BPW tijdens Woonopstand-actie: “Visieloze woonvisie van gemeente Rotterdam gooit olie op het vuur” (beeldverslag)
Naar schatting tachtig mensen namen gisteravond deel aan de strijdbare protestactie voor het Rotterdamse stadhuis die was georganiseerd door Woonopstand, in samenwerking met de Bond Precaire Woonvormen (BPW). De actie was gericht tegen de nieuwe woonvisie van de gemeente Rotterdam, waarover de gemeenteraad gisteravond vergaderde.
Onder de demonstranten bevonden zich naast activisten van Woonopstand en de BPW ook vertegenwoordigers van de SP en Rood, en verder onder meer huurders die in precaire woonomstandigheden leven en veel te hoge woonlasten betalen. Er werden veel strijdbare toespraken gehouden en leuzen geroepen als “Huizen voor mensen, niet voor winst!”. Met een drumband en een sirene werd lawaai gemaakt, zodat de raadsleden binnen in het stadhuis ons goed konden horen. Aan het eind van de actie ontstond nog een opstootje met trekken en duwen vanwege de irritante aanwezigheid van enkele extreem-rechtse trollen van Ongehoord Nederland.
Harry Westerink
Hieronder de tekst van de speech van Lila, die sprak namens de BPW. (Uit het Engels vertaald door Doorbraak. De originele tekst lees je hier.)
Hallo, ik ben Lila en ik sta hier vandaag namens de Bond Precaire Woonvormen (BPW), een landelijke organisatie die huurders die in tijdelijke en onzekere woonomstandigheden leven, ondersteunt bij het opeisen van hun woonrechten. Ik spreek in het Engels, omdat deze discussies ook toegankelijk moeten zijn voor de mensen die de zondebok worden van de huisvestingscrisis: internationale studenten, arbeidsmigranten en net aangekomen vluchtelingen.
In 2016 verhuisde ik met een huisgenoot naar een vrije markt-huurwoning in Rotterdam-Zuid, nadat ik in 2,5 jaar tijd 5 keer was verhuisd via anti-kraak bureaus. In 2016 was de Woonvisie openlijk een sociaal zuiveringsbeleid, zoals blijkt uit de controversiële Rotterdam-wet, het NPRZ (Nationaal Programma Rotterdam Zuid) en het beruchte ongeldige referendum dat was gericht op “sociale cohesie” door sociale huurwoningen te slopen en mensen met een laag inkomen de stad uit te jagen. Sinds 2022 is de Rotterdam-wet alleen nog van toepassing in geselecteerde straten en is het omstreden artikel 8, dat mensen met een uitkering of een strafblad verbood, afgeschaft en vervangen door artikel 9, dat in plaats daarvan voorrang geeft aan bewoners met de gewenste “sociaal-economische kenmerken”. Dus technisch gezien duwt de gemeente niet actief de armen weg, maar haalt men de rijken binnen. Tegenwoordig beweert de Woonvisie te zorgen voor “betaalbare woningen”, “innovatieve” oplossingen voor doelgroepen en “goed verhuurdersgedrag”. Hoewel er een verandering is in de gebruikte woordenschat, is er geen verandering in wie er voorrang krijgt en wie er negatief wordt benaderd door het gemeentelijk beleid.
Met ambitieuze starters, kleinschalige investeerders en hoogopgeleide expats als de “gewenste” bevolkingsgroep van de stad, is het geen wonder dat de gemeente te midden van een “schaarste aan woningen” financiële prikkels en belastingverlagingen geeft om grotere woningen te maken door twee koopwoningen samen te voegen, zelfs op kosten van “geliberaliseerde” sociale woningbouw. En dat terwijl de huizenprijzen in wijken als Charlois de pan uit rijzen, met een stijging van 53 procent sinds 2017. Je vraagt je af: wie zijn deze “lokale starters” zijn en kunnen ze “starten” zonder een rijke familie te hebben?
In de huursector wordt prioriteit gegeven aan middeninkomens, ook al is het middeninkomen niet het gemiddelde inkomen in Rotterdam en valt een zeer hoog percentage bewoners ver onder die grens, ondanks het feit dat ze een fulltime baan hebben. De huren zijn bovendien de pan uitgerezen, met een stijging van meer dan 35 procent in de afgelopen tien jaar. Landelijk hebben meer dan 800.000 mensen te weinig geld om van te leven na het betalen van hun huur. Opnieuw vraag je je af: wie heeft er baat bij het opnemen van woningen voor middeninkomens in het label “betaalbaar”?
Huisvesting is niet alleen duurder geworden, maar ook steeds tijdelijker. Veilige, betaalbare huisvesting, zoals sociale huisvesting, wordt opzettelijk ingeperkt, gesloopt, verkocht of geliberaliseerd naar de te dure vrije huursector. Overigens is “liberalisering” een enorm verkeerde benaming, het is eerder het tegenovergestelde, woningen worden uit het gemeengoed gehaald en worden privébezit, waardoor het moeilijker wordt om te reguleren en zelfs huurdersbescherming te krijgen bij de Huurcommissie. Wethouder Zeegers denkt dat de oplossing voor meer sociale woningbouw ligt in de 2.000 containerwoningen van de StartR flexwoningen die gepland staan in Feyenoord, Hoogvliet en mogelijk De Esch en Delfshaven. Deze tijdelijke tiny homes kunnen niet meetellen als sociale huurwoningen.
Vroeger waren het studenten, uitzendkrachten en mensen in anti-kraak die al dan niet gewild een tijdelijk contract hadden. Tegenwoordig heeft naar schatting bijna de helft van de particuliere en in toenemende mate ook sociale huurwoningen een tijdelijk en onzeker contract. De gemeente stimuleert “innovatieve oplossingen” voor meerdere vormen van flexwoningen voor “doelgroepen” zoals studenten, tijdelijke werknemers en statushouders om de woningnood op te lossen. Er is niets innovatiefs aan precariteit. Zelfs met de Wet Vaste Huurcontracten, die op 1 juli van kracht wordt en een halt probeert toe te roepen aan de wildgroei van tijdelijke contracten, wordt een reeks uitzonderingen opgesteld, waaronder studenten, zowel internationaal als lokaal.
Tijdelijke verhuur werd verondersteld om een betere verdeling van de schaarse woningvoorraad te bevorderen. In de praktijk leidt dat echter tot stijgende huren en onzekerheid voor meer huurders. Een ander excuus voor de wildgroei van flexwoningen was dat ze leegstand tegengingen. Sinds de invoering van de Anti-kraakwet in 2010 en verdere verboden in 2021 is de leegstand niet opgelost. In plaats daarvan heeft dit beleid de dakloosheid en woningnood vergroot en de slachtoffers gestraft. Het criminaliseerde krakers en liet een snelle toename toe van in feite criminele antikraakbureaus die huurders uitbuiten met gevaarlijk slecht onderhouden eigendommen zonder rechten. Dakloosheid is sinds 2010 verdubbeld, terwijl er meer dan 100.000 huizen leeg staan. Dus met de sloop van volkshuisvesting, de toename van tijdelijke huur en het kunstmatig creëren van schaarste worden verschillende groepen tegen elkaar uitgespeeld. Nee, de woningnood komt niet door asielzoekers! Het is niet de schuld van internationale studenten, immigranten of krakers. Het is het resultaat van bewust beleid van de mensen die in dit gebouw achter mij zitten en het daadwerkelijk kunnen oplossen. Nog meer onveilige, tijdelijke, te dure woonoplossingen zijn de brandstof van deze wooncrisis en worden gepresenteerd als oplossing. De visieloze woonvisie gooit alleen maar olie op het vuur.
Maar is er ook een tekort aan oplossingen? Nee! Woonopstand kwam in 2021 met deze lijst van negen eisen, gesteund door meer dan 160 organisaties landelijk, waaronder de BPW.
Wij eisen:
- 1. Woonbeleid dat beschikbaarheid, betaalbaarheid en woonzekerheid garandeert! Vergroot de sociale woningvoorraad, maak daadwerkelijk betaalbare woningen en verbied tijdelijke contracten.
- 2. Housing First principe! Dat betekent geen huisuitzettingen en opheffing van het kraakverbod. Hoe los je leegstand en dakloosheid samen op? Decriminaliseer kraken en kraak leegstaande panden.
- 3. Investeringen in breed toegankelijke volkshuisvesting. Sociale huisvesting was niet alleen toegankelijk voor mensen met het laagste inkomen. Ook het middensegment heeft er baat bij om niet 60 procent van hun salaris aan huur te betalen.
- 4. Absoluut geen discriminatie, meer woningen voor mensen met een beperking en een volledig verbod op de Rotterdam-wet. Mensen moeten zelf kunnen kiezen waar ze wonen.
- 5. Volledige zeggenschap, en onafhankelijke ondersteuning van bewoners over renovatieplannen voor hun huizen, straten en buurten. Geen beslissingen over ons, zonder ons!
- 6. Stop financiering en speculatie, dat omvat het bevriezen van de huren voor vijf jaar, het verbieden van overzeese investeerders, het uitbreiden van de wet die huiseigenaren dwingt om daadwerkelijk in hun huizen te wonen, in de hele stad.
- 7. Beperk de marktwerking! Dat betekent huurprijzen ook in de particuliere sector reguleren, puntensysteem bindend maken, verhuurders straffen die doorgaan met wanpraktijken. De gemeente moet ook ophouden medeplichtig te zijn met criminele antikraakbureaus, stoppen met samenwerken, en wooncorporaties aanmoedigen hetzelfde te doen.
- 8. Geef ruimte, grond en een levensvatbare rechtspositie aan wooncoöperaties met volledige zeggenschap over hun huurprijzen. Dat zijn echte coöperaties, niet een verwaterde versie waarbij je geen eigendom hebt en alleen tien tot vijftien jaar contracten krijgt.
- 9. Draai flexibilisering terug en garandeer huisvestingszekerheid: vaste huurcontracten en permanente huisvesting voor iedereen, zonder uitzonderingen.
Maar we kunnen ons recht op huisvesting niet alleen aan de overheid overlaten. Wat kunnen we doen?
- 1. We kunnen ons op stadsniveau organiseren in solidariteitsnetwerken, zoals BPW, of ons aansluiten bij een actieve huurdersvereniging.
- 2. We moeten een solidaire infrastructuur opbouwen om huisuitzettingen te stoppen. Er is al zoveel bereikt met directe actie en wederzijdse hulp.
- 3. We moeten ons verzetten tegen gentrificatie in onze buurten en op onze werkplekken. We moeten proberen te begrijpen hoe ieder van ons daar medeplichtig aan is en proberen op te treden in onze invloedssfeer.
- 4. Tot slot moeten we groot dromen. In Berlijn komen huurders steeds dichter bij het dwingen van de overheid om grote speculanten te onteigenen en woningen weer in publieke handen te geven. In Wenen nemen huurders de controle over woningen terug door woningbouwcoöperaties op te richten. We kunnen niet wachten en smeken om ons huisvestingsrecht, maar we moeten het opeisen!