Het hoofdlijnenakkoord en de actiebeweging
In het hoofdlijnenakkoord tussen de fracties van PVV, VVD, NSC en BBB staan voor zover ik kan zien een aantal afspraken die op mogelijke inperkingen van de actiebeweging wijzen. Ik zal ze hier kort aanwijzen en bespreken en hoop dat dit zal bijdragen aan een bredere discussie en verzet.
Ten eerste is er de volgende specifieke paragraaf over demonstraties.
“Er wordt scherper onderscheid gemaakt tussen (vreedzaam) demonstreren en ordeverstorende acties. Wanordelijkheden, bedreigingen tegen anderen en openbaar geweld worden niet getolereerd. OM, lokaal gezag en nationale politie zullen worden aangespoord om kordaat op te treden waar demonstranten over de grenzen van het strafrecht heengaan. Notoire relschoppers worden hard aangepakt en gestraft.”
Kortom, de partijen hebben afgesproken een scherper onderscheid te zullen maken tussen (vreedzaam) demonstreren en ordeverstorende acties. Dit is diplomatieke taal voor een proces dat al eerder in gang is gezet: demonstreren mag niet langer ordeverstorend zijn, zo vond ook de huidige regering al. De regering Rutte kondigde onlangs aan te gaan kijken naar het uitbreiden van de beperkingsgronden voor demonstraties, zodat demonstraties makkelijker verboden kunnen worden door burgemeesters op grond van (onder meer) ordeverstoringen.
De nieuwe coalitie zal dus zeker morrelen aan het directe wettelijke kader voor het demonstratierecht. Maar naast deze duidelijke afspraak zijn er een drietal passages in het akkoord die tevens verregaande consequenties kunnen hebben voor de actiebeweging.
Ten eerste is er afgesproken dat “de bestrijding van antisemitisme wordt versterkt”. Het zou walgelijk moeten zijn om hier een probleem in te zien, maar onderhand weten we dat de door de regering gehanteerde definitie van antisemitisme ook kritiek op Israël omvat, en dat de formerende partijen zich hoofdzakelijk dáár druk over maken. Uitingen van protest tegen de genocide die Israël pleegt in Gaza worden inmiddels als “antisemitisch” gerekend door de regering. De aangekondigde versterking zal mogelijk inhouden dat er nieuwe manieren zullen worden gecreëerd om een nog harder repressiebeleid te voeren rondom de protestbeweging tegen de genocide en het kolonialisme door de Israëlische bezetter.
Ook is afgesproken om “de definitie van deelname aan een terroristische organisatie” te verruimen. Dit kan van alles betekenen, dat zeg ik er direct bij. Maar een mogelijkheid is dat de nieuwe regering deelname aan bestaande actiegroepen, zoals organisaties binnen de Palestinabeweging of Extinction Rebellion, als deelname aan een terroristische organisatie zal gaan rekenen. De retoriek die de verschillende partijleiders reeds voor klimaatactivisten hebben gebruikt, wijst er in ieder geval op dat ze hier al aan hebben gedacht. Wanneer zulke activisten komen te vallen onder de definitie van deelnemers aan een terroristische organisatie, dan zou dit een ongekende repressie van de actiebeweging inhouden, gezien de zware straffen die staan op deelname aan terroristische organisaties.
De formerende partijen gaan zelfs verder, want ze hebben ook afgesproken om “het openlijk steun betuigen aan terroristische organisaties” te verbieden. Het moet zelfs “een apart strafdelict met een forse maximumstraf” worden. Het vergt niet veel verbeelding om te zien hoe ook dit de actiebeweging in Nederland hard kan raken. Demonstraties voor Palestina worden nu al (veelal onterecht) door de politiek geschaard onder steun aan terroristische of vermeend terroristische organisaties. Onder de nieuwe regering zou het dus goed kunnen dat deze demonstraties op deze wijze direct strafbaar worden gemaakt.
Deze punten raken de Palestinabeweging misschien het meest duidelijk, maar ook andere actiegroepen moeten zich zorgen maken. “Terrorisme” zou wel eens heel snel tegen elke vorm van links protest gebruikt kunnen gaan worden. Met het voornemen de definitie van deelname aan een terroristische organisatie te verruimen en het strafbaar stellen van steunbetuigingen aan zulke organisaties kan de nieuwe regering makkelijk ruimte scheppen om progressief activisme de kop in te drukken en toekomstige actievoerders en demonstranten af te schrikken.
Hoe verhouden deze afspraken zich eigenlijk tot het grondwettelijk demonstratierecht en de internationale verdragen? Dit blijft onduidelijk. In principe zou het demonstratierecht verzekerd moeten blijven zolang deze grondwettelijke en internationale kaders gewaarborgd blijven. Echter, de formerende partijen zijn niet te vertrouwen op dit punt. Ze maken in het akkoord op meerdere momenten duidelijk dat ze zich in zullen zetten om in ieder geval internationale verdragen proberen te wijzigen, of er onderuit te komen, om ruimte te maken voor hun eigen, extreem-rechtse politiek.
Het hoofdlijnenakkoord dat vandaag werd gepresenteerd is deels, zoals het heet, een wervende tekst. Het is naast een beleidskader namelijk ook vooral reclame voor een nationalistische, conservatieve regering, en verhult daardoor delen van de achterliggende politiek in diplomatieke taal. Kritisch lezen is essentieel. Het akkoord is tevens voorlopig en vaak erg onspecifiek (het draconische asielbeleid lijkt een uitzondering). Mijn opmerkingen over wat dit alles betekent voor de actiebeweging zijn daarom ook speculatief en zoekende.
We mogen niet vergeten dat dit akkoord slechts een minimaal kader schept: de partijen hebben reeds afgesproken veel ruimte te laten voor parlementaire politiek die onze beweging wellicht nog een stuk verder onder druk zal zetten. Het zou naïef zijn om te denken dat de dingen zo’n vaart niet zullen lopen.
Maarten Steenhagen
(Maarten is te vinden op Mastodon.)
Ik meen ook gezien te hebben dat support voor organisaties die in andere landen als terroristisch wordt aangemerkt, ook gecriminaliseerd wordt in de beleidsvoornemens. Ook heel gevaarlijk, in Frankrijk en Duitsland is van alles al verboden wat in Nederland nog legaal is. Dat laatste staat dus op de tocht.