Klimaatwetenschappers zijn wanhopig én strijdlustig

Activisten van Scientist Rebellion bij de demonstratie op de Zuidas 0p 31 mei, met een spandoek: “The privilege to know, the duty to act”.

Bijna tachtig procent van vooraanstaande klimaatwetenschappers verwacht dat tegen 2100 de aarde minstens 2,5 graden warmer zal zijn dan in 1880, het begin van de industriële revolutie. Slechts zes procent denkt dat de wereld erin zal slagen om de opwarming van onze planeet te beperken tot anderhalve graad. Dit blijkt uit een recent onderzoek dat The Guardian begin mei publiceerde. Bijna driekwart van de klimaatdeskundigen wijt de gevaarlijke temperatuursverhoging aan gebrek aan actie en politieke wil van de wereldleiders. Zestig procent zegt dat belangen van fossiele brandstof-bedrijven de broodnodige veranderingen in de weg staan. “Ik verwacht een rampzalige toekomst met veel pijn en lijden voor de mensen in het zuiden van de wereld”, vertelde een Zuid-Afrikaanse wetenschapper aan de krant. “De reactie van de wereld tot nu toe is verwerpelijk – we leven in een tijdperk van dwazen.”

Damian Carrington, milieuredacteur van The Guardian, mailde alle klimaatwetenschappers die sinds 2018 als hoofdauteur of redacteur meegewerkt hadden aan het een of ander rapport van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change – organisatie van de Verenigde Naties waar duizenden klimaatdeskundigen bij betrokken zijn). Van de ongeveer 850 topwetenschappers reageerden er bijna vierhonderd. Carrington vroeg hen hoeveel graden de temperatuur in 2100 naar hun idee gestegen zou zijn. 77 procent voorspelde: minstens 2,5 graden Celsius en bijna de helft dacht: drie graden of meer. Dat is ver boven de internationaal plechtig afgesproken anderhalve graad, die al meer dan genoeg klimaatrampen zal veroorzaken, als je beseft dat we op dit moment op 1,2 graden zitten met alle overstromingen, hittegolven, orkanen en bosbranden die daar bij horen.

“Ze kunnen zeggen dat het ze niets kan schelen, maar niet dat ze het niet wisten.”

Carrington vroeg de klimaatexperts ook naar hun persoonlijke gevoelens. Wat hem verraste, was de enorme angst en verdriet onder deze deskundigen die hun leven gewijd hebben aan klimaatonderzoek. Velen voelen zich in hun eigen woorden: hopeloos, gebroken, woedend, bang en overweldigd. Zo zei Gretta Pecl van de Universiteit van Tasmanië: “Ik denk dat we binnen vijf jaar afstevenen op een grote maatschappelijke ontwrichting. Autoriteiten zullen overweldigd worden door de ene extreme gebeurtenis na de andere, de voedselproductie zal verstoord worden. Ik zou me niet wanhopiger over de toekomst kunnen voelen dan ik nu doe.”

Wetenschappers zeiden dat regeringen en bedrijven die profiteren van de verbranding van fossiele brandstoffen de zo noodzakelijke actie hebben verhinderd. Velen gaven ook de schuld aan de mondiale ongelijkheid en de weigering van de rijke landen om hun eigen uitstoot te verminderen en kwetsbare landen te helpen om zich aan te passen aan de klimaatverstoringen. “De stiekeme berekening van besluitvormers, vooral van de Angelsaksische landen – VS, Canada, Groot-Brittannië, Australië – maar ook van Rusland en van de grote producenten van fossiele brandstoffen in het Midden-Oosten, drijft ons naar een wereld waarin de kwetsbaren zullen lijden, terwijl de welgestelden hopen veilig boven de waterlijn te blijven”, zei Stephen Humphreys van de London School of Economics.

Ondanks al het onheil dat ze zien aankomen, blijven veel wetenschappers zich inzetten om via onderzoek hun stem te laten horen. “We blijven het doen omdat we het móéten doen, zodat de machtigen niet kunnen zeggen dat ze het niet wisten”, vertelde Ruth Cerezo-Mota, die zich bezig houdt met klimaatmodellen aan de Nationale Autonome Universiteit van Mexico. “We weten waar we het over hebben. Ze kunnen zeggen dat het ze niet kan schelen, maar niet dat ze het niet wisten.” Heel wat deskundigen putten hoop uit het klimaatactivisme en bewustzijn van de jongere generaties, en in het besef dat elke extra tiende van een graad minder opwarming 140 miljoen mensen beschermt tegen extreme temperaturen.

“Ik heb regelmatig momenten van wanhoop en schuld, omdat ik er niet in geslaagd ben om dingen sneller te veranderen, en deze gevoelens zijn nog sterker geworden sinds ik vader ben geworden”, zei Henri Waisman van het Franse Instituut voor Duurzame Ontwikkeling en Internationale Betrekkingen. “Maar op die momenten helpen twee dingen me overeind te blijven. Ten eerste: mezelf eraan herinneren hoeveel vooruitgang er is geboekt sinds ik in 2005 aan dit onderwerp begon te werken en ten tweede: dat elke tiende van een graad er veel toe doet. Dat betekent dat het nog steeds nuttig is om de strijd voort te zetten.” Peter Cox van de Universiteit van Exeter formuleerde het zo: “Klimaatverandering zal niet plotseling gevaarlijk worden bij anderhalve graad Celsius, want dat is het nu ook al. En het zal niet ‘game over’ zijn als we de twee graden Celsius passeren, wat overigens heel goed zou kunnen.”

Ik ben niet wanhopig, en ik geef niet op. Ik ben boos en vastberadener dan ooit om te vechten voor een betere wereld.”

Veel van de wetenschappers die nog hoop zagen om onder de anderhalve graad Celsius te blijven, wezen op de dalende prijzen van zonnepanelen, windmolens en elektrische auto’s. Zo meldde de energiedenktank Ember dat in 2023 wereldwijd dertig procent van de elektriciteit afkomstig was van hernieuwbare energiebronnen en voorspelde dat we nu een keerpunt bereikt hebben, waarna de CO2-uitstoot in de energiesector zal beginnen te dalen. Experts benadrukten de gunstige neveneffecten van het stoppen met fossiele brandstoffen, zoals schonere lucht en een betere volksgezondheid. Maar toch waren zelfs de meer optimistische wetenschappers op hun hoede voor de onvoorspelbare aard van de klimaatcrisis.

“Ik ben ervan overtuigd dat we alle oplossingen in huis hebben om niet over de grens van anderhalve graad Celsius heen te gaan, en dat we die in de komende twintig jaar ook daadwerkelijk zullen gaan toepassen”, zei Henry Neufeldt van het klimaatcentrum van de Verenigde Naties in Kopenhagen. “Maar ik vrees dat onze acties misschien te laat komen en dat we één of meerdere omslagpunten passeren.”

Verschillende wetenschappers gaven aanbevelingen voor wat mensen zouden kunnen doen om de balans in de goede richting te doen omslaan. Humphreys raadde “burgerlijke ongehoorzaamheid’ aan, terwijl een Franse wetenschapper zei dat mensen moeten “vechten voor een eerlijkere wereld”. “De hele mensheid moet samenkomen en samenwerken – dit is hét moment om verschillen opzij te zetten en onze krachten te bundelen”, zei Louis Verchot van het Internationaal Centrum voor Tropische Landbouw in Colombia. “Helaas is er veel politiek getouwtrek rond klimaatverandering… Ik vraag me af hoe ernstig de crisis moet worden voordat we allemaal in dezelfde richting gaan roeien.”

De publicatie van het onderzoek van The Guardian zette allerlei klimaatwetenschappers aan om hun gedachten te delen via social media. Zo schrijft Katharine Hayhoe, klimaatdeskundige aan de Texas Tech University: “Zoals veel wetenschappers al aangaven, is de onzekerheid over toekomstige temperatuursveranderingen geen natuurwetenschappelijke kwestie. Het is een zaak van beslissingen die mensen nemen. Wij zijn daar geen experts in, en dat is erg genoeg, want we waarschuwen al tientallen jaren tevergeefs voor de risico’s.”

Aaron Thierry, een onderzoeker aan de Cardiff School of Social Sciences, wijst erop dat de resultaten van The Guardian overeenkomen met andere onderzoeken naar de mening van klimaatwetenschappers. Zo publiceerde het tijdschrift Nature eind 2021 de resultaten van een studie waaruit bleek dat zestig procent van de IPCC-wetenschappers een opwarming van drie graden Celsius of meer verwachtten tegen 2100.

James Dyke van het Global Systems Institute van de Universiteit van Exeter schrijft: “Ik hoor het argument dat we onze conclusies moeten afzwakken, om te voorkomen dat mensen gaan wanhopen en de strijd opgeven. Maar ik wanhoop niet, ik geef niet op. Ik ben boos en vastberadener dan ooit om te vechten voor een betere wereld.” NASA-klimaatwetenschapper Peter Kalmus deelt het artikel op social media met het verzoek aan de lezer om “alsjeblieft te luisteren”. Hij stelt: “Zogenaamde ‘leiders’ uit politiek en bedrijfsleven blijven voorrang geven aan hun persoonlijke macht en rijkdom ten koste van een onomkeerbaar verlies van in wezen alles, zelfs nu dit onomkeerbare verlies steeds duidelijker in beeld komt. Ik zie dit letterlijk als een vorm van waanzin. Het kapitalisme heeft de neiging om de slechtsten onder ons de macht in handen te geven.”

Kalmus is het echter niet eens met de uitspraak dat een toekomst van ongecontroleerde klimaatverandering “alleen maar” rampzalig zou zijn. Volgens hem is het nog erger: “We lopen ook het risico om elke geleidelijke ombuiging in de richting van vooruitgang, gelijkheid, compassie en liefde onmogelijk te maken. Alle organisaties die zich bezig houden met een bepaalde sociale en culturele strijd, zouden het diepgaande effect van de klimaatcrisis op hun strijd onder ogen moeten zien.”

Olivia Rosane

Voor het originele artikel zie: “77% of Top Climate Scientists Think 2.5°C of Warming Is Coming” van Z network van 13 mei. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit.

Zie ook