Schimmelpenninck: sociaal-liberale handpop op de rechtse hand
“Hoe gek dat ook klinkt met de grotendeels dom-rechtse VVD in een PVV-regering: het was Mark Rutte die de huidige minister Marjolein Faber het meest overtuigend wees op de nazistische oorsprong van haar omvolkingspraatjes, en het is Eric van der Burg die het meest inspirerend spreekt over kansengelijkheid”, aldus Sander Schimmelpenninck in zijn Volkskrant-column vandaag. Titel: “Aan linkse kwezels kun je de strijd tegen extreem-rechts niet overlaten – dan liever de liberalen.” Dit stuk laat precies zien waarom je de strijd tegen fascisme niet kan overlaten aan liberalen. Omdat ze, net als in dit onnavolgbare betoog van graaf Schimmelpenninck, met open ogen in de rechtse façade trappen.
De kern van het betoog van Schimmelpenninck komt hierop neer: links Nederland is volgens hem te veel bezig met wat PVV-stemmers willen. Dat noemt hij “constructieve oppositie”. Hij pleit vervolgens voor een “scherpe toon”, iets dat hij vindt missen bij “links”.
Want Nederland nodig heeft, aldus Schimmelpenninck, is de “harde hand” van rechts: de liberalen van het Lincoln Project in de VS, die Trump hard aanpakken. En Mark Rutte, die zich in Nederland verzette tegen omvolkingspraatjes van de PVV.
De kern van Schimmelpennincks visie is dat “de gewone man” (m/v/x, neem ik aan) het nu economisch veel te goed heeft en rechts is gaan stemmen om “boven zijn stand” te kunnen blijven leven. “Meer is het niet”, aldus Schimmelpenninck.
Mijn vraag is dan: in welke fantasiewereld leeft Schimmelpenninck? Allereerst het van de pot gerukte idee dat het in Nederland gewoon “te goed” gaat, en dat de in welvaart gedompelde Nederlanders uit pure verveling maar xenofoob worden.
Dat strookt echter niet met de werkelijkheid. Armoede is juist een steeds groter probleem. Mensen hebben steeds meer moeite om rond te komen, om (als ze dit willen) een vaste baan te vinden, overheidssteun te krijgen, of een huis te vinden.
Schimmelpenninck lijkt niet te willen accepteren dat de Nederlandse economie in de afgelopen veertig jaar ernstig is verguurd. Alles staat op de tocht, alles is onzeker geworden, en staat, regering en politiek lijken er steeds minder om te geven.
Die erkenning is geen “constructieve oppositie”, zoals Schimmelpenninck dat noemt. Sterker nog, het beleid dat nodig is om die problemen op te lossen gaat rechtstreeks in tegen het voorgestelde beleid van PVV en haar trawanten (waar we later nog op terugkomen).
Ja, “constructieve oppositie” tegen de PVV is slecht. We moeten de partij met de grond gelijk maken. Maar de partij en haar stemmers zijn, vanwege ontbrekende ledendemocratie in de PVV, helemaal niet een en hetzelfde. Juist op daadwerkelijk sociaal beleid heeft de PVV geen antwoord.
Maar als de kiezer een sociaal beleid zou willen, “dan zou hij wel anders stemmen”, zegt Schimmelpenninck. Hiermee ‘vergeet’ hij even dat aan de laatste extreem-rechtse overwinning ook dertig jaar journalistiek falen ten grondslag ligt. Wilders liegt al jaren, en die leugens worden keurig overgetypt.
Dat Schimmelpenninck in een fantasiewereld leeft, laat hij ook zien door de ‘oplossing’ die hij aandraagt. Hij wijst naar de “dom-rechtse” VVD, als voorbeeld van een Nederlands Lincoln Project. Hij wil Mark Rutte en Eric van der Burg, die zich tegen extreem-rechts verzetten.
Maar zoals hij zelf al zegt: de VVD heeft de PVV juist in het zadel geholpen. De VVD krijgt nu al het gure neo-liberale beleid wat hun hartje begeert. Zoals in de liberalisering van de kinderopvang. Maar nee, de Nederlandse burger heeft het te goed.
De VVD heeft ook Tweede Kamervoorzitter Bosma in het zadel geholpen, die juist de harde aanpak van extreem-rechts in de Kamer onmogelijk maakt. De PVV als extreem-rechts benoemen is, met VVD-goedkeuring, verboden in het parlement.
Het noemen van Van der Burg is nog wel het ergste voorbeeld. Deze man is nog steeds VVD-Kamerlid, en maakt nog steeds deel uit van de extreem-rechtse meerderheid in het parlement. Als staatssecretaris heeft hij grote delen van de rechtsstaat gesloopt.
Maar één keer janken in Zomergasten en Van der Burg wordt opgehemeld als de “meest inspirerende spreker over kansengelijkheid”. Dit is gewoon sociaal-liberaal corvee: door hun eigen ‘dissidenten’ toe te laten creëert de coalitie een illusie van een ideeënstrijd.
Zo is Eric van der Burg, net zoals alle VVD-ers die de anti-PVV petitie hebben ondertekend, een handpop op de extreem-rechtse hand. Ze helpen om de extremistische aard van de regering te verbergen, maar doen niets om die daadwerkelijk effectief tegen te gaan.
En Schimmelpenninck trapt daar met open ogen in. Net als in het Lincoln Project, waarvan de effectiviteit allang is ontkracht. Wat blijkt? Kiezers toespreken op sociale onderwerpen is veel effectiever dan attack ads tegen de extreem-rechtse persoon.
Sterker nog: het blijkt dat het Lincoln Project vooral veel geld op heeft gehaald voor conservatieve doeleinden. Ook van liberalen die dachten dat het effectief zou zijn tegen Trump, maar veel van dat geld is in Republikeinse zakken verdwenen.
Niet vreemd, want het Lincoln Project is aanhanger van de ideologie van Ronald Reagan en George Bush (senior en junior). Ook dat waren gure rechtse voorvechters van het neo-liberalisme, maar die kunnen wél de goedkeuring dragen van het Lincoln Project.
Dit laat ten eerste zien dat Schimmelpenninck niet weet waar hij het over heeft. Hij schudt zijn politiek uit de losse pols, gebaseerd op wat hij al denkt. Hij had kritische artikelen kunnen lezen over het Lincoln Project, maar dat heeft hij klaarblijkelijk nagelaten.
En graaf Schimmelpenninck laat zich niet alleen in de luren leggen; hij werkt er ook nog actief aan mee. Schimmelpenninck is zelf, net als Eric van der Burg, óók een excuus-liberaal, alleen voor neo-liberalisme in plaats van extreem-rechts.
Na zijn programma “Sander en de kloof”, waarin hij onderzoek deed naar “kansenongelijkheid”, schreef Schimmelpenninck een boek over het oplossen van deze problemen. Zijn zijn voorstellen indringend? Ambitieus? Doortastend? Helaas, geen van alle.
Naast wat vage vaststellingen over “het collectief” gaat het er vooral over dat arbeid meer moet lonen, dat de tekorten op de arbeidsmarkt moeten worden opgelost, en over het invoeren van “diensttijd” voor “sociale cohesie”.
Het is allemaal lauw en praktisch onuitvoerbaar, en doet weinig om fundamentele problemen ook radicaal aan te pakken. Maar uiteindelijk zijn die beleidsvoorstellen niet het product, maar het gesprek erover. De handpop die in gesprek gaat met de speler.
En dat blijkt ook weer uit zijn column van vandaag: nee, er is helemaal geen fundamentele wijziging nodig van ons sociaal-economische systeem. We moeten ons vertrouwen gewoon leggen in een paar VVD-ers, en vooral niet nadenken over een fundamentele economische herverdeling.
De “constructieve oppositie” tegen extreem-rechts bestaat volgens hem niet uit de mensen die strijden voor economische rechtvaardigheid. De “constructieve oppositie”, dat zijn juist de VVD en Schimmelpenninck: zogenaamde critici die geen enkel probleem hebben met neo-liberalisme.
Dus ja: we moeten hard strijden, en we moeten niets hebben van “constructieve oppositie”. En dat betekent dat we allereerst de handpoppen van het kapitalisme moeten afwijzen. In plaats van advies aannemen van mensen die helemaal niet willen dat we het land eerlijker maken.
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)