Alevitisch Nieuws 12 (19 november – 6 december)
Een bloemlezing van de berichten op de Facebook-pagina “Alevitisch Nieuws” van 19 november tot en met 6 december.
22 november – “De staat vermoordt vrouwen”
In het kader van de aanstaande Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen (25 november) heeft de Vrouwenraad van de Pir Sultan Abdal Culturele Vereniging afdeling Mamak (Ankara) een panel georganiseerd onder de titel “De vermoorde vrouwen zijn onze rebellie”.
Meerdere spreeksters hielden inleidingen. Afdelingsvoorzitter Fadime Türkyılmaz zei in haar opening: “Niet alleen binnen alevitische organisaties maar in zijn algemeenheid zijn de stem en de naam van de vrouw afwezig in instituties. Helaas staan vrouwen vooraan in de strijd, maar zijn de bestuurders mannen.”
Prof. Bedriye Poyraz, communicatiewetenschapper aan de Universiteit van Ankara, stelde in haar afsluitende toespraak: “Het patriarchale perspectief probeert vrouwen op alle terreinen onder druk te zetten. Vrouwen worden in dit land eigenlijk door de staat vermoord. Want de staat doet niet wat hij moet doen. Hoogwaardig onderwijs en een goede spreiding ervan kan de ongelijkheid verminderen.” (bron: PIRHA)
26 november – Alevieten sluiten overeenkomst met Sleeswijk-Holstein
De Duitse alevitische federatie (AABF) heeft een overeenkomst gesloten met de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein. Alevieten in de deelstaat worden voortaan formeel erkend als religieuze gemeenschap en kunnen gebruik maken van de rechten die bij deze erkenning horen.
In de door Karin Prien (minister van Cultuur, links op de foto) en Hüseyin Mat (voorzitter van de AABF, rechts op de foto) ondertekende overeenkomst worden onder meer de alevitische rustdag (donderdag) en de alevitische feestdagen erkend. Dit betekent dat alevitische werknemers op deze feestdagen vrij kunnen krijgen van het werk. Ook mogen de alevieten in Sleeswijk-Holstein scholen openen en alevitisch godsdienstonderwijs verzorgen op (openbare) scholen.
Vergelijkbare overeenkomsten heeft de AABF in het verleden gesloten met de deelstaten Hamburg, Nedersaksen, Bremen en Rheinland-Pfalz.
27 november – Zwitsers kanton erkent alevitisme
Het Zwitserse kanton Solothurn heeft na langdurige inspanningen van het Alevitisch Cultureel Centrum Solothurn de alevieten formeel erkend als religieuze gemeenschap. Een van de praktische gevolgen hiervan is bijvoorbeeld dat alevitische patiënten bij een registratie voor ziekenhuisopname het alevitisme als geloofsovertuiging kunnen aanvinken.
Steeds meer Europese landen en regionale overheden erkennen het alevitisme en de alevieten als religieuze gemeenschap. De alevitische beweging in Europa is bezig met een indrukwekkende institutionele opmars. Dit staat in schril contrast met de situatie in Turkije. Ondanks een decennialange strijd blijft de erkenning van het alevitisme en zijn gebedshuizen uit in Turkije, het herkomstland van het overgrote deel van de Europese alevieten. (bron: PIRHA)
30 november – Raad van Europa vergadert over alevieten
Het Comité van Ministers van de Raad van Europa komt vandaag bijeen om onder meer over de situatie van alevieten in Turkije te overleggen. Tussen 2005 en 2016 zijn verschillende zaken tegen de Turkse staat behandeld door het Europees Hof van de Rechten van de Mens (EHRM) waarin uitspraken zijn gedaan ten gunste van alevitische eisers. Het regime van Erdoğan weigert echter om uitvoering te geven aan deze uitspraken.
Het gaat bijvoorbeeld om een uitspraak waarin het EHRM alevitische ouders in het gelijk stelde die eisten dat hun kinderen vrijstelling moeten kunnen krijgen voor het verplichte (soennitische) godsdienstonderwijs op middelbare scholen. In een andere zaak oordeelde het EHRM dat de Turkse staat in strijd met het gelijkheidsbeginsel handelt door de alevitische cemhuizen niet te erkennen als gebedshuizen.
Deze ochtend verzamelden leden van diverse Europese alevitische federaties zich voor het gebouw van de Raad van Europa in Straatsburg (foto). In vier talen werden toespraken gehouden waarin Turkije werd opgeroepen om de uitspraken van het EHRM te respecteren en na te leven. De resultaten van de bespreking door het Comité van Ministers worden op 3 december openbaar gemaakt.
5 december – “Turkije: stop ongelijke behandeling alevieten”
Het Comité van Ministers van de Raad van Europa heeft Turkije opgeroepen om met een concreet actieplan, voorzien van een duidelijk tijdpad, een einde te maken aan de ongelijke behandeling van alevieten. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft in de afgelopen vijftien jaar diverse uitspraken gedaan ten gunste van alevitische eisers, bijvoorbeeld op het gebied van de erkenning van cemhuizen en de afschaffing van het verplichte soennitische godsdienstonderwijs op middelbare scholen. De Turkse staat heeft tot nu toe echter geweigerd om die uitspraken te benutten voor een verandering van zijn beleid.
Het Comité van Ministers geeft aan dat Turkije zich met het huidige beleid niet houdt aan het principe van neutraliteit ten opzichte van religieuze gemeenschappen en het principe van autonomie voor deze gemeenschappen. In 2023 wordt het vraagstuk opnieuw geagendeerd binnen de Raad van Europa om te bezien welke vorderingen de Turkse staat heeft gemaakt.
6 december – USCRIF: “Turkije op speciale monitoringslijst”
De Amerikaanse regeringscommissie USCIRF (Commissie voor Internationale Religieuze Vrijheid van de Verenigde Staten) stelt in haar jaarverslag 2021 dat de situatie in Turkije vanuit het perspectief van religieuze vrijheid nog steeds zorgelijk is.
USCIRF wijst erop dat eigendommen van religieuze minderheden regelmatig doelwit zijn van vandalen, maar dat de regering dit negeert. Ook schrijft de commissie dat leden van religieuze minderheidsgroepen zich in toenemende mate bedreigd voelen. Ten aanzien van alevieten geeft USCIRF aan dat hun gebedshuizen (cemhuizen) nog steeds niet worden erkend. Ook benadrukt de commissie dat de Turkse regering niets doet met de bezwaren van alevitische ouders die niet willen dat hun kinderen worden verplicht om soennitisch godsdienstonderwijs te volgen op middelbare scholen.
USCIRF adviseert het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken om Turkije op een speciale monitoringslijst te zetten en in gesprekken met Turkse autoriteiten te benadrukken dat het land zich dient te houden aan alle uitspraken die gedaan zijn door het Europees Hof van de Rechten van de Mens inzake vrijheid van godsdienst of levensovertuiging. Het Congres wordt geadviseerd om bij de evaluatie van de betrekkingen met Turkije de naleving van de mensenrechten en de behandeling van religieuze minderheden te betrekken.