Autoritair-links in Nederland vormt een probleem, maar niet zo enorm groot
“Tankies Go Home!”, zo heet het artikel dat we eind juli aangeboden kregen om over te nemen op onze site. Het waarschuwt voor de autoritaire activisten in de linkse beweging. Als radicaal-linkse basisorganisatie kunnen we in grote lijnen wel achter het stuk staan, maar toch hebben we besloten om het niet te plaatsen. Dat willen we hierbij even uitleggen.
“Stalinisten, maoïsten, marxist-leninisten, autoritair links, autoritair communistisch, vanaf hier tankies genoemd, het is vergif. Vergif voor onze linkse beweging. De adoratie voor autoritaire regimes in heden en verleden, het ontkennen of bagatelliseren van genocides en natuurlijk de geschiedsvervalsing om zo hun pseudocommunisme te kunnen goedpraten. Het is een gotspe! Wordt het niet eens tijd om onze tolerantie ten opzichte van deze groep te stoppen?”, zo begint auteur Joene diens stuk. Met als uitleg over dat begrip “tankies”: dat “is de term die sinds 1956 voor marxist-leninisten en andere autoritaire, zich onterecht communistisch noemende, elementen wordt gebruikt. De aanleiding was de Hongaarse studenten- en arbeidersopstand die door de Sovjet-Unie met tanks en ander geweld bloedig werd neergeslagen.” Over die Hongaarse opstand, de tanks en “tankies” schreef Peter Storm ongeveer tegelijk met Joene een artikel. Bij Doorbraak gebruiken we dat begrip “tankies” niet, en spreken we liever van autoritair-links.
Meer artikelen in dit debat over autoritair-links
1. Tankies Go Home!, Joene
2. Over tankies en tanks, Peter Storm
3. Autoritair-links in Nederland vormt een probleem, maar niet zo enorm groot, Akef Ibrahimi en Eric Krebbers
4. Waarom in voormalige communistische landen vreemd wordt aangekeken tegen westerse lhbti-ers met Sovjetsymbolen, Dénis van Vliet
Het stuk van Joene gaat verder over de autoritair-linkse ideologieën, hoe ze zich opstellen in organisaties en bij acties, en over de omgang van de linkse beweging met hun clubjes, leden en sympathisanten, vooral ook met degenen die als mens best aardig blijken te zijn. Het stuk is bij tijd en wijle best hard geschreven, maar daar is op zich niets mis mee als een auteur dat zo voelt. Sterker nog: de emotie is misschien een deel van de boodschap. Kern van het stuk is dat de beweging het gevaar van autoritair-links in Nederland zwaar onderschat en dat er scherpe grenzen getrokken zouden moeten worden.
Voor de zomer hebben we bij Doorbraak uitgebreid gesproken over onze omgang met autoritair-links in de beweging. Aanleiding was de aanwezigheid van enkele autoritair-linkse sprekers op de 1 mei-viering in Utrecht, waar we organisatorisch bij betrokken waren. Ook bij de Rotterdamse viering, waar we meededen aan de manifestatie aan het begin, waren autoritair-linkse partijen prominent aanwezig. We leverden daar fikse kritiek op in ons beeldverslag van de demonstratie, zonder daar al te veel de aandacht op te vestigen in de titel van het stuk. Het idee daarachter was: we gaan die paar autoritair-linkse clubjes en individuen niet groter en belangrijker maken dan ze zijn door hen aandacht te geven via een openlijk debat. Naar onze inschatting ging het om een relatief marginaal verschijnsel. Dat is onze lijn tot nu toe: als we ze direct tegenkomen in onze activistische praktijk leveren we kritiek, maar we gaan er geen groot ding van maken. Wel plaatsten we voor beginnende activisten een tijdje terug een vertaling van een algemene kritiek op maoïsme. Maar in het algemeen steken onze tijd liever in het opbouwen van eigen structuren.
BIJ1
Politieke discussie voeren we bij Doorbraak voornamelijk over kwesties die we tegenkomen in onze eigen actiepraktijk en waar we dus iets mee moeten. Meer algemene politieke debatten kunnen analytisch interessant zijn, een uitdaging vormen, inspireren, ons blikveld verruimen, maar toch proberen we ons enigszins te beperken, en onze ‘eyez on the prize’ te houden bij de strijden die we gekozen hebben om daar een verschil bij te maken. Autoritair-links leek ons tot nu toe geen dusdanig probleem dat om een groot openlijk debat vraagt. Joene kijkt daar anders tegenaan. Die brengt naar voren dat de autoritaire stroming binnen BIJ1 wel degelijk een probleem vormt. We weten dat meerdere actieve leden van BIJ1 Joene’s kijk daarop delen en waarderen het daarom heel erg dat Joene de knuppel in het hoenderhoek heeft geworpen, hoewel er relatief weinig reactie op gekomen lijkt door degenen die zich daadwerkelijk aangesproken zouden kunnen voelen.
Anders dan bij BIJ1, is het ondenkbaar dat binnen Doorbraak een autoritair-linkse activist mee zou kunnen doen. We snappen het ongemak en de woede van Joene heel goed: het moet echt vervelend zijn om in je eigen structuren, in je eigen directe politieke omgeving, steeds autoritair-linkse geluiden te horen. We hebben inmiddels begrepen dat er BIJ1-leden zijn die bijvoorbeeld de Holomodor (Stalin’s genocidepoging op de Oekraïense bevolking) niet erkennen, of die af en toe iets verdachts roepen op sociale media over Rusland of China, meestal in het kader van de vijand van mijn vijand (Amerika, Israël) is mijn vriend: het motto van het traditionele anti-imperialisme. En dat vraagt inderdaad om een scherp debat. Vooral omdat autoritair-linksen zelf ook niet helemaal lijken te begrijpen aan welke kant ze staan, wat vooral naar boven komt bij kwesties rond Koerdistan en Iran.
Het is dan ook moeilijk te begrijpen wat autoritair-linksen zoeken bij BIJ1, want zoals Joene ook al aangaf: hun denkwijze gaat regelrecht in tegen het intersectionele denken waarop die partij gegrondvest is. Vanuit een intersectionele visie worden immers álle machtsverhoudingen bekritiseerd en in hun onderlinge samenhang geanalyseerd. Autoritair-linksen streven daarentegen naar staatsmacht (inclusief dus leger en politie) om veranderingen in de samenleving te kunnen afdwingen, en menen dat daartoe ook in de eigen partij strenge hiërarchische verhoudingen noodzakelijk zijn. Autoritair-links is bereid activisten hun vrijheid en gelijkheid tijdelijk (?) te ontnemen. Hun type revolutie vereist dat mensen zich opofferen met het oog op het grotere doel. Niet met hun leven nog, gelukkig, maar wel met hun gezondheid bijvoorbeeld: “We weten dat je tegen een burn-out aan zit, maar de beweging heeft je nodig”. Autoritair-linksen verzetten zich tegen het prefiguratieve denken van radicaal-links, waarbij we nu alvast zoveel mogelijk in de praktijk trachten te brengen hoe we na een revolutie zouden willen samenleven. Willen we een gelijkwaardige en zorgzame samenleving? Dan moeten we die hier en nu alvast oefenen, in de praktijk brengen.
Ook binnen de radicaal-linkse beweging is de intersectionele strijd vaak nog een blinde vlek, een actueel probleem dat vooral heel duidelijk wordt als het gaat om racisme. Maar dat lijkt nog sterker het geval in autoritair-linkse organisaties, waar machismo en white saviorism de toon lijken te zetten. Veel van deze organisaties hebben, op enkele na, ook bij lange niet de aantrekkingskracht van een intersectioneel perspectief, zoals BIJ1 dat bijvoorbeeld wel heeft. BIJ1 is een van de weinige linkse politieke organisaties of partijen die het daadwerkelijk gelukt is om gemarginaliseerde groepen samen te brengen, met gelijkwaardigheid als insteek. Dat mag best erkend worden, ook al kan BIJ1 absoluut verbeteren in dat opzicht. Het zal zeker geen bijdrage leveren aan zulke verbeteringen als autoritair-linksen daar meer ruimte gaan opeisen, meer de toon willen zetten met eenzijdige perspectieven op actuele ontwikkelingen in de wereld.
#Voor14
Wij komen autoritair-links zoals gezegd intern niet tegen, maar dus incidenteel wel in bredere samenwerkingsverbanden. Zoals bij die Utrechtse 1 mei-viering. Verder denken we bij actuele ervaringen vooral aan de Communistische Jongeren Bond (CJB) in het #Voor14-verband waarin we actief waren. Ze kwamen bijvoorbeeld op een demonstratie met zoveel partijvlaggen dat het een beetje een CJB-actie leek. Ook probeerden ze daar (tevergeefs) controle te houden op het roepen van leuzen. Ze meenden dat we geen leuzen mochten roepen die verder gingen dan die afgesproken eis van 14 euro minimumloon. Ook kwam er wel eens een #voor14-conceptflyer uit die hoek waarin alle maatschappelijke tegenstellingen herleid werden tot de economische verhoudingen. Of beter gezegd: alle problemen werden veroorzaakt door het “grootkapitaal”, een typisch autoritair-links concept. Dat vermeende van de rest van het kapitaal af te splitsen “grootkapitaal” staat dan voor een verwerpelijk internationaal en speculatief kapitaal, terwijl lokaal, nationaal (klein?) kapitaal gezien wordt als productief en een potentiële bondgenoot. De meeste autoritair-linkse stromingen azen op de staatsmacht, denken veelal in naties in plaats van klassen, en mikken historisch gezien op de lokale kleinburgerij om daarmee samen te werken. Voor radicaal-links gaat het echter om een intersectionele strijd, waar naast het kapitaal – het kapitalisme als geheel – ook daarmee vervlochten systemen als witte suprematie en patriarchaat het probleem vormen. Kortom, zo’n verklaring tekenden we dan simpelweg niet. De CJB is overigens de jongerentak van de NCPN, die tot een aantal jaar geleden nog het boek “Een andere kijk op Stalin” promootte. Daarin probeerde Ludo Martens de genocidale dictator te rehabiliteren. Voor zover we weten heeft de NCPN nooit publiekelijk afstand genomen van hun stalinisme.
Verder zien we op demonstraties wel eens de maoïsten van de Revolutionaire Eenheid (RE), die met hun rode sjaaltjes met hamer en sikkel eerder aan het cosplayen lijken. Daar lopen we dan simpelweg met een boogje omheen, zoals we dat ook doen met hun Left Laser-mediaproject op sociale media. We zien op demonstraties ook wel eens rare vlaggen, zoals een Sovjetvlag met onderaan een transvlag vastgenaaid. Afgezien van het feit dat sovjetvlaggen niet echt helpen om als beweging een serieuze en aantrekkelijke indruk te wekken bij de rest van de bevolking, getuigt deze fantasievlag niet van bijster veel historisch besef. In 1917 verwierpen de Sovjets weliswaar alle tsaristische wetgeving, inclusief alle verboden rond LHBTQIA+,. Maar nadat vervolgens her en der mensen uit de kast begonnen te komen voerden de Sovjets de repressie al snel weer in. In totaal werden van 1933 tot 1991 meer dan 800.000 mensen opgepakt wegens LHBTQIA+-verdenkingen, waarvan er velen werden gemarteld, naar de Goelag werden gedeporteerd of werden geëxecuteerd.
In Nederland hebben we vandaag de dag we niet heel veel last van autoritair-linkse activisten, en in de praktijk zullen we best wel eens schouder aan schouder met hen hebben gestaan in een massa activisten, tegenover de politie of fascisten. Zolang het om een heel kleine minderheid gaat, en ze bewegingen als #voor14 of demonstraties niet domineren, maakt het niet veel uit. Feit is ook dat enkele Doorbrakers ook wel positieve ervaringen hebben met individuen uit autoritair-linkse organisaties. Daar maakt Joene een belangrijk punt van in hun stuk: mag kameraadschap een excuus zijn om deze belangrijke ideologische discussie uit de weg te gaan? De kans bestaat dat enkele van de autoritair-linkse activisten misleid zijn, verkeerde info hebben gekregen en misschien uiteindelijk niet echt in het autoritaire gedachtegoed geloven. Alleen via contact en een inhoudelijke confrontatie kunnen we daarover duidelijkheid krijgen.
Geschiedenis
We willen het hier eigenlijk uitsluitend hebben over onze eigen actuele ervaringen met Nederlandse autoritair-linkse organisaties en individuen. Maar natuurlijk speelt de tegenstelling tussen autoritair en bevrijdend links al heel lang en overal ter wereld, waarbij autoritairen het geweld vaak niet schuwden en schuwen. Joene en Storm noemden al Boedapest (1956) en Praag (1968), maar we kunnen ook denken aan de Spaanse Revolutie (1936) en nog eerder in de geschiedenis aan Kronstadt (1921). En zelfs na de val van de muur hebben autoritair-linksen soms vrijheidslievende linksen belaagd of vermoord, zoals bijvoorbeeld in de Filipijnen en Turkije. Afdelingen van zulke autoritair-linkse partijen en bewegingen zijn ook nog steeds actief in Nederland.
We willen al deze misdaden zeker niet in de schoenen schuiven van wat activisten die hier in Nederland een autoritair-linkse post publiceren of met zo’n bizarre vlag rondzwaaien. De RE en de CJB zal je niet snel zien leuren met expliciete stalinistische of maoïstische propaganda, maar ze lijken ook bepaald niet vies te zijn van de associatie ermee. Het blijft onduidelijk of dat koketteren met zulke ideologieën nu ironisch is, of dat het ironisch begon en inmiddels een serieus geloof is geworden. Of zijn ze er op de een of andere manier ingerold en hebben ze geen idee van wat er allemaal echt is gebeurd aan repressie en massamoorden op miljoenen: de dodelijke spoed-industrialiseringen van Stalin en Mao, het etnische en andere massale geweld? Of weten ze ervan en ontkennen ze alles? Of erger: praten ze het recht? Je komt het eigenlijk niet goed te weten als je hun producties bestudeert.
We weten het dus niet, en het zal vast per persoon verschillen. Wat we wel weten, is dat we er nog steeds niet heel erg van overtuigd zijn dat autoritair-links echt een groot en dringend probleem vormt voor de beweging als geheel. We zien de aanwezigheid ervan nauwelijks groeien, afgezien van wat spielerei op social media. En het is niet goed denkbaar dat grote groepen jongeren langdurig zullen willen meedraaien in zulke top-down organisaties. Of geven die hen juist het comfort van de vertrouwde autoritaire systemen van hun schoolse en werkzame leven, en gaan ze toch groeien? Dat kan, maar het lijkt ons dat jongeren die op zoek gaan naar vrijheid en gelijkheid, naar een beweging die groeit en iets kan bereiken, niet massaal enthousiast zullen worden van zo’n autoritair retro-beweginkje en daar dus verre van zullen blijven. Grote kans daarom dat we met dit stuk voorlopig even genoeg hebben gezegd over autoritair-links in Nederland.
Onze radicaal-linkse beweging is ondertussen juist hard aan het groeien door het centraal stellen van BIPOC, LHBTQIA+ en disabled perspectieven die jarenlang zijn onderdrukt, ook binnen socialistische, groene en feministische bewegingen. Intersectionaliteit heeft ons uitgedaagd om de verschillende onderdrukkende systemen, en daarmee ook de verschillende strijden tégen die systemen, aan elkaar te verbinden. En er kan geen werkelijke internationale solidariteit zijn als we ons met een deel van de onderdrukkende, gewelddadige staten en systemen identificeren.
Akef Ibrahimi en Eric Krebbers