Anderstalige patiënten moeten van minister zelf opdraaien voor een tolk

Wat?
Per 1 januari 2012 stopt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met het vergoeden van tolkdiensten tijdens gesprekken van zorgverleners met patiënten. Zieke mensen die minder goed Nederlands spreken, kunnen daardoor in grote en zelfs levensgevaarlijke problemen komen. Door de botte bezuinigingsmaatregel, die zo’n 19 miljoen euro moet opleveren, komt de gezondheidszorg aan migranten en vluchtelingen onder nog zwaardere druk te staan.

Jaarlijks gebruiken zorgverleners 166 duizend keer een tolk voor patiënten die de Nederlandse taal niet of minder goed beheersen. “Om mijn werk in een achterstandswijk goed te kunnen doen, maak ik vrijwel elke dag een keer gebruik van de tolkentelefoon”, laat de Rotterdamse huisarts Marieke Out weten op de actiesite “Wij zijn sprakeloos!”, een initiatief van kenniscentrum voor interculturele zorg Mikado. “Nu de minister de tolken vanaf januari niet meer wil vergoeden, kan ik een tolk niet meer zomaar voor consulten inzetten, hooguit als mijn patiënt het zelf betaalt. Mensen zullen dan thuis blijven en bezoek uitstellen tot het niet meer anders kan. Dan zijn hun gezondheidsproblemen zo groot dat ze alleen door opname in het ziekenhuis en door lange en dure medische behandelingen nog te genezen zijn. Of niet meer. De taalbarrière is in deze gevallen een gevaarlijke drempel geworden.”

Op de actiesite worden de alarmerende gevolgen van de bezuiniging op een rijtje gezet. Zorgverleners en patiënten zullen elkaar minder goed begrijpen. Patiënten zullen slechter op de hoogte raken van de diagnose, de behandeling en de medicijnen. Kinderen, andere familieleden, vrienden en kennissen zullen als informele vertalers vaker ingezet moeten worden tijdens gesprekken tussen zorgverlener en patiënt. De verantwoordelijkheid voor vertaling en voor de kosten daarvan komt veel meer bij de patiënt te liggen. Door gebrek aan vertaling zullen meer patiënten de zorg gaan mijden. Op termijn zal dat leiden tot een slechtere gezondheid van migranten en vluchtelingen, en tot hogere zorgkosten.

Geheel in lijn met het pesten van migranten en vluchtelingen door de inburgeringsplicht stelt het kabinet Bruin I dat patiënten verplicht zijn om de Nederlandse taal te beheersen. Wie te weinig Nederlands kan spreken, wordt door Bruin I gestraft met hogere drempels tot de gezondheidszorg. Voor mensen zonder verblijfsrecht wordt de toch al ernstig bemoeilijkte toegang tot de zorg nog eens extra belemmerd. In principe mag een arts een patiënt niet weigeren, ook al kan hij geen tolk regelen of betalen. Maar net als haar collega’s zingt ook minister Edith Schippers uit volle borst de liberale mantra van “de eigen verantwoordelijkheid”, en geeft ze de boodschap af dat de patiënt het probleem zelf maar moet oplossen. Het valt daarom te verwachten dat nogal wat zorgverleners geneigd zullen zijn om de patiënt op te zadelen met de verantwoordelijkheid voor vertaling en voor de financiering daarvan, zeker in het heersende maatschappelijke klimaat waarin migranten en vluchtelingen vaak geconfronteerd worden met racisme en uitsluiting.

Harry Westerink