Waarom schijnbaar redelijke mensen keihard beleid steunen, deel 2: de Shirley-uitzondering
Ik zag net iemand die zich afvroeg hoe liberalen banden kunnen verbreken met conservatieve vrienden en familieleden vanwege hun standpunten over het migratiebeleid, terwijl de meeste Amerikanen (inclusief de meeste conservatieven) voorstander zijn van immigratiehervorming. Ik ga het hebben over wat ik de “Shirley-uitzondering” noem.
De Shirley-uitzondering is een soort mentale goocheltruc waarmee mensen een beleid kunnen steunen waarvan ze beweren dat ze het er niet mee eens zijn. Het heet de Shirley-uitzondering omdat… nou ja, ik bedoel, er moeten toch uitzonderingen zijn, toch?
Laten we ons eens voorstellen dat een stad, in reactie op verdenkingen over te ruim gebruik van regels voor blindengeleidehonden, besluit om het beleid honderd procent de andere kant op te laten draaien. Restaurants, openbare accommodaties, enzovoorts, hoeven de honden niet langer te accepteren. En na de verandering zijn de nieuwe regels, over waar die dieren wel en niet mogen komen, volledig van kracht.
Veel mensen zouden de verandering steunen omdat het duidelijk is dat “sommige mensen er misbruik van maken” (stellen dat iemand ergens misbruik van maakt is een geweldige manier in onze politiek om de massa aan jouw kant te krijgen, helaas).
Als je nu wijst op het bestaan van een blinde of een epileptische persoon die een hulphond nodig heeft voor alledaagse navigatie of voor levensreddende redenen, dan zullen de Goede Mensen die gewoon niet willen dat iemand er misbruik van maakt, je vertellen: “Niemand heeft het over legitieme gevallen”.
En als je er op wijst dat de regel die zij steunen van invloed zou zijn op wat zij zelf “legitieme gevallen” noemen, dan zal de reactie zijn: “Maar er zullen zeker uitzonderingen gemaakt worden”.
Als je een anti-abortusactivist zover brengt dat die daadwerkelijk te maken krijgt met een geval waarin de ouder honderd procent zeker zou sterven bij het ter wereld brengen van een honderd procent niet-levensvatbare foetus, dan krijg je dezelfde antwoorden: “Niemand heeft het over die gevallen”, en ”maar er zullen vast uitzonderingen gemaakt worden”.
Al die onderzoeken van mensen in Trump-land, USA, die geschokt waren, echt geschokt, dat de vriendelijke man naast hen, die een goede vader is en een geweldige buur, en een echt deel van de gemeenschap, werd weggesleept door de Vreemdelingendienst? Ze dachten allemaal dat er zeker voor hem een uitzondering zou worden gemaakt.
Als je erop wijst dat de wetten en het beleid waar ze het over hebben zulke uitzonderingen niet bieden, en in sommige gevallen zelfs expliciet verbieden, en als je dan zegt: “Laten we die uitzonderingen dan op papier zetten”… nou, dan ben je weer terug bij: “Zeker weten dat mensen ervan zullen profiteren”.
Want weet je, de mensen die zeker weten dat er uitzonderingen zullen zijn, voelen zich erg op hun gemak bij het idee dat rechtvaardigheid van geval tot geval wordt bepaald. Ze hebben altijd leraren, bazen, bureaucraten en zelfs verkeersagenten gehad die hen wat ruimte gaven om redenen van medeleven en logica.
Ik bedoel, als de agent in hun dorp hen vroeger een waarschuwing kon geven toen ze als jongeren betrapt werden met recreatieve hoeveelheden wiet, omdat het ongevaarlijk was en ze een toekomst hadden, dan moeten er toch voor iedereen vergelijkbare uitzonderingen zijn?
Dat sociale media berichten over “ik had nooit gedacht dat de luipaarden mijn gezicht zouden opeten, snikte vrouw die stemde voor gezicht etende luipaardenpartij” is erg waar. En het gaat voorbij een idee van persoonlijke immuniteit, tot aan een zeer gegeneraliseerde en brede misvatting van een rechtvaardige wereld.
De luipaarden, denken ze, zullen toch wel weten dat ze alleen de juiste gezichten moeten opeten, de gezichten die opgegeten horen te worden, en verder alle gezichten die dat niet verdienen met rust moeten laten.
Maar als we proberen regels op te stellen om gezichten te beschermen tegen het eten van luipaarden, dan zullen mensen daar misbruik van maken. Het beste is om het simpel te houden en te rekenen op fatsoen en redelijkheid.
Dus gematigde conservatieven, die we “alledaagse conservatieven” zouden kunnen noemen, degenen die geen Make America Great Again-hoedjes of Tea Party-kostuums dragen en denken dat die meneer Trump misschien beter van Twitter weg kan blijven, die zullen stemmen voor kandidaten en beleid waar ze het eigenlijk niet mee eens zijn, omdat in hun ogen de exacte wet die wordt voorgeschreven slechts een van de gereedschappen in de kist is, een optie op tafel, waarvan ze verwachten dat die eerlijk en verstandig zal worden gebruikt. Niemand zou toch zoiets onredelijks doen als het daadwerkelijk handhaven zoals het geschreven staat! Niet als dat oneerlijk en slecht zou zijn!
En dan zijn ze verward, geschokt en zelfs beledigd als mensen hen ter verantwoording roepen voor hun steun aan het monsterlijke beleid. “Ik heb niet gestemd voor luipaarden om je gezicht op te eten! Ik dacht gewoon dat we in het algemeen wat gezicht etende luipaarden nodig hadden. Dat kun je me toch niet kwalijk nemen!”
De aloude “verdediging van het huwelijk”-wetten zijn hier nog een schoolvoorbeeld van. In veel van die wetten stond een uitdrukkelijke bepaling die het geven van vergelijkbare voordelen (zoals ziekenhuisbezoek) aan relaties van hetzelfde geslacht verbood.
Toch wilden de mensen die voor deze wetten stemden in veel gevallen laten weten dat “niemand het erover heeft om je te verbieden je geliefde in het ziekenhuis te bezoeken. En er zal zeker een uitzondering gemaakt worden.”
De Shirley-uitzondering is hoe mensen die slechts alledaags monsterlijk zijn, gematigd monsterlijk, uiteindelijk beleid steunen dat volledig monsterlijk is. En als ze dat doen, dan willen ze altijd krediet voor hun goede bedoelingen ten opzichte van degenen waarvan zij vinden dat ze het verdienen, niet voor de resultaten.
Ik beschrijf hier een fenomeen en ik heb geen oplossing voor het bestaan ervan. Het overtuigen van mensen dat wetten die geen uitzonderingen specificeren functioneel gezien geen uitzonderingen hebben, kan soms werken op een (ironische) geval-per-geval basis. Maar wat echt nodig is, is een bredere verschuiving.
Mensen moeten eraan wennen om de schade die het beleid zal aanrichten als een echt onderdeel van het beleid te beschouwen, niet als een hypothetische situatie waar redelijke mensen van goede wil wel omheen kunnen werken.
Misschien werkt het om te zeggen: “Als je leven op het spel staat, zou je dan niet willen dat dit op papier staat?” Ik weet het niet. Zoals ik al zei, ik heb hier geen oplossing voor. Dit is gewoon iets dat gebeurt.
Alexandra Erin
(Dit artikel verscheen zes jaar geleden als draadje op Twitter.)