Demonstreren? “Liever niet”
Gisteren debatteerde de Tweede Kamer over het demonstratierecht. Het debat was aangevraagd door de Partij voor de Dieren (PvdD), een partij die zich hard blijft maken voor de bescherming van het recht om samen met anderen publiekelijk te laten horen dat je het ergens niet mee eens bent. Maar de uitgangspunten van de PvdD zetten zeker niet de toon van het debat. De ronduit gênante voorstelling in de Plenaire Zaal werd gedomineerd door een repressief en autoritair geluid van de coalitiepartijen en hun ondersteuners.
Argumenten
De twee gekozen hoofdargumenten om het demonstratierecht te verdedigen tegen de fascisten werden door Christine Teunissen (PvdD) in haar openingsbetoog aangevoerd.
- 1. Er is helemaal geen noodzaak om het demonstratierecht te beknotten, want het wettelijke kader biedt al voldoende handvatten, zoals ook het overgrote deel van de burgemeesters aangeeft, en er kán en wórdt al ingegrepen waar dat nodig is.
- 2. Het onderscheid dat de regering wenst te maken tussen “vreedzame” en “ordeverstorende” demonstraties druist in tegen de grondrechten. Immers, ook ordeverstorende demonstraties kunnen vreedzaam zijn, en moeten als zodanig beschermd worden volgens het demonstratierecht.
Deze redenen werden tijdens interrupties herhaald door Teunissen (PvdD), Lahlah (GroenLinks-PvdA) en Van Nispen (SP). Een zinloze exercitie. Het was overduidelijk dat de extreem-rechtse vechtclub in het parlement als het aan hen ligt geen spaan heel laat van actiegroepen als Extinction Rebellion (XR) of de Palestina-beweging, waar dit debat uiteindelijk om ging natuurlijk. Voor de vorm werden de boeren soms genoemd, of demonstranten bij abortusklinieken of varkensstallen.
Defaitisme
Mijn indruk was dat de ‘voorvechters’ van het demonstratierecht, in plaats van een uitgesproken verdediging van de actiebeweging op te steken, vooral een poging deden om te redden wat er te redden viel. Wellicht dat de fascisten overtuigd kunnen worden om naast het Malieveld ook af en toe een kleinschalige en netjes aangekondigde ordeverstoring door de vingers te zien? Alsof je van een hongerige wolf verwacht dat die een paar stukjes worst voor je laat liggen.
Ik dacht dat jullie de partij waren die voor de rechtsstaat op zou komen, wierp Teunissen af en toe tegen, richting collega’s van VVD en NSC. Defaitisme beheerst de linkse oppositie, die door lijkt te krijgen dat fascisme zich niet parlementair laat bedwingen.
Opmerkelijke gevallen
Naast de onverhulde hetze tegen XR, dat maar liefst drieëntwintig keer genoemd werd en waarvan zo de maatschappelijke relevantie maar weer eens werd bevestigd, kwamen er ook een aantal specifieke kwesties naar voren.
Eén hiervan is opvallend: demonstraties bij privéwoningen. Dat viel op, want wie heeft het daar anno 2025 nog over? Het is het soort van casus waar de Kamer zich jaren geleden druk over maakte, toen het werd besproken als een argument om ook de rechten en vrijheden van anderen te laten meewegen bij het verbieden en beperken van demonstraties. Toen was er ook het rapport van Swart en Roodra, “Paal en perk stellen aan protestacties bij (privé)woningen van politici en andere personen” (2023).
Het opvoeren van acties bij privéwoningen is een goed voorbeeld van hoe de Tweede Kamer vaak te werk gaat: met een wettelijke ingreep het ene ‘oh zo serieuze’ probleem oplossen (hier: aantasting van de privésfeer), terwijl de politici likkebaardend zitten te wachten op de verregaande macht die de ingreep hen op andere terreinen geeft (hier: demonstraties beperken zodra die inbreuk maken op andermans rechten en vrijheden). Hoezeer Michon-Derkzen (VVD) het rapport van Swart en Roorda over privéwoningen koppelt aan de acties van XR op de A12, bleek toen ze over die wegblokkades van XR zei: “Daar moeten we dus paal en perk aan stellen wat mijn fractie betreft.” Het was al langer duidelijk dat de wijziging die Swart en Roorda voorstellen voor het beschermen van de privésfeer veel breder kan worden ingezet om demonstraties te verbieden of te verplaatsen.
Opmerkelijk was ook dat er door veel Kamerleden werd gesproken over verstoringen van herdenkingen, in het bijzonder de nationale Holocaustherdenking (27 januari), die Bikker voor het gemak (háár gemak) maar even als symbool opvoerde voor het bezoek van de Israëlische president Herzog aan het Holocaustmuseum op 10 maart vorig jaar. Dat werkelijke verstoringen van herdenkingen nagenoeg uitsluitend plaats hebben gevonden in de koortsdromen van Bikker zelf, deed er niet toe. De extreem-rechtse coalitie was het er over eens: “We zouden ook graag geen demonstraties meer zien bij herdenkingen”, aldus Wijen-Nass (BBB), en er zou hiervoor “een opschorting van het sight and sound-criterium” moeten komen (Six Dijkstra, NSC).
Groeiend autoritarisme
In “The Authoritarian Regime Survival Guide“, een document dat in 2017 door ervaringsdeskundigen in Oost-Europa werd opgesteld, wordt gewaarschuwd dat een autoritair bewind, zodra het de macht op democratische wijze heeft gegrepen, zal proberen de vrijheid van vergadering te beperken. “Ze zullen wetten invoeren die prioriteit geven aan staatsevenementen en -bijeenkomsten, of die van een bepaald type of ideologie. Als ze kunnen kiezen wie legaal mag demonstreren, dan hebben ze een wettelijke basis om de rest met geweld uiteen te drijven of te vervolgen.”
Waarvan akte.
Ik zie op dit moment geen reden tot optimisme rondom dit onderwerp. Maar tevens moeten we er voor hoeden om teveel meegesleept te worden in het politiek theater van de hakkerig opgedreunde spreekbeurtjes van de Kamerleden gisteren. Het zal vooral voor de bühne zijn geweest. Ik schreef al eerder over wat ik denk dat ze uiteindelijk met de Wet Openbare Manifestaties willen gaan doen, en ik zie op dit moment weinig reden om hiervan af te wijken.
Om toch een indruk te geven van het schuimbekkend enthousiasme waarmee de Kamer vooruitloopt op de dag waarop ze de WOM eindelijk echt onder handen mogen nemen, geef ik hier een overzicht van de moties die gisteren werden ingediend. Er moet nog over worden gestemd.
- 16, Teunissen, Van Nispen, Koekkoek, Lahlah, El Albasi, Sneller: verzoekt de regering om te erkennen dat een ordeverstorende actie niet automatisch betekent dat een protest niet vreedzaam is en om in lijn daarmee het onderscheid tussen vreedzaam en niet-vreedzaam protest aan te houden
- 17, Bikker, Boswijk, Flach, Eerdmans, Michon-Derkzen, Six Dijkstra: verzoekt de regering de drie nationale herdenkingen beter te beschermen tegen ordeverstoringen, bijvoorbeeld door de twee minuten stilte in heel Nederland tijdens Nationale Dodenherdenking op 4 mei als beschermd moment in de tijd aan te merken, zodat herdenken op dat moment boven demonstreren gaat en de Wet Openbare Manifestaties met oog hierop te verbeteren, zodat burgemeesters en de politie meer duidelijkheid en handelingsruimte krijgen om verstoring door demonstranten te voorkomen en indien nodig snel in te grijpen, verzoekt de regering voorts om te onderzoeken welke andere (lokale) herdenkingen of plechtigheden ook als beschermd moment aangemerkt zouden moeten worden en welke regelgeving daarbij past
- 18, Koekkoek, Lahlah, Teunissen, Bikker: verzoekt het kabinet om waar nodig medewerkers van de politie, de ME en overheidsprofessionals aanvullende trainingen over de wettelijke kaders van het demonstratierecht aan te bieden, zodat zij hun werk goed en veilig kunnen uitvoeren
- 19, Six Dijkstra, Michon-Derkzen: verzoekt de regering te onderzoeken en met het Openbaar Ministerie in gesprek te treden over welke praktische en juridische belemmeringen weggenomen moeten worden om zo veel als mogelijk de kosten te verhalen op de daders, evenals hoe de schade eenvoudiger en sneller kan worden verhaald op de organisatie die het initiatief heeft genomen voor de betreffende actie; verzoekt de regering de Kamer hier voor de zomer over te informeren
- 20, Eerdmans, Boswijk: verzoekt het kabinet in gesprek te gaan met OM en burgemeesters over een pilot met een wasstraat van het OM waardoor wetsovertredende demonstranten direct beboet kunnen worden, met als doel om deze pilot daarna ook zo snel mogelijk te laten starten
- 21, Eerdmans: verzoekt het kabinet de ANBI-status van Extinction Rebellion in te trekken
- 22, Eerdmans: verzoekt het kabinet de Kamer te rapporteren over het aantal vervolgingen van strafbare demonstranten door het OM
- 23, Flach: verzoekt de regering in de Wet Openbare Manifestaties op te nemen dat demonstraties ook verboden kunnen worden indien blijkt dat deze als dwangmiddel worden ingezet
- 24, Flach, Bikker, Boswijk, Eerdmans, Michon-Derkzen: verzoekt de regering maximaal te bevorderen dat het bevoegd gezag in geval van een verboden demonstratie proactiever inzet op het beletten en sanctioneren in plaats van het faciliteren van demonstraties
- 25, Michon-Derkzen: verzoekt de regering om wetgeving voor te bereiden met een aparte strafbaarstelling op het blokkeren van vitale infrastructuur
- 26, Michon-Derkzen: verzoekt de regering om een mobiel identificatieproces te organiseren cq faciliteren om op basis van de Wet Identificatieplicht de aanwezigen bij een demonstratie die op voorhand is verboden te registreren
- 27, Lahlah en Bikker: verzoekt de regering om in het WODC-onderzoek over het demonstratierecht in kaart te brengen hoe het demonstratierecht kan worden versterkt
- 28, Lahah, Chahor, Koekkoek, Teunissen: verzoekt de regering om in gesprek te gaan met burgemeesters en te inventariseren op welke manier de lokale driehoek ondersteund kan worden in hun verantwoordelijkheden ten aanzien van het demonstratierecht, en de bevindingen met de Kamer te delen voor het meireces
- 29, Lahlah, Mutluer, Boswijk, Koekkoek, Teunissen: verzoekt de regering te onderzoeken of en zo ja hoe de Vredeseenheid van de politie uitgebreid en versterkt kan worden en de bevindingen met de Kamer te delen voor het meireces
- 30, Boswijk, Michon-Dekzen, Flach, Bikker, Eerdmans: verzoekt de regering te onderzoeken of en hoe binnen de grenzen van de wet camera’s met gezichtsherkenning kunnen worden ingezet bij ordeverstorende acties zoals snelwegbezettingen, om wetsovertreders effectief te identificeren en te sanctioneren
- 31, El Abasi: verzoekt de regering om te onderzoeken waarom demonstraties tegen asielzoekerscentra vaak gepaard gaan met geweld, vernielingen en bedreigingen van volksvertegenwoordigers en burgemeesters, en om beleidsmaatregelen voor te stellen om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen
- 32, El Abasi: verzoekt de regering om het demonstratierecht expliciet te beschermen in al haar beleidskeuzes, en om in samenwerking met mensenrechtenorganisaties te waarborgen dat de rechten van demonstranten niet worden aangetast
- 33, Emiel van Dijk: verzoekt de minister om het OM tot de orde te roepen en voor alle toekomstige wetsovertredingen tenminste boetes uit te laten schrijven
Maarten Steenhagen
(Maarten is te vinden op Mastodon)