Nee, de strijd om de klimaatcrisis tegen te houden is niet “voorbij”

Actiebord bij de demonstratie tegen de eerste inauguratie van Trump, acht jaar geleden in Amsterdam.

De strijd tegen klimaatverandering is voorbij als Donald Trump opnieuw wint”, tweette Bernie Sanders in de aanloop naar de verkiezingen in 2024. Je zou dus denken dat ons lot nu bezegeld is. De opmerking van Sanders is begrijpelijk. Als we op dezelfde voet doorgaan als nu, zal de aarde ongeveer drie graden Celsius warmer worden in de komende decennia. Daardoor zullen tientallen miljoenen mensen omkomen door hitte, honger en ziekte. Grote delen van de aarde zullen onbewoonbaar worden, terwijl een enorme chaos zich over de rest van de wereld zal verspreiden.

Nu de fossiele brandstof-baronnen het roer van ’s werelds machtigste regering weer in handen hebben, wordt het moeilijker om van koers te veranderen. Dat klopt. Naast de extra CO2 die ze de atmosfeer in zullen blazen, zal de ontmanteling van wetten die de luchtkwaliteit, watervervuiling en giftige chemicaliën regelen, de komende jaren tienduizenden mensen het leven kosten. Maar voorspellingen over een rampzalige toekomst verlammen niet alleen onze beweging, ze zijn ook gewoon niet juist. Het redden van het klimaat is geen kwestie van alles-of-niets. Jawel, het is zeer waarschijnlijk dat we de gevaarlijke grens van anderhalve graad Celsius zullen overschrijden. Maar er is een enorm verschil tussen anderhalf en drie graden en zelfs tussen 1,5 en 1,6 graden. “Elke fractie van een graad is belangrijk”, hebben klimaatexperts ons al zo vaak gezegd.

Bovendien is het idee dat een “op hol geslagen klimaatverandering” nu onvermijdelijk onze toekomst zal bepalen – zoals linkse mensen nogal eens beweren – simpelweg niet waar. Zoals de toonaangevende klimaatwetenschapper Michael Mann schrijft, geven de beste klimaatmodellen aan dat de opwarming van de atmosfeer vrijwel zal stoppen “zodra we ophouden met het uitstoten van CO2”. De ergste klimaatproblemen kunnen we dus nog steeds voorkomen. Wanhoop over de klimaatcrisis gaat ook voorbij aan de kwetsbaarheid van onze vijanden. Politici kunnen het energieschip een andere kant kant op willen sturen, maar ze bepalen slechts heel gedeeltelijk zijn richting. Hoewel het Witte Huis, het Republikeinse Congres en het Hooggerechtshof er alles aan zullen doen om bedrijven die fossiele brandstoffen produceren en gebruiken te beschermen en de ontwikkeling van groene energie te ondermijnen, zijn zij niet de enige machtscentra in onze samenleving. Het lot van het klimaat hangt ook af van vele andere organisaties, waaronder de klimaat- en milieubeweging.

Een blik op de eerste termijn van Trump

Ondanks al Trumps verzet zijn enkele van de meest opmerkelijke recente overwinningen van de Amerikaanse klimaatbeweging juist tijdens zíjn ambtstermijn behaald. Van 2017 tot 2020 zijn er in de Verenigde Staten meer kolengestookte elektriciteitscentrales buiten bedrijf gesteld dan van 2013 tot 2016. De steenkoolbedrijven hebben onder een president die campagne voerde om de sector nieuw leven in te blazen een grotere klap gekregen dan onder een president die er zogenaamd oorlog tegen voerde. Heb je het ook gemerkt dat Trump het zelden meer over steenkool heeft? De reden is dat nationale politici slechts voor een klein gedeelte het lot van steenkoolcentrales bepalen. Sinds het begin van de jaren 2000 hebben honderden lokale milieugroepen, die grotendeels onafhankelijk van de grote nationale organisaties optreden, het veel moeilijker gemaakt om kolencentrales te bouwen of in bedrijf te houden. De sterke toename van het gebruik van aardgas heeft het gebruik van steenkool teruggebracht, dat is waar, maar onze beweging heeft die ontwikkeling versterkt.

Olie en gas kregen ook te maken met tegenslagen tijdens de eerste termijn van Trump. In zijn laatste jaar kregen de pijplijnbedrijven een reeks nederlagen te verwerken, bijvoorbeeld door de annulering van de Atlantic Coast-gaspijplijn die was gepland van West Virginia via Virginia naar North Carolina. Barack Obama steunde het project, Trump was er voorstander van en het Hooggerechtshof had ermee ingestemd. Maar door een combinatie van protesten en rechtszaken waren de lokale bewoners in staat om “de economische levensvatbaarheid van het project in gevaar te brengen”, zoals de bedrijven het uitdrukten, toen zij zich terugtrokken uit het project.

Trump leed ook veel stille nederlagen. Zo werden bijvoorbeeld zijn pogingen om extra subsidies te geven aan kolen- en kernenergiecentrales, offshore olieboringen uit te breiden, belastingvoordelen voor de windmolenbedrijven te beëindigen en banken te dwingen om boringen in het Arctic National Wildlife Refuge (beschermd natuurgebied in Alaska) te financieren, allemaal geblokkeerd. De klimaat- en de milieubewegingen waren een belangrijke kracht bij deze overwinningen. De vervuilers zien dat ook zo. Halverwege de ambtstermijn van Trump klaagde een directeur van een pijpleidingbedrijf over de “vloed van protesten, rechtszaken en vandalisme” waar de bedrijfstak mee te maken had, en jammerde dat “de intensiteit is toegenomen”, met “meer tegenstanders” die “beter georganiseerd” zijn.

In 2020 waarschuwden vertegenwoordigers van het bedrijfsleven dat een spervuur van ongunstige rechterlijke uitspraken wel eens zou kunnen leiden tot “een kantelpunt” waarbij het “voor iedereen ongelooflijk moeilijk wordt om te investeren in enige vorm van fossiele brandstof-infrastructuur”. Steeds meer banken “bezwijken onder de druk van activistische milieugroepen”. Deze klachten kwamen allemaal onder Trump naar buiten, niet onder Obama of Biden.

Aan de andere kant bleef de productie van klimaatvriendelijke energie toenemen. Er werden meer Amerikaanse windmolens gebouwd onder Trump dan tijdens enig ander presidentschap, inclusief dat van Biden. Groene energie nam nog steeds lang niet snel genoeg toe, maar het punt is dat Trump de ontwikkeling niet kon bepalen. Staats- en lokale overheden, bedrijven, de financiële sector en buitenlandse regeringen geven allemaal mede vorm aan energie-investeringen. Zij zullen de komende jaren belangrijke doelwitten blijven voor klimaatactivisten.

Verzet van bedrijfsleven en overheid

Een andere reden voor de nederlagen van Trump was het verzet binnen de heersende klasse. De grote uitstoot van CO2 brengt heel wat kapitalisten in gevaar, die zich soms verzetten tegen vuile energieplannen. Zo protesteerden de toerismesector en visbedrijven tegen olie- en gasboringen in zee. Banken en pensioenfondsen begonnen zich terug te trekken uit fossiele brandstoffen-projecten vanwege “reputatieproblemen” – dat wil zeggen, weerstand onder de bevolking – en de investeringsrisico’s. Dit zagen we vooral in de kolensector, en ook in de olie- en gassector, maar daar veel minder.

Verder verzetten bedrijven die al grote investeringen hadden gedaan in groene energie zich tegen het beleid van Trump dat voor hen nadelig was. De groeiende windmolenindustrie dreigde bijvoorbeeld minder te gaan uitbreiden als Trump bepaalde belastingvoordelen zou afschaffen. Autofabrikanten maakten bezwaren tegen het terugdraaien van de uitstootlimieten, omdat ze al waren begonnen met het ontwikkelen van nieuwe typen motoren om aan de strengere regels te voldoen. Ze lobbyden daarom bij Trump om de regels van Biden niet terug te draaien.

Ook lijkt de stortvloed van anti-milieuwetgeving in staten waar Republikeinen de scepter zwaaien de groei van klimaatvriendelijke energie niet erg te hebben belemmerd. In een onderzoek uit 2023 gaven de meeste investeerders en bedrijven aan dat deze wetten geen invloed hebben gehad op hun beleid. Schone energie heeft nog steeds te kampen met tegenwind, maar de verkiezingsuitslag van 2024 zal de sector niet al te erg schaden. Aan de kant van de overheid kozen bestuurders en rechters die geen persoonlijke contacten hadden met vervuilende firma’s soms de kant van de klimaatbeweging. Trump zal hen niet allemaal kunnen vervangen. Zelfs mensen die Trump zelf had aangesteld, bleken niet allemaal even betrouwbare dienaren van de fossiele brandstof-bedrijven te zijn.

De echte vangrails zijn wij

Om een idee te krijgen hoe de klimaatbeweging het beste kan opereren in de tweede termijn van Trump, kunnen we ons afvragen hoe het kwam dat hij in zijn eerste termijn veel minder zijn zin heeft gekregen dan je zou verwachten. Het was niet de wijze raad van Trump-adviseurs zoals John Kelly, die door kandidaat Kamala Harris werd geprezen als een “vangrail” die Trump in zijn eerste termijn in bedwang hield. Evenmin waren de Congresleden van de Democratische Partij de belangrijkste bewakers van het klimaat. Dat is goed voor ons om te weten, gezien de maniakken die Trump in zijn tweede termijn zullen adviseren, de Republikeinse wurggreep in het Congres en de bereidheid van veel Democraten om met Trump samen te werken.

In feite waren onze bewegingen de belangrijkste vangrails. Hoe hebben we die rol gespeeld? Niet via ongerichte verontwaardiging van massademonstraties zo nu en dan, hoe indrukwekkend die ook waren. En ook niet door te lobbyen of mensen aan te moedigen om Democraten te kiezen. We waren het krachtigst door voortdurend druk uit te blijven oefenen op kapitalisten en overheden, ook wanneer die niet aan de kant van Trump stonden.

Het is belangrijk om dat goed te beseffen, om te voorkomen dat we gedemoraliseerd raken. Door het beperkte effect van marsen en handtekeningenacties in de eerste termijn van Trump hebben sommige deskundigen zich somber afgevraagd of alle verzet nu zinloos was. Deels om die reden zijn veel liberalen en linksen sinds de hernieuwde verkiezing van Trump helemaal uit het veld geslagen.

Onze strijd zal waarschijnlijk moeilijker zijn in de komende jaren. Project 2025 staat klaar om te ontploffen, vervuilers kunnen nu makkelijker juridische processen winnen, en Trump is onschendbaar geworden. De schade zal ernstig zijn. We kunnen niet voorspellen wie welke strijd gaat winnen. Maar die onzekerheid is op zich al reden voor optimisme. We weten in ieder geval dat Trump en bedrijven die hem steunen nog steeds kwetsbaar zijn. Die zouden graag willen dat we dat vergaten.

Kevin A. Young

Het oorspronkelijke artikel “No, the Fight for the Climate Isn’t ‘Over’“ verscheen december in Jacobin. Vertaling en bewerking: Jan Paul Smit.