Wat steekt daar nu? De FNV en de linkse arbeidsstrijd

Een voorbeeld van hoe de FNV zich presenteert als verzekering

Buiten de Orde, het tijdschrift van de anarchistische Vrije Bond, publiceerde vorig jaar het artikel “Hoe gaan we een klimaatrevolutie realiseren met een vakbond zonder pit?” van Anita de Waal (nummer 3, pagina 6-9). In reactie op dat uiteindelijk positieve artikel over de FNV laat Quintus Masius vanuit Vloerwerk/Horeca United een ander geluid horen over de vakbond. Wij vinden een open en kritisch debat over de rol en de praktijken van de vakbeweging belangrijk en staan open voor reacties. Korte reacties kunnen hieronder, langere kun je ons mailen, die plaatsen we dan mogelijk als eigenstandig artikel.

De FNV verkeert in financieel zwaar weer en worstelt met een imagoprobleem. Het ledenaantal loopt terug en de bond wordt steeds minder gezien als een deelnemer in de arbeidersstrijd. De algemene consensus is dat de FNV de afgelopen jaren zorgde voor een zachte landing van neo-liberale hervormingen in de arbeidsmarkt, maar geen actieve strijd voerde.1 Als gevolg hiervan ontstonden er nieuwe initiatieven en andere vormen van verzet. De oprichting van solidariteitsinitiatieven als Vloerwerk/Horeca United is hier slechts één voorbeeld van. Waar de FNV voorheen tegen dit soort initiatieven een strategie van negeren, onderdrukken en co-opting bezigde, probeert de FNV nu om activisten ervan te overtuigen dat de vakbond van binnenuit veranderd kan worden. Deze strategie zien we onder klimaatactivisten, pro-Palestina demonstranten en nu ook in het anarchistische tijdschrift Buiten de Orde. Veelal wordt hierbij een cynische strategie gebezigd die ook werd gehanteerd door neo-liberale politici als Thatcher en Reagan: There Is No Alternative (TINA). Maar waar links hier in de jaren tachtig een antwoord op had, lijkt nu ieder kritisch geluid te ontbreken.

Iedere jongere arbeider herkent het wel. Bel met de FNV en je krijgt gebrekkige hulp. Ben je geen lid, dan krijg je summiere informatie en proberen ze je lid te maken. Eenmaal lid, betaal je je blauw en hoor je weinig van ze. Af en toe word je uitgenodigd voor een congres of een inloopavond en dat is het dan wel. Als er dan toch een arbeidsconflict opdoemt en je belt ze op, dan wordt eerst duidelijk gemaakt dat je te kort lid bent om volledige ondersteuning te krijgen en proberen ze je een upgrade aan te smeren. Meestal een soort van rechtsbijstandverzekering, die zelfs minder uitgebreid is dan een rechtsbijstandverzekering van commerciële aanbieders. Echter, de FNV heeft één voordeel ten opzichte van de andere verzekeringsmaatschappijen: ze treffen je op een zwak moment. Het voorgaande is emblematisch voor hoe de FNV zich nu ook ten aanzien van linkse activisten opstelt. Ze overrompelen, hengelen je binnen, trekken je leeg en stellen je teleur.

Maatschappelijke functie?

Op concreet niveau ervoeren wij het cynisme van de FNV vooral in het gegeven dat deze vakbond zich presenteert als apolitieke werknemersverzekering. Trek een jonge collega aan diens jasje en je zal negen van de tien keer te horen krijgen dat deze lid is “voor het geval dat”. Misschien krijg je nog wat te horen over dat de vakbond oudere familieleden goed heeft geholpen en dan zijn de argumenten om lid te worden wel op.

Waar vakbonden voorheen een maatschappelijke functie vervulden en een directe link met socialistische partijen hadden, is die nu weg. Of het nu discussies betrof rondom Zwarte Piet, het klimaat, lhbtq+ rechten, of wanneer we ons even tot arbeid beperken, sekswerk: de FNV was toen deze groepen in een verdomhoekje zaten oorverdovend stil. Later committeerde de FNV zich schoorvoetend, wanneer de publieke opinie al ten voordele van de activisten was gekanteld. Vakbondssteun is dan misschien wel welkom, maar niet meer relevant. Hetzelfde zien we nu rondom de genocide in Palestina. Terwijl buitenlandse vakbonden zich al vroeg tegen deze genocide keerden, heeft de FNV tijdens het schrijven van dit stuk nog steeds geen standpunt hiertegen ingenomen, laat staan enige actie ondernomen tegen Nederlandse wapenleveringen. Toegegeven, op Palestina-demo’s hebben FNV-leden wel toespraken gehouden, maar dat was altijd op eigen titel. De strekking van deze leden was dan vooral ook een oproep om vooral lid te worden van de FNV en dan met z’n allen het beleid te veranderen; dus eerst geld geven en dan hopen dat je invloed krijgt. Deels wordt hiermee geïmpliceerd dat er geen alternatief is voor grassroots-activisme, strength in numbers, en wordt er een soort entrisme geïmpliceerd. Echter, al deze posities zouden bij een anarchist wenkbrauwen moeten doen fronsen. Waarover later meer.

Symboliek

FNV-voorzitter Tuur Elzinga roept zo’n beetje bij elk media-optreden voor een “democratische revolutie”, wijst op het grote aantal stakingen, en wijst erop dat looneisen van zeven tot tien procent echt ongehoord zijn in Nederland. Echter, zowel zijn invulling van de term “revolutie” als de stakingen zijn vooral symbolisch. Een concretisering van de inhoud van deze “democratische revolutie” blijft achterwege en stakingen worden amper als pressiemiddel ingezet, aangezien ze soms maanden van tevoren worden aangekondigd, niet op piekmomenten plaatsvinden, opvang wordt geregeld, temporair zijn, stakingsbrekers niet worden gesanctioneerd, et cetera. Omdat hierdoor bijna niemand – inclusief werkgevers – last ondervindt, zijn deze FNV-stakingen vooral tandeloze tijgers. En ook een groot aantal tandeloze tijgers kan een voortrazend beest niet doden.

Tsja, en dan de looneisen. Dankzij de FNV bleven de lonen tientallen jaren achter op de inflatie. Dit alles komt grotendeels omdat de FNV zich in 1982 committeerde aan het Akkoord van Wassenaar dat bovenal een loonmatiging inhield. Hoewel dit akkoord werd gepresenteerd als een kroonjuweel van het poldermodel, gaf toenmalig FNV-bestuurder Wim Kok later toe dat hij met het mes op de keel heeft moeten tekenen. In plaats van de barricade heeft de FNV tientallen jaren haar leden aangemoedigd om akkoord te gaan met kruimels in de vorm van verhogingen die ver achterliepen op de inflatiecijfers. Om als Nederland niet te hoeven vervallen in een lage loon-land roepen nu zelfs rechtse beleidsmakers dat hoge loonsverhogingen noodzakelijk zijn. Maar zelfs dan geeft de FNV kruimels. Natuurlijk, loonsverhogingen van zeven tot tien procent klinken stoer, maar waren veelal slechts een eenmalige reactie op de tien procent inflatie van 2022. Wanneer je de percentages loonsverhoging dus vergelijkt met de inflatiecijfers, dan kun je niet anders concluderen dan dat je er als werker op achteruitgaat. Dat is heden ten dage niet veel anders. Neem nu de nieuwe horeca-cao, werknemers gaan er in 2025 gemiddeld 2,5 procent op vooruit, maar de inflatie lag de afgelopen jaren rond de drie procent en wordt volgens De Nederlandse Bank alleen maar hoger.2 Jaarlijks ga je er dus op achteruit als arbeider en daarvoor moeten we applaudisseren!? De FNV pist tegen je been en vertelt je dat het regent.

Vakbondstientje

Een ander argument dat de FNV gebruikt om je lid te maken, is hun strijd tegen “gele vakbonden”, ofwel vakbonden die afhankelijk zijn van andere partijen dan de arbeiders zelf. Vaak financieren werkgevers zulke schijnvakbonden om zo voor hen voordelige collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) af te sluiten. Echter, de FNV vergeet erbij te vermelden dat zij zelf ook grotendeels gefinancierd wordt door werkgevers. Een werkgeversbijdrageregeling bestaat al sinds 1966 (“het vakbondstientje”) en ligt nu rond de 24 euro per werknemer per maand. Ter vergelijking: de maandelijkse maximumcontributie voor een werknemer ligt op iets minder dan 20 euro. De werknemersbijdrage is daarom altijd hoger dan de ledencontributie, waardoor afgevraagd kan worden waar de loyaliteit van de FNV écht ligt. Natuurlijk, bij sectoren met een hoog ledenaantal, zoals onderwijs en openbaar bestuur, zal de loyaliteitsvraag minder twijfelachtig zijn, maar bij sectoren met een lage organisatiegraad bepalen grotendeels de werkgevers het beleid. Neem bijvoorbeeld De Horecabond, voorheen FNV Horeca. Deze FNV-vakbond heeft een lage organisatiegraad en wordt daarom praktisch volledig gefinancierd door Koninklijke Horeca Nederland. En dat is te zien: de cao’s hebben geen inflatiecorrectie en beschermingsmechanismen – bijvoorbeeld wetgeving tegen misbruik van een nul-uren contract – worden buiten spel gezet. Daarbij wordt iedere vorm van grassroots organizing de kop ingedrukt; de FNV veroordeelt, bijvoorbeeld, publiekelijk de acties van Horeca United, maar probeert de zaak over te nemen bij grote media-aandacht.3

Symboolpolitiek en cynisme

“Waarom sluit je je niet gewoon aan bij een ngo of een politieke partij?”, zal een uitspraak zijn die menig anarchist voor de voeten geworpen zal krijgen. Veelal impliceren dat soort uitspraken dat verandering enkel teweeg kan worden gebracht via een massamanipulatie en grote ondernemingsstructuren. Maar anarchisten geloven niet in massabewegingen die door een intellectuele elite hoog in de boom worden bestuurd. Daarbij betekent deelname aan een institutionele partij vrijwillig meedraaien in een systeem waarvoor je tenslotte ook nog lidmaatschap moet betalen. Verder wordt met twee maten gemeten wanneer het arbeidsstrijd betreft. Geen activist neemt je serieus wanneer je stelt dat XR-activisten lid moeten worden van Greenpeace, dat Active for Justice moet opgaan in de Dierenbescherming, en dat de Vrije Bond zich moet aansluiten bij BIJ1. Echter, wanneer het arbeidsstrijd betreft beweren anarchisten (onder andere dus in Buiten de Orde) met droge ogen dat iedereen maar lid moet worden van de FNV. Een hiërarchische organisatie die grotendeels wordt bekostigd door werkgevers en de overheid.

TINA of “another world is possible”?

Eén argument voor FNV-lidmaatschap is dat er geen alternatief is. Echter, dit is een conservatief en neo-liberaal argument dat zelfs een eigen acroniem heeft: TINA. Daarmee dienen mensen zich maar te onderwerpen aan een kapitalistisch systeem, stoppen met dromen en meebewegen met de geest van de geschiedenis. In deze wereld zijn vakbonden vooral advocacy-groups die net als bijvoorbeeld reizigersverenigingen, lotgenotengroepen of fanclubs bepaalde belangen behartigen. Net als veel van deze andere bewegingen wordt hun voortbestaan bedreigd door dalende ledenaantallen, is de structuur bureaucratisch, en kan actief lidmaatschap leiden tot een goed betaalde baan en carrière. Echter, in zo’n ecosysteem moet er niet al teveel lucht worden gegeven aan potentiële alternatieven. De keren dat de FNV publiekelijk actiegroepen als Vloerwerk/Horeca United is afgevallen, zijn inmiddels niet meer te tellen, en ten aanzien van de Radical Riders volgde de FNV een catch-and-kill strategie waardoor deze vakbond ten onder ging. Met zo’n actief beleid probeert de FNV een beeld van kapitalistisch realisme te bewerkstelligen: een wereld waarin arbeidersstrijd enkel via één belangenvereniging in overleg met de werkgever wordt opgelost. Anarchisten, echter, zouden meer moeten willen. Moeten geloven dat een andere wereld mogelijk is en alternatieven niet enkel een plaats hebben in de kantlijn.

Entrisme

Een nieuwe tactiek die de FNV-gebruikt om activisme te lokken is de mogelijkheid tot entrisme, de strategie waarbij leden van kleinere bewegingen lid worden van grotere om deze over te nemen. Kenmerkend aan entrisme is veelal dat dit wordt gedaan onder de vlag van “left-unity”, terwijl clandestien eraan wordt gewerkt om deze eenheid om te buigen naar een bestaande ideologie. Heden ten dage werken vooral trotskisten van de Internationale Socialisten en maoïsten rondom Revolutionaire Eenheid en De Rode Morgen (plus hun verschillende mantelorganisaties) via entrisme. Sterker nog, het is algemeen bekend dat Revolutionaire Eenheid dit al jaren, zonder succes, probeert bij de FNV. En hoewel veel trotskisten en maoïsten zich als een soort spion wanen binnen de FNV, weet iedereen binnen deze organisatie van hun tactiek. Sterker nog, ze moedigen het aan om lid te worden van de FNV. Speel jij maar spionnetje, terwijl we lachend iedere maand je salaris afromen. Maar zelfs wanneer entrisme als strategie wél zou werken, dienen anarchisten zich af te vragen of deze strategie überhaupt wel wenselijk is. Veel strategieën kunnen succesvol zijn (denk aan leiderschapscultus, zondebokpolitiek, verdeel en heers), maar kunnen niet zomaar door anarchisten worden geadopteerd.

Conclusie

De FNV heeft zich ontwikkeld tot een organisatie die met geslepen strategieën achter de portemonnee en energie van jonge activisten aanholt. Nergens in hun acties ontwaar je enige vingerverwijzing naar het anarchisme. Sterker nog, de FNV bedrijft vooral cynische politiek die is gericht op het opkrikken van ledenaantallen, een obsessie om aan tafel mee te mogen praten, verdeel- en heersstrategieën en nieuwe verdienmodellen. Het is daarom teleurstellend dat zonder enige kritiek met regelmaat “schaamteloze reclame voor de FNV”4 wordt gepubliceerd en daadwerkelijke alternatieven als Horeca United/Vloerwerk letterlijk worden verbannen naar de kantlijn. Alles past in een bredere malaise die wij zien binnen het Nederlandse anarchisme rondom arbeidsstrijd. Horeca United/Vloerwerk benadert telkens verschillende anarchistische organisaties om samen op te trekken, maar – afgezien van Doorbraak – merken wij dat niemand echt wil co-organizen. Zo’n gebrek aan interesse zorgt er op den duur voor dat de traditie van anarchistische arbeidsstrijd afsterft. Arbeidsstrijd vervalt dan in een soort stakeholder-theory waarbij de FNV het alleenrecht eist om de belangen van werknemers te behartigen.

Quintus Masius

Noten:

1 Zie hiervoor bijvoorbeeld “De debatten van de Rode Internationale van Vakbonden uit 1921 blijven relevant voor vakbondsactivisten“, van Fabian van Onzen (2024), of “Precaire Polder: Historische Verkenningen Vakbeweging” van Van Dijk et al. (2018).

2Nederlandse inflatie blijft komende jaren hoger“, DNB.

3 Tijdens de smaadzaak waar Horeca United in verwikkeld raakte tegen Lupi Coffee, schaarde de FNV zich aan de kant van de veroordeelde uitbuiter Hossein Akef, en gaf men geen gehoor aan de vele uitgebuite baristas. Het Algemeen Dagblad tekende hierover het volgende op: “Ook een woordvoerder van vakbond FNV Horeca stelt de methode van de demonstranten af te wijzen. ‘Wij kennen Horeca United. Zij hanteren echter een werkwijze die niet in lijn is met de onze. Horeca United is géén vereniging, heeft géén juridische dienst en is geen betrokken vakbond volgens de Wet CAO. FNV Horeca kiest altijd eerst voor de dialoog en zal juridische zaken, indien nodig, ook altijd juridisch afdwingen.’” In: “Onderbetaald, geen pauze en poepen in een zak: oud-werknemers koffiezaak in opstand”, van Z. Fasel, Algemeen Dagblad, 11 augustus 2023.

4 Deze zin is een letterlijk citaat van Anita de Waal in het artikel van het anarchistisch kwartaalblad Buiten de Orde. “Hoe gaan we een klimaatrevolutie realiseren met een vakbond zonder pit?“, A. de Waal, Buiten de orde 3/2024, p. 9