Gemeente Groningen moet de namen van dwangarbeid-bedrijven aan FNV geven
De gemeente Groningen moet aan de FNV de namen geven van bedrijven die meewerkten aan project Schakelkans, waarbij bijstandsgerechtigden voor een kleine vergoeding zes maanden bij een bedrijf aan de slag gingen. Dat heeft de rechter bepaald in een zaak die door de bond was aangespannen. De FNV ligt al jaren met Groningen in de clinch over Schakelkans. Het is een project waarbij Groningen mensen in de bijstand zes maanden liet werken bij allerlei bedrijven. In ruil daarvoor kregen de deelnemers bovenop hun bijstand een bescheiden vergoeding van twee euro per uur. De gemeente en het bureau Schakelkans verdeelden de resterende opbrengst. Groningen vond het project geslaagd, omdat het mensen met afstand tot de arbeidsmarkt een werkervaringsplek gaf, waardoor ze weer kansen zouden krijgen op betaald werk. Enkele jaren geleden overwoog de gemeente zelfs het project op grote schaal uit te rollen. Volgens Maureen van der Pligt, bestuurder FNV Uitkeringsgerechtigden, is Schakelkans een moderne vorm van slavenarbeid (*) waarbij geld wordt verdiend over de rug van mensen met een uitkering. Om het verdienmodel bloot te leggen, diende de bond twee jaar geleden wob-verzoeken in bij de gemeente. De FNV wilde zo achterhalen wie er wat verdiende aan Schakelkans, met welke contracten werd gewerkt en welke bedrijven meededen. “Mensen zijn bij Schakelkans goedkope arbeidskrachten in een goedkoop verdienmodel voor werkgevers, de gemeente Groningen en het bureau Schakelkans. Waarom zouden bedrijven nog betaalde mensen voor productiearbeid in dienst nemen als ze die ook gratis kunnen krijgen van de bijstand? We zijn heel erg blij met deze uitspraak. Als de gemeente niet met een betere argumentatie komt, moeten ze die namen aan ons prijsgeven.”
Gerdt van Hofslot in Rechter: Groningen moet namen van bedrijven geven die uitkeringsgerechtigden voor minimale vergoeding lieten werken. ‘We zijn heel blij met deze uitspraak’ (Dvhn.nl)
Noot
(*) Doorbraak vindt het gebruik van het woord “slavenarbeid” voor deze vorm van dwangarbeid ongepast. De betrokken bijstandsgerechtigden kunnen niet, zoals totslaafgemaakten, wettelijk verkocht, verminkt, verkracht, gemarteld of gedood worden. Ook kunnen hun kinderen niet afgenomen en apart verkocht worden.