Hoogste rechter verbiedt inburgeringsplicht voor Turken
Ook de Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechter op het gebied van sociale zekerheid, heeft zich onlangs uitgesproken tegen de inburgeringsplicht voor Turkse migranten. In 2010 bepaalde een Rotterdamse rechter al dat de integratiedwang in strijd is met het Associatieverdrag dat Turkije en de EU hebben afgesloten. Nu het hoger beroep van de overheid is verworpen, staat de parlementaire politiek, die de inburgeringsplicht steeds van rechts tot links heeft omarmd, flink in zijn hemd.
Bij de invoering van de inburgeringsplicht in 2007 waarschuwden wetenschappers er al voor dat die plicht in strijd was met het verdrag tussen Turkije en de EU. Maar daar trokken alle politieke partijen, tot en met de SP, zich niets van aan. Het racistische en nationalistische belang om met de integratiedwang een juridische en sociale tweedeling te creëren tussen mensen die er maatschappelijk bij horen en mensen die eerst moeten inburgeren, was voor politici zo overheersend dat het schenden van internationale verdragen op de koop toe werd genomen. Uiteindelijk heeft de rechter de staat toch op de vingers getikt.
Meteen na de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep liet minister Piet Hein Donner van Binnenlandse Zaken weten stug door te gaan met pogingen om de inburgeringsplicht langs een achterdeurtje toch te kunnen opleggen aan Turkse migranten. Hij heeft het beestje ook al een andere naam gegeven: “leeftijdsonafhankelijke leerplicht”. Bovendien gaat de regering zich in EU-verband inzetten om het verdrag met Turkije “aan te passen”. Zo zijn de manieren van het kabinet Bruin I: blijkt het keiharde migratie- en integratiebeleid in strijd te zijn met internationale verdragen, dan moet niet de nationale regelgeving worden veranderd, maar de internationale. De parlementaire oppositie praat Bruin I op het gebied van de inburgeringsplicht overigens graag na. Ook de PvdA blijkt namelijk een voorstander te zijn van het idee van een “leerplicht” voor volwassen migranten en vluchtelingen.
Doorbraak heeft zich altijd principieel verzet tegen de integratiedwang. Hoe waardevol de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep ook mag zijn, toch vormt de gang naar de rechter niet de ultieme weg om de inburgeringsplicht te bestrijden. Het gevecht tegen de integratiedwang moet van onderop plaatsvinden, door migranten en vluchtelingen die er het slachtoffer van worden, samen met “autochtonen” die zich weigeren neer te leggen bij een maatschappelijke tweedeling op de grondslag van racisme en nationalisme.
Harry Westerink