Alevitisch Nieuws 17 (10 maart – 17 april)
Een bloemlezing van de berichten op de Facebook-pagina “Alevitisch Nieuws” van 10 maart tot en met 17 april.
10 maart – Zwarte dag: PIRHA uit de lucht
Gisteren heeft een Turkse rechtbank opdracht gegeven om de website van het alevitische persbureau Pir Haber (PIRHA) uit de lucht te halen. Daarbij heeft de rechtbank in de provincie Hatay geen onderbouwing gegeven. Dit is een grove schending van de persvrijheid, die overigens al jaren wordt beknot door het regime van Erdoğan.
Op een kritische manier brengt PIRHA al jaren nieuws over de emancipatiestrijd van alevieten in Turkije. Thema’s die het persbureau aansnijdt zijn bijvoorbeeld het verplichte soennitische godsdienstonderwijs op scholen en de strijd van alevieten daartegen, de bezetting van alevitische schrijnen door Diyanet, de strijd voor een formele erkenning van alevitische gebedshuizen, alledaagse discriminatie van alevieten in het onderwijs en op de arbeidsmarkt, en de slepende juridische processen in het kader van het bloedbad van Sivas. PIRHA is daarmee ook een belangrijke nieuwsbron voor Alevitisch Nieuws.
Voor deze kritische, onafhankelijke en moedige houding wil het regime PIRHA nu een hoge prijs laten betalen. Wij zijn onvoorwaardelijk solidair met PIRHA. De stem van alevieten kan niet worden verboden. Op social media wordt flink geprotesteerd tegen het besluit van de rechtbank met de hashtag #PirhaSusturulamaz (vertaald: Pirha kan niet het zwijgen worden opgelegd). De website van PIRHA is overigens buiten Turkije wel te bezoeken.
15 maart – Biografie Carina Thuijs verschenen
Gisteren is bij uitgeverij Hermans een biografie verschenen over Carina Thuijs van de hand van historicus Mahmut Erciyas. Carina Thuijs werd als enige buitenlandse om het leven gebracht bij het bloedbad van Sivas op 2 juli 1993. Ze studeerde culturele antropologie aan de Universiteit Leiden en was voor haar afstudeeronderzoek in Turkije.
Bij het bloedbad kwamen 35 mensen om het leven. Zij namen deel aan het Pir Sultan Abdal Cultuurfestival – een alevitisch festival – in de Turkse stad Sivas. Omdat een massa van moslimfundamentalisten jacht op hen maakte, hadden zij zich verschanst in een hotel. Na een urenlange belegering staken de reactionairen dit hotel uiteindelijk in brand. Hoofddoelwit van de fundamentalisten was de romancier Aziz Nesin, die Rushdie’s roman “De duivelsverzen” in het Turks wilde laten vertalen. Carina’s deelname aan het festival berustte op toeval.
Erciyas beschrijft in dit aangrijpende boek het leven van Carina Thuijs op basis van schriftelijke bronnen en gesprekken met nabestaanden, de context van haar dood en de kille houding van de Nederlandse overheid tegenover haar familie.
Het boek is te bestellen bij boekhandels, op internet en bij de uitgever zelf.
24 maart – Burgemeester Istanboel opent cemhuis
Ekrem İmamoğlu – sinds 2019 burgemeester van Istanboel namens de sociaal-democratische Volkspartij van de Republiek (CHP) – heeft in de deelgemeente Beylikdüzü het Moeder Fatma Cemhuis en Cultuurcentrum (foto) geopend. Met de bouw van het cemhuis is gestart toen İmamoğlu nog burgemeester was van deze deelgemeente in Istanboel.
Cemhuizen, de gebedshuizen van alevieten, worden niet erkend door de Turkse staat. Tijdens de opening sprak İmamoğlu (tweede foto) daar duidelijke taal over. Hij zei dat de discussie over de status van cemhuizen onmiddellijk moet worden beëindigd: “Cemhuizen zijn gebedshuizen. Alevitische burgers hebben recht op hun gebedshuizen.”
28 maart – Boek alevietenhater Topçu gratis verspreid
Het provinciale onderwijsdirectoraat van Antalya deelt een zeer omstreden boek van Nurettin Topçu (1909-1975) gratis uit aan leraren in zijn werkgebied. Het gaat om het boek “De onderwijszaak van Turkije”. Topçu (foto) was een ultra-conservatieve, soennitische filosoof en onderwijzer. Zo staat hij bekend om zijn verzet tegen gemengd onderwijs en om zijn discriminerende en beledigende uitspraken ten aanzien van alevieten.
Topçu schrijft in het betreffende boek dat alevieten een “kwade en verdorven geestesgesteldheid” hebben en dat zij daarmee de islam zouden ondermijnen. Nurettin Sönmez, voorzitter van onderwijsvakbond Eğitim Sen in Antalya, is woedend over deze actie van de provinciale overheid: “Topçu is een vijand van het secularisme en het alevitisme. De inhoud van zijn boek stimuleert racistische haattaal, sociale verbrokkeling en religieuze polarisatie.”
11 april – Biografie Carina Thuijs gepresenteerd in Beverwijk
Zo’n 70 mensen bezochten zondag 10 april in Beverwijk een bijeenkomst over het onlangs verschenen boek “Carina Thuijs en het bloedbad van Sivas”, geschreven door de historicus Mahmut Erciyas. De bijeenkomst was georganiseerd door de Alevitische Culturele Vereniging Beverwijk-Heemskerk (BEHAKDER).
Erciyas hield een boeiende inleiding over zijn boek, een biografie van Carina Thuijs, die als Nederlandse studente culturele antropologie gruwelijk om het leven kwam bij de verschrikkelijke brandaanslag op 2 juli 1993 in de Turkse stad Sivas. Die aanslag werd gepleegd door Turkse moslimfundamentalisten en ultra-nationalisten. Daarbij werden ook 34 Turkse intellectuelen, kunstenaars en jongeren vermoord. Erciyas ging onder meer in op de schandalige rol die de Nederlandse staat heeft gespeeld door de nabestaanden van Carina Thuijs jarenlang respectloos te behandelen.
Tijdens de pauze na zijn inleiding kon Erciyas een behoorlijk aantal van zijn boeken verkopen aan het publiek, dat voor het merendeel uit alevieten bestond. Tijdens het tweede deel van de bijeenkomst werden er vanuit het publiek veel vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. Het was gisteren bijzonder duidelijk te merken hoezeer de terreurdaden in Sivas nog voortleven in alevitische kringen. De gedachte kwam naar voren om een campagne te beginnen om excuses te eisen van de Nederlandse staat en te streven naar eerherstel voor de nabestaanden van Carina Thuijs. Ook werd geopperd dat alevieten in Europa er meer moeite in zouden moeten steken om een paar daders van de aanslag die nog altijd voortvluchtig zijn, alsnog te berechten. Als de Turkse staat dat nalaat, dan moet dat op Europese bodem gebeuren, zo sprak men zich gisteren uit.
Al met al was het een inspirerende en enerverende bijeenkomst. Ook in andere steden worden de komende maanden dergelijke boekpresentaties gehouden. Hou de Facebook-pagina over het boek in de gaten.
17 april – 44 jaar geleden: bloedbad van Malatya
44 jaar geleden, op 17 april 1978, werden bij een pogrom tegen alevieten in de Turkse stad Malatya acht mensen vermoord (waaronder drie kinderen), raakten ruim honderd mensen gewond en werden honderden alevitische huizen en bedrijfspanden geplunderd en vernield. De daders waren Grijze Wolven en moslimfundamentalisten die dagenlang jacht maakten op alevieten en progressieve soennieten.
De aanleiding voor het massageweld vormde voor de reactionairen de moord op Hamit Fendoğlu, de partijloze en soennitische burgemeester van Malatya, en zijn schoondochter en twee kleinkinderen. Zij kwamen om het leven toen Fendoğlu een bompakket opende in zijn eigen woning. De Grijze Wolven van de extreem-rechtse Partij van de Nationalistische Beweging (MHP) en moslimfundamentalisten beweerden direct dat de alevitische minderheid achter de aanslag zat.
Onderzoek wees echter uit dat het bompakket vanuit Ankara was verstuurd en dat de bom gemaakt was in het Nucleair Onderzoekscentrum in de Turkse hoofdstad, een instituut waar veel Grijze Wolven werkzaam waren. Na het bloedbad verlieten de alevieten van Malatya massaal de stad en vestigden ze zich in grotere steden als Ankara, Istanboel, Izmir en Adana.