Het lot van Mohammed Khatib is het lot van ons allen

Mohammed Khatib

Minister Van Weel blokkeert, samen met minister Faber, de komst van Mohammed Khatib naar Nijmegen, zo werd gisteren bekend gemaakt. Dit is illegaal. Dit is een buitenwettelijke poging van de regering om de vrijheid van meningsuiting te beperken, van iemand die sterke kritiek heeft op hun beleid en de oorlogsmisdrijven van Israël. Een autocratische zet.

Waarschijnlijk baseren Van Weel en Faber zich op de ongewenstverklaring van artikel 67 van de Vreemdelingenwet. In het bijzonder op lid 1 onder c: het gevaar voor de openbare orde en de nationale veiligheid.

Dat lijken hele brede, ongedefinieerde begrippen. Bijna alles kan een verstoring zijn van de openbare orde. Maar juist daarom is het in de jurisprudentie beperkt, want een regering mag deze bepaling niet zomaar gebruiken om critici de mond te snoeren.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft op 11 juni 2015 arrest gewezen, waarin dit nog eens extra werd uitgelegd in het kader van EU-wetgeving. Met andere woorden: het moet gaan om een concrete bedreiging tegen een fundamenteel belang.

Dat moet dubbel zo streng beoordeeld worden, aangezien hier de vrije meningsuiting mogelijk in het geding komt. Vrije meningsuiting moet immers “aanstoot kunnen geven, choqueren, en verontrusten”, anders mag je alleen maar ‘goedgekeurde’ meningen uiten en is de vrijheid hol.

Die vrije meningsuiting is relevant, want Van Weel en Faber zeggen expliciet dat de ongewenstverklaring is gebaseerd op de meningen die Khatib heeft geuit. Hij zou “geweld tegen Israël verheerlijken” en “actief steun uitspreken voor terroristische organisaties”.

Zelfs al zou het kloppen wat Van Weel en Faber zeggen, dan is dat alsnog onvoldoende voor een ongewenstverklaring. Geweld legitimeren tegen een staat en steun uitspreken voor een terroristische organisatie zijn immers (nog) niet strafbaar.

Je kan het ermee oneens zijn, maar het punt van vrije meningsuiting is juist dat je van mening moet verschillen. Gelijk alle tegengestelde meningen als illegaal bestempelen is niet toegestaan in een vrije samenleving, juist omdat je die gesprekken moet kunnen voeren.

Ik zeg overigens “nog niet strafbaar” omdat het kabinet hard aan het werk is om “verheerlijking van terrorisme” strafbaar te stellen. Dat is problematisch, omdat de regering ook bepaalt welke organisaties terroristisch zijn, en dus zo de vrije meningsuiting kunnen beïnvloeden.

Wat deze regering allemaal ziet als “terrorisme verheerlijken” wordt aangetoond door de reactie van regeringspartijen op het uitdelen van watermeloenen door de Partij van de Dieren. Dat werd al aangeduid als het verheerlijken van terreur en antisemitisme.

Er is internationaal een groot debat gaande over de vraag of Israël genocide pleegt, of het oorlogsmisdrijven begaat, of het zich schuldig maakt aan etnische zuiveringen. Gewapend verzet tegen Israël onbespreekbaar maken, slaat dat debat geheel dood.

Zeker in het kader van de inval in Libanon. Als je stelt dat Libanon een zelfverdedigingsrecht heeft (wat het ingevolge artikel 51 VN Handvest heeft), dan ben je geweld tegen Israël aan het legitimeren. Is het noemen van artikel 51 nu verboden?

Dit, terwijl het kabinet de zelfverdediging van Oekraïne steunt met morele en materiële steun. Dat is meer dan het verheerlijken van geweld tegen de staat Rusland, maar dat is toegestaan. Waarom mag het bij één staat wel, en bij de andere staat niet?

Dit alles om te zeggen dat het onrechtmatig is om de ongewenstverklaring van Khatib puur te baseren op zijn meningsuiting, zoals het kabinet wel doet. Dit stelde Dilan Yeşilgöz, toen nog minister, ook vast toen Khatib in maart dit jaar naar Amsterdam kwam.

Toen werd ook vastgesteld dat er geen reden was om in te grijpen. En toen Khatib in juni weer naar Nederland kwam, kon hij ook gewoon het land inkomen.

Dat concludeerden overigens ook de ambtenaren van de NCTV en de IND. Zelfs deze organisaties, die een verleden hebben van illegale inperkingen van mensenrechten, zien geen reden om Khatib te weigeren. Ook houdt het voor de rechter waarschijnlijk geen stand.

Deze autocratische poging om een criticus van Nederlands buitenlandbeleid het zwijgen op te leggen staat in een aantal tradities. Allereerst de recente traditie om alles wat met Palestina te maken heeft meteen als terroristisch en antisemitisch te bestempelen.

Denk daarbij aan het eerder genoemde watermeloenincident, maar ook de steeds extremere retoriek die gebruikt wordt om te verwijzen naar pro-Palestijnse activisten. Kamerleden vallen over elkaar heen om Khatib zo hard mogelijk te veroordelen.

Ten tweede het misbruik van bevoegdheden om, in gevolg van die steeds extremere retoriek, op te treden tegen de pro-Palestijnse organisaties. Zo wil het kabinet dat het OM zo snel mogelijk Samidoun, de organisatie van Khatib, verbiedt.

Dit is in aanloop naar het voorgenomen plan van de regering om “openlijk steun betuigen” aan een terroristische organisatie strafbaar te stellen, met een hoge straf. Natuurlijk bepaalt de regering, zoals bij Samidoun en Khatib, wat wel en niet terroristisch is.

In feite loopt het kabinet op de feiten vooruit door nu al iemand te weigeren op basis van wat nog niet verboden is, puur en alleen omdat ze vinden dat het verboden zou moeten zijn. Of, nou ja, omdat ze de mening onwelgevallig vinden.

Maar de derde tendens die hierin wordt voortgezet, is het racistische frame. Dat blijkt uit dit bericht van christelijke website Cvandaag, die de SGP bejubelt vanwege de kritiek op “islamitische haatprediker” Mohammed Khatib.

Die term, “haatprediker”, wordt ook gebruikt door de Telegraaf. Die term wordt al jaren gebruikt om islamitische predikers te weren uit Nederland. De term roept islamofobe angsten op, en maakt de link met zogenaamd ‘ïslamitisch terrorisme”.

Dit is een voortzetting van wat de “oorlog tegen terreur” in de laatste decennia teweeg heeft gebracht. Fundamentele mensenrechten worden ondergraven in naam van de strijd tegen “ïslamitische” terreur, en dit is daar een gevolg van.

Wat we hier zien, is dus het gevolg van verdachtmaking van activisten, jarenlange uitholling van fundamentele rechten, en een krachtig staatsapparaat dat nu in extreem-rechtse handen is. Extreem-rechtse handen die maar wat graag dissidenten de kop indrukken.

Deze daad vraagt om actief verzet. Omdat de rechten van Khatib, Samidoun, en de hele Palestijnse beweging worden geschonden, en ook omdat het bij hen niet stopt. Als de regering deze macht eenmaal heeft, zal ze die blijven gebruiken.

Want als Samidoun is verboden, en elke samenwerking daarmee is verboden, dan is de boycotbeweging BDS aan de beurt. Die wordt door CIDI immers ook aangemerkt als antisemitisch.

En daarna kan Extinction Rebellion wellicht rekenen op kritiek. Eerder zijn er al Kamervragen geweest over de Zweedse Greta Thunberg. Wat als zij straks op een ongewenstverklaring kan rekenen?

Zo kan je eeuwig blijven doorgaan: Kappen met Kolen, Animal Liberation, Amnesty, de vakbeweging… Het kabinet knaagt van buitenaf aan de solidariteit tussen bewegingen. Als de buitenste schil is afgeknaagd, beginnen ze aan de volgende schil, enzovoorts.

Het enige middel hiertegen is solidariteit. Sommigen denken wellicht dat we moeten wachten tot de regering haar boekje te buiten gaat, maar dat is juist wat ze willen. Onze mogelijke coalitie wordt met de week zwakker.

Als we Samidoun kwijtraken, wordt een van de sterkste pilaren onder de brede solidariteitsbeweging vandaan geslagen. We zijn dan minder sterk om een volgende klap op te vangen, waarmee nog meer pilaren onder ons vandaan worden geslagen.

Want de regering is al lang en breed, al jaren, haar boekje te buiten gegaan. Zoals gisteren, met de presentatie van onmenselijke asielplannen en het uitbreiden van detentie zonder proces. Als dit niet leidt tot verzet, dan kunnen we eeuwig wachten.

Het lot van Mohammed Khatib, het lot van Samidoun en van Palestina, is het lot van ons allen.

Bo Salomons

(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)