PvdA/GL zijn al goed in het vervullen hun rol: valse hoop geven en kapitalisme meebesturen
“Links voert de politieke strijd netjes volgens de regeltjes. Heel nobel, maar op deze manier blijft het verkiezingen verliezen. Voor een winnende strategie kan het zich maar beter wat tactieken uit het radicaal-rechtse draaiboek eigen maken”, aldus Marthe van Bronkhorst en Savriël Dillingh in De Groene vorige week. Dit is het zoveelste electorale advies aan parlementair links, ditmaal om harder en meer emotionele politiek te bedrijven. Parlementair links doet dit echter al, alleen niet op de manier waarop wij dat zouden willen. En dat is niet toevallig.
In hun stuk betogen Dillingh en Van Bronkhorst dat parlementair links zou moeten leren van (extreem-)rechtse tactieken: kaap het publieke debat, omarm de “eigen” kant, gebruik drogredenen, claim “het volk”, handhaaf een radicale flank, en bouw aan een esthetiek.
Het betoog is te onderscheiden in drie kernargumenten: hou je minder aan de liberale ‘regeltjes’, smeed een praktische werkrelatie met radicaal-links en gebruik meer retorische trucjes. Die eerste twee lijken me goed advies, maar die laatste vereist wat meer analyse.
Dillingh en Van Bronkhorst vatten het samen zoals hieronder: links moet niet vervallen in slechts systeemanalyses, maar ook het retorische verhaal goed kunnen brengen. Het is een betoog om de “hoge heren” keihard en niet-omfloerst aan te vallen.
Het moge geen geheim zijn dat ik dat fantastisch zou vinden. We kunnen wat soebatten over de precieze taal (laat het geen directe kopie zijn van anti-migranten taal), maar in principe is er niets mis mee. Het is door bijvoorbeeld communisten in Weimar-Duitsland succesvol toegepast.
Dat succes zien we in de laatste vrije verkiezingen van de Weimarrepubliek, in november 1932. Toen wonnen de communisten en de sociaal-democraten samen meer zetels dan de nazi’s. Een hele andere situatie dan we nu in Nederland hebben. Maar dat “succes” heeft context.
Daarvoor moeten we kijken waarom extreem-rechts deze retorische technieken, vooral de drogreden, vandaag de dag zo kundig toepast. Een drogreden is in feite een “foute” redenering, gebaseerd op logica die niet klopt.
Het gebruik van een drogreden hoeft natuurlijk niet te betekenen dat wat je zegt niet waar is. Een drogreden kan gebruikt worden om iets te verdedigen dat wáár is. Alleen: óf iets waar is, kan je aan een drogreden niet afleiden.
Wat een drogreden effectief maakt, is dat het logisch ‘voelt’. Wat een “tu quoque”, een “jij-bak”, zo effectief maakt, is dat het op een emotioneel niveau werkt, ook al houdt een dergelijk argument geen stand als je er wat langer over nadenkt.
De kracht van een drogreden zit dan ook niet zozeer in overredingskracht, maar in herhaling. In de marketingwereld is dit bekend: een boodschap blijft hangen als die vaak genoeg wordt herhaald. Drogredeneringen moet je blijven herhalen.
In juist in die herhaling zit de zwakte van deze strategie voor links: ‘onze’ boodschappen worden simpelweg minder herhaald. Daarvoor zijn een aantal redenen, zoals dat media zelf bedrijven zijn met ceo’s en aandeelhouders.
Maar ook dat bijvoorbeeld economische ‘experts’ vaak werknemers zijn van banken, naast dat grote bedrijven het kapitaal hebben om hun bereik enorm te vergroten. Het is bijvoorbeeld geen geheim hoe oliebedrijven hun kapitaal hebben ingezet om journalistiek te beïnvloeden.
Daarom konden de communisten in de Weimarrepubliek zelf nog succesvol hun harde retoriek toepassen. Ze hadden een eigen krant, en de vakbonden waren deels op hun hand. Ze waren niet afhankelijk van liberale, kapitalistische media voor hun boodschap.
Maar de wereld is veranderd. De nazi-bezetter heeft de kracht van de communistische pers en de beweging verpulverd, en de “Rode Angst” voor communistische infiltratie tijdens de Koude Oorlog maakte het af. Er bestaat nauwelijks nog linkse media.
Wie vandaag de dag in Nederland een boodschap wil verkondigen, moet dus door liberale media. En aangezien de zondebokpolitiek van Wilders een minder groot gevaar (of zelfs een voordeel!) is voor hun inkomsten, kan dat moeiteloos worden versterkt.
Maar die luxe heeft links niet. Er zijn geen grote linkse kranten meer. We leven in kapitalistisch realisme, waar de drogredenen van het kapitalisme zo vaak herhaald worden dat ze tot een maatschappelijke waarheid zijn verworden.
Dat is dan ook het gevaar van het overnemen van rechtse retoriek. Je moet inspelen op bestaande emoties in de samenleving, daarmee verval je in betekenisloze verwijzingen naar “het volk”, en “de normale Nederlander”. Terwijl: ik ben geen normale Nederlander. Mag ik wat vinden?
Dit heeft de SP overigens al geprobeerd. Die probeert al jaren de “linkse PVV” te zijn, met hun verwijzingen naar “de normale Nederlander”. Het gevolg? Mensen met een hoofddoek worden geofferd op het altaar van rechts-populistische taal.
Want dit soort taal heeft een wisselwerking. Als je gaat vragen “Wanneer gaan aandeelhouders nou eens écht werken”, dan draag je bij aan de giftige arbeidsethos waar juist mensen in bijvoorbeeld de bijstand last van hebben. Die gooi je ook onder de bus.
Dat is het probleem: wie drogredenen gaat inzetten als een middel, is niet meer geboden aan een waarheid. Dan ben je gebonden aan de herhaling van je boodschap, en rechts-populisme is wat op dit moment herhaald wordt.
Maar dat is niet iets dat kan gebeuren. Dit is namelijk allang gebeurd, alleen niet op de manier waarop Dillingh en Van Bronkhorst het voorstellen. De PvdA/GL gebruiken allang emotionele drogredenen om hun boodschap te verspreiden. Het is alleen geen linkse boodschap.
We herinneren ons wellicht nog wel het SBS-debat, waar Wilders loog dat hij het eigen risico zou willen afschaffen. Dit was overduidelijk een leugen, zoals nu ook is gebleken. Maar we moeten de kant van Timmermans niet vergeten.
Want zijn verhaal was óók een leugen: dat het eigen risico niet af te schaffen is, het is allemaal veel te moeilijk, we kunnen alleen hopen op een verlaging. Dat zijn óók drogredeneringen. Maar drogredeneringen gebaseerd op kapitalistisch realisme.
Of naar aanleiding van de Maccabi-rellen in Amsterdam, waarbij GroenLinks-burgemeester Halsema sprak van “herinneringen aan een pogrom”. Ook dit was emotionele taal, op geen enkel feit gebaseerd, maar bedoeld om op de onderbuik in te spelen. Met grote gevolgen.
Dit is mijn grootste bezwaar tegen het artikel: het probeert een “advies” te geven aan parlementair links, en neemt voor het gemak even aan dat een economisch rechtvaardige samenleving het doel is van PvdA/GL. Maar welke reden hebben we om dat aan te nemen?
We zien hetzelfde in de VS, waar Kamala Harris een centristische campagne optuigde met steun van figuren als Dick Cheney, alleen om de verkiezing keihard van Donald Trump te verliezen.
Of in het Verenigd Koninkijk, waar Keir Starmer allerlei linkse beloftes deed tijdens de verkiezingen, die hij vervolgens keihard heeft gewonnen. Om daarna onmiddellijk te vervallen in centristisch beleid, waarna hij keihard heeft ingeleverd in populariteit.
Dillingh en Van Bronkhorst zien dit wellicht als een steun voor hun betoog: harde linkse retoriek is populairder dan centristisch geneuzel, en dat klopt. De vraag is dan ook: als dit zo duidelijk is, waarom veranderen ‘linkse’ partijen niet van tactiek?
Dillingh en Van Bronkhorst denken dat PvdA/GL hier een “fout” maakt, maar dat neemt aan dat PvdA/GL eenzelfde doel heeft. Die aanname kan je echter niet maken. Cyberneticus Stafford Beer zei al: “The purpose of a system is what it does” (POSIWID).
De gebezigde politiek van PvdA/GL werkt namelijk prima voor hun partijtop. Timmermans is een beroepsbestuurder uit de hoge middenklasse. Voor hem werkt het kapitalisme, met haar eigen risico, prima. Waarom zou hij het willen veranderen?
Timmermans is een perfect voorbeeld van wat er mis is met linkse parlementaire politiek in Nederland: een minister uit Rutte II die is opgeklommen tot Eurocommissaris in een christendemocratisch Europese commissie, en naam maakte als een technocraat.
Zijn doel is helemaal niet om het kapitalisme omver te werpen, of om het vuur aan de schenen van aandeelhouders te leggen. Zijn doel is om als een betrouwbare bestuurder over te komen. Dat hij zonder verkiezing leider van de PvdA is geworden, zegt wat over die partij.
Dit blijkt ook uit zijn standpunt over migratie. Dat is nu weer naar rechts opgeschoven. Niet uit “nette, liberale” principes, maar omdat de PvdA de kiezers achterna jaagt in een land waarin extreem-rechts nu in de media de agenda bepaalt.
We moeten af van het beeld van linkse parlementaire politiek als crypto-communisten en anti-kapitalisten die “bang” zijn voor backlash. We moeten erkennen dat ze helemaal geen baat hebben bij anti-kapitalisme. En dat betekent dat we moeten stoppen met goedbedoelde adviezen.
De rol die PvdA/GL op dit moment speelt in de parlementaire politiek is die van “hoopgever”. Ze verkondigen linkse praatjes om te doen denken dat er nog hoop is in de parlementaire politiek. Maar dat is een rol die ons ervan weerhoudt de daadwerkelijke verhoudingen te zien.
En ook dit is weer POSIWID. Los van of het de bedoeling is van PvdA/GL-ers om de loze hoop te spelen, dat is wél de rol die ze vervullen. Daar moeten we dus overheen stappen.
Dat betekent dat we moeten stoppen met PvdA/GL als een verdwaalde, activistische kracht voor anti-kapitalisme te zien. En in het verlengde moeten we erkennen dat het parlementaire systeem in de huidige staat niets oplevert.
Alle mensen die hun tijd steken in het proberen een pro-kapitalistische bestuurderspartij als PvdA/GL compleet te hervormen, zouden die tijd beter kunnen steken in het helpen en organiseren van mensen. Informeer jezelf, ga bij een actiegroep, help je buren.
Want als je voor medemenselijkheid strijdt, voor de menselijke waardigheid, dan ligt je heil niet in drogredeneringen of parlementarisme. Dat heil vinden we in waarheidsvinding en het slopen van de systemen die de leugen versterken.
Voetnoot: als het systeem ons dwingt drogredenen te gebruiken om mensen te overtuigen, misschien is dat systeem wel door en door rot. Een ander systeem is mogelijk.
Bo Salomons
(Dit artikel verscheen eerder als draadje op Twitter.)