliot Rodger veertien mensen en doodde er zes op de Universiteit van Californië. Hij hoopte “elke verwende, verwaande blonde slet af te slachten”.(30) In zijn manifest stond onder meer dat vrouwenversierdersfora zijn theorieën hadden bevestigd “over hoe goddeloos en ontaard vrouwen werkelijk zijn”.(31) Er is nog meer rotzooi, want vervolgens hebben we “Mannen Die Hun Eigen Weg Gaan”. Deze MGTOW’s zijn in feite mannelijke separatisten – ze kiezen ervoor om relaties met vrouwen helemaal te vermijden, als een “protest tegen een cultuur die verwoest is door het feminisme”.(32) Websites als MGTOW.com pleiten voor de onafhankelijkheid van mannen van vrouwen, pleiten voor het belang van het behoud van de man, en bespreken de strijd van de moderne man om zijn soevereiniteit te beschermen. Hun geschriften zijn “doorspekt met verwijzingen naar een ’teef’ die je zal bedriegen, verlaten, je zal gebruiken voor je geld” en discussies over hoe “vrouwen hen ofwel zullen misleiden tot het opvoeden van kinderen die niet van hen zijn, opzettelijk zwanger zullen worden om hen in de val te lokken, of hen valselijk zullen beschuldigen van verkrachting”.(33) In wezen worden vrouwen gezien als ontaarde en onbetrouwbare sletten die geprogrammeerd zijn om het leven van mannen te ruïneren.
De incels, ten slotte, zijn een subcultuur van voornamelijk jonge mannen die zich identificeren als onvrijwillig celibatair. Onder invloed van een gevoel van onvervulde seksuele rechten, spreken ze over het slikken van de “zwarte pil” (i) en zien ze hun toestand – gedefinieerd door de afwezigheid van romantische of seksuele relaties – als onveranderlijk. Sparrow legt uit: “Incels zien biologie als noodlot. Ze beschouwen zichzelf als verliezers in de genetische loterij van het leven. Ze zijn zelfbenoemde bèta’s, die door hun gezicht en lichaamsbouw veroordeeld zijn tot een eeuwigdurend isolement, terwijl vrouwen (die ze bespotten als ‘Stacys’) op zoek gaan naar de gespierde, knappe mannen (die in het incel-lexicon bekend staan als ‘Chads’)”.(34) Hoewel andere mannen ook wel wat te verwijten valt, houden incels vooral vrouwen verantwoordelijk voor hun ellende. Als gevolg daarvan vernederen ze vrouwen online, bespreken ze de beste manieren om hen te straffen en pleiten ze in sommige gevallen voor massale verkrachting, verminking en moord.(35) In het voorjaar van 2018 reed Alek Minassian met een busje in op een menigte voetgangers in Toronto, waarbij tien mensen omkwamen, van wie acht vrouwen.(36) Enkele uren voor de aanval maakte hij een post op Facebook waarin hij de “incel-rebellie” vierde. In de nasleep van het incident hield Jordan Peterson (psychologieprofessor en lieveling van rechts) vol dat dergelijke gewelddaden gebeuren als mannen geen partners hebben. Om dit probleem aan te pakken, stellen Peterson en zijn volgelingen gedwongen monogamie voor als de rationele oplossing om seks te herverdelen en te voorkomen dat alleenstaande mannen massaal geweld plegen.(37)
Deze verschillende online gemeenschappen en de verschillende patriarchale oriëntaties die zij vertegenwoordigen hebben veel onzekere, gemarginaliseerde en anderszins worstelende mannen tot een bredere fascistische politiek gebracht. Zij creëren een cultuur die verenigd is in de overtuiging dat de witte mannelijke masculiniteit wordt aangevallen en dat de status van mannen koste wat kost moet worden beschermd. In de context van veranderingen in het kapitalisme en de organisatie van de arbeid, gekoppeld aan diverse cultureel-politieke veranderingen die naar verluidt vrouwen en “minderheden” bevoordelen, omarmen steeds meer mannen extreem-rechts.
Reflecterend op deze realiteit, verklaart Bromma: “Miljoenen mannen raken ‘hun’ vrouw en ‘hun’ baan kwijt, en het drijft ze tot waanzin… De woede van de mannelijke onteigening voedt overal ter wereld reactionaire populistische, fundamentalistische en fascistische tendensen. Deze rechtse bewegingen worden meestal geleid door mannen uit de middenklasse, woedend over het verlies van de privileges die zij hadden onder de vorige mannelijke kapitalistische orde. Maar miljoenen arme en gedeklasseerde mannen sluiten zich hierbij aan en vormen een soort verenigd front van vrouwenhaat.” (38)
In wat wel de “mannenrechtenactivisme-naar-wit-nationalistisme-pijplijn” wordt genoemd, worden mannen die bezorgd zijn over de teloorgang van de patriarchale cultuur en hun afnemende materiële omstandigheden in het algemeen, verleid door wit-suprematisch gedachtegoed en xenofobe ideeën. Als gevolg daarvan omarmen ze het wit-nationalisme en propageren ze de visie van “een etnisch gezuiverde toekomst” die “vijandig staat tegenover vrouwelijke macht”.(39) Vrouwenhaat plant de zaden van het fascisme en werkt als een opstapje naar de grotere beweging.
De volle breedte van fascistisch seksisme
Zij hebben de duistere waarheden van de wereld leren kennen, maar in tegenstelling tot andere groepen die tot de manosphere behoren en die erop uit zijn om die realiteit aan te vechten en te veranderen, zien incels hun situatie als fundamenteel onveranderlijk. Hun situatie, en meer in het algemeen hun leven, is hopeloos.
Wit-suprematische bewegingen zijn altijd verstrengeld geweest met vrouwenhaat. Zoals Spencer opmerkt, is hun opvatting van “raciale hiërarchie nauw verbonden met andere sociale hiërarchieën”. (40) Dat gezegd hebbende, hoewel vrijwel alle fascisten anti-feministisch zijn, zijn hun opvattingen over gender en seksualiteit niet monolithisch. In de woorden van een onderzoeker: “Alle extreem-rechtse activisten propageren mannelijke dominantie, maar het soort mannelijke dominantie dat zij propageren verschilt enorm”. (41) Binnen extreem-rechts is er veel onenigheid en regelmatig debat over het onderwerp. Als het gaat om de plaats van vrouwen, pleiten sommigen voor het volledig verbannen van vrouwen uit de publieke sfeer, terwijl anderen stellen dat (witte) vrouwen een rol kunnen spelen in de wit-nationalistische beweging. Wat homoseksualiteit betreft, pleiten sommigen voor de uitroeiing van alle homo’s, terwijl anderen de inclusie van openlijk homoseksuele mannen bepleiten en zelfs toejuichen. Er is geen consensus en er bestaan grote spanningen. Alvorens enkele van deze spanningen in kaart te brengen, is het nuttig te wijzen op de punten van overeenkomst die extreem-rechts verenigen met betrekking tot de kwestie van gender.
Ondanks uitgebreide verschillen van mening zijn er een aantal algemene ideeën waarover bijna iedereen het eens is. Enkele van de meest voorkomende zijn: 1) gender-essentialisme; 2) genderverschil; en 3) genderhiërarchie. Eerst en vooral is er het idee van essentialisme, begrepen als “de opvatting dat alles, wezen of persoon, een essentiële aard heeft die het categorisch definieert, materieel en/of spiritueel”. (42) Gender is, net als ‘ras’, essentieel – het is een biologisch bepaald feit dat de essentie van een persoon bepaalt en alles vorm geeft, van bekwaamheid tot intelligentie tot motivaties tot ondeugden tot menselijke waarde. Het is een universele categorie die niet sociaal geconstrueerd is, maar het onveranderlijke product van de natuur. (43) Gebaseerd op deze opvatting, is het tweede gedeelde idee: dat van binair gender en specifieke genderrollen. Gender wordt beschouwd als binair en rigide. Men wordt geboren als man of als vrouw, en dat dicteert onontkoombaar iemands plaats in de wereld. Elk geslacht komt met een unieke reeks aangeboren eigenschappen en vooraf bepaalde kenmerken, en als zodanig zijn mannen geschikt voor specifieke rollen en vrouwen voor andere. Het is de moeite waard om te benadrukken dat dit standpunt zich vertaalt in overeenstemming met het verzet tegen de notie van gender als niet-binair, en dus in overeenstemming met het verzet tegen (en vaak het begaan van geweld tegen) genderqueer en trans mensen. In het algemeen deelt extreem-rechts de afkeer voor trans personen, en een bijzondere vijandigheid voor trans vrouwen die “worden gezien als mannen die hun natuurlijke rollen en privileges afwijzen en ‘vrijwillig’ de gehate ander worden”. (44) Het derde gedeelde idee, ten slotte, betreft genderhiërarchie en -ongelijkheid. Gender wordt noodzakelijkerwijs gezien als een hiërarchie. Het is niet alleen zo dat mannen en vrouwen fundamenteel verschillend zijn, maar ook dat mannen fundamenteel superieur zijn aan vrouwen. De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is het product van de biologie en een feitelijke natuur – sommige geslachten, sommige ‘rassen’, sommige bekwaamheden, en sommige seksuele geaardheden zijn eenvoudigweg inferieur. Kortom, sekse wordt bepaald door de natuur, sekseverschillen zijn onveranderlijk, en een duidelijke seksehiërarchie waarin mannen domineren en heersen bestaat (en is wenselijk). Deze ideeën vormen de basis waarop de genderideologie van extreem-rechts is gebouwd.
Op basis van deze leidraden komt een aantal verschillende oriëntaties naar voren. In zijn studie over vrouwenhaat en rechtse bewegingen suggereert Lyon dat alle extreem-rechtse standpunten over gender gebaseerd zijn op vier ideologische thema’s – patriarchaal traditionalisme, demografisch nationalisme, mannelijke binding door oorlogsvoering, en quasi-feminisme. (45) Binnen dit kader wordt patriarchaal traditionalisme het vaakst in religieuze termen geformuleerd, promoot het rigide traditionele genderrollen, en legt het de nadruk op het kerngezin als het mechanisme voor mannelijke controle over vrouwen.(46) Demografisch nationalisme houdt zich voornamelijk bezig met voortplanting. Het hangt vaak samen met de angst dat een natie of ras zich niet snel genoeg voortplant en/of dat het bestand in kwaliteit afneemt (bijvoorbeeld door ‘rassenvermenging’), en verklaart dat de belangrijkste plicht van vrouwen voor de natie of het ‘ras’ “is om veel baby’s te krijgen”.(47) Mannelijke binding door oorlogsvoering wordt ook wel de cultus van mannelijke kameraadschap genoemd, en “benadrukt oorlogsvoering (ontberingen, risico op de dood, gezamenlijke daden van geweld en moord) als de basis voor diepe emotionele en spirituele banden tussen mannen”.(48) Historisch geassocieerd met oorlog in de loopgraven, wordt het vandaag de dag meer verbonden met straatgevechten en milities. Het ziet fysieke confrontatie als het belangrijkste aspect van het leven – het fundament waarop alles is gebouwd. Activiteiten die verband houden met lichamelijkheid krijgen dus voorrang en worden boven al het andere toegejuicht. Aangezien vrouwen geen strijders zijn, en dat ook nooit zullen worden, hebben ze weinig tot geen waarde. Het quasi-feminisme, ten slotte, bepleit specifieke rechten voor vrouwen, zij het geen gelijkheid, en bevordert “een grotere politieke rol voor vrouwen, terwijl de algehele dominantie van mannen wordt geaccepteerd”.(49) Bewegingen kunnen zich sterk richten op één thema of op een mengeling van verschillende thema’s, en dit kan al dan niet veranderen in de loop der tijd.
In het kader van deze “strijdende visies op het patriarchaat” (50) kunnen de benaderingen van extreem-rechtse groeperingen worden ingedeeld in twee verschillende categorieën – wat ik patriarchaal fascisme en misogyn fascisme ga noemen. In de categorie van het patriarchale fascisme worden vrouwen beschouwd als inferieur, maar nuttig, en hebben ze een rol of bepaalde rollen te spelen in de wit-suprematische beweging. Deze benadering wordt geïllustreerd door de beruchte “veertien woorden”. Beschreven als de meest populaire witte suprematische slogan ter wereld, wordt “veertien woorden” meestal geschreven in een van de twee variaties: “Wij moeten het bestaan van ons volk en een toekomst voor witte kinderen veiligstellen” of “Omdat de schoonheid van de witte arische vrouw niet van de aarde mag verdwijnen”.(51) In beide versies worden vrouwen gewaardeerd, als moeders, als symbolen van schoonheid, en als beschermers van de toekomst. Deze oriëntatie heeft een lange erfenis. In de jaren 1920 rekruteerde de Ku Klux Klan actief vrouwen en combineerde witte suprematie met een “specifieke, seksegebonden opvatting over het behoud van het gezinsleven en vrouwenrechten”.(52) Ze bekritiseerden ongelijkheid onder witten en propageerden de “speciale missie van Klan-vrouwen” om het “zuivere vrouw-zijn” en het gezin te beschermen.(53) In Duitsland had de nazi-partij een vrouwenvleugel – de Nationaal-Socialistische Vrouwenliga. Volgens de nazi-ideologie behoorden vrouwen tot drie werkterreinen: kinderen, keuken en kerk.(54) De rol van de vrouw was zeer beperkt, maar stond ook hoog aangeschreven. Moeders werden gezien als strijders voor de natie en kregen “dezelfde eervolle status als de soldaat”.(55)
Kijken we naar onze huidige tijd, dan wordt deze erfenis voortgezet. De neo-nazi groep White Aryan Resistance (WAR), die in de jaren tachtig bekend werd, richtte de groep Aryan Women’s League (AWL) op. Deze groep klaagde de feministische beweging aan als een Joodse samenzwering en stelde dat vrouwen een ondergeschikte, maar complementaire rol te spelen hadden in de ‘rassenoorlog’.(56) De grootste neo-nazi organisatie in de Verenigde Staten, de National Socialist Movement, heeft een specifieke vrouwenafdeling.(57) Een ander voorbeeld is Women for Aryan Unity, opgericht in de jaren negentig en met afdelingen op verschillende continenten. Ze roepen op tot een heruitvinding van het feminisme “met de parameters van ras en revolutie”, en sporen vrouwen aan om zowel huishoudelijke als overlevingsvaardigheden te ontwikkelen, om voor het huishouden te zorgen en klaar te staan om de wapens op te nemen als hun mannen dat eisen.(58) Zelfverklaarde westerse chauvinisten, The Proud Boys, hebben als een van hun centrale leerstellingen “vereer de huisvrouw”. Ze stellen dat “vrouwen gelijk zijn, maar toch anders”, wat betekent dat mannen gaan werken en vrouwen thuis blijven.(59) Vrouwen kunnen geen lid worden van The Proud Boys, maar wel van The Proud Boys Girls – een ondersteunende groep die bestaat uit “de vrouwen, vriendinnen en cheerleaders” van The Proud Boys.(60)
Hoewel de bovenstaande voorbeelden verre van progressief zijn, zijn ze ook verre van de ergste. In de loop van het laatste decennium heeft het engagement van extreem-rechts met “de vrouwenkwestie” een nog donkerder wending genomen. David Futrelle, een bekend commentator van de manosphere, legt uit: “Zoals veel traditionalisten temperden Hitler en zijn mede-nazi’s hun vrouwenhaat – of probeerden die in ieder geval verteerbaarder te doen lijken – met lofprijzingen voor de vermeende zuiverheid en vrouwelijkheid van arische vrouwen die zich keurig naar hun beperkte rollen voegden. De neo-nazi’s van vandaag, of in ieder geval degenen die via 4chan en de meme-oorlogen van alt-right tot het nazisme zijn gekomen, hebben een veel donkerder beeld van vrouwen, een beeld dat meer beïnvloed is door de bittere vrouwenhaat van ‘red pill’-vrouwenversierder en Mannen Die Hun Eigen Weg Gaan, dan door sentimentele fantasieën over kinderen, keuken, kerk'”.(61)
Naast de traditionele beweringen over de heiligheid van het gezin en de natuurlijke rolverdeling tussen man en vrouw, propageren veel hedendaagse groeperingen onder invloed van alt-right een intens vrouwonvriendelijke ideologie die vrouwen regelrecht haat. Ze hebben het idee dat “vrouwen belangrijke, waardige rollen te spelen hebben als moeders en huisvrouwen” grotendeels losgelaten om de boodschap uit te dragen “dat vrouwen als groep verachtelijke, zielige wezens zijn die geen respect verdienen”.(62) Zo noemt bijvoorbeeld mannenrechtenactivist en wit-nationalist F. Roger Devlin vrouwen de nieuwe “last van de witte man”, en stelt hij dat traditionele visies op het huwelijk en het gezin “vrouwen niet genoeg onderdrukten” en vervangen moeten worden door “een visie van absolute dienstbaarheid”.(63) Dit is het rijk van het misogyne fascisme – vrouwen zijn niet alleen inferieur, maar nutteloos, en ze hebben weinig tot geen rol te spelen in de wit-nationalistische beweging. Voorbeelden van deze oriëntatie zijn angstaanjagend talrijk.
De beruchte wit-suprematische website The Daily Stormer (ii) heeft vrouwen verboden om bijdragen te leveren aan de site, pleit virulent tegen de opname van vrouwen in wat dan ook, en is in conflict gekomen met vrouwen die geassocieerd worden met de oudere wit-suprematische website Stormfront.(64) Op verschillende bijeenkomsten in het afgelopen jaar scandeerden massa’s wit-nationalisten “witte sharia nu”.(65) Het idee van “witte sharia”, dat door sommige extreem-rechtse groeperingen wordt gepromoot, verwijst naar een toekomstige witte etnostaat waar “de seksualiteit, voortplanting, het dagelijks leven en het recht op instemming van witte vrouwen moet worden gecontroleerd door witte mannen”.(66) In een video waarin het idee wordt gepromoot, beweert een van de voorstanders: “Onder de ‘witte sharia’ zullen onze vrouwen niet langer hun leven mogen leiden als sletten (…) En je zult ook geen carrièrevrouwen hebben die je werkplek binnenvallen. Niet dus. Onder de ‘witte sharia’ zullen onze vrouwen niet eens meer het huis uit kunnen zonder begeleiding van een mannelijk familielid”.(67) Veel verdedigers van het concept pleiten er ook voor om abortussen voor witte vrouwen verboden te maken, en verplicht voor vrouwen van kleur.(68) Even verachtelijk zijn de leden van de militante Atomwaffen Divisie die de verkrachting van witte vrouwen aanmoedigen als een middel om de geboorte van meer witte baby’s af te dwingen,(69) en die de verkrachting van niet-witte vrouwen propageren als een middel om hen te terroriseren door hen te dwingen “het gebroed van hun meester en vijand rond te dragen”.(70) Naast deze voor de hand liggende ideeën, neemt deze specifieke oriëntatie op vrouwen in de extreem-rechtse politiek ook een aantal minder verwachte wendingen.
Onder de paraplu van het vrouwenhatende fascisme bestaat een tak die specifiek gedefinieerd wordt door een haat jegens queer vrouwen. Deze onderafdeling, die door Kirchick “homofascisme” wordt genoemd, bestaat uit agressief seksistische en over het algemeen hypermasculiene homo mannen die letterlijk niets moeten hebben van vrouwen.(71) Zoals eerder vermeld, is het standpunt van extreem-rechts over seksualiteit enigszins gecompliceerd. Aan de ene kant worden LGBTQ-rechten gezien als een teken van sociale degeneratie, Joodse invloed en een aanval op de witte samenleving.(72) In reactie daarop is het niet ongewoon om “openlijke oproepen tot uitzetting of gewelddadige uitroeiing van LGBT+’ers” te zien.(73) Aan de andere kant, als we het specifiek hebben over de “homo kwestie”, zijn de zaken veel minder eenduidig. Nazi-Duitsland heeft tienduizenden homo’s opgepakt en afgeslacht, maar het is ook algemeen bekend dat er homoseksuele nazi’s waren. De bekendste was Ernst Röhm, een hoge ambtenaar en hoofd van de paramilitaire strijdkrachten (SA) van de nazi-partij. Samen met Hitler was Röhm een “grondlegger van het nazisme” (74) en zijn fascisme “was in bijna alle opzichten identiek aan de ideologie van de nazi-partij, behalve wat betreft de erotiek tussen mannen en vrouwen”.(75) Onder Röhm stond homoseksualiteit hoog aangeschreven bij de SA, waar “ze een agressieve, hypermasculiene vorm van homoseksualiteit propageerden, waarbij ze ‘hysterische vrouwen van beide seksen’ veroordeelden als verwijzing naar feminiene homo-mannen”.(76) Ze vierden oude krijgerscultussen en verwezen vaak naar de Griekse traditie om homo-soldaten, van wie werd aangenomen dat ze de meest felle strijders waren, de oorlog in te sturen.(77) In de jaren tachtig ontstond in het Verenigd Koninkrijk een expliciet homoseksuele neo-nazistische skinheadbeweging.(78) Eind jaren negentig werd in Noord-Amerika het American Resistance Corps (ARC) opgericht, met als doel homo en hetero skinheads te verenigen om “een nieuw tijdperk van tolerantie en mededogen tussen racistische hetero’s en homo’s in hun oorlog tegen niet-witten” te creëren.(79)
Als we kijken naar onze huidige periode, dan zien we dat sommige extreem-rechtse groeperingen gewoon geen boodschap hebben aan mannelijke seksualiteit. Hoofdredacteur van het invloedrijke Counter Currents Publishing Greg Johnson stelt bijvoorbeeld: “Wit-nationalisme is voor de belangen van witten en tegen de belangen van onze raciale vijanden. Punt uit. Al het andere is niet van belang”.(80) Evenzo houdt het beruchte alt-right boegbeeld Richard Spencer vol dat homoseksualiteit een non-issue is – iets dat al millennia deel uitmaakt van de Europese samenlevingen en niet “iets is om je druk over te maken”.(81) Tegen deze achtergrond hebben verschillende openlijk homoseksuele figuren en de ideeën die zij propageren enig aanzien verworven binnen extreem-rechts. James J. O’Meara, een prominent schrijver op verschillende extreem-rechtse websites en auteur van een aantal boeken, is vooral bekend van zijn boek “The Homo and The Negro”.(82) In dat boek betoogt O’Meara “dat witte homo’s het beste vertegenwoordigen van wat de westerse cultuur te bieden heeft vanwege hun ‘intelligentie’ en ‘schoonheid’, en dat ‘n*g*rs’ het slechtste vertegenwoordigen, omdat ze niet in staat zijn tot prestaties”.(83) Hij benadrukt dat homoseksualiteit een wezenlijk onderdeel is van de westerse beschaving en bevordert de deelname van homo’s aan fascistische bewegingen.(84) O’Meara en anderen zoals hij pleiten voor een toekomst die in lijn is met de klassieke arische fantasie van de mannenbond. Dat concept, dat wordt geassocieerd met mannelijke krijgersstammen en homo-erotiek, viert de unieke banden tussen mannen en spreekt van een sociale orde waarin elitegroepen van mannen heersen.(85) Mannelijke dominantie staat centraal en de fundamentele bouwsteen van de samenleving is niet de kerk of het gezin, maar bestaat uit hechte groepen van georganiseerde mannen.
Jack Donovan, zelfverklaard “anarcho-fascist”, is waarschijnlijk de beruchtste uit dit kamp en propageert een mengeling van wit-nationalisme, bende-mannelijkheid, en androfilie (liefde of seks tussen mannelijke mannen).(86) Hij roept op tot de oprichting van een tribale orde genaamd “De Broederschap” – een orde die bestaat uit mannen die elkaar een eed zweren en die gebaseerd is op “de weg van de bende”, opgevat als een leven waarin “vechten, hiërarchie en het trekken van de grens tegen buitenstaanders” centraal staan.(87) Gebruikmakend van geweld moeten bendes van witte mannen gedecentraliseerde “thuislanden/autonome zones” creëren, gemarkeerd door raciaal gedefinieerde grenzen en de uitsluiting van (witte) vrouwen uit het openbare leven.(88) Donovan is een prominent lid van de neo-fascistische kaderorganisatie De Wolven van Vinland. Geïnspireerd door de theorieën van de overleden Italiaanse filosoof Julius Evola, propageert de groep een bijzonder anti-populistische en anti-vrouwelijke kijk op het fascisme.(89) Ze geven voorrang aan fysieke fitheid en gevechtstraining, en stellen dat de oplossing voor het westerse verval “een terugkeer van heldhaftige mannelijke krijgerkoningen” is.(90) Al deze groepen en figuren bepleiten een politiek die wordt bepaald door extreme hypermannelijkheid, gebaseerd op een bijna pathologische verering van “mannelijkheid” en een afkeer van vrouwelijkheid. Zij verwerpen de homocultuur vanwege de associatie met decadentie en haten feminiene mannen evenzeer als zij vrouwen haten.
Witte overheersing, medeplichtigheid en de erfenis van de verlosserpolitiek
Naast het inzicht in de verschillende standpunten van extreem-rechts over vrouwen, is het ook waardevol om te kijken naar de manier waarop vrouwen als generiek symbool en witte vrouwen in het bijzonder worden gebruikt als instrument om witte suprematie te bevorderen en te stimuleren. De veroordeling van het feminisme door extreem-rechts gaat hand in hand met de veroordeling van immigratie en een bijzondere minachting voor zwarte en inheemse vrouwen. Gecombineerd vertegenwoordigen zij de grootste gevaren voor de westerse beschaving en de witte natie. In een enigszins tegenstrijdige dynamiek, als groepen pleiten voor het “op hun plaats zetten van vrouwen”, uiten zij tegelijkertijd hun bezorgdheid over de veiligheid van vrouwen met betrekking tot zogenaamd gevaarlijke zwarte en bruine mannen. Het is bijvoorbeeld gebruikelijk dat anti-immigratieargumenten worden geformuleerd in termen van de bedreiging die migrantenmannen – die als gewelddadig en/of als verkrachters worden neergezet – vormen voor “hun vrouwen”. De extreem-rechtse burgerwacht Soldiers of Odin is opgericht in Finland en heeft nu afdelingen in heel Europa en Noord-Amerika. De groep heeft zich tot doel gesteld om op straat te patrouilleren om vrouwen te beschermen tegen vluchtelingen die de neiging hebben om te verkrachten.(91) Sinds hij het Witte Huis heeft overgenomen, heeft Donald Trump zich vaak beroepen op de dreiging van “verkrachters uit Mexico” om een verhoogde grensbeveiliging en een strenger immigratiebeleid te rechtvaardigen.(92) Dergelijke beweringen zijn niet uniek voor discussies over migrantenmannen alleen, maar duiken ook vaak op in discussies over niet-witte mannen die van eigen bodem komen. In 2017, toen witte supremacist Dylann Roof het vuur opende en negen zwarte kerkgangers afslachtte tijdens een gebedsdienst in Charleston, riep hij naar verluidt: “Je verkracht onze vrouwen, en je neemt ons land over, en je moet gaan”.(93) Oproepen om (witte) vrouwen te verdedigen tegen de dreiging van de barbaarse “ander” spelen een cruciale rol bij het in stand houden van het wit-suprematische project.
Het beeld van het “witte vrouwelijke slachtoffer” dat beschermd moet worden, wordt door reactionaire krachten vaak gebruikt om hysterie op te wekken en enorm racistische acties te rechtvaardigen. Dit klassieke beeld “roept witte mannen impliciet op om ‘hun vrouwen’ en hun natie, ja, het witte zelf te verdedigen”.(94) De lichamen van witte vrouwen – die worden gezien als centraal in de reproductie van ‘ras’ en natie – worden symbolen waarvoor gevochten moet worden en deze symbolen worden krachtige propagandamiddelen. Het verhaal van de veiligheid en het beroep op patriarchale idealen van vrouwelijkheid worden ingeroepen om de figuur te construeren van de kwetsbare (witte) vrouw die wordt aangevallen door de gevaarlijke (geracialiseerde) ander. Deze dynamiek produceert en reproduceert bepaalde ‘ras’- en geslachtsformaties, en vestigt en versterkt een bepaalde visie op de witte natie. Zoals Keskienen opmerkt: “Sekse en seksualiteit zijn niet alleen bijproducten geweest van koloniale en raciale ontmoetingen, maar ook essentieel voor de (her)structurering ervan.(95) De troop van de “barbaarse verkrachter met een donkere huidskleur” – van zwarte en bruine mannen als seksuele roofdieren die het op witte vrouwen gemunt hebben – is een belangrijk instrument geweest bij het handhaven van raciale hiërarchieën en het voeren van een wit-suprematische politiek. Vanaf de kolonisatie van Noord-Amerika tot lynchpartijen in de Verenigde Staten, xenofobe aanvallen in Europa en nog veel meer, zijn oproepen om vrouwen te verdedigen gebruikt om aan te zetten tot racistisch geweld en om een ongelooflijk racistisch beleid te voeren. Een korte blik in deze geschiedenis is veelzeggend.
Het stereotype van “de zwarte primitieveling” en de dreiging van “de zwarte verkrachter” zijn fundamenteel voor de geschiedenis van de witte overheersing in Amerika. Het idee van de zwarte primitieveling werd gebruikt om bij te dragen aan de rechtvaardiging van de slavernij, terwijl de mythe van de zwarte verkrachter “een politieke uitvinding” was die werd gecultiveerd om een “strategie van racistische terreur” te bevorderen om “de n*g*r” na de emancipatie in bedwang te houden.(96) De mythe van de zwarte verkrachter, aangevuld met de voortdurende verkrachting van zwarte vrouwen, hielp om de voortdurende overheersing en uitbuiting van zwarte mensen te verzekeren.(97) In de nasleep van de Amerikaanse Burgeroorlog werd de bewering dat zwarte mannen seksuele roofdieren waren, gebruikt als voorwendsel voor moord en maffiageweld. Lynchpartijen werden gerationaliseerd “als een methode om de aanvallen van zwarte mannen op witte zuidelijke vrouwen te wreken”.(98) Volgens Angela Davis fungeerde de mythe zowel om zwarte mannen te demoniseren en zo hun minachting te legitimeren, als om witte mannen te verheerlijken en hun wreedheid te rechtvaardigen. Zij legt uit: “In een maatschappij waar mannelijke suprematie alomtegenwoordig was, konden mannen die gemotiveerd werden door hun plicht om hun vrouwen te verdedigen, vrijgesproken worden van alle excessen die ze zouden begaan. Dat hun motief subliem was, was een rechtvaardiging voor de barbaarsheden die daaruit voortvloeiden”.(99) Opgemerkt moet worden dat naarmate de mythe meer aanhang kreeg, “voormalige voorstanders van zwarte gelijkheid steeds banger werden om zich te associëren met de bevrijdingsstrijd van zwarte mensen” en dat tegen het einde van de negentiende eeuw veel witte vrouwen, onder wie vooraanstaande strijders voor vrouwenkiesrecht, “zwarte mannen publiekelijk belasterden vanwege hun vermeende aanvallen op witte vrouwen”.(100) Er is een lange erfenis van medeplichtigheid van witte vrouwen aan het in stand houden van racistische verhalen die zeer reële gevolgen hebben, en dat is niet alleen een kwestie van een ver verleden.
Op het eerste gezicht klinkt de roep om veiligheid – zoals de roep om veilige ruimten of veilige buurten – onschuldig genoeg. Bijna iedereen wil zich graag veilig voelen. Maar binnen de context van een maatschappij die wordt bepaald door raciale overheersing (institutioneel en interpersoonlijk racisme) is de roep om veiligheid vaak gebaseerd op racistische tropen en houdt ze deze in stand (bijvoorbeeld “de zwarte misdadiger”, “de gevaarlijke zwarte man”, enzovoorts) en ze gaat vaak hand in hand met acties en/of beleid dat racistisch geweld uitvoert. Wang gaat verder: “Wanneer we het over veiligheid hebben, stellen we niet de kritische vragen over de relatie tussen veiligheid en geweld. We moeten ons afvragen in hoeverre racistisch geweld de onuitgesproken en noodzakelijke keerzijde is van veiligheid, vooral van witte veiligheid. Veiligheid vereist het verwijderen en indammen van mensen die als een bedreiging worden beschouwd. De witte burgermaatschappij is psychologisch geïnvesteerd in het uitwissen en verwerpen van lichamen waarop zij vijandige gevoelens projecteert, waardoor zij gerust kan zijn te midden van de staat van voortdurend geweld”.(101)
Kijkend naar de geschiedenis van de feministische beweging tegen seksueel geweld, stelt Wang vast dat de roepen om veiligheid van vrouwen werden beantwoord met de uitbreiding van een raciale strafrechtstaat. Gebruikmakend van de eeuwenoude troop van de zwarte mannelijke verkrachter, werden de oproepen om de veiligheid van vrouwen te garanderen gebruikt om de uitbreiding van het politie- en gevangenissysteem te bekrachtigen, aangezien de staat werd voorgesteld en gepositioneerd als de beschermer van vrouwen (bijna altijd bezien als witte vrouwen). Door het geweld onder de aandacht te brengen en te strijden voor een agressieve vervolging van zedenmisdrijven, hielpen feministen onbedoeld mee aan de totstandkoming van een “hard tegen de misdaad”-model van politie en straf dat het racisme weerspiegelt van de maatschappij waaruit het voortkwam; een maatschappij waarin de zwarte man bijna altijd als een bedreiging wordt gezien.
Vergelijkbaar met de anti-zwarte mythen in de Noord-Amerikaanse geschiedenis, hebben anti-inheemse tropen een even invloedrijke rol gespeeld. Het samengaan van raciale verkrachtingsverhalen en het opbouwen van een witte natie is ook een integraal onderdeel van de geschiedenis van kolonisatie van en genocide op de inheemse bevolking in Noord-Amerika. Ideeën over “de wilde Indiaan” en “inheemse seksuele perversie” waren essentieel voor de koloniale verbeelding.(102) Deze mythen, gecombineerd met noties over Europese superioriteit en de rechtschapenheid van “beschavingsmissies”, werden gebruikt om oorlog tegen de inheemse bevolking, diefstal van inheems land en grondstoffen, en de decimering van inheemse gemeenschappen te rechtvaardigen. Populaire verhalen over gevangenschap verspreidden ideeën over de ontvoering en barbaarse behandeling van witte vrouwen door gewelddadige, door lust gedreven inheemse mannen. Deze verhalen, samen met andere geschriften, hielpen om het beeld van inheemse mannen als dronken wilden te versterken en bevorderden het idee dat “zowel inheemse als witte vrouwen moeten worden beschermd tegen Indiaanse mannen”.(103) Nagel merkt op dat verhalen over “Indiaanse plunderingen en wreedheden ook een middel werden om wangedrag en wreedheden van de witte mensen te rechtvaardigen en mogelijkheden boden voor zelfverheerlijking door de witte mensen”.(104)
Meer recentelijk stonden de mythe van “verkrachtende migrant”, “de barbaarse vluchteling” en “de moslim-extremist” centraal in de roep om de grenzen te sluiten en de (witte) natie te redden. De Europese vluchtelingencrisis bekijkend, merkt Carroll op dat rechts de mythe van de immigrantenverkrachter gebruikt “om op te roepen tot het sluiten van de grenzen als een manier om witte, Europese vrouwen te beschermen tegen de gevaarlijke, bruine mannen die naar Europa komen op zoek naar asiel”.(105) Dergelijke mythen hebben niet alleen invloed op het beleid van de staat, maar veroorzaken ook verzet bij de achterban. Vorig jaar kondigden Italiaanse en Poolse neo-nazistische groeperingen aan dat ze hun krachten bundelden om patrouilles uit te voeren op de Europese stranden om “vrouwen en kinderen te beschermen tegen migranten” in het licht van een “mosliminvasie”.(106) De in Quebec gevestigde ultra-nationalistische groep La Meute beweert dat ze “is opgericht om onze vrouwen te beschermen tegen religieus fundamentalisme” en patrouilleert regelmatig langs de kust van Canada en de VS op zoek naar “illegale vluchtelingen”.(107) Oproepen om witte vrouwen te beschermen worden gebruikt om van alles te rechtvaardigen, van grenspolitiek tot burgerwachtgeweld en de oprichting van wit-nationalistische paramilitaire organisaties.
Volgens een verwante logica zijn sommigen ter rechterzijde in hun strijd tegen migranten (in het bijzonder moslims) begonnen om openlijk te pleiten voor de veiligheid van LGBTQ-mensen. Oproepen om homo’s te beschermen tegen de dreiging van islamitische extremisten/homo’s-hatende moslims zijn gebruikt in een poging om anti-immigrantensentiment te verspreiden en een andere demografische groep aan te spreken. Kort na de schietpartij in de Pulse-nachtclub in Orlando riep de wit-nationalist en expliciete homofoob Butch Leghorn de rechtse bewegingen op om van de gebeurtenis te profiteren. Schrijvend op de extreem-rechtse website The Right Stuff, betoogde Leghorn: “Deze schietpartij is een zeer waardevolle wig (…). We moeten gewoon hameren op deze kwestie (…). Drijf deze wig erin. Breek hun coalitie. Maak het cool om anti-moslim te zijn vanwege liberalisme”.(108) Het afgelopen jaar zijn er door fascisten in Frankrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk “gay pride”-marsen georganiseerd die bijna uitsluitend door moslimwijken gingen.(109) Hun oproepen om vrouwen te beschermen zijn, net als hun oproepen om LGBTQ-mensen te beschermen, natuurlijk onoprecht. Ze haten vrouwen en homo’s, maar oproepen om hen te beschermen zijn een politiek nuttig mechanisme. Onder deze omstandigheden merkt Faye treffend op dat de taak van feministische en homobevrijding “niet alleen seksueel of gendergerelateerd kan zijn, maar ook scherp kritisch moet zijn over haar afstemming op witheid als een systeem van vervolging”.(110) Het gaat er niet alleen om dat we ons bewust zijn van het feit dat opportunistische wit-nationalisten de roep om veiligheid van LGBTQ’s gebruiken om hun verachtelijke agenda te bevorderen, maar ook dat we kritisch kijken naar de manieren waarop homobewegingen zelf de witte suprematie ondersteunen en versterken.
Met betrekking tot deze verantwoordelijkheid is het de moeite waard in gedachten te houden dat de LGBTQ-beweging, net als de feministische beweging, een geschiedenis heeft van het aandringen op veiligheid op een manier die gewelddadige gevolgen heeft gehad voor anderen. Als we de geschiedenis van de LGBTQ-beweging in de Verenigde Staten bekijken, stelt Hanhardt vast dat het pleidooi voor veiligheid raciale gevolgen heeft gehad. Sinds de jaren zeventig hebben activistische reacties op anti-LGBTQ-geweld twee vormen aangenomen: de instelling van beschermde homo-territoria en de identificatie van anti-LGBTQ-geweld als een criminele categorie. Geworteld in de impliciete veronderstelling dat witte homo’s moeten worden beschermd tegen gewelddadige (vaak gelezen als zwarte) criminelen, hebben deze twee benaderingen geleid tot gentrificatie en massa-opsluiting – die beide een onevenredige impact hebben op en verwoesting aanrichten in zwarte gemeenschappen. Hanhardt legt uit: “Het rommelige onderscheid tussen misdaad en geweld, veiligheid en rechtvaardigheid, onderstreept de flexibiliteit van concepten als risico en hun centrale rol in de politiek van ontwikkeling. Hier is risico tegelijkertijd de waarde van speculatief kapitaal (onroerend goed) en de rechtvaardiging voor misdaadbestrijding (slechte buurten), de altijd aanwezige bedreiging van homo-autonomie (geweld), en symptoom van onverantwoordelijkheid (de aanduiding ‘in gevaar’)”.(111)
Oproepen tot het creëren van veilige ruimten werden geïnterpreteerd als oproepen tot staatsgeweld in de vorm van criminalisering en privatisering, en door dit proces werden ze onlosmakelijk verbonden met ruimtelijke ontwikkeling en misdaadbestrijdingsstrategieën die zich afspelen langs lijnen van ‘ras’ en klasse.
Er is veel dat ter discussie moet worden gesteld en er is veel actie nodig, en kennis van de genuanceerde ins en outs van de krachten waarmee we te maken hebben is belangrijk. Gezien het feit dat vrouwenhaat een fundamenteel element is van de hedendaagse extreem-rechtse politiek, is het waardevol om de specifieke rol en functie ervan te kennen. Dit is echter slechts één stukje van de puzzel en het is nuttig om ook andere zaken in overweging te nemen. Terwijl we ernaar streven om de opkomst van het fascisme aan te vechten, is het de moeite waard om terug te kijken naar het anti-fascistische verzet dat ons voorging.
Deel 2 lees je hier.
(Links in de bovenstaande tekst zijn toegevoegd door de vertaler)
Noten:
i. Eigenlijk een meer nihilistische versie van de “rode pil”.
ii Berichten op de website stellen dingen als: vrouwen die seks hebben met zwarte mannen verdienen “snelle uitroeiing” via doodseskaders; bruine mannen zijn “gestoorde wilden” die onverdedigbaar zijn, behalve in gevallen waarin ze hun “teef”-vriendinnen “verrot slaan”; mannen moeten het recht hebben hun dochters te slaan, zodat ze geen “domme sletten” worden; en “vrouwen zijn complete sociopaten geworden die het collectief verdienen gestraft en zwaar gestraft te worden”.
Bronnen:
1. Tijoux, Ana Maria. (2017). “We can’t think of a feminism, an anti-patriarchy, without anti-capitalism”. Committee On U.S.-Latin American Relations.
2. CrimethInc. (2018). “How Anti-Fascists Won the Battles of Berkeley – 2017 in the Bay and Beyond: A Play-by-Play Analysis”. CrimethInc.
3. Fekete, Liz. (2014). “Anti-fascism or anti-extremism?” Race & Class, 55 (4):29-39.
4 Wilson, Jason. (2018). “What do incels, fascists and terrorists have in common? Violent misogyny”. The Guardian.
5. Wilford, Greg. (2017). “Heather Heyer: Charlottesville neo-Nazi rally organizer describes protester’s death as ‘payback’”. The Independent.
6. Oppenheim, Maya. (2017). “GoDaddy Bans Neo-Nazi Site Daily Stormer for Defaming Charlottesville Victim Heather Heyer”. The Independent.
7. Cooper, Cloee. (2018). “White Nationalist Groups Turn Up At 2018 Women’s Marches”. Political Research Associates.
8. Ibid.
9. Batty, Roy. (2018). “Womyn Throw Protest on International Womyn’s Day”. Daily Stormer.
10. Sager, Maja & Mulinari, Diana. (2018). “Safety for whom? Exploring femonationalism and care-racism in Sweden”. Women’s Studies International Forum, 68: 149-156.
11. Black Rose/Rosa Negra. (2018). “We Are Not Afraid: Chilean Feminism Rises in the Face of Fascist Attacks – Black Rose/Rosa Negra Statement on Opposing the Fascist Attacks and Stabbing of Three Feminist Activists in Chile”. Black Rose Anarchist Federation.
12. Luger, Joseph. (2017). “Cultural Marxism is the #1 Enemy of Western Civilization”. Western Mastery.
13. Loroff, Nicole. (2011). “Gender and Sexuality in Nazi Germany”. Constellations, 3 (1): 49-61.
14. Lyons, Matthew N. (2017). “CTRL-ALT-DELETE: The origins and ideology of the Alternative Right”. Political Research Associates.
15. Koulouris, Theodore. (2018). “Online misogyny and the alternative right: debating the undebatable”. Feminist Media Studies, 18 (4): 750-761. P.755.
16. Sunshine, Spencer. (2017). “Three Pillars of the Alt-Right: White Nationalism, Antisemitism, and Misogyny”. Political Research Associates.
17. Lyons, Matthew N. (2017). “The alt-right hates women as much as it hates people of colour”. The Guardian.
18. Romano, Aja. (2018). “How the alt-right’s sexism lures men into white supremacy”. Vox.
19. Ibid.
20. Nagle, Angela. (2017). “Kill All Normies: Online culture wars from 4chan and Tumblr to Trump and the alt-right”. Alresford: Zero Books.
21. Lyons, Matthew N. (2017). “CTRL-ALT-DELETE: The origins and ideology of the Alternative Right”. Political Research Associates.
22. Lyons, Matthew N. (2016). “Alt-right: more misogynistic than many neo-Nazis”. Threewayfight..
23. Romano, Aja. (2018). “How the alt-right’s sexism lures men into white supremacy”. Vox.
24. Lees, Matt. (2016). “What Gamergate should have taught us about the ‘alt-right’”. The Guardian.
25. Tait, Amelia. (2017). “Spitting out the Red Pill: Former misogynists reveal how they were radicalized online”. NewStateman..
26. Lyons, Matthew N. (2017). “CTRL-ALT-DELETE: The origins and ideology of the Alternative Right”. Political Research Associates.
27. Nagle, Angela. (2017). “Kill All Normies: Online culture wars from 4chan and Tumblr to Trump and the alt-right”. Alresford: Zero Books. P. 91.
28. Ibid, P. 88-89.
29 Anonymous. (2016). “The Rich Kids of Fascism: Why the Alt-Right Didn’t Start with Trump, and Won’t End With Him Either”. It’s Going Down.
30. DiBranco, Alex. (2017). “Mobilizing Misogyny”. Political Research Associates.
31. Ibid.
32. Nagle, Angela. (2017). “Kill All Normies: Online culture wars from 4chan and Tumblr to Trump and the alt-right”. Alresford: Zero Books. P. 92.
33. Ibid, P.92-93.
34. Sparrow, Jeff. (2018). “From misery to misogyny: incels and the far right”. Overland.
35. Williams, Zoe. (2018). “‘Raw hatred’: why the ‘incel’ movement targets and terrorises women”. The Guardian.
36. Beauchamp, Zack. (2018). “Incel, the misogynist ideology that inspired the deadly Toronto attack, explained”. Vox.
37. Bowles, Nellie. (2018). “Jordan Peterson, Custodian of the Patriarchy”. The New York Times.
38. Bromma. (2012). “Exodus and Reconstruction: Working Class Women at the Heart of Globalization”. Kersplebedeb.
39. Gais, Hannah. (2017). “The Alt-Right Doesn’t Know What to Do With White Women”. The New Republic.
40. Sunshine, Spencer. (2017). “Three Pillars of the Alt Right: White Nationalism, Antisemitism, and Misogyny”. Political Research Associates.
41. Lyons, Matthew N. (2015). “Jack Donovan on men: a masculine tribalism far the far right”. Three Way Fight.
42. Anonymous. (2017). “The Unquiet Dead: Anarchism, Fascism, and Mythology”. P.11.
43. Burley, Shane. (2017). “Fascism Today: What It Is And How To End It”. Chico: AK Press. P. 51.
44. Ibid, P.91.
45. Lyons, Matthew N. (2005). “Notes on Women and Right-Wing Movements”. Three Way Fight.
46. Ibid.
47. Ibid.
48. Ibid.
49. Lyons, Matthew N. (2015). “Jack Donovan on men: a masculine tribalism far the far right”. Three Way Fight.
50. Smith, Jack. (2017). “The women of the “alt-right” are speaking out against misogyny. They’d prefer absolute patriarchy”. Mic.
51. Michael, George. (2011). “David Lane and the Fourteen Words”. Politics, Religion & Ideology, 10 (1): 43-61.
52. Blee, Kathleen M. (1991). “Women in the 1920s’ Ku Klux Klan Movement”. Feminist Studies, 17 (1): 57-77.
53. Ibid.
54. Loroff, Nicole. (2011). “Gender and Sexuality in Nazi Germany”. Constellations, 3 (1): 49-61.P.50.
55. Ibid.
56. Zia, Helen. (1991). “White Power Women”. The Washington Post.
57. Southern Poverty Law Center. “National Socialist Movement‘.
58. WAU. “Mission Statement”.
59. Cornish, Dean. (2018). “Whining Men: ‘We’re Blamed for Everything’”. News.com.au.
60. “Proud Boys’ Girls”. Twitter.
61. Futrelle, David. ““Gina tingles” and the Elders of Zion: Do Alt-Rightists hate women as much as they hate Jews?”. We Hunted The Mammoth.
62. Lyons, Matthew N. (2016). “Alt-right: more misogynistic than many neo-Nazis”. Threewayfight.
63. Gais, Hannah. (2017). “The Alt-Right Doesn’t Know What to Do With White Women”. The New Republic.
64. Lyons, Matthew N. (2017). “CTRL-ALT-DELETE: The origins and ideology of the Alternative Right”. Political Research Associates. P.8.
65. Ibid.
66. Minkowitz, Donna. (2017). “Hiding in Plain Sight: An American Renaissance of White Nationalism”. Political Research Associates.
67. Sunshine, Spencer. (2017). “Three Pillars of the Alt-Right: White Nationalism, Antisemitism, and Misogyny”. Political Research Associates.
68. Minkowitz, Donna. (2017). “Hiding in Plain Sight: An American Renaissance of White Nationalism”. Political Research Associates.
69. Anonymous. (2018). “Leaked: A Year Inside the Failed Neo-Nazi Traditionalist Worker Party”. Unicorn Riot.
70. Thompson, A.C. (2018). “Inside Atomwaffen As It Celebrates a Member for Allegedly Killing a Gay Jewish College Student”. ProPublica.
71. Kirchick, James. (2018). “A Thing for Men in Uniforms”. The New York Review of Books.
72. Bodnar, Clay. (2018). “Gay men and the Alternative Right: an overview”. Hope Not Hate.
73. Ibid.
74. Hari, Johann. (2011). “The Strange, Strange Story of the Gay Fascists”. Huffington Post.
75. Marhoefer, Laurie. (2018). “Queer Fascism and the End of Gay History”. Notches.
76. Ibid.
77. Ibid.
78. Hari, Johann. (2011). “The Strange, Strange Story of the Gay Fascists“. Huffington Post.
79. Abernethy, Micheal. (2009). “Oxymorons: Gay Nazi, Gay Aryan, Gay Supremacist”. Pop Matters.
80. Bodnar, Clay. (2018). “Gay men and the Alternative Right: an overview”. Hope Not Hate.
81. Ibid.
82. NYC Antifa. (2016). “New York’s Alt Right (Part II)”. It’s Going Down.
83. Minkowitz, Donna. (2017). “How the Alt-Right Is Using Sex and Camp to Attract Gay Men to Fascism”. Slate.
84. Kirchick, James. (2018). “A Thing for Men in Uniforms”. The New York Review of Books.
85. O’Meara, James J. (2012). “The Rebirth of the Männerbund in Brian De Palma’s The Untouchables”. Counter Currents Publishing.
86. Lyons, Matthew N. (2015). “Jack Donovan on men: a masculine tribalism for the far right”. Three Way Fight.
87. Ibid.
88. Minkowitz, Donna. (2017). “How the Alt-Right Is Using Sex and Camp to Attract Gay Men to Fascism”. Slate. Zie: .
89. Rose City Antifa. (2016). “The Wolves of Vinland: a Fascist Countercultural “Tribe” in the Pacific Northwest”. Rose City Antifa.
90. Ibid.
91. Caplan-Bricker, Nora. (2016). “How a Bunch of Clowns Shut Down Anti-Migrant Vigilantes in Finland”. Slate..
92. Casares, Cindy. (2018). “Trump’s repeated use of the Mexican rapist trope is as old (and as racist) as colonialism”. NBC News..
93. Bouie, Jamelle. (2015). “The Deadly History of “They’re Raping Our Women””. Slate.
94. Johannah May, Black. (2017). “When Women Bear the Nation’s Honour: Fascism and the Woman-as-Symbol Under Trump”. Revolutionary Anamnesis.
95. Keskinen, Suvi. (2018). “The ‘crisis’ of white hegemony, neonationalist feminities and antiracist feminism”. Women’s Studies International Forum, 69: 152-163.
96. Davis, Angela. (1983). “Women, Race & Class”. New York: Random House. P. 107-108.
97. Ibid.
98. Ibid.
99. Ibid. P.109.
100. Ibid.
101. Wang, Jackie. (2012). “Against Innocence: Race, Gender, and the Politics of Safety”. LIES: A Journal of Materialist Feminism,(1): 145-172. P.164.
102. Smith, Andrea. (2005). “Conquest: Sexual Violence and American Indian Genocide”. Durham: Duke University Press. P. 10.
103. Ibid. P.23.
104. Nagel, Joane. (2000). “Ethnicity and Sexuality”. Annual Review of Sociology, 26: 107-133. P. 122.
105. Carroll, Caitlin. (2017). “The European Refugee Crisis and the Myth of the Immigrant Rapist”. Europe Now Journal.
106. Freedom Collective. (2018). “Italian and Polish neo-nazis join forces to patrol beaches to “protect women from migrants””. Freedom News and Publishing.
107. Lafontaine, Miriam. (2017). “La Meute Cancels Protest at Montreal Mosque Friday”. The Link.
108. Minkowitz, Donna. (2017). “How the Alt-Right Is Using Sex and Camp to Attract Gay Men to Fascism”. Slate.
109. Munt, Sally R. (2018). “Gay shame in geopolitical context”. Cultural Studies: 1-26.
110. Faye, Shon. (2017). “We’re Here, We’re Queer, We’re Racists”. Zed Books.
111. Hanhardt, Christine. (2013). “Safe Space: Gay Neighbourhood and The Politics of Violence”. Durham: Duke University Press. P.223.