Occupy Senegal?
Senegal is aan de beurt voor een flink volksprotest tegen autoritair bestuur en sociale ongelijkheid. We zien de inmiddels bekende bestanddelen. Een president die termijn na termijn regeert en niet weg wil. Een oppositie die deelname aan verkiezingen deels geblokkeerd ziet van hogerhand. Een bevolking die verandering eist, en de straat op gaat nu aflossing via de weg van verkiezingen gedwarsboomd wordt. Voeg daarbij woede over corruptie, over een presidentszoon die door pa kennelijk klaargestoomd wordt voor de macht, en over de presidentiële prioriteit, peperdure bouwprojecten terwijl de bevolking moeite heeft om rond te komen – alles bij elkaar een beeld dat we met plaatselijke varianten in het ene land na het andere te zien hebben gekregen en nog te zien zullen krijgen ook. Zo wereldwijd de arrogantie van de macht en de grote kloof tussen arm en rijk is, zo wereldwijd is intussen ook de golf van protest en verzet.
De aanleiding was een dubbele uitspraak van het Constitutionele Hof over deelname aan de komende presidentsverkiezingen. Volgens dat hof mag president Abdoulaye Wade gewoon meedoen, ook al heeft hij er al twee termijnen op zitten, en ook al verbiedt de nieuwe grondwet een derde termijn. De wijziging van de grondwet is namelijk pas ingegaan toen Wade al president was, en “mag niet met terugwerkende kracht op hem van toepassing worden verklaard”. Aardig bedacht, strikt juridisch misschien steekhoudend, maar dit soort kwesties zijn niet “strikt juridisch”. Dit soort grondwettelijke beperkingen van het aantal ambtstermijnen zijn bedoeld om eindeloze verlenging van de macht van één persoon te blokkeren. Groen licht geven voor een derde ambtstermijn is dus minstens in strijd met de geest van de grondwet. Bovendien: “Na zijn herverkiezing in 2007 beloofde president Wade dat hij zich aan de grondwet zou houden en aan de twee termijnen, hetgeen betekende dat hij geen kandidaat zou zijn in de verkiezing van 2012.” Mensen die hoopten dat Wade langs grondwettige weg het veld zou ruimen, zijn boos en laten dat merken. Gelijk hebben ze.
N’Dour
De tweede uitspraak die woede wekt, betreft presidentskandidaat Youssou N’Dour, befaamd zanger. Hij mag niet meedoen. “Volgens het hof kan niet worden gecontroleerd of de door hem verzamelde handtekeningen echt zijn.” Alsof dat voor andere kandidaten – Wade zelf – wel kan worden gecontroleerd. Ik vraag me sterk af of het, in het geval van de handtekeningen voor Wade, zelfs maar is geprobeerd. Dat Constitutionele Hof is ook nog eens benoemd door Wade zelf! Die heeft de boel nog verder naar zijn hand trachten te zetten door beroep aan te tekenen tegen deelname van drie andere kandidaten aan de verkiezingen. Maar dat vonden zelfs zijn rechters kennelijk te gortig. Ook een poging van Wade om de grondwet te veranderen, zodat er nog maar 25 procent van de stemmen nodig zijn om president te worden en geen 50, is niet doorgegaan na protestdemonstraties van duizenden betogers in meerdere steden op 23 juni. Maar het blokkeren van N’Dour, en de ruime baan die Wade van zijn hof kreeg, zijn al erg genoeg.
De woede wegens Wade gaat dieper dan enkel het naar zijn hand zetten van presidentsverkiezingen. Wade is al sinds 2000 president. Hij staat aan het hoofd van een land dat bekend staat als relatief stabiel en democratisch. Er is sinds Senegal onafhankelijk is nooit een staatsgreep geweest, hetgeen meer is dan bijvoorbeeld Griekenland en Italië kunnen beweren – beiden zijn in 2012 toneel van een door EU-bureaucraten en bankiers afgedwongen regeringswisseling. Maar Wade vertoont de bekende tekenen van arrogantie van de macht. Hij heeft bijvoorbeeld een immens monument laten neerzetten. Kosten: pakweg 20 miljoen euro. Hij liet zich ook een presidentieel vliegtuig leveren. Kosten: 35 miljoen euro. De kosten van het monument worden gedekt door er 35 procent van de opbrengst van het toerisme in te steken. Wade heeft namelijk… intellectuele eigendomsrechten op het project, zegt hij. De man is dus gewoon een megalomane profiteur. Hij werkt er bovendien aan om zijn zoon voor te bereiden op zijn machtspositie. Wade geeft als argument waarom hij een derde termijn wil, aan dat hij “drie jaar nodig heeft om zijn projecten te voltooien. Dat voedt speculatie dat hij zijn zoon Karim als mogelijke opvolger klaar zet.” Maar het kan natuurlijk ook zijn dat Wade nog drie jaar nodig heeft voor andere monumenten en luxere voertuigen om ook de andere 65 procent van het toeristenbudget er door te jagen. We weten het niet. Maar hij heeft zijn zoon intussen wel benoemd als “een soort van superminister”, hetgeen het beeld voedt dat zoonlief op de macht wordt voorbereid.
Protest
Tegen dit soort presidentiële machtspolitiek is er dus protest en verzet. Er zijn de gebruikelijke oppositiepartijen en -kandidaten, maar die zijn niet zeer bedreigend voor Wade. Als hij in de eerste verkiezingsronde niet meteen helemaal wint, dan kan hij bijvoorbeeld de nummer drie in de uitslag paaien met beloften van een ministerschap, om de steun van diens aanhang tegen de nummer twee te verwerven en zo de tweede ronde met diens steun te winnen. De vier belangrijkste oppositiepartijen worden geleid door mensen die premier zijn geweest onder Wade. Principiële oppositie is van dit type beroepspolitici niet te verwachten. Pogingen van de oppositie om samen met een kandidaat tegenover Wade te komen zijn mislukt. Tegenover dit versnipperde en weinig principiële krachtenveld kan Wade wel op.
Maar daar was dus opeens die populaire zanger – en vooral ook een sterk straatprotest. Die zanger stond voor een veel authentieker soort oppositie, wordt althans kennelijk zo beleefd door veel mensen. Dat juist hij met trucs uit de race wordt gehouden, is niet vreemd: hij symboliseert werkelijk een bedreiging van Wade’s macht. Er is vorig jaar ook een protestgroep gevormd door journalisten en rappers, “Y en a marre” oftewel “We zijn het zat”, als reactie op kennelijk plaatsvindende stroomstoringen (zou alle elektriciteit naar presidentiële monumenten zijn gegaan?). Er is ook een bredere oppositiebeweging, M23 genoemd, de 23 Juni Beweging. Die 23ste juni was dus de dag waarop vorig jaar de protesten een grondwetswijziging hielpen blokkeren. Die had voor gisteren, dinsdag 31 januari, een geweldloos protest in de hoofdstad uitgeroepen. Aan die bredere beweging namen oppositiepolitici wel deel.
Doden
Het is niet het eerste protest. Afgelopen vrijdag, snel na de uitspraken van de Constitutionele Hof, waren er betogingen en rellen, waartegen de politie traangas inzette. Een politieagent kwam daarbij om, en een bureau van de president in de stad Kaolack is in de fik gegaan. Maandag waren er weer protesten. In de stad Podor kwamen daarbij een vrouw van zestig – toeschouwer bij het protest – en een jongen van 17 die deelnam, om. Ze werden gedood “toen veiligheidstroepen het vuur openden op demonstranten”. Doodgeschoten door de politie, klaarblijkelijk, want van geweervuur door betogers wordt nergens gesproken.
De protesten gaan dieper dan enkel de presidentiële arrogantie en verrijking. Veel mensen in Senegal komen rond van een paar dollar per dag, hetgeen de 20 miljoen euro voor een monument extra wrang maakt. Mensen protesteerden al eerder, ook rechtstreeks tegen de aantasting van hun levensstandaard. Begin januari was er een 48-uursstaking van bus- en taxichauffeurs, tegen onder meer hogere brandstofprijzen en overlast die politie hen bezorgt. Overleg met een minister leidde niet tot verbetering. Op 25 januari, een paar dagen voor de protesten tegen Wade, begon een nieuwe transportstaking, om soortgelijke redenen.
Naast de woede wegens politieke manipulatie is er dus kwaadheid wegens economische ellende, en wegens politie die mensen het leven zuur maakt. En mensen kijken over de grens voor rolmodellen en inspiratie. Zo bijvoorbeeld de al genoemde Y en a marre-beweging: die is “geïnspireerd door de Arabische Lente”, weet de NOS te melden. En er is meer: “Jongeren op het centrale plein van de hoofdstad Dakar zeiden gisteravond tegen AP dat zij een tentenkamp als op het Tahrir-plein willen opzetten als protest tegen de uitspraak van het hof”, aldus de NRC afgelopen zaterdag. Grappig is in dit verband een bericht van 14 januari vorig jaar, de dag van de val van de Tunesische tiran Ben Ali: “De regering van Senegal probeert het Tunesisch scenario te voorkomen” – door verlaging van prijzen om volkswoede voor te zijn. Ook toen al broeide er protest in het land. Intussen stuurt een deel van het protest aan op een Egyptische ontknoping… Of het daadwerkelijk tot een tentenkamp is gekomen, weet ik niet. Maar als we vandaag of morgen Occupy Senegal zien opkomen, en meer dan dat, is verbazing wat mij betreft niet aan de orde. Verheugenis en solidariteit echter des te meer.
Peter Storm
Maker van het weblog Rooieravotr