Geen herdenking daders bij de Dodenherdenking!
Onlangs bleek dat het Nationaal Comité 4 en 5 mei van plan was om bij de Dodenherdenking op de Dam een gedicht te laten voorlezen over een Waffen-SS-er die stierf aan het Oostfront. Dat gedicht is inmiddels na veel protest geschrapt, maar het probleem zit dieper: bij de herdenking worden steeds vaker slachtoffers en daders op een lijn geplaatst. Indonesiëgangers worden er bijvoorbeeld ook herdacht, ondanks de vele massamoorden die ze hebben gepleegd, terwijl Indonesiëweigeraars nog steeds niet erkend worden. Met zijn boek “Grijs verleden” leverde historicus Chris van der Heijden een rechtvaardiging voor deze ontwikkeling. Gisteren ontvingen we een open brief van Kees Mattijsen die zich terecht zeer boos maakt over dit “gladstrijken”. Omdat hij een belangrijk punt maakt, nemen we zijn brief hieronder integraal over.
Open brief aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei en CIDI
Ook ditmaal is mij niet ontgaan dat het Nationaal Comité 4 en 5 mei geen pest op heeft met diegenen die hun leven feil stonden in de vijf jaar gruwelijke imperialistische oorlog, laat staan hun nagelaten betrekkingen.
Om op de Dodenherdenking op de Dam een gedicht te laten voorlezen over een Waffen-SS-er die stierf aan het Oostfront, is een gotspe. De smerige rol die dat comité ook nu weer speelt, verdient aller aandacht en afkeuring.
Terecht proef ik uit het schrijven van CIDI (1) aan het Nationaal Comité de walging die dat vandaag oproept. Ik sluit me bij dat protest ten volle aan.
Nieuw is deze streek niet: ik stel vast dat een sluipend fascistisch gif zich genesteld heeft in dit comité 4 en 5 mei. Vorig jaar schreef ik dat comité het onderstaande, waarop later een volstrekt nietszeggend antwoord kwam.
Op de site van het Nationaal Comité 4 en 5 mei is te lezen en telkens opnieuw op 4 mei op de Dam weer te beluisteren: “Tijdens de Nationale Herdenking herdenken we allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.” (Officieel memorandum)
Die laatste zinsnede vanaf “sinds” en verder, steekt mij en vele anderen al jaren. Vandaar dat ik met instemming het interview van 20 januari j.l. in De Pers las “WO II moet weer een centrale plek krijgen.” (2) Aan het woord is mevrouw Schwegman, directeur van het NIOD (Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies). De nivellering, of het gladstrijken in goed Nederlands, waarover zij spreekt, is in feite al direct na de oorlog in gang gezet. Dat kwam namelijk alle naoorlogse regeringen uitermate goed uit.
Een greep: de smerige oorlog, in versluierende termen “missie” of “politionele actie” genoemd tegen ‘ons’ Indië, deelname aan overzeese oorlogen bijvoorbeeld in Korea – met behulp van Nederlandse ex-SS-ers… de West-Duitse herbewapening kwam eraan en moest erdoor, de Koude Oorlog werd van harte aangemoedigd en gestimuleerd. Vrijlating van zware en zwaarste oorlogsmisdadigers en veel meer. Het historische beeld van de Tweede Wereldoorlog moest toen én vandaag worden ontkracht en bijgesteld.
Om dicht bij huis te blijven: oud-Spanjestrijders, notabene de eerste Nederlanders die onbaatzuchtig het fascisme bestreden voordat hier de oorlog uitbrak, werd het leven verschrikkelijk zuur gemaakt en vele, vele jaren na de oorlog van hun rechten beroofd. Ook vele oud-illegale werkers kregen te maken met een overheid die juist tegen hen de grofste middelen inzette, dat hen en hun kinderen het leven onmogelijk maakte. Niet vanwege een wipneus, maar vanwege hun consequente politieke overtuiging. De schande ook van het ‘vieren’ van Bevrijdingsdag eenmaal in de vijf jaar (dat na veler protest niet doorging): een hoon.
Het vertoon op de Dam op 4 mei, uitgebreid met dat “officieel memorandum” waarin ook de in Korea omgekomen SS-ers worden herdacht… Dát gaat door mij heen bij het zien van de jaarlijkse beelden op de Dam. Daarom verzet ik mij tegen deze nivellering en de achterliggende, absoluut foute redenering.
Vanuit mijn historische ervaring, als kind (geboren in 1939) van ouders die al voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog als overtuigde anti-fascisten tegen het fascisme streden en in 40-45 daadwerkelijk deelnamen aan het verzet, waarbij vader het leven verloor, namens hen en vele anderen, doe ik dit pleidooi: de Dodenherdenking moet op 4 mei in ere worden hersteld waar het ooit voor was bedoeld: een Plechtige Herdenking van de Slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.
Aan deze bewuste misleiding moet een halt worden toegeroepen!
Kees Mattijsen
Noten
1. CIDI protesteert tegen herdenking van Waffen-SS-er
2. Helaas is door het opheffen van het dagblad De Pers op 30 maart 2012 het interview met mevrouw Schwegman met als titel “Mag het weer gewoon over de oorlog gaan?” niet meer beschikbaar. Gelukkig is er nog wel een samenvatting te vinden.
Kijk ook eens naar de uitkomst van een kleine enquête van RTV Oost met de enig juiste stelling: De Tweede Wereldoorlog moet centraal blijven staan op 4 en 5 mei.
Deze update schreef Kees Mattijsen ons vandaag:
Vervolg Dodenherdenking 1940-1945 op 4 mei a.s.
Eindhoven, 27 april 2012
Zoals ons inmiddels uit perspublicaties is gebleken, heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei met grote tegenzin (en zonder enig begrip te tonen noch excuses te maken), haar weerzinwekkend besluit tot het laten voorlezen van een gedicht op de Dam over een Nederlandse, aan het Oostfront gesneuvelde SSer, moeten terugdraaien.
Dat terugdraaien heeft uitsluitend te maken met het niet voor joker zetten, niet compromitteren van de op de Dam aanwezige bobo’s, met koningin Beatrix en haar gevolg aan het hoofd. Laat dat duidelijk zijn.
Deze schoffering van vermoorden, overlevenden en nabestaanden door het Comité 4 en 5 mei zou deze blamage tot ongekende afmetingen maken als het Auschwitz Comité haar terechte, felle afkeuring in daden had moeten omzetten: namelijk wegblijven. Zie bericht Auschwitz Comité dreigt met boycot dodenherdenking
Wij vermoedden dat er (gelukkig) in die kringen iets broeide, maar op het moment dat de open brief werd neergepend en rondgestuurd, droegen we geen kennis van het persbericht van het Auschwitz Comité.
Denk niet dat daarmee de kous af is. Wij blijven ons verzetten tegen het stiekem toegevoegde, schokkende z.g. ‘Memorandum’ en voorlezing daarvan op de Dam op 4 mei.
Wij trachten organisaties van oud-verzetsstrijders maar ook andere partijen er van te overtuigen dat de plechtigheid op de Dam is verminkt met deze toevoeging en moet worden teruggedraaid tot waarop deze herdenking is gebaseerd: een Plechtige Herdenking van de Slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.” *)
Opnieuw is het zo klaar als een klontje: de geschiedenis wordt telkens vervalst, weggehouden, verminkt. We staan erbij en kijken er naar… Elke hulp, elk doorgeven van deze boodschap is welkom.
Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is bereikbaar: tel. 020-7183500, fax 020-7183501, email info@4en5mei.nl
Met vriendelijke groeten,
Kees Mattijsen
Zie onder andere: http://www.brabantsdagblad.nl/nieuws/algemeen/binnenland/10931852/Comit%C3%A9-trekt-SS-gedicht-in.ece
*) Op de site van het Nationaal Comité 4 en 5 mei is te lezen en telkens opnieuw op 4 mei op de Dam te beluisteren: “Tijdens de Nationale Herdenking herdenken we allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.”
In Vorden (bij Zutphen) worden dit jaar ook wehrmacht soldaten herdacht. Discussie hierover (of helaas juist niet hierover, maar over taalgebruik) vindt plaats op
https://www.indymedia.nl/node/3849
Aanhakend bij de vorige reactie: genoemd artikel is ook elders verschenen, met nog een aanvulling die een en ander in een nader perspectief zet en enkele mogelijke verklaringsgronden noemt:
4 MEI: VORDEN HERDENKT NAZI-SOLDATEN
door Louis van Overbeek
Duits oorlogsgraf Vorden http://www.oorlogsmusea.nl In het Achterhoekse Vorden acht men de tijd rijp om bij de Dodenherdenking op 4 mei ook de gevallen nazi-soldaten te gaan herdenken. Onder het publiek is veel bijval. Het zou een nobele daad van vergeving zijn.
In het Gelderse plaatsje Vorden vindt het plaatselijke Comité 4 mei dat de tijd is aangebroken om tijdens de Dodenherdenking ook stil te staan bij de daar in de Tweede Wereldoorlog gevallen Duitse soldaten.
Vorden is een van de weinige plaatsen in Nederland waar op de algemene begraafplaats Duitse soldaten uit WO II begraven liggen (10 Duitse vliegeniers en soldaten), omdat hier sprake is van een particulier graf, gekocht door de vader van een van de omgekomen vliegeniers. Bijna alle andere Duitse graven zijn na de oorlog naar de centrale Duitse Oorlogsbegraafplaats in IJsselstein overgebracht.
‘Ons bereikten signalen’, aldus Bart Hartelman van het Comité (en van de Raad van Kerken) in de regionale Stentor van 17 april jl., ‘om naast de omgekomen Britse soldaten ook deze gevallen Duitse soldaten bij de herdenking te betrekken’. Van wie deze ‘signalen’ afkomstig zijn vertelt hij er niet bij, maar legt uit: ‘Na de plechtigheid bij de graven van de geallieerden zal de terugweg langs de Duitse graven leiden’. De plechtigheid zal ‘een sober karakter’ dragen, maar wel worden opgeluisterd door het Vordens Mannenkoor dat het lied Brüder reicht die Hand zum Bunde ten gehore zal brengen.
‘Ons comité is ooit…opgezet door oud-verzetstrijders’, zo vervolgt Hartelman. ‘Inmiddels zijn deze verzetsleden gestorven en is volgens ons nu de weg vrij om ook de Duitse soldaten uit de anonimiteit te halen. Overigens hoeven mensen niet per se mee te lopen naar het collectieve graf van de Duitsers’.
Is dat even boffen. Dat we niet door de huidige leden van het Comité 4 mei Vorden – verraden die eigenlijk niet alsnog op gruwelijke wijze de oprichters van hun eigen comité ?- tegen de muur worden gezet als we niet willen meedoen aan het tijdens de Dodenherdenking ‘uit de anonimiteit halen’ (rehabiliteren dus) van deze Moffen!
Voor de goede orde: schrijver dezes heeft niets tegen de huidige Duitsers en luistert zelfs graag naar hun Kulturradio WDR3. Wel heeft hij het gevoel dat de wandaden die hun voorvaderen hebben bedreven – het willens en wetens aan de macht helpen van het absolute kwaad en hun verantwoordelijkheid voor het systematisch uitroeien van miljoenen mensen -zo groot zijn, dat zij daarmee niet alleen grote schuld op zichzelf hebben geladen, maar, als in de Griekse tragedie, ook op de generaties na hen. Of deze daarmee in ieder geval bezoedeld hebben. In dit geval betreft het echter niet eens de nakomelingen van onze toenmalige vijand, maar deze zelf in zijn gedaante van omgekomen nazisoldaten en -vliegeniers, en is het spreken van vergeving als motief voor mede-herdenking en het schermen met Nelson Mandela als navolgenswaardig voorbeeld, zoals in sommige positieve reacties op dit bericht wel is gebeurd, nogal gratuit en een banalisering van de nazitijd.
Ik was dan ook nogal verontwaardigd over het Stentor-bericht en wilde naar aanleiding daarvan een kritische lezersreactie plaatsen op de website van de krant. Daarin vroeg ik mij af of ‘de weg nu ook vrij is’ voor de plaatsing van een – uiteraard ‘sober’- standbeeld van de Führer op de begraafplaats, waarvoor het Vordens Mannenkoor dan het Horst-Wessel-Lied kan aanheffen. Mij hebben immers ook ‘signalen bereikt’ dat dit zeer zou worden geapprecieerd (door neonazi’s). Deze reactie werd door de Stentor echter gewoontegetrouw gecensureerd.
Naschrift
Inmiddels is duidelijk geworden dat ook het Nationaal Comité 4 en 5 mei het plan heeft opgevat – en inmiddels onder druk van de hierover ontstane ophef (met tegenzin) ook al weer laten varen – om bij de Nationale Herdenking op de Dam op 4 mei met een gedicht van een scholier een (Nederlandse) SS’er te herdenken – de oud-oom van de scholier – die vrijwillig diende aan het Oostfront en wiens eenheid zich daar schuldig heeft gemaakt aan het executeren van Oost-Europese Joden. Dat Achterhoekse Vorden is kennelijk uiterst trendy.
Deze ‘zorgwekkende trend, waarbij de grens tussen slachtoffer en dader in de Tweede Wereldoorlopg steeds verder vervaagt’, zoals Esther Voet, adjunct-directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI), het formuleerde in NRC Handelsblad, maakt dat zich een patroon begint af te tekenen, waarbij Nederland bij zijn Nationale Dodenherdenking ook nazisoldaten en landverraders gaat betrekken.
Waarschijnlijk ligt aan deze ontwikkeling een reeks van oorzaken ten gronde, waarvan ik enkele mogelijke noem: 1. een steeds groter failliet van het geschiedenisonderwijs in het primaire en secundaire onderwijs 2. een wijd verbreid gevulgariseerd postmodern relativisme en een daaruit voortvloeiend ontbreken van een moreel kader en ideologisch inzicht in de achtergronden van WOII 3. de verwatering van de nationale dodenherdenking doordat de focus daarbij niet langer exclusief op WOII wordt gelegd, maar ook op andere oorlogen die sindsdien hebben plaatsgevonden 4.het feit, waaraan ik als eens eerder een stukje heb gewijd onder de titel ‘Rare opvattingen’, dat vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties in Nederland de laatste jaren, onder invloed van massieve overheidsproganda en modieuze ideetjes, allerlei standpunten zijn gaan innemen, die volkomen haaks staan op de belangen die zij, naar men zou verwachten, behartigen, zoals sociaaldemocratische partijen en vakbonden die pleiten voor de afbraak van de sociale zekerheid, hoogleraren Klassieke Talen die de feitelijke opheffing van hun vak in het middelbaar onderwijs voorstaan, etc.
Als in 1940 een even grote mate van desinteresse inzake morele vraagstukken in de samenleving zou hebben geheerst als thans, moet men zich afvragen of er überhaupt ooit van enig verzet van betekenis sprake zou zijn geweest.
http://www.katholieknieuwsblad.nl/opinie/item/2007-4-mei-vorden-herdenkt-nazi-soldaten.html
De definitie wie wel en wie niet wordt herdacht op 4 mei is door de jaren steeds veranderd.
Vandaag geldt:
“Tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei herdenken we allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.”
De 431 slachtoffers die op 9 december 1947 door Nederlandse militairen in Rawagede standrechtelijk werden geëxecuteerd vallen duidelijk binnen deze definitie. Net als de 150.000 andere slachtoffers van de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog van ’47-’49
Het Comité Nederlandse Ereschulden probeert een bevestiging te krijgen van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Diverse bestuursleden werden benaderd, maar men reageert niet.
Wat velen niet weten: Nederland heeft pas op 27 december 1949 de onafhankelijkheid van Indonesië erkend. De slachtoffers van Rawagede moeten dus worden beschouwd als onderdanen van het Koninkrijk der Nederlanden. (zie vonnis http://zoeken.rechtspraak.nl/detailpage.aspx?ljn=BS8793&u_ljn=BS8793)
http://7mei.nl/